Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de mogelijke overdracht van grondpercelen van het Agentschap Wegen en Verkeer aan projectontwikkelaar Ghelamco
Vraag om uitleg over grondafstand in functie van het Eurostadion-project
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het dossier van het Eurostadion wordt stilaan een eindeloze soap. We hebben het inhoudelijke debat over het project an sich al verschillende malen gevoerd in deze commissie, in de plenaire vergadering en ook in de commissie Leefmilieu.
Ik wil het vandaag vooral hebben over een aantal zaken in verband met de procedure. U zult het ongetwijfeld met mij eens zijn wanneer ik veronderstel dat zelfs sommige parlementsleden, maar in ieder geval de neutrale waarnemer en de voetbalsupporter er niets meer van begrijpen. Het is allemaal één groot kluwen geworden.
De grond is eigendom van Brussel en ligt op Vlaams grondgebied. Er is advies nodig van het departement Leefmilieu en van Openbare Werken en Mobiliteit, en van de gemeente Grimbergen. Sommige adviezen zijn bindend, andere niet. Het is dus een groot kluwen, en absoluut niet transparant voor de neutrale waarnemer.
Dan is er natuurlijk nog het feit dat sinds kort ook voetbalclub Anderlecht – waar u helaas voor supportert – heeft afgehaakt. Voor u zou dat dus al een reden moeten zijn om dit project af te blazen. Neen, dat is een grapje. Maar Anderlecht heeft dus afgehaakt, ook de voetbalbond heeft blijkbaar afgehaakt, een deel van de motivatie om tot dit project te komen was één groot nationaal stadion waar de voetbalbond en Anderlecht zouden spelen, dus dat valt ook weg. Eigenlijk zijn er enkel nog een paar Franstalige Brusselaars en misschien Brussels minister Vanhengel en nog enkele zakenmensen, om Ghelamco niet bij naam te noemen, die geld willen verdienen aan dit project. Dat is natuurlijk hun volste recht, maar dat mag geen reden zijn om dit project voort te zetten.
Klap op de vuurpijl was – en ik veronderstel dat u niet zo gelukkig was dat dit naar buiten kwam, en ik weet ook niet waar de heer Rzoska zijn informatie haalt, misschien zal hij dat straks meedelen – natuurlijk het nieuws dat er twee stukjes grond nodig zijn om dit project voort te zetten. Die twee stukjes grond zijn nodig om het Eurostadion te bouwen.
Nog erger vond ik dat blijkbaar het Agentschap Wegen en Verkeer twee jaar geleden al een principeakkoord had gesloten of heeft gesloten met Ghelamco. Zij hadden dus al een toezegging gedaan voor dit in de openbaarheid kwam. Ik vind dit bijzonder vreemd, bijzonder vreemd. We hebben zoals ik al heb gezegd de discussie al meerdere malen gevoerd in deze commissie, en u hebt altijd gezegd: ‘Dat valt buiten mijn bevoegdheid, ik volg de procedure, het is een ambtelijk advies, ik heb omtrent dit dossier geen enkele bevoegdheid’. Maar u bent wel verantwoordelijk voor het Agentschap Wegen en Verkeer, dus u zou als minister van Verkeer perfect, u zou uw overtuiging kunnen volgen, kunnen zeggen: ‘We zetten dit project stop, we staan die gronden niet af’.
Ik hoef u waarschijnlijk niet te vertellen dat u hier natuurlijk zit als minister, maar ook als N-VA-minister, en die N-VA is fel gekant tegen dit project. Die N-VA vaardigt parlementsleden af naar een betoging op parking C tegen de komst van het Eurostadion. We zullen straks horen wat de heer Parys te zeggen heeft, maar de N-VA heeft hier in deze commissie en in de commissie Leefmilieu bij monde van de heer Ronse verschillende keren gezegd: ‘Wij zijn tegen dit project’. En dan heb ik nog niet verwezen naar Brussels parlementslid Van den Driessche die bijna elke week opnieuw fulmineert tegen dit project. Ook lokaal, in de gemeente Grimbergen, protesteert uw partij tegen de komst van het Eurostadion. U hebt dus alle sleutels in handen om dit een halt toe te roepen.
In mijn initiële vraag stond: waarom hebt u niet verteld dat er twee stukken grond nodig waren? In feite is dit bijkomstig, maar ik zal het toch maar vragen: waarom hebt u dat niet verteld in die twee jaar tijd dat we hier in het parlement – in de commissie en in de plenaire vergadering – het debat voeren? Het is een dunne scheidingslijn tussen liegen, waarvan ik u niet beschuldig, en het onthouden van essentiële informatie aan parlementsleden. Die lijn is hier in mijn ogen echt flinterdun.
Waarom hebt u die informatie niet meegedeeld? Waarom maakt u geen gebruik van uw recht om dit project een halt toe te roepen door die gronden niet af te staan?
Ik stel me vragen – en dat is natuurlijk inhoudelijk fundamenteel – over de visie van de Vlaamse Regering. Ik volg dit dossier al een tijdje en ik zie niemand van de meerderheid openlijk of duidelijk kiezen voor dit project. Ik hoor niemand zeggen: ‘wij zijn voorstander van het Eurostadion’. U steekt u weg achter uw administratie, en minister Schauvliege doet net hetzelfde. Zij wil zich niet moeien, het is aan de administratie om advies te geven, zij volgt de procedure. Ik vind dat de Vlaamse Regering – net zoals in andere dossiers trouwens – nu eindelijk eens kleur moet bekennen.
Dus mijn fundamentele vraag luidt: wat is nu eigenlijk de visie van de Vlaamse Regering op de mogelijke komst van een Eurostadion? Waarom, minister, u hebt alle sleutels in handen om dit project tegen te houden, waarom maakt u daar geen gebruik van?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering heeft bij monde van minister Schauvliege en uzelf steeds benadrukt dat – volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – inzake het dossier van het Eurostadion enkel een advies dient afgeleverd te worden aan de gemeente Grimbergen. In de commissievergadering Ruimtelijke Ordening van 31 januari liet u optekenen: “We laten de procedure gewoon lopen. Mijn administratie heeft het project-MER beoordeeld en dat ambtelijk advies ook overgemaakt aan de dienst-MER. Tot zover mijn bevoegdheid.”
Echter, uit documenten die Het Laatste Nieuws kon inkijken, en uit de informatie van collega Rzoska, blijkt dat voor de realisatie van het Eurostadion twee percelen grond nodig zijn die momenteel eigendom zijn van het Agentschap Wegen en Verkeer en dus onder uw bevoegdheid vallen. Volgens de berichtgeving is de administratie reeds twee jaar op de hoogte van de noodzakelijke overdracht. Meer nog, er zou al in januari 2015 een principeakkoord getroffen zijn over een van de gronden: “We zijn principieel bereid om het perceel volledig of gedeeltelijk te vervreemden”, wordt uit een mail van de administratie geciteerd in de krant.
In een reactie laat u weten dat er bepaalde voorwaarden gekoppeld worden aan de overdracht van de grondpercelen aan projectontwikkelaar Ghelamco, met name op het vlak van mobiliteit en conformiteit met het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP). Deze nieuwe wending, dat is het toch wel, in het Eurostadiondossier, die de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering in een ander daglicht stelt, noopt mij tot volgende vragen.
Sinds wanneer is uw administratie in contact met Ghelamco over de mogelijke overdracht van deze grondpercelen? Wanneer was het voor u duidelijk dat de vervreemding van deze gronden noodzakelijk is voor de realisatie van het Eurostadionproject? Erkent u dat de beslissing over de vervreemding van deze percelen tot uw bevoegdheid behoort?
Wat zijn de specifieke modaliteiten van het principeakkoord dat in januari 2015 getroffen zou zijn? Was hierin reeds sprake van voorwaarden die door Ghelamco vervuld moeten worden om de overdracht van de gronden mogelijk te maken? Op basis van welke beleidsoverwegingen werden deze voorwaarden gestipuleerd?
Hoe ziet u het verdere verloop van dit dossier en de rol van Vlaanderen erin? Wordt hierover overleg gepleegd met Brussel?
De heer Parys heeft het woord
Minister, ik moet geen uitgebreide inleiding meer geven, want de heer Sintobin is omstandig geweest.
Het is een feit, dat onze fractie geen voorstander is van die ontwikkeling daar. Hier gaat het gewoon over een specifiek onderdeel van wat ooit misschien zo verrijzen op die site.
In mijn vraag schreef ik dat we tijdens het krokusreces te horen kregen dat de ontwikkelaar voor het Eurostadionproject zijn plannen heeft uitgetekend op gronden die gedeeltelijk eigendom zijn van het Vlaamse Gewest. Het gaat over twee stukjes grond. Die grond moet eerst nog worden verworven, want dat is absoluut nog geen feit, waarop die buurtweg is gesitueerd. Die gronden zijn nodig om de toegang tot het terrein te verzekeren en zijn vandaag eigendom van het AWV. Dat is belangrijk voor het project en voor de ondergrondse parking.
Blijkbaar zou de administratie al in 2015 haar principieel akkoord gegeven hebben voor de overdracht van minstens een van beide percelen. Niettemin verleende diezelfde administratie een negatief advies op de bouwplannen, omdat het project een te grote mobiliteitsimpact heeft en de milderende maatregelen onvoldoende zijn uitgewerkt.
Mijn vragen zijn simpel, minister. Kunt u meer duiding geven bij de uitspraken van uw administratie en de gesprekken die hierover werden gevoerd voor, sinds en na januari 2015? De enige belangrijke vraag is: is het uw administratie of uzelf die uiteindelijk moet beslissen over de eventuele overdracht van gronden, eigendom van AWV, in functie van private projecten?
Minister Weyts heeft het woord.
Er bestaat inderdaad een schrijven vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer dat op 30 januari 2015 aan het consortium Ghelamco-BAM werd bezorgd. Het gaat om een principiële bereidheid om te spreken over een eventuele vervreemding. Het was een volstrekt hypothetische situatie op dat moment.
Er was sprake van een best and final offer (BAFO) en drie participanten. Ghelamco had de betrokken gronden geheel of gedeeltelijk nodig om dat BAFO te kunnen indienen. Het was dus een volstrekt hypothetische situatie, waarbij mijn administratie zelfs, bij mijn weten, geen kennis had van het voorstel van Ghelamco. Als u daar meer van wilt maken, laat ik dat voor uw rekening. Het was gewoon een bevestiging van de principiële bereidheid, om desgevallend te spreken over een eventuele vervreemding. Het was een hypothetische situatie, zonder kennis van het project in kwestie. De betrokken projectontwikkelaar kan geen recht putten uit dat schrijven. Dat mag duidelijk zijn.
Het klopt dat mijn akkoord nodig is voor de verkoop van een grondoverschot, waar dan ook in Vlaanderen. Ik ben nergens aan gebonden en zal over een eventuele verkoop pas beslissen nadat alle procedures doorlopen zijn. Dat lijkt me evident.
We leven nog altijd in een rechtsstaat, waar het iedere persoon of organisatie vrij staat om een project in te dienen. Elk project moet de nodige procedures doorlopen, zonder mijn inmenging. De administraties van verschillende niveaus moeten een oordeel vellen, in dit geval het project-MER of het milieueffectenrapport, de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met daaraan gebonden het dossier van de voetweg of buurtweg, waar de gemeente Grimbergen de verantwoordelijkheid moet nemen.
We zouden ons op juridisch drijfzand begeven indien we op voorhand een project zouden blokkeren of zouden interfereren nog voor de procedures zijn afgerond, en ik beslis niet over de procedure, dat doet de administratie. Ik hoop en ik ga ervan uit dat u het niet anders zou wensen, tenzij u dermate vertrouwen zou hechten aan mijn persoon dat u mij de beslissingsmacht toekent ten aanzien van alle private investeringsprojecten in Vlaanderen zodat ik als een soort keizer Nero kan beslissen of die er wel of niet komen.
Aan het einde van de procedures, als die met betrekking tot de indiener met goed gevolg zijn afgerond, beslis ik wel over de eventuele verkoop van de gronden. Ik loop daar natuurlijk niet op vooruit omdat ik anders zou interfereren in lopende procedures.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, u doet het opnieuw: u verschuilt zich opnieuw. U begint eerst over een hypothetische situatie waarin dit tot stand gekomen is, en zo gaat u verder. U verstopt zich opnieuw achter de procedures.
Ik begrijp wel dat u in een moeilijk parket zit. Ik heb er net naar verwezen: als uw partij parlementsleden afvaardigt naar een betoging tegen het Eurostadion, als iemand van uw partij hier om de maand kritische geluiden laat horen over de komst van het Eurostadion, zit u in een moeilijk parket, en ook als Brussels parlementslid Van den Driessche keer op keer fulmineert tegen het stadion. Ik begrijp dat u zich verschuilt, maar ik vind het niet moedig van u. Ik vind het niet moedig dat u als minister uw politieke verantwoordelijkheid niet neemt.
Als u hier vandaag de moed zou hebben van uw politieke overtuiging en van het idee van uw partij en vandaag zou zeggen dat u die gronden niet wilt afstaan, dan zou u helemaal niet tussenkomen in de procedure. Als u bij het Agentschap Wegen en Verkeer zou proberen om het advies te beïnvloeden, dan zou u wel interfereren in de procedure. Maar hier vandaag zeggen: ‘Neen, die gronden worden niet afgestaan voor dit project’, dat heeft niets te maken met de procedure, maar alleen met een politieke overtuiging.
U hebt trouwens niet geantwoord op mijn vraag waarom u in godsnaam in die twee jaar dat we hier bezig zijn over dit dossier, daar niet over hebt gesproken. Waarom hebt u twee jaar geleden en in de loop van die twee jaar niet gezegd dat er twee stukjes grond waren? Ik hoop dat we straks van de heer Rzoska vernemen waar die informatie vandaan komt, en ik vermoed dat u daarmee verveeld zat. Waarom verstopt u zich vandaag opnieuw achter de procedures?
Ik vind dit bijzonder jammer. U hebt alle sleutels in handen om dit project, zonder u in de procedure te mengen, stop te zetten.
U hebt evenmin geantwoord op mijn fundamentele vraag over de inhoudelijke visie van de Vlaamse Regering op de mogelijke komst van het Eurostadion. Ik zou daar graag vandaag een antwoord op krijgen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil eigenlijk beginnen met de vraag van de heer Sintobin te herhalen. Ik denk echt dat het moment gekomen is om duidelijk te zijn, minister, over uw houding en die van de Vlaamse Regering in dit dossier. Bent u voor- of tegenstander? Als het er komt, welke maatregelen gaat u dan nemen op het vlak van mobiliteit? Iedereen weet dat, de mobiliteit op de Brusselse ring is een ramp, het zit daar muurvast. Als dit project er komt, moeten daar zeer zware maatregelen worden genomen. Wat is uw visie daarop?
U verstopt zich inderdaad achter de procedures. Ik had graag wat beleidsvisie gezien van uwentwege. In de voorbije maanden hebben we u daarvoor al suggesties gedaan. Dit dossier overstijgt namelijk de draagkracht van de gemeente Grimbergen. We hebben u al opgeroepen om dit dossier gewoon naar Vlaanderen te halen. Dan kunt u in alle objectiviteit oordelen of dit stadion er kan komen of niet.
De heer Parys heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Jammer genoeg is Belga hier niet, want het Vlaams Belang en sp.a hebben zich net ontpopt tot de grootste voorstanders van het Eurostadionproject. Eerlijk gezegd, de minister moet een standpunt innemen over een project, zo vragen jullie beiden. Weet u eigenlijk wel dat wij volksvertegenwoordigers zijn die wetten, regels en procedures maken? Als wij die maken, verwachten wij van de uitvoerende macht dat hij zich daaraan houdt. De minister is absoluut gehouden aan het feit dat hij de procedure moet volgen, moet afwachten en pas als het aan hem is, kan hij effectief optreden. Als hij dat nu anders zou doen, zou hij de pap in de mond geven van de voorstanders van het project om daartegen te procederen. Ze zouden kunnen zeggen dat de Vlaamse Regering vooringenomen is omdat ze, nog voor de procedures hun beslag hebben gekregen, haar standpunt heeft ingenomen. Wij zijn legalisten, mijnheer Sintobin en mevrouw Segers.
Ik heb gehoord dat u totaal ongebonden bent betreffende die twee stukken grond. Wanneer de procedures zijn doorlopen, zult u zich uitspreken. De houding van de N-VA-fractie in het Vlaams Parlement is voldoende duidelijk. U hebt die zo-even geschetst. Onze houding in het Brussels Parlement is dezelfde. Op dat punt staan de neuzen dus in dezelfde richting.
De heer Rzoska heeft het woord.
Misschien is het wat merkwaardig, maar ook ik kreeg vragen. Hoe ben ik daarachter gekomen? Er is een negatief advies van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) over de plannen voor het Eurostadion. De initiatiefnemer moest daarom een mobiliteitsconvenant opmaken, waarin hij de knelpunten die werden gesignaleerd, aanpakt. Over die knelpunten inzake mobiliteit, op die plaats en voor dat project, zijn we het kamerbreed eens. Bij het begin van de vakantie heb ik dat mobiliteitsconvenant online teruggevonden. Ghelamco zette het zelf online. Ik begrijp de vragen van de collega’s. Ik viel zelf van mijn stoel toen ik in het antwoord van de projectontwikkelaar een aantal kaartjes terugvond over twee cruciale elementen die te maken hebben met de mobiliteit en met de ontsluiting van de site. Het gaat over een fiets- en een voetgangersbrug. Elders is nog sprake van een ander stuk grond. Uit de kaarten kon ik opmaken dat die plaatsen eigendom zijn van AWV.
Op 31 januari hebben we over het dossier uitgebreid gedebatteerd. Collega Segers heeft er ook naar verwezen. U wekte daar sterk de indruk dat u daar voorlopig niets mee te maken hebt. De procedures lopen en op andere niveaus moet men zijn verantwoordelijkheid nemen, zo was uw standpunt. Wel, dat staat in schril contrast met wat ik op die kaarten terugvond. Voorts merk ik op dat het het volste recht is van de journalist om zich daarin vast te bijten. Hij heeft zijn werk gedaan. Hij spitte naar boven dat AWV een principiële toezegging om te vervreemden heeft gedaan, en daar hebt u hier ook naar verwezen, minister. Het is erg interessant dat dit nu allemaal boven water komt, en dat u nu zegt dat u wel degelijk een instrument in handen hebt om dit project te kelderen. Wanneer u dat zult doen, maakt niet uit. U merkt op dat helemaal op het eind het dossier bij u zal belanden. Wie het dossier volgt, weet inmiddels dat u in dit dossier een verantwoordelijkheid hebt. Het zal me benieuwen te zien wanneer u uw verantwoordelijkheid zult nemen.
Het is wel merkwaardig dat u plots, na de toezegging van uw administratie, zegt dat er een aantal voorwaarden zijn. Ik vraag me af waarom u die voorwaarden al niet in januari 2015 duidelijk hebt meegegeven. Ondertussen wordt het project ontwikkeld. Men kan daar voor of tegen zijn, maar het project alle fasen laten doorlopen om het dan op het eind te kelderen op basis van wat met die twee stukken grond gebeurt, lijkt me niet de meest moedige politieke aanpak. Op 31 januari is er in de commissie stevig gediscussieerd, ook met deelname van minister Schauvliege. We hebben toen doorgevraagd, en u zei dat u er niets mee te maken hebt. Dat staat toch in schril contrast met wat nu boven water komt.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik was niet van plan om het woord te vragen, maar nu toch even dit. Mijnheer Parys, misschien kunt u aan uw collega, de heer Ronse, dezelfde boodschap overmaken. Hij stelt immers met de regelmaat van een klok vragen over dit dossier aan minister Schauvliege. Zij antwoordt dan netjes en tot vervelens toe dat ze de procedures volgt, wat we natuurlijk begrijpen. Ik ben blij dat nu ook de N-VA dat een heel goed argument vindt.
Ik begrijp niet goed waarom het niet moedig zou zijn om procedures te respecteren. Het is maar correct dan men niet interfereert. Spreek me gerust tegen, maar als verantwoordelijk minister kan ik niet anders. Parlementsleden mogen vanzelfsprekend hun mening hebben over ingediende projecten, maar als minister moet ik de procedures zoals die zijn uitgetekend door het Vlaams Parlement, respecteren. Dat neemt niet weg dat aan het eind van de rit, wanneer alle procedures zijn afgewerkt, het dossier, inclusief die eventuele verkoop van gronden, op mijn bureau komt te liggen. Als ik in dezen nu een beslissing zou nemen, dan zou ik interfereren. Dat lijkt me nogal evident. Uiteindelijk is het zo dat, wat die procedure betreft, de gemeente Grimbergen beslist. Grimbergen drijft de zaak niet op de spits. Dat is de keuze van de gemeente, mevrouw Segers. De gemeente heeft ook beslist om het project met de buurtweg toch te laten doorgaan. We zullen zien welke beslissing er wordt genomen aangaande de vergunningsaanvraag. Als ik me niet vergis, gebeurt dat voor het eind van de maand. Dan zal duidelijk worden wat het resultaat van de afgewerkte procedures is. Het dossier zal dan op mijn bureau terechtkomen.
Mijnheer Rzoska, u vraagt waarom de minister plots voorwaarden heeft verwoord, nadat de zaak met de twee stukjes grond in de openbaarheid kwam. Dat is natuurlijk om zijn gezicht te redden en zijn partij uit de wind te zetten. Mijnheer Parys, al maanden, twee jaar lang, worden over dit dossier vragen gesteld. Waarom heeft de minister dat hier dan niet vermeld? Het komt neer op het onthouden van informatie aan parlementsleden. Dat is bijzonder erg. Waarom moet de heer Rzoska die informatie na heel wat speurwerk zelf opdiepen, via de website van de bouwheer? Waarom gaf u die informatie niet zelf, minister? Nu dat aan de oppervlakte komt, verbindt u er voorwaarden aan. Waarom zou u geen standpunt innemen? Er zijn andere dossiers, misschien zelfs nog belangrijkere dossiers, waarin de Vlaamse Regering wél een standpunt inneemt, zonder zich te verschuilen achter de procedures, of zich daarin te mengen. Akkoord, u moet de procedures respecteren, maar een politiek standpunt innemen over een dossier zoals het Eurostadion, is mijns inziens geen inmenging in de lopende procedure.
Ik begrijp het: u zit in een moeilijk parket, ten gevolge van het standpunt van uw partij. Ik heb hier vandaag geen enkele partij horen zeggen dat zij een voorstander is van het Eurostadion. Is het dan echt zo moeilijk om als Vlaamse Regering te zeggen dat het Eurostadion er niet mag komen? Brusselse politici zoals de heer Vanhengel en ook een aantal Franstalige politici doen niets anders dan inhoudelijke uitspraken over dit dossier te doen. Mengen ze zich in de procedure? Neen toch. (Opmerkingen)
Ik weet ook wel dat ze niet bevoegd zijn. Maar u stopt zich weg achter de procedure. U weigert om zelfs vandaag nog een standpunt in te nemen. Uw partij gaat betogen. U laat de heer Van den Driessche keer op keer een nummertje opvoeren, maar zelf stopt u zich weg achter de procedure. En dat is bijzonder spijtig.
Dank voor de antwoorden. Mijnheer Parys, u moet me geen woorden in de mond leggen. Minister, eigenlijk herhaalt u wat u vorige keer al zei: de procedure loopt, en u kijkt lijdzaam toe. Dat is ontstellend. Ik verwacht van een minister dat hij een visie heeft en een beleid uitdraagt.
Ik heb het u daarnet opnieuw gevraagd: wat is uw visie in dit dossier? Hoe denkt u dit te kunnen realiseren én de mobiliteitsproblemen die het met zich zal meebrengen, op te lossen? Het is ontstellend, zeker nu blijkt dat u wel betrokken bent, dat Vlaanderen wel betrokken is. De gronden zijn van u.
Ik herhaal mijn eerdere oproep: het is voor Vlaanderen volstrekt mogelijk om dit project via de bijzondere procedure van de codex naar Vlaanderen te krijgen. Neem dus uw verantwoordelijkheid op. Dit overstijgt een gemeente. Trek het naar Vlaanderen. Trek het naar u toe en zorg dat het opgelost raakt. Het is zo klaar als een klontje dat de Vlaamse Regering geen toeschouwer is die aan de zijlijn staat. U kunt niet langer gewoon blijven toekijken, zeker nu ook met de procedures. We weten allemaal wat dat aan kosten meebrengt voor de Vlaamse Gemeenschap. De tijd is gekomen voor beleid.
U hebt ook een aantal van mijn vragen niet beantwoord. Ik wil graag opnieuw uw houding, uw visie daarover horen.
De heer Parys heeft het woord.
Om de cirkel rond te maken, moet ik toch nog eens op de inconsistentie van de vraag duiden. Mijnheer Sintobin, u zegt aan de ene kant dat de Vlaamse Regering bevoegd is. U wilt dat de minister zich aan de procedures houdt, maar u wilt ook dat hij zich nu al uitspreekt. Op zich is dat intern inconsistent. Als u het standpunt wilt kennen van onze fractie in het Vlaams Parlement of van onze fractie in Brussel, dan denk ik dat u daar goed van op de hoogte bent en dat er niemand bij ons is die fan is van dit project.
U refereert dan aan de Brusselse regering, die zich wel constant uitspreekt over projecten. Ten eerste: ik vind dat sowieso al een vreemd stichtend voorbeeld om te nemen. En twee: het gaat dan over projecten waarvoor zij niet bevoegd zijn. Ik denk dat dat een groot verschil is.
Onze houding in dit dossier is duidelijk. Wij steunen de minister wanneer hij de legalistische houding aanneemt en zegt dat hij zich zal uitspreken op het ogenblik dat dat van hem wordt verwacht in de procedures. Als u wilt weten wat de N-VA als partij en als fractie daarover denkt, bestaat daar geen enkele twijfel over.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.