Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, het is niet de eerste keer dat we het hebben over de digitalisering van onze samenleving en de impact van het internet – in een paar muisklikken krijgen we medische informatie – op mensen en hun omgeving. Dit brengt risico’s met zich mee, daar hebben we al een paar keer over van gedachten gewisseld.
Mensen gaan steeds meer zelf op zoek naar medische informatie via internet. Op zich: hoe meer mensen geïnformeerd zijn, hoe beter, maar deze schijn bedriegt. Wanneer mensen op het net op zoek gaan – u moet zelf maar eens de test doen – naar informatie over bepaalde kwalen of ook over vraagstukken, dan komen ze uit op de meest uiteenlopende theorieën. Het vraagt vaak enige vakkennis om daar het onderscheid te maken tussen wetenschappelijk verantwoorde en onverantwoorde sites en soms zijn het ronduit gevaarlijke sites. Bovendien is het internet niet de plaats waar chronologie heerst, heel vaak vindt men er verouderde theorieën naast zeer recente inzichten. Te veel informatie is voor veel mensen desoriënterend en zou risico’s met zich mee kunnen brengen.
Ik verwijs naar het debat dat we onlangs gevoerd hebben over het feit dat mensen afkerig staan ten opzichte van vaccinatie. Heel vaak zijn de theorieën daarover bijeengesprokkeld op het internet. Ik geef het mee als illustratie van de ernst van de kwestie.
Daarom startte het ziekenfonds De Voorzorg in Antwerpen recent met een project om deze trend tegen te gaan. Ze proberen mensen niet af te raden om online op zoek te gaan naar gezondheidsinformatie en spelen daar integendeel op in door effectief de juiste informatie te geven. Vragen kunnen via de website van het ziekenfonds gratis worden ingestuurd door leden en niet-leden, het is een open toepassing.
“We hebben een platform ontwikkeld om de vragen makkelijk in te laten sturen. De onderwerpen kunnen grofweg gaan over body, mind en soul – een modieuze omschrijving. De vragen worden binnen de vijf werkdagen beantwoord. Elke meerderjarige kan gratis advies vragen, ongeacht of die nu lid is van De Voorzorg of niet. Op die manier willen we een tegengewicht bieden aan ‘dokter Google’. – die ik net beschreven heb – Op het internet staat bijzonder veel gezondheidsinformatie. Maar die is volgens sommige onderzoeken in twee op de drie gevallen niet helemaal betrouwbaar of correct. Hoe meer je opzoekt, hoe tegenstrijdiger de informatie vaak blijkt te zijn. Veel mensen zien door de bomen het bos niet meer. Daarom is het veel beter als mensen hun vragen rechtstreeks aan een gezondheidsspecialist kunnen stellen, zodat ze zeker kunnen zijn dat de informatie correct is”, legt diensthoofd Preventie Kelly Van Tendeloo uit.
Het team dat antwoordt op de vragen, bestaat uit verschillende specialisten: onder meer een psycholoog, diëtist, huiddeskundige, seksuoloog en tabacoloog. Het is de bedoeling om met de antwoorden de vraagsteller op de juiste weg te helpen. Belangrijk is dat er geen persoonlijke diagnoses via de computer worden gesteld. Dat is niet de bedoeling, daarvoor moet men nog steeds een arts consulteren. Het platform is al enkele dagen actief en er liepen reeds tientallen vragen binnen. Die bleken in de eerste plaats over diëten en psychologische kwesties te gaan.
We hebben eens rondgekeken: er zijn in Vlaanderen verschillende websites die gezondheidsinformatie bieden, maar een platform met de service en de organisatie zoals De Voorzorg aanbiedt, blijkt uniek te zijn; dat ontbrak nog. Wanneer het over veel voorkomende ziektes gaat, zijn er zelfs thematische websites, maar niet op dezelfde manier, in de breedte. De eerste positieve reacties doen ons vermoeden dat er wel degelijk vraag is naar dat soort geijkte en valideerde informatie op het internet zonder in de plek te treden van de medici.
Minister, hoe staat u tegenover het initiatief?
Bent u van mening dat er in Vlaanderen nood is aan een dergelijk initiatief? Ik kijk dan ook niet naar de scope en de beschikbare expertise binnen de aanbieder. Moeten we dat niet op een of andere manier proberen te verruimen?
Zult u in de toekomst initiatieven nemen om een dergelijk systeem uit te werken? Zo ja, wanneer? Zo neen, hoe motiveert u die beslissing?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Initiatieven die betrouwbare gezondheidsinformatie geven, zijn belangrijk en moedig ik aan. De mutualiteiten bereiken veel mensen, dus zij zijn hierbij zeker een prioritaire partner. Positief bij dit initiatief is ook de mogelijkheid dat mensen vragen kunnen stellen. Zoals opgenomen in de beleidsteksten van de gezondheidsconferentie en eerstelijnsconferentie is het beschikbaar stellen van betrouwbare en begrijpbare informatie belangrijk in het kader van het verwerven van gezondheidsvaardigheden en de zelfversterking.
Verschillende actoren hebben hierin een rol te spelen: de overheid, kennis- en onderwijsinstellingen, zorgaanbieders en -verzekeraars , patiëntenverenigingen, enzovoort. De digitalisering kan hierin een grote rol spelen. Zo kan bijvoorbeeld door het invoeren van betrouwbare gegevens in het elektronisch patiëntendossier, de persoon met een zorgnood beschikken over wetenschappelijk onderbouwde informatie, of kan de persoon met een zorgnood geïnformeerd worden over patiëntenverenigingen, activiteiten, enzovoort,… in de buurt.
Het verwerven van basiskennis en het aanleren van de vaardigheid om een bepaald gedrag te stellen, kunnen we zeer ruim definiëren en omvat bijvoorbeeld: het kunnen lezen van een bijsluiter, weten waar je betrouwbare informatie vindt en hoe je deze controleert, weten bij welke zorgaanbieder je terechtkunt voor welke zorgvraag, enzovoort. De wetenschappelijke reflectiekamer van de eerstelijnsconferentie haalt in zijn synthesenota aan dat mensen met een betere ‘health literacy’ sneller op de juiste plek in de zorg terechtkomen wanneer de juiste hulpvraag wordt gesteld. Investeren in gezondheidsvaardigheden is een maatschappelijke opdracht en is een proces dat het beste zo vroeg mogelijk begint. Dit vormt dus een uiterst belangrijke uitdaging voor alle zorgactoren maar ook voor het onderwijs. Goede gezondheidsvaardigheden geven de persoon met een zorgnood de mogelijkheid om zelf zijn eigen zorg beter te coördineren en een volwaardige partner in de zorg te worden. Overbrengen van kennis en informatie over aandoeningen en het ziekteverloop, inzicht geven in het sociaal en persoonlijk functioneren, inzicht geven in ondersteuningsmogelijkheden, enzovoort, helpen de persoon met een zorgnood om zelf beslissingen te nemen in zijn zorgproces en is dus een taak van elke zorgaanbieder. Maar ook patiëntenverenigingen kunnen hierbij helpen: via informatiesessies, lotgenotencontact, sensibilisatiecampagnes enzovoort.
Het klopt dus dat er vandaag meerdere organisaties zijn die, elk vanuit hun eigen opdracht en expertise, betrouwbare en begrijpbare informatie beschikbaar stellen. Mutualiteiten hebben onder meer een opdracht om te werken aan gezondheidsbevordering. Dit is ook als kernopdracht opgenomen in het federaal pact voor de verzekeringsinstellingen waarbij de moderniseringsas 1 staat voor kwaliteitsvolle informatieverlening aan, hulpverlening en gezondheidscoaching van de leden. Ook het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (Cebam), waar we contact mee hebben rond de website Gezondheid en Wetenschap, krijgt middelen van de Vlaamse overheid om betrouwbare evidencebased gezondheidsvoorlichting te geven.
Het is belangrijk dat mensen betrouwbare en kwaliteitsvolle informatie krijgen en herkennen, maar ook dat ze door de bomen het bos blijven zien. Dus ja, ik sta achter kwaliteitsvolle initiatieven, maar ik pleit ook voor samenwerking en afstemming. Dat is duidelijker voor degene die informatie zoekt en zorgt voor efficiëntiewinst.
Mensen worden mondiger en gaan steeds meer online op zoek naar informatie. Het bevorderen van de ‘health literacy’ van jongs af is belangrijk. Mensen moeten beschikken over laagdrempelige informatie en instrumenten om zelf gezonde keuzes te maken. ‘Health literacy’ is ook belangrijk om mensen of hun mantelzorgers toe te laten de regie over hun zorg in eigen handen te nemen. Initiatieven die daartoe bijdragen zijn nodig en belangrijk. Zoals ik zonet aangaf, is het belangrijk dat dergelijke initiatieven kwaliteitsvol, herkenbaar en toegankelijk zijn. Of dit concrete initiatief hieraan voldoende beantwoordt, kan ik natuurlijk niet helemaal inschatten. Het zou daarom goed zijn om dergelijke projecten te evalueren.
Er bestaan nog geen concrete plannen op Vlaams niveau, maar zoals ik al aangaf, gebeurt er al heel wat en we nemen we dit het beste mee in de natrajecten die naar aanleiding van de twee recentste conferenties werden opgestart.
Minister, ik ben tevreden met uw laatste zin. U bevestigt dat dit een nuttige manier is om mensen te informeren. Mijn vraag is geïnspireerd door de behoefte aan samenwerking en afstemming. Ik zie daar ook een rol voor de overheid. Het zijn de middenveldactoren die het moeten doen. U kunt het ook faciliteren, u kunt proberen er overleg over te hebben, zeker als het gaat over minder evidente aandoeningen. Daar is het risico op kwakzalverij het grootst. Heel veel aandoeningen en problemen worden heel vaak behandeld, maar het is pas als mensen met een behoefte aan minder toegankelijke informatie worden geconfronteerd, dat ze in wanhoop hun oor te luisteren leggen bij zeer twijfelachtige inspiratiebronnen. Laat ons daar het veld exploreren en kijken waar de hiaten zitten. Minister, ik heb begrepen dat u dit wilt meenemen in het natraject. We zullen kijken wat daar concreet van aan is.
Minister, u hebt dit thema al met twee handen aangepakt. Op het onlinehulpcongres speelde u in op die groeiende populariteit van waardevolle hulpverlening via onlineplatforms. U hebt daar ook tal van beleidsfuncties toegelicht, die heel faciliterend of synergisch kunnen werken. Mijn fractie juicht dat toe.
We hebben inderdaad dezelfde reserves als u beiden. We moeten voorzichtig zijn. Voor alle vrije beroepen is dat zo. Als je vijf advocaten of artsen raadpleegt, krijg je vijf verschillende adviezen. Het is een evidencebased check. Van tijd tot tijd is dat belangrijk voor een stand van zaken. Om de tien of vijftien jaar zijn er paradigmashifts. Wat ik dertig jaar geleden op de banken heb geleerd, is ondertussen achterhaald en al enkele keren grondig gewijzigd.
Minister, wij juichen dit toe en feliciteren u met uw aanpak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.