Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Het zeewierplatform is een initiatief van de Fabrieken van de Toekomst (FvT), een samenwerkingsverband van relevante actoren dat zowel de krachten van overheid, het bedrijfsleven als onderzoek en opleiding bundelt.
Het initiatief wil op korte termijn zeewierproducten in Vlaanderen realiseren. Daartoe verenigt het platform alle actoren over de volledige waardeketen van zeewier, zodat op een efficiënte en gecoördineerde manier knelpunten met betrekking tot de kweek, verwerking en vermarkting van zeewier kunnen worden aangepakt, cross-sectorale en publiek-private samenwerkingsakkoorden worden gefaciliteerd en informatie met betrekking tot het potentieel van lokaal zeewier doorstroomt naar het industrieel en het kmo-weefsel. Ze werken aan een databank om alle stakeholders in Vlaanderen in kaart te brengen. Met dit netwerk wensen ze de zeewiereconomie op gang te brengen.
Minister, participeert Vlaanderen in het zeewierplatform? Zo ja, gaat het dan om een financiële of structurele participatie en wat houdt deze bijdrage concreet in?
Het eerdere AquaValue-project toonde aan dat de kweek van zeewier nabij de Vlaamse kust of in offshore windmolenparken een nieuwe economische activiteit met internationale allure kan worden. Ook het project AT~SEA toont aan dat intensieve zeewierkweek vandaag technisch mogelijk is, zelfs in relatief ruwe omstandigheden. Bij non-activiteit dreigt Vlaanderen dit opgebouwde momentum en zijn internationale technologische voorsprong te verliezen. Kan men, indien er voldoende interesse is, nu effectief de stap zetten naar lokale kweek van zeewier? En kan men hiervoor een beroep doen op het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquacultuursector (FIVA)?
Zijn er nog knelpunten die de kweek, de verwerking of de vermarkting van Vlaams zeewier in de weg staan? Wat zijn die knelpunten? En heeft het beleid een taak in het wegwerken van bepaalde knelpunten? Zo ja, welke taak is dat dan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen, het zeewierplatform wordt getrokken door de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) van West-Vlaanderen, met medewerking van Flanders’ Food, Flanders’ Maritime Cluster en een aantal innovatieve Vlaamse bedrijven. Het heeft tot doel de zeewiereconomie in Vlaanderen op gang te brengen.
Het zeewierplatform zelf ontvangt geen structurele financiering. Er is wel een projectfinanciering. Er worden bijvoorbeeld momenteel een aantal acties uitgevoerd met het project SeaConomy, dat steun ontvangt in het kader van het Milieu- en Energietechnologie Innovatie Platform (MIP). Het MIP ontstond in 2005 als een samenwerking tussen de Vlaamse beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie, en Leefmilieu, Natuur en Energie. Het wordt nu beheerd door i-Cleantech. Het SeaConomy-project consulteert allerhande externe actoren om na te gaan of er voldoende draagvlak bestaat voor zeewierkweek.
Het belang om de Vlaamse kansen in de zeewierkweek te onderzoeken, wordt ook onderschreven in het Vlaamse aquacultuurplatform en er is ook overleg en informatie-uitwisseling met het zeewierplatform.
Zowel productieve investeringen als innovatieve onderzoeksprojecten zijn ontvankelijk voor steun vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en het FIVA. Dus ook zeewierkweek.
Zeewierteelt heeft een groot potentieel in het Belgische deel van de Noordzee. De kweekomstandigheden zijn goed omdat het water nutriëntenrijk is.
De vraag vandaag is of de installaties voor de teelt van zeewieren ook de omstandigheden in het Belgische deel van de Noordzee kunnen doorstaan. Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) heeft een projectvoorstel ingediend bij het EFMZV, met als partners Sioen Industries, Colruyt Group, Brevisco en Lobster Fish, dat de mogelijkheid voor geïntegreerde aquacultuur met extractieve soorten in het Belgische deel van de Noordzee zal onderzoeken. Zeewieren zijn hierin opgenomen.
Er bestaan ongetwijfeld nog knelpunten voor de kweek, de verwerking en de vermarkting. Die zullen ook worden onderzocht in het project SeaConomy. Dat project beoogt niet-technologische barrières weg te werken.
In het huidige Marien Ruimtelijk Plan (MRP) is maricultuur toegestaan in twee gebieden binnen de windmolenparken. Bij de bevraging van de belanghebbenden zal voor het volgende MRP geëvalueerd worden of deze zone voldoet aan de noden van het potentieel tot zeewierkweek. Het is echter de bevoegdheid van mijn federale collega staatssecretaris voor de Noordzee Philippe De Backer om dit uit te werken, maar mijn diensten zullen dit uiteraard verder opvolgen.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord.
Onze buurlanden zijn inderdaad al begonnen met de zeewierkweek. We mogen zeker niet achterblijven als wij met deze innovatieve, duurzame teelt willen meedoen in de economische wereld.
U zegt dat wordt nagekeken of de kweek mogelijk is in het Belgische gedeelte van de Noordzee. Daar heersen inderdaad ruwere omstandigheden. In Nederland is er onder meer een zeeboerderij opgestart in Scheveningen. Die omgeving is beter beschermd dan ons deel van de Noordzee. Ik hoop dat dit positief kan evolueren en dat er ook in onze regionen een zeewierboerderij kan ontstaan.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord.
Wij hebben al dikwijls deze uitdagingen of opportuniteiten aangekaart in de commissie, ook door middel van schriftelijke vragen. De vraag van mevrouw Vermeulen is terecht. Minister, u zei dat u met uw federale collega, staatssecretaris Philippe De Backer, zeker een partner hebt om onze regio op de kaart te zetten.
Ik heb nog enkele specifieke vragen. Misschien kunt u ze niet meteen beantwoorden, maar in dat geval kunnen we misschien de antwoorden via het secretariaat ontvangen. In het Europese project AT~SEA werden speciale doeken ontwikkeld voor de aangroei van zeewier. Die werden in 2015 nog niet getest in de Noordzee. Is dat al gebeurd? Wat zijn de resultaten van dat Europese project?
In Nederland liepen er ook diverse initiatieven. Is er al meer duidelijkheid over de opvolging en resultaten van die projecten? Kunt u een stand van zaken geven?
De antwoorden op de bijkomende technische vragen zal ik bezorgen via het secretariaat zodra ze beschikbaar zijn.
Als afsluitende opmerking wil ik, net zoals u, onderstrepen dat de kennisuitwisseling in dergelijke projecten zeer belangrijk is, zowel voor het aquacultuurplatform als voor de mosterd, die men ook in Nederland kan vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.