Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, er bestaan binnen de VRT voor medewerkers van de nieuwsdienst regels over het verzorgen van bijvoorbeeld activiteiten van derden en het verlenen van diensten aan derden. Zo had ik gisteren nog een debatje waar Johny Vansevenant moderator bij was. Ik heb het over debatten leiden, interviews afnemen op studiedagen en adviezen verlenen aan andere organisaties waaronder mogelijke concurrenten van de VRT. Ik probeer mijn vraag algemeen te houden, het gaat niet over één dossier ‘as such’.
De VRT werkt in een concurrentiële omgeving, zodat er toch voorzichtig moet worden omgesprongen met dergelijke externe opdrachten. Ik meen mij te herinneren dat er voor externe opdrachten een regeling was waarbij aan de hoofdredacteur toestemming moest worden gevraagd vooraleer men aan een dergelijke opdracht begon. Ik vind hierover in de commissieverslagen en dergelijke ter zake niets terug, maar het is in ieder geval al aan bod geweest.
Minister, ik vraag me af of medewerkers van de VRT ook opdrachten kunnen uitvoeren voor concurrenten van de VRT, zoals voor MEDIALAAN, SBS, Telenet en Proximus, en voor verwante bedrijven zoals productiehuizen, dus aan de sector gerelateerde bedrijven. Ik wil die vraag graag beantwoord zien voor zowel medewerkers die effectief werken op de VRT, als voor medewerkers die verlof nemen, zoals politiek verlof.
Daarom deze vragen: zijn er beperkende regels voor medewerkers van de VRT, inzonderheid van de nieuwsdienst, voor het verlenen van diensten aan of het uitvoeren van opdrachten voor concurrenten van de VRT, zoals MEDIALAAN, SBS, Telenet, Proximus, of voor productiehuizen? Zijn er de voorbije vijf jaar dergelijke diensten verleend? Zo er een dergelijke vraag komt van die bedrijven, hoe wordt daar intern over geoordeeld? Gelden de regels, zoals in de eerste vraag bedoeld, ook voor medewerkers die verlof nemen, voor elk type van verlof, ook voor politiek verlof? Vindt u dergelijke praktijken deontologisch aanvaardbaar?
Minister Gatz heeft het woord.
De VRT hanteert beperkende regels voor het uitvoeren van opdrachten voor andere bedrijven. Deze regels zijn opgenomen in de integriteitscode. Daarnaast bevat ook het redactiestatuut specifieke regels met betrekking tot medewerkers van de nieuwsdienst.
Algemeen gesproken is het verboden voor VRT-medewerkers om opdrachten uit te voeren bij andere bedrijven tenzij hiervoor de voorafgaande toelating werd verkregen van de VRT. De VRT weigert deze cumulatietoelating als de externe opdracht schadelijk kan zijn voor het vertrouwen in de onpartijdigheid, de professionele werking en het imago van de VRT, bijvoorbeeld: een activiteit die de VRT als concurrentieel beschouwt; een journalistieke functie combineren met een politiek mandaat; een journalistieke functie combineren met eenzelfde functie bij de audiovisuele, geschreven en onlinepers. Uitzonderingen zijn vermeld in het deontologisch zakboek. Andere voorbeelden zijn: meewerken aan gastprogramma’s of uitzendingen door derden voor zover de betrokkene herkenbaar is in de uitzending en bij het publiek bekend is als VRT-medewerker; een externe opdracht die de goede werking of de behoorlijke uitoefening van de VRT-opdracht in de weg staat of die extra kosten genereert voor de VRT, bijvoorbeeld het inzetten van vervanging via uitzendarbeid.
Een externe cumulopdracht uitvoeren zonder een cumulatietoelating is een inbreuk op de integriteitscode en kan tot sancties leiden. Dat gaat van verwittiging tot ontslag. Deze regels gelden ook voor de medewerkers van de nieuwsdienst, al bevat het redactiestatuut en de deontologische code een aantal specifieke passages over deze problematiek. Ik verwijs in het bijzonder naar punten 44, 45, 107, 110 en 115 van de code. Die ga ik u niet voorlezen, wat dat is nogal extensief.
Elke aanvraag wordt op individuele basis geëvalueerd. Opdrachten bij andere Vlaamse mediabedrijven, zoals omroepen, distributeurs, productiehuizen en facilitaire bedrijven, worden niet toegelaten indien ze schadelijk zijn voor de VRT, bijvoorbeeld een opdracht die concurrentieel is ten aanzien van de VRT of die een belangenconflict met zich meebrengt.
De cumulregels zijn deontologische regels die van toepassing blijven ook als de arbeidsovereenkomst met een medewerker geschorst is, bijvoorbeeld vanwege loopbaanonderbreking, ziekte of politiek verlof – zij het dat medewerkers met politiek verlof uiteraard voor de activiteiten die inherent verbonden zijn aan hun politiek mandaat, geen bijkomende cumultoelating moeten aanvragen.
De voorbije vijf jaar zijn er dergelijke diensten verleend. Zoals zonet aangegeven, wordt elke cumulaanvraag individueel beoordeeld. Telkens wordt het al dan niet schadelijk karakter geëvalueerd in de betrokken individuele context. De voorbije jaren hebben verschillende medewerkers van de VRT diensten verleend of opdrachten uitgevoerd voor andere Vlaamse mediabedrijven. Dat gebeurde in verschillende rollen, bijvoorbeeld als rol van panellid bij programma’s van andere televisieomroepen, zoals in De Slimste Mens, of als de rol van commentator door VRT-sportjournalisten bij andere televisiezenders, zoals commentator bij voetbalwedstrijden die uitgezonden worden bij Telenet. Dat kon dus omdat de VRT daarvoor toestemming gaf, na afweging.
Hoe wordt daar intern over geoordeeld? De vraag moet worden voorgelegd bij de betrokken leidinggevende en met hem of haar besproken worden. De leidinggevende weegt daarbij af of de cumulopdracht kan worden gerealiseerd zonder dat de belangen van de VRT worden geschaad, en de werkzaamheden van de medewerker bij de openbare omroep niet in het gedrang komen. Bij twijfel kan de integriteitscoördinator worden aangesproken door zowel de leidinggevende als door de medewerker. De integriteitscoördinator formuleert daarop een advies waarvan de leidinggevende gebruik kan maken bij zijn of haar afweging.
Vind ik de praktijken deontologisch aanvaardbaar? Deze problematiek valt onder de dagelijkse werking van de VRT en is bijgevolg een verantwoordelijkheid van de gedelegeerd bestuurder. Zoals u weet, hoort het niet toe aan de minister bevoegd voor mediabeleid om zich hierover uit te spreken.
Ziedaar het algemeen kader. Ik kan me voorstellen dat er eventueel nog een schriftelijke vraag volgt over wie en welke gevallen het dan gaat. Dat zou ik een volledig normaal gevolg vinden, maar u hebt me naar het algemeen kader gevraagd, en dat geef ik u.
De heer Caron heeft het woord.
Vaak starten we eerst schriftelijk met dingen, en dan politiek. Maar ik wou eerst nog eens het algemene kader hebben. Ik wil ook niet meteen in een te negatieve sfeer terechtkomen.
Het ging nogal snel, en ik heb geprobeerd goed te volgen, maar ik heb toch nog een vraag over het geval dat iemand zijn loopbaan onderbreekt. U hebt even verwezen naar politiek verlof. Dat is natuurlijk de aanleiding voor mijn vraag. Ik zal niet rond de pot draaien. Maar ik wil de vraag ook niet individualiseren, omdat het praktijken zijn die meer voorkomen. Als men in politiek verlof is, dus als men een politiek mandaat opneemt, en men gaat dan iets doen voor de concurrentie, wat dat ook is, wordt in dat geval dan ook die vraag om toelating opgeschort? Dat was mij niet helemaal duidelijk. Kunt u daar nog even op antwoorden?
Los daarvan vind ik het oké dat de VRT die methode hanteert, met name met een integriteitscoördinator, met een goede code enzovoort. Het is ook een gevolg geweest van incidenten uit het verleden. Ik ben blij dat het zo gebeurt en ik hoop dat het ook zo verdergaat. Maar ik kan natuurlijk geen vraag stellen over de deontologie van politici – als die medewerkers met politiek verlof zijn, bedoel ik. Dat wordt heel erg lastig.
Ik onderschrijf dus de methode. Wilt u mij nog even het antwoord op de eerste vraag herhalen? Dan zien we verder wel.
Minister Gatz heeft het woord.
De zinsnede in mijn antwoord is dat “medewerkers met politiek verlof uiteraard voor de activiteiten die inherent verbonden zijn aan hun politiek mandaat, geen bijkomende cumultoelating dienen aan te vragen”. We begrijpen allemaal dat de uitoefening van een parlementair of ministerieel mandaat in die zin volledig buiten de cumultoelating ligt. Dat is duidelijk. (Opmerkingen van Bart Caron)
De politieke activiteiten, inderdaad. De vraag die ik nu uiteraard ook zal voorleggen aan de openbare omroep, is wat ‘inherent verbonden zijn’ dan betekent. De VRT zal daar verder over moeten oordelen: hoe ver gaat ‘inherent’?
Dat is de vraag, of activiteiten bij bijvoorbeeld Proximus of Telenet … Er is misschien een verschil. Het is een moeilijke interpretatie. Proximus is een bedrijf waar de Belgische staat nog de meerderheid heeft en waar dus de Belgische regering ook bestuurders voor aanduidt in het bedrijf zelf. Dat lijkt mij nogal inherent verbonden aan dat politieke mandaat, want het is ook een politieke functie. Of misschien niet? Ik weet het niet. Bij Telenet lijkt mij dat al iets delicater: een Amerikaans bedrijf met een Vlaamse zetel, dat distributieactiviteiten doet, maar dat ook zenders koopt. Dat lijkt mij al iets moeilijker.
Als u de informatie opvraagt over de betekenis van die welbewuste zin, kan dat een en ander helpen uitklaren. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.