Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Sinds september vorig jaar heb ik al heel wat vragen gesteld betreffende de vergoeding van de voorlopige bewindvoerder. In het burgerlijk wetboek staat in artikel 84 bis betreffende de voorlopige bewindvoerder en de verloning hiervoor: “De wettelijke Vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een gemotiveerde beslissing, na overlegging door de voorlopige bewindvoerder van het verslag bedoeld in artikel 488 bis, C, § 3, een bezoldiging toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 3% van de inkomsten van de beschermde persoon.”
Mijn schriftelijke vraag hierbij was vooral of het basisondersteuningsbudget (BOB) en het persoonsvolgend budget beschouwd worden als een bezoldiging, waardoor de bewindvoerder 3 procent mag inhouden. Of wordt het beschouwd als een budget om zorg in te kopen? U antwoordde dat een vrederechter hierover beslist, en stelde dat het budget dat ter beschikking gesteld wordt om zorg in te kopen, zowel het cashbudget van de persoonsvolgende financiering als het basisondersteuningsbudget, dan ook beschouwd kunnen worden als inkomsten. Een voucher zal niet in aanmerking komen als bezoldiging voor de bewindvoerder omdat die het budget niet moet beheren.
In het antwoord op mijn vraag van 21 september 2016 zei u dat federaal minister van Justitie Geens een initiatief plande om duidelijkheid te verschaffen bij koninklijk besluit. U stelde de bevoegde minister te hebben gevraagd om hierover in overleg te gaan. Voorlopig is het dus zo dat in sommige gerechtelijke arrondissementen het persoonlijke-assistentiebudget niet als inkomen in aanmerking genomen wordt omdat de vrederechters de bezoldiging daarop niet willen toepassen en zij van oordeel zijn dat controle op het persoonlijk-assistentiebudget door de Vlaamse overheid uitgevoerd wordt. In andere gerechtelijke arrondissementen wordt het persoonlijk assistentiebudget wel als inkomen voor het bepalen van de bezoldiging in aanmerking genomen.
In uw antwoord op mijn vraag van 5 januari 2017 stelde u dat minister Geens in het voorgelegde ontwerp aan de Federale Regering de uitkeringen en tegemoetkomingen voor het betalen van zorg en bijstand in het kader van de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en andere zorgbehoevenden zal uitsluiten als inkomsten die als basis dienen voor de begroting van de bezoldiging als bewindvoerder. Verder stelde u dat de administratie hierover vorming geeft aan vrederechters en bewindvoerders, en dat ook de voorzieningen en de bijstandsorganisaties de bewindvoerders kunnen bijstaan bij vragen over de transitie naar de persoonsvolgende financiering.
Minister, hebt u kennis genomen van het ontwerpvoorstel van minister Geens? Zal het ontwerp zowel het BOB, als cash en voucher uitsluiten als inkomsten voor de begroting van de bezoldiging als bewindvoerder?
Wat is de impact op uitspraken van vrederechters die in het verleden beslissingen hebben genomen waarbij de bewindvoerder wel 3 procent van de inkomsten kreeg toegekend?
Wat werd er tot nu toe concreet gedaan om de bewindvoerders en vrederechters informatie te verstrekken? Hoe werden zij betrokken bij het proces?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, zoals ik al eerder hier in de commissie heb aangegeven, heb ik minister Geens over deze problematiek aangeschreven. Hij antwoordde mij nog niet zo lang geleden dat er een koninklijk besluit in opmaak is in uitvoering van artikel 497/5 van het Burgerlijk Wetboek, en ik citeer: “In navolging van uw schrijven zal in dit Koninklijk Besluit uitdrukkelijk worden aangegeven dat uitkeringen en tegemoetkomingen voor het betalen van zorg en bijstand in het kader van de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en andere zorgbehoevenden uitgesloten worden als inkomsten die als basis dienen voor de begroting van de bezoldiging van de bewindvoerder.” Dit geldt voor de persoonsvolgende financiering, dus zowel voor het basisondersteuningsbudget als voor de betalingsvarianten cash en voucher van het persoonsvolgend budget.
Vrederechters hebben een particuliere appreciatiebevoegdheid die zij rechtstreeks putten uit de wet. Gezien de onduidelijkheid in de regelgeving omtrent het in rekening brengen van het persoonsvolgend budget voor de betoelaging van bewindvoerders, stond het de vrederechters vrij hieromtrent hun appreciatiebevoegdheid uit te voeren. Vrederechters zullen geïnformeerd worden over het hoger vernoemd principe en zullen gevraagd worden voortaan hun beslissing te conformeren aan dit principe. Dat moet, zoals gezegd, gebeuren door de Federale Regering via een KB. De beslissingen van vrederechters uit het verleden kunnen alleen worden herzien indien het KB dat bepaalt en de terugwerkende kracht vermeldt.
Op 10 februari heb ik een overleg belegd met de betrokken administraties en een vertegenwoordiger van het Koninklijk Verbond van de Vrede- en Politierechters om een aantal mogelijkheden te bespreken inzake het verstrekken van informatie over de persoonsvolgende financiering aan vrederechters en bewindvoerders. Het betreft infomomenten, opleidingen, het permanent verstrekken van informatie en dergelijke. Het VAPH heeft reeds een infomoment voor een aantal vrederechters gegeven. De betrokken administraties zullen verder een voorstel voorbereiden om vrederechters en bewindvoerders te informeren en te sensibiliseren.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik dank u voor uw duidelijk antwoord, minister. Ik ben blij dat zowel het BOB, cash als de voucher worden uitgesloten. Het VAPH heeft al infomomenten gegeven, maar heel wat vrederechters en advocaten of anderen die bewindvoerder zijn, hebben dat gemist. Ik heb van velen gehoord dat ze in het hele proces niet zijn meegenomen, dat ze daar nog heel weinig van gehoord hebben, dat ze met de handen in het haar zitten. De infomomenten of -brieven mogen nog wat extra aandacht krijgen. Hebt u zicht op de timing van het KB? Het is natuurlijk de Federale Regering die daarmee bezig is. Heeft minister Geens met u gesproken over de timing?
U zegt zelf dat het enkel kan worden herzien indien het KB de terugwerkende kracht bepaalt. De persoonsvolgende financiering is bijna twee maanden in werking, het had er al eerder moeten zijn, natuurlijk, het zou goed zijn dat we daar een beetje achter zitten zodat het snel komt voor die mensen. Er moet duidelijkheid komen, zowel voor de gebruikers als voor de bewindvoerders.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik zal eens informeren naar de timing, want die staat niet vermeld in de brief.
Er is de koninklijke vereniging van vrederechters met een Vlaamse vleugel, maar de vrederechters staan ook onder de voorzitter van de rechtbank. Er zijn meerdere kanalen waarlangs er moet worden gewerkt en dat hebben we aangeboden aan de vrederechters.
De vraag om uitleg is afgehandeld.