Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, collega’s, deze vraag gaat inderdaad over de dienstencheques in strijkcentrales en niet over de dienstencheques bij het poetsen aan huis. Ik wil geen verwarring scheppen.
Dienstencheques kunnen onder meer ingezet worden voor het strijken buitenshuis, in een lokaal van een erkende onderneming. Deze strijkcentrales zorgen voor tewerkstelling en opleiding van kortgeschoolden. De stap naar het uitbesteden van huishoudelijke arbeid is voor sommigen laagdrempeliger dan het poetsen in de woning. Naast de werkgever zijn strijkateliers belangrijk als facilitator van de combinatie arbeid-gezin.
Strijkateliers worstelen echter met het registratiesysteem van de dienstencheques. Het gehele strijkproces wordt gevat onder de dienstencheque. Dat wil zeggen dat aanverwante strijkactiviteiten, namelijk de coördinatie ervan, het in ontvangst nemen van het linnen, het sorteren, controleren en inpakken van de strijk, ook onder deze activiteit vallen. Strijken is groepswerk, en dienstencheques, waarbij één dienstencheque gelijkstaat met één arbeidsuur, zijn niet op maat van de strijkateliers. Een aangepast registratiesysteem voor het gebruik van dienstencheques in strijkateliers is noodzakelijk.
Dit probleem kaartte ik vorig jaar al aan in deze commissie. Verschillende bronnen binnen de sector melden me dat er tot vandaag geen stappen zijn gezet voor de strijkateliers. Met betrekking tot de andere punten die ik toen aanhaalde, is er wel vooruitgang geboekt. Er is dus voor strijkateliers geen verbetering op het terrein.
Minister, u stelde nochtans op de hoogte te zijn van de problemen met betrekking tot de strijkateliers en de strijkactiviteiten. U zou de situatie bespreken met de afdeling Toezicht en Handhaving van het departement Werk en Sociale Economie. Dat moest leiden tot goede afspraken tussen de administratie en de inspectie enerzijds en de sector anderzijds.
De inspectie doet haar werk grondig, en terecht: wij vragen dat de overheidsmiddelen goed worden ingezet en gecontroleerd. Vandaag zijn de regels echter niet duidelijk: bepaalde aspecten, zoals de ‘aanverwante strijkactiviteiten’, zitten in een grijze zone. De interpretatie ervan wordt door elk strijkatelier afzonderlijk ingevuld. Een duidelijk kader en heldere afspraken over de procedures zijn essentieel, net zoals controle nodig is. Vandaag zijn er veel ondernemers te goeder trouw. Ze willen goed werken, maar sommigen worden ontmoedigd. Correct werken met dienstencheques in strijkateliers is bijna onmogelijk. Het aantal cheques ingediend bij de uitgiftemaatschappij mag niet meer zijn dan het totaal aantal gepresteerde en aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) aangegeven uren. Op die manier behoudt de overheid een vorm van controle. Een voor de sector gebruiksvriendelijker systeem met voldoende toezicht moet dus mogelijk zijn zonder dat de dienstencheque-ondernemers zich zorgen moeten maken over de correcte toepassing van de regelgeving en het risico op proportioneel zware sancties.
Minister, wat is uw standpunt ten aanzien van het gebruik van dienstencheques in strijkateliers/strijkcentrales? Bent u voorstander van het behoud van deze tewerkstelling?
De problematiek werd al aangekaart. Werd u via nog een andere weg dan mijn parlementaire vraag en de vragen van de collega’s die zich toen hebben aangesloten, aangesproken op de problematiek, bijvoorbeeld via de Federatie van Belgische Textielverzorging (FBT)? Kwam dit het voorbije jaar ter sprake in overlegmomenten? Werd er vanuit de sector een voorstel van aangepast registratiesysteem gedaan?
Zijn er concrete afspraken gemaakt tussen de administratie en de inspectie enerzijds en de sector anderzijds over het inzetten van dienstencheques in de strijkateliers? Hoever staat u met het uitwerken van een aangepast registratiesysteem in deze context? Dat is uiteindelijk dé vraag van de ondernemers van de strijkateliers.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Coppé, de dienstencheques moeten uiteraard behouden blijven, alsook de manier waarop ze moeten kunnen worden ingezet: bij het huishouden, voor boodschappen, vervoer van mindermobielen en strijken. Het is niet mijn intentie om daar iets aan te wijzigen. Ook wanneer u vraagt of we dat willen blijven voortdoen in de strijkateliers, is mijn antwoord volop ja. Heel die dienstenchequefilosofie biedt heel wat kansen aan voornamelijk laaggeschoolden. Het behoud van deze tewerkstelling is voor mij zeer belangrijk.
Maar u stelt de vraag vooral in verband met de strijkateliers. Mijn kabinet werd in het voorjaar 2016 gecontacteerd door de FBT over de bezorgdheden die er waren met het gebruik van het registratiesysteem in de strijkateliers. Mijn medewerkers hebben eind april 2016, iets minder dan een jaar geleden dus, samengezeten met de vertegenwoordigers van de sector, met de administratie en met de inspectiedienst. De vertegenwoordigers van de sector hebben toen gevraagd naar een verduidelijking van de toepassing van de regelgeving. Zij waren ook bezorgd over de terugvorderingen die in het verleden door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) werden opgelegd. De RVA paste de reglementering zeer streng toe en vorderde soms grote bedragen terug doordat er meerdere jaren in de tijd werd teruggegaan.
Vanuit de sector is er op dit overleg geen concreet voorstel qua registratiesysteem gedaan. De sector vroeg wel duidelijkheid over de toepassing van de regels en de daaraan gekoppelde terugvorderingen als men overtredingen zou vaststellen.
Ik kom daarmee tot de volgende vraag. De administratie en de inspectie hebben op het overleg met de sector verduidelijkt hoe zij de regelgeving zullen toepassen. De inspecteurs weten dat niet alles kan worden geregistreerd in een strijkatelier. Ze vragen echter van de strijkateliers dat de minimale elementen zoals opgelegd in de wet, steeds aanwezig zouden zijn in het registratiesysteem. Bij de controle houden ze ook rekening met de mogelijkheid van misbruik, zoals het uitvoeren van verboden activiteiten tijdens de werkuren van de strijkers. Ik denk dat dat ook onze rol is. We moeten misbruik ter zake tegengaan. De registratie moet de realiteit weergeven. De dienstencheques moeten op consistente wijze worden toegewezen aan de diverse dienstenchequewerknemers en het systeem moet transparant en controleerbaar zijn. Tijdens de vergadering is duidelijk gebleken dat de administratie en de inspectie ter zake op één lijn zitten. Ze passen de regelgeving op dezelfde wijze toe.
De terugvorderingen opgelegd door de administratie staan altijd in verhouding tot het misbruik, wat toch echt anders is dan in het verleden. Toen was de terugvordering soms integraal voor louter administratieve overtredingen. Als er vroeger dus een administratieve overtreding was, durfde men de gehele terugvordering te vragen. Wij gaan dat proportioneel doen en zien waar dat misbruik is.
Ik moet eerlijk zeggen dat uw vraag me wat heeft verbaasd. We hebben nu geen plannen meer om een afzonderlijk registratiesysteem te ontwikkelen. Ik denk dat we dat ook niet kunnen doen. Ik heb echter begrepen dat er sinds het voorjaar van 2016 ook geen vragen of klachten meer zijn geweest vanuit de strijksector, noch bij mijn administratie, noch bij het kabinet. Voor mij was het zo dat de afspraken die waren gemaakt, blijkbaar voldeden, dat de praktijk dat ook uitwees. Als dat niet het geval is – en uw vraag doet dat vermoeden –, dan zou ik graag wat meer gegevens krijgen. Wij hebben immers geen klachten of vragen gekregen, en mijn administratie ook niet.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar voor mij is dit eigenlijk nog niet helemaal duidelijk. U zegt geen aangepast registratiesysteem te zullen uitwerken. Dan betekent dat het volgende. Er is nu een grijze zone. Ik zal het eens heel plastisch voorstellen. Ik kom binnen in het atelier met een mand strijkgoed, ik geef die af aan iemand. Op dat moment is die persoon niet aan het strijken. Voor het ophalen geldt hetzelfde. Er zijn minuten die niet onder het loutere strijken genoteerd staan, onder 1 uur strijken, 1 uur werken. Tenzij ik dat niet zo goed heb begrepen, hebben we daar dus uiteraard een grijze zone. Ik zal u achteraf de namen doorgeven van mensen die daarover bij mij zijn terechtgekomen en die inderdaad een groot bedrijf hebben, in West-Vlaanderen, uiteraard. Ze zeggen me dat ze dat willen doen zoals het moet, maar dat ze weten dat dat tot op vandaag eigenlijk niet kan, aangezien ze met een grijze zone zitten. Minister, ik had van u dus graag een duidelijker beeld gehad van hoe u dat oplost, want ik mis dat nu. U zegt dus dat u daar niet naar kijkt, dat dat allemaal bij het strijken hoort. Dat is dan eigenlijk uw antwoord. Neen? Dan wacht ik op uw antwoord.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik zou me toch wel willen aansluiten bij mevrouw Coppé, en bevestigen dat er toch wel onduidelijkheid blijkt te zijn, dat er een probleem blijft bestaan, met name op het ogenblik dat de sociale inspectie langskomt. U zegt terecht dat de voorwaarden die in de wet staan, moeten worden nagekeken, maar daar knelt natuurlijk net het schoentje. Eén cheque is 1 uur werk, is te ondertekenen door één werknemer en moet dus worden aangerekend op het loon van één werknemer. Zoals mevrouw Coppé zegt, werken de meeste ateliers met een puntensysteem. Ik denk dat er heel weinig uitzonderingen zijn. Dat systeem is er net omdat er in een keten wordt gewerkt en er in een strijkatelier diverse handelingen zijn die niet altijd door dezelfde werknemers worden gedaan. Met andere woorden: dat staat haaks op dat transparante systeem van één cheque, één werknemer, 1 uur betalen. Sommige werknemers die ervaren zijn, die langer werken, werken vlugger dan degenen die net zijn aangenomen en die men nog moet opleiden. Volgens de regel is er voor een hemd bijvoorbeeld 6 minuten nodig. Misschien werken zij langer dan 6 minuten, en anderen misschien minder lang. Als je dan een controleur binnenkrijgt die echt de letter van de wet gaat toepassen, die ook de bevoegdheid heeft om heel hoge boetes toe te passen, dan zit je wel degelijk met een probleem. Mevrouw Coppé spreekt van een kantoor uit het West-Vlaamse. Ik heb ook uit het Antwerpse signalen gehad dat daar recent nog controles zijn geweest waarbij er heel veel twijfel over was of dat systeem met die punten, waarbij bijvoorbeeld een verantwoordelijke een mand strijkgoed aanneemt en dat laat strijken door iemand anders, wel kan. Daarover moet er duidelijkheid worden geschapen, denk ik. We zouden u willen vragen om dat te doen. We zijn blij met uw intentie om dat systeem te behouden, maar dan moeten er ook voor die sociale inspectiediensten duidelijke richtlijnen komen over hoe dat moet worden bekeken.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik verbaasd ben. De inspectie was aanwezig op die vergadering. Ik dacht dat die instructies heel duidelijk zijn gegeven.
Geef die informatie door. En dat de sector opnieuw vraagt om een overleg te hebben, dat is allemaal geen probleem. Maar wij hebben vanaf april 2016 tot nu, februari 2017, geen enkele vraag, geen enkele klacht gekregen. In april 2016 zijn we met de sector aan tafel gaan zitten, samen met de inspectie, samen met de administratie. Er wordt gezegd dat daar duidelijke afspraken zijn gemaakt, zonder af te wijken van de wet. Er zijn afspraken dat er genoeg registratie moet zijn, zodat goed geregistreerd kan worden – de mand aannemen telt niet mee, het strijken van de mand wel – wat er meetelt voor de dienstencheque en wat niet. Die afspraken zijn gemaakt.
Dat men daar niet zegt: we gaan niet alleen die drie minuten aftrekken, van de mand aannemen tot aan de strijk, maar we gaan heel dat uur aftrekken. Ik dacht dat dat de afspraken waren. Als dat allemaal niet zo is … Maar ik heb geen enkele klacht. Ik heb geen enkele vraag. Geef dus aan degenen die jullie gecontacteerd hebben, door dat ze mijn administratie en mijn kabinet contacteren.
Ik had een vermoeden dat er iets mis was met uw vraag, dus ik heb het nog eens nagevraagd. Wij hebben geen klachten. Wij hebben geen vragen gekregen. Voor mij waren de afspraken die gemaakt zijn – voor zover ik weet – voldoende, ook voor de sector, om te weten waar ze stonden.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik zal natuurlijk terugkoppelen naar de mensen die mij daarover gecontacteerd hebben, want zij lieten blijken dat er nog altijd problemen waren na contact. Dat blijkt hier niet te kloppen. Dan is vooral de vraag waarom er geen controle volgens het aantal cheques en het aantal uren RSZ is. Is dat zo? (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Dat weet u niet. Het belangrijkste is dat ik nu uw antwoord heb, minister. Ik verneem trouwens dat op alle klachten die er geweest zijn, er ook geen antwoorden komen vanuit de administratie. Dat zijn er drie die ik toch gezien heb. Ze komen toevallig bij mij terecht. Ik denk dat het goed is dat u weet dat de klachten ook terecht moeten worden opgevolgd en een antwoord krijgen. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.