Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, eind februari begon de termijn voor het indienen van de verzamelaanvragen te lopen. Er was in dit kader goed nieuws vanwege het Departement Landbouw en Visserij. Er kwam immers groen licht van de Europese instellingen om het verplichte controlepercentage voor de controles ter plaatse op de basisbetaling te doen dalen van 5 naar 3 procent. De globale werking en de controleaanpak wordt jaarlijks geëvalueerd zowel door de Europese Commissie als door een externe auditor. Omdat het Departement Landbouw en Visserij al meerdere jaren op rij een goede evaluatie heeft gekregen, krijgt men nu toelating om het controlepercentage te laten dalen. Het past hier natuurlijk een pluim te geven aan de betrokken dienst, maar het is natuurlijk ook heuglijk nieuws voor onze landbouwbedrijven.
Tijdens de hoorzitting van 3 juni 2015 met Boeren op een Kruispunt in deze commissie was immers een van de pijnpunten die werden aangehaald net de controles en inspecties op landbouwbedrijven en de administratieve overlast die dat met zich meebrengt. Collega Vanderjeugd en ikzelf hebben daar later nog vragen om uitleg over gesteld. U zei toen dat u de bezorgdheid om de administratieve overlast tot een minimum te beperken, deelde. U verwees ook naar het Actieplan administratieve vereenvoudiging dat zou worden opgemaakt in de schoot van het Departement Landbouw en Visserij. In uw recentste beleidsbrief verwees u in het kader van die administratieve vereenvoudiging naar de uitrol van het e-loket die op schema zit. Nieuwe modules werden voor 2017 in het vooruitzicht gesteld. Ook wat dossiergebonden communicatie betreft, wordt ingezet om dit maximaal elektronisch te laten gebeuren. Bovendien zou er ook aandacht zijn voor de kwetsbare groep van de zogenaamde ‘digibeten’ , landbouwers die niet mee zijn met het digitale verhaal.
Minister, hoe loopt het Actieplan administratieve vereenvoudiging? U hebt gezegd dat er niet jaarlijks een rapport wordt gemaakt, maar enkel op het einde van de legislatuur, maar kan u toch even schetsen waar we staan?
Wat is de stand van zaken betreffende de verdere uitrol van de aangekondigde nieuwe modules in het e-loket ? Hoever staan we in het realiseren van de doelstelling ‘het e-loket als self-serviceportaal voor de klant’ ?
In uw beleidsbrief sprak u over een lopende visievorming in afstemming met de landbouwers, volmachthouders en vertegenwoordigers van de afdelingen van het Departement Landbouw en Visserij. Wat zijn de resultaten van deze visievorming ?
Welke stappen zijn er al genomen in de verandering en verkleining van de groep ‘digibeten’?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega's, voor 2017 leggen wij de focus op drie grote projecten: de uitbouw van het e-loket landbouwvlaanderen.be, een soort self-serviceportaal voor de klanten; visievorming en uitwerking van e-communicatie met blijvende aandacht voor digibeten; werken aan betere regelgeving, besluitvorming en handhaving.
U geeft zelf aan dat het e-loket stelselmatig verder wordt uitgebouwd met alle maatregelen en informatie die het Departement Landbouw en Visserij beheert. Zo werd het e-loket in het afgelopen jaar uitgebreid met de modules voor de aanvraag en de uitbetaling voor vermindering van de melkproductie in het kader van de crisis, maar ook bijvoorbeeld met de interventieregeling en de aanvragen voor pootgoedvermeerdering. Momenteel wordt gewerkt aan een module voor de aangifte van schade aan landbouwgewassen in het geval van een ramp. Tegelijkertijd werden reeds bestaande modules verder verbeterd na feedback en evaluatie door de gebruikers, zoals de integratie van de premie voor jonge starters in de elektronische verzamelaanvraag. Ook werd in belangrijke mate ingezet op communicatie en ondersteuning van de e-loketgebruiker door een systeem van meldingen waarmee de gebruiker op specifieke pagina's ad hoc meldingen kan krijgen over bijvoorbeeld gewijzigde functionaliteiten die ook zijn toegevoegd.
In het kader van stabiliteit en performantie van het loket zijn er een aantal belangrijke aanpassingen gebeurd, waardoor onder andere het nachtelijke proces van data-export en-import niet langer nodig is. Ook zijn door de landbouwers ingegeven gegevens onmiddellijk zichtbaar voor de medewerkers van het departement en omgekeerd. Om het e-loket meer te integreren met de website en het communiceren met eenstemprincipe te benadrukken, werd ook de huisstijl van de Vlaamse overheid toegepast op alle schermen.
Er is ook een visievorming lopende over de dossiergebonden communicatie, met als doelstelling die maximaal digitaal te laten verlopen, maar we verliezen niet uit het oog dat er minder vaardige landbouwers zijn wat digitalisering betreft. Aangezien de doelgroep landbouwers gemeenschappelijk is met de afdeling Mestbank bijvoorbeeld, wordt deze visievorming ook gemeenschappelijk gedaan. In het kader van deze visie-oefening worden zowel landbouwers, volmachthouders als de landbouworganisaties betrokken. Er werden vierduizend landbouwers via een enquête bevraagd naar hun verwachtingen over dossiergebonden communicatie en de manier waarop zij deze digitaal zouden wensen te ontvangen. Voor de volmachthouders werd een interactieve workshop georganiseerd.
Op dit moment zit het project in de laatste fase. De visietekst zal in de eerstkomende weken met de sector worden besproken om tot een finaal gevalideerde visietekst te komen die zowel binnen Landbouw als binnen de Vlaamse Landmaatschappij geïmplementeerd kan worden.
Voor de groep niet-digitale landbouwers, dus de landbouwers die geen e-mailadres hebben, zullen alle boodschappen per brief worden verstuurd. Deze brieven bevatten, net als de e-mails, voldoende basisinformatie zodat de klant het belang en de dringendheid van de boodschap kan interpreteren. Daarnaast bevat de brief steeds de mogelijkheid om een e-mailadres op te geven en wordt verwezen naar het digitaal loket voor meer informatie over het dossier. Daarnaast wordt de klant gewezen op de begeleiding die gepland is voor het gebruik van het digitaal loket.
Voor niet-dossiergebonden communicatie wordt in 2017 een onderzoek uitgevoerd naar het bereik van de diverse communicatiekanalen, met ook aandacht voor de digitaal minder vaardige klanten. Ook hieruit zullen aandachtspunten komen, die we dan nadien kunnen opnemen. We zitten dus niet stil en vernieuwen voortdurend. We blijven daarop inzetten, altijd met twee sporen, rekening houdend met het feit dat niet iedereen digitaal bezig is.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het stemt me zeer tevreden. Ik denk dat inzetten op die administratieve vereenvoudiging een absolute prioriteit moet zijn. Bij het voeren van een landbouwbedrijf vandaag de dag komt heel wat kijken, dat hebben we uitvoerig besproken in het debat rond de bedrijfseconomische boekhouding. Het is van wezenlijk belang dat de landbouwers hun bedrijf kunnen leiden met de nodige aandacht voor boekhouding en administratie, maar het is natuurlijk de plicht van de overheid om de werkdruk – en we mogen gerust ook stellen, soms de overlast – tot een absoluut minimum te herleiden.
Online toepassingen spelen daar inderdaad een cruciale rol in en u zet daar terecht zwaar op in. Ik ben ook heel blij te horen dat we in ons achterhoofd moeten houden dat niet iedereen in dezelfde mate mee is en dat we uiteraard moeten trachten om zoveel mogelijk landbouwers mee aan boord te krijgen. Het is een win-winsituatie, zowel voor de overheid als voor de landbouwers. De vermindering van het verplichte controlepercentage is een goede zaak. Ik hoop dat we deze legislatuur nog grote stappen voorwaarts kunnen zetten.
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is inderdaad al enkele jaren dat de landbouwers hun aangiftes voor premies en subsidies enkel nog via het e-loket kunnen doen. De sector is daarmee ook een voorloper in Vlaanderen. Er zijn weinig sectoren die exclusief via het e-loket moeten werken en de landbouwsector heeft naar buiten nochtans niet het beeld van de meest geïnformatiseerde sector, maar de ondernemers doen het toch maar. Chapeau voor de inspanningen van de sector.
Ik ben persoonlijk zelf ook gebruiker van het e-loket en ik heb het zien evolueren. In het begin was het wat moeilijk, want het is vrij omslachtig. De kaarten met de percelen zitten er ook in. Het is een zwaar systeem: die kaarten moeten op de computerschermen van de mensen worden gebracht, de mensen moeten percelen kunnen aanduiden en intekenen. In het begin waren er wat problemen, maar het is vrij goed geëvolueerd. Vandaag is het een heel aangenaam systeem om mee te werken.
Maar ik ben ook zeer blij dat u, minister, blijft inzetten op een verdere vereenvoudiging en op het verder gebruiksvriendelijk maken van het loket en op het uitbreiden ervan. Dat kan alleen maar worden toegejuicht.
Ik wil ook mijn appreciatie uitdrukken en een woord van dank richten aan de mensen van de administratie, want ik denk dat de Landbouwadministratie op dat vlak eigenlijk wel een voorbeeld is voor de andere Vlaamse administraties. Zij werken zeer performant en zijn zeer deskundig om aanpassingen te doen. Ik denk dat ze er ook heel hard aan werken en hun best doen.
Ik wil een kleine aanvulling en mogelijk een nuancering maken.
Minister, u hebt mijns inziens heel terecht gezegd dat u wilt inzetten op een dubbel spoor: enerzijds het meer digitaal werken aanmoedigen, maar anderzijds – mevrouw Joosen heeft dat ook uitdrukkelijk gezegd – er rekening mee houden dat een aantal landbouwers, zeker bij de oudere groep van 60-plussers, niet altijd, en velen zelfs niet, digitaal werken. We mogen ons niet blind staren op diegenen die er zogezegd gebruik van maken, want het zijn veelal ook adviesbureaus of voorlichters die voor de betrokken landbouwers bepaalde formulieren invullen. Ik hoop toch dat u in uw beleid de komende jaren er rekening mee houdt dat een aantal van de beroepsgroep, van de anciens, niet over de mogelijkheid beschikt om zelf digitaal te werken. Deze kleine aanvulling wou ik toch meegeven.
Collega's, ik heb daar niet zoveel meer aan toe te voegen. Ik ben blij te horen dat de inspanningen die zijn gebeurd, ten goede zijn en dat ze goed werken. Ik deel de bekommernis van de heer De Meyer, en daarom heb ik ook heel uitdrukkelijk gezegd dat we moeten opletten om grote groepen mensen niet te bereiken. Als er problemen ontstaan op het terrein, dan komt dit vaak door papieren of facturen of mails die men niet heeft ontvangen. Ik denk dat we daar heel veel aandacht voor moeten hebben en dat we op die beide sporen moeten blijven werken. We hebben in het verleden ook gemerkt dat het niet is omdat iemand een mailadres opgeeft, men er ook actief naar kijkt. Het kan een mailadres zijn dat bijna niet wordt gebruikt of het mailadres van een dochter of een zoon zijn. Men stuurt mails naar iemand met een termijn waarbinnen iets moet gebeuren, maar de ontvanger heeft het niet gezien of ziet de mail te laat. Dat is een aandachtspunt. Het is niet omdat men een mailadres opgeeft, men constant met die computer bezig is. Dat is iets waar we blijvend aandacht voor moeten hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.