Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat inderdaad over het gebruik van de beleids- en beheerscyclus (BBC) en het gevolg daarvan voor de budgettering van de lokale besturen.
Ik heb gezien dat het Agentschap Binnenlands Bestuur daarover een rapport heeft geschreven. Ze zijn tot een aantal toch wel opmerkelijke conclusies gekomen, namelijk dat steden en gemeenten de exploitatie-uitgaven dikwijls te hoog en de exploitatieontvangsten dikwijls te laag inschatten. Daarnaast ligt de uitvoeringsgraad van investeringen redelijk laag.
Ze hebben daarvoor een aantal redenen opgesomd. De eerste lijkt mij evident, namelijk dat de BBC gepaard gaat met een leertraject. Ik denk dat we dat allemaal al hebben mogen ondervinden. De tweede – voor mij de belangrijkste – reden is dat gemeenten vaak geen vat hebben op andere overheden die de centen moeten doorstorten, de personenbelastingen (PB), de opcentiemen, enzovoort. De tweede reden is dat er verrichtingen zijn waarop ze weinig vat hebben, zoals de toelage voor OCMW en politiezone.
De gevolgen van die vaststellingen zijn voor de gemeenten zelf toch wel redelijk groot. Want ofwel gaan ze effectief hun ontvangsten te laag inschatten, waardoor ze genoodzaakt zijn om bijkomende leningen aan te gaan en daarvoor uiteraard de interesten moeten inschrijven. Maar uiteindelijk zullen ze die leningen dan niet nodig hebben. Ofwel is het omgekeerde het geval en is de reële kassituatie eigenlijk veel beter, waardoor men te hoge budgetten aanhoudt. Het rendement daarvan is uiteraard veel lager dan de interesten op de schulden die ze moeten betalen.
Minister, ik had daarover enkele vragen. Ten eerste, ik heb gesproken over dat leertraject. Ziet u dat er ondertussen al beterschap op komst is over het accuraat budgetteren?
Ten tweede, bent u van plan om in uw volgende omzendbrief de steden en gemeenten te wijzen op de vaststellingen die het agentschap daarrond heeft gedaan?
Ten derde – de belangrijkste vraag –, bent u van plan om bij andere besturen waarvan gemeenten afhankelijk zijn om hun budgetten op te maken, aan te dringen op betere ramingen?
Ten slotte, overweegt u om aanpassingen door te voeren in de BBC-regeling? Of bent u integendeel van oordeel dat het de verantwoordelijkheid van die lokale besturen zelf is om ervoor te zorgen dat ze hun budgetten correcter rond krijgen?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Sminate, u hebt de problematieken zeer goed weergegeven. Ik zal die dus niet herhalen. Iedereen heeft dit wellicht ook kunnen raadplegen op de website van het agentschap. Het is dus allemaal ter jullie beschikking.
Wat verwacht ik dat de gemeenten op basis van het leertraject in de toekomst zullen doen qua budgettering? Zullen ze dat bijvoorbeeld nauwkeuriger doen? Ja. Ik hoop het en ik denk het ook. Ik ben dus hoopvol wat dat betreft. Accuraat budgetteren, zeker op langere termijn, is niet altijd makkelijk. U hebt dat ook aangegeven in uw vraagstelling. Maar ik verwacht effectief dat de lokale besturen in de toekomst geleidelijk aan hun planning realistischer zullen opmaken en accurater zullen gaan budgetteren.
Waarom denk ik dat? Ik heb twee belangrijke redenen om dat te mogen verhopen. Ten eerste is er een groeiend inzicht dat door het hogere niveau waarop de machtigingen worden gegeven – door de gemeenteraad aan het college – het inbouwen van veiligheidsmarges veel minder nodig is dan in de pre-BBC-periode. Ten tweede is er het groeiende inzicht van de negatieve gevolgen van de overramingen. U hebt in uw vraagstelling zelf de problematiek geschetst. Ik zal er dus niet verder op ingaan.
Wat zal ik eventueel aanpassen in de volgende omzendbrief wat betreft de opmaak van het budget 2018 en dergelijke? Zal ik dat doen? Ja, en ik ga ook blijvend sensibiliseren voor een zo accuraat mogelijke budgettering door de lokale besturen. De publicatie die ik net heb laten zien, past ook in deze doelstelling. Dit kan inderdaad ook nog eens worden opgenomen in de volgende omzendbrief met de onderrichtingen voor de opmaak van het budget 2018 en de aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019.
Ben ik van plan om voor de verrichtingen waarbij de gemeenten afhankelijk zijn van de ramingen van andere besturen bij die besturen aan te dringen op betere ramingen? Collega’s, die vraag is al heel vaak – en terecht – aan bod gekomen in dit parlement, niet alleen in de plenaire vergadering, maar ook in deze commissie. Het is een terechte vraag. Ik meen te mogen veronderstellen, collega, maar u mag mij natuurlijk altijd corrigeren, dat u doelt op het feit dat de ramingen door de federale overheid van de te verwachten inkomsten uit de aanvullende personenbelasting een beetje wispelturig zijn – en dan druk ik het nog mooi uit.
U weet dat dit in het verleden verschillende keren hier ter sprake is gekomen, en dat ik steeds heb gezegd – en ook gedaan – overleg te hebben met mijn collega, minister Van Overtveldt. We hebben die problematiek verschillende keren aangekaart. Wel, collega’s – en dat geldt niet alleen voor de vraagsteller, maar voor alle collega’s hier aanwezig –, ik meen te mogen stellen dat de gemeenten binnenkort zeer goed nieuws zullen ontvangen van minister Van Overtveldt. Zijn kabinet heeft mij zeer recent laten weten dat ze in een vergevorderd stadium zijn om wat betreft de aanvullende personenbelasting (APB) een gelijkaardig systeem uit te werken zoals de Vlaamse overheid reeds jaren doet, bijvoorbeeld met betrekking tot de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dat zou veel soelaas bieden aan de gemeenten. Die problematiek is hier, zoals gezegd, verschillende keren aan bod gekomen. Minister Van Overtveldt heeft in dezen zijn verantwoordelijkheid genomen.
Het systeem zou reeds ingaan vanaf het aanslagjaar 2017. De precieze communicatie zal uiteraard gebeuren door de federale overheid en door mijn federale collega. Ik zal dat niet doen. Maar ik heb er alvast goed vertrouwen dat dit op zeer korte termijn zal worden gerealiseerd. Daarmee zou voor de lokale besturen een belangrijke – niet de enige, maar toch wel zeer belangrijke – hinderpaal worden weggenomen in de weg naar het accuraat budgetteren.
Worden ook de jaarrekeningen van de OCMW’s enzovoort onderzocht? Omdat de zwaarte van de investeringen bij de gemeenten het grootst is, gaf ABB bij het maken van een analyse prioriteit aan de gemeenten en niet zozeer aan de OCMW’s. Niettemin blijken ook heel wat OCMW’s niet nauwkeurig te – kunnen – budgetteren. Uit het rapport van 3 mei 2016 ‘De jaarrekening 2014 van de Vlaamse OCMW’s’, dat eveneens gepubliceerd is op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur blijkt immers ook dat er bij de OCMW’s systematisch overraamd en voorzichtig gebudgetteerd wordt. Het is de bedoeling om in de toekomst verder gelijkaardige rapporten op te maken.
In uw laatste vraag zei u: ‘Het rapport vermeldt de negatieve effecten van de overraming van de uitgaven en de onderraming van de inkomsten enzovoort.’ Overweeg ik dan maatregelen, bijvoorbeeld in een aanpassing van de BBC-regelgeving en dergelijke? De kern van het probleem zit niet echt in de regelgeving, maar wel in de manier waarop de besturen zelf hun planning opmaken. Dit werd ook bevestigd door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in het artikel ‘Het belang van verstandig investeringen ramen’, dat terug te vinden is in een lokaal tijdschrift met de naam Lokaal. Ook uit de BBC-evaluatie is gebleken dat het niet nodig is om de normen te wijzigen. Het is niet mijn bedoeling om in het kader van de nieuwe regelgeving normen te wijzigen. Het is aan de lokale besturen zelf om hun planning waarheidsgetrouwer op te maken en de bedragen en timing van de uitvoering realistischer in te schatten.
Maar ik ben het met u eens, collega’s, en zeker met de vraagsteller, dat wat hulp van hogerhand en hogerop, in dit geval minister Van Overtveldt, de lokale besturen, wat deze problematiek betreft, op weg zou kunnen helpen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Ik ben heel blij en opgelucht met het nieuws dat de ramingen van de personenbelasting in de toekomst toch accurater zullen zijn. Want het probleem dat door het rapport wordt geschetst over de exploitatie-uitgaven, is gewoon de verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur. Ik zie niet in hoe u daar iets aan kunt veranderen. Voor de uitgaven was er wel ieder jaar hetzelfde probleem. Als een gemeente dan weinig financiële ruimte heeft en ook nog eens een buffer moet inbouwen om dat probleem op te vangen, dan wordt het wel heel moeilijk werken.
Ik denk dat onze vele vragen en uw vragen toch wel effect hebben gehad. Dat het ook nog eens op zo’n korte termijn zal worden ingevoerd, stemt mij bijzonder gelukkig. Dank u wel daarvoor.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik wil wel graag meegaan in uw positief verhaal en in uw optimistisch verhaal, maar het is ook niet de eerste keer dat zou blijken dat het een slag in het water is en dat het geen bewaarheid wordt. Ik hoop samen met u dat het deze keer in de praktijk wel een positief verhaal wordt. Ik zou toch ook nog eens de nadruk willen leggen op het democratisch gehalte, maar ook op de leesbaarheid van de BBC. Als er één opmerking is die alom wordt gehoord, is het het gebrek aan leesbaarheid wat natuurlijk ook de controlefunctie van gemeenteraadsleden in het gedrang brengt. Ik wil u vragen om bij wijzigingen aan het BBC ook de vinger op die wonde te leggen.
U zegt dat minister Van Overtveldt zijn verantwoordelijkheid zal nemen. Ik hoop dat in de toekomst ook deze Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid zal nemen en niet meer met onverwachte financiële verrassingen – in de negatieve zin dan wel – op de proppen zal komen bij steden en gemeenten.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik wil de laatste opmerking van collega De Loor over de leesbaarheid ondersteunen. Ik merk ook dat je al goed op de hoogte moet zijn om te kunnen volgen en om budgetten te kunnen terugvinden. Ik heb al gehoord dat soms zelfs schepenen er niet goed aan uit kunnen. De begroting en het budget wordt meer en meer een zaak van de secretarissen. Het echte debat over begroting en budget is er bijna niet meer omdat het zo moeilijk leesbaar is. Als u het instrument onder handen neemt, dan zou het zeer goed zijn als u iets aan de leesbaarheid zou doen.
Collega’s, ik heb er alle vertrouwen in dat collega Van Overtveldt gaat uitvoeren wat hij heeft beloofd. Hij heeft het trouwens zelf al aangekondigd. Hij zou zichzelf natuurlijk ook geen dienst bewijzen door die belofte niet na te komen.
Collega’s De Loor en Pira, in het kader van het decreet Lokale Besturen dat er zeer binnenkort zit aan te komen, hebben we bijvoorbeeld ook gezorgd voor een toch wel vereenvoudiging van de BBC in de zin dat het aantal sjablonen aanzienlijk zou zijn verminderd en ook meer leesbaar zijn. Ik hoop dat dit u gerust en zelfs positief kan stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.