Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, De Standaard bracht op 17 januari 2017 het nieuws dat, naast Hongarije, nu ook Polen van plan is het beleid en de wetgeving over niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) aan te passen om hen zo aan banden te leggen. Een voorbeeld van zo’n beleid bestaat ook al sinds 2012 in Rusland. De activiteiten van ngo’s worden in Polen en Hongarije door de respectieve regeringen met argusogen gevolgd en gewantrouwd. De Hongaarse premier Orban deed in een recente speech medewerkers van ngo’s af als betaalde politieke activisten die de buitenlandse belangen dienen.
Tal van administratieve ingrepen en maatregelen moeten de actieradius van ngo’s beperken. Zo wil men in Hongarije administratieve verplichtingen opleggen aan voorzitters van vzw’s, en in Polen komt er een mechanisme dat toezicht houdt op de subsidiëring van vzw’s. De focus ligt er vooral op ngo’s die zich inzetten voor vrouwen- en holebirechten.
Dit alles past in een bredere trend in Europa waar Europese normen en waarden van de liberale democratie en rechtsstaat met de voeten worden getreden door verschillende lidstaten. In Polen werd onder meer de mediawet al verstrengd en ook de onafhankelijkheid van het Grondwettelijk Tribunaal wordt gekortwiekt. De staat van het ngo-landschap in Polen maakt op zich geen deel uit van de procedure die de Europese Commissie is gestart tegen Polen in het kader van het Rule of Law Framework. Ook de Commissie van Venetië van de Raad van Europa stelde in een officiële verklaring op 16 januari 2017 nog dat het ingrijpen in de werking van het Grondwettelijk Tribunaal door de Poolse regering de rechtsstaat in het gedrang brengt.
Het nieuwe voorgestelde beleid ten opzichte van ngo’s past natuurlijk in dezelfde neonationalistische en autocratische trend in Europa en daarbuiten. Dat dit gebeurt in het hart van Europa zou ons serieuze zorgen moeten baren. Een goed functionerend en kritisch middenveld is cruciaal voor een gezonde werking van een liberale democratie en rechtsstaat.
Minister-president, deelt u de bezorgdheid van de Europese Commissie en de Raad van Europa over deze ontwikkelingen in Polen? Hoe staat de Vlaamse Regering tegenover de procedure die de Europese Commissie is gestart tegen de Poolse regering in het Rule of Law Framework waarbij al de vaststelling werd gemaakt dat er sprake is van een systemische bedreiging van de rechtsstaat en de bijhorende aanbevelingen van 21 december 2016 die deze zouden moeten remediëren? Gaat de Vlaamse Regering akkoord met deze vaststelling en de aanbevelingen? Zult u uw Europese collega’s binnen de Raad hierover aanspreken? Welke andere instrumenten, behalve het ontnemen van stemrecht zoals bepaald in artikel 7 van het Rule of Law Framework, acht u inzetbaar om druk op de Poolse regering uit te oefenen teneinde de liberale democratie en de rechtsstaat te garanderen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik deel inderdaad de bezorgdheid van de Europese Commissie en van de Raad van Europa over de ontwikkelingen in Polen die een impact hebben op rechten en vrijheden. Ik verwijs naar de visienota van de Vlaamse Regering over de toekomst van de Europese Unie. Daarin beginnen we met te zeggen dat de Europese Unie een unie is van fundamentele rechten en vrijheden, en dat dit de basiswaarden zijn die we gemeenschappelijk delen binnen de Europese Unie. Bij ongeveer elke uitspraak over de Europese Unie herhalen we dit en we brengen dat onder de aandacht waar het moet.
Op 15 oktober 2003 bracht de Europese Commissie een mededeling uit, waarmee ze de kaders aangeeft waarbinnen de Commissie de bepalingen uit artikel 7 van het Verdrag van de Europese Unie zal toetsen. Daar ligt de nadruk op preventie, op constructieve dialoog, duiding en ook informatie-uitwisseling. Het is in deze preventieve procedure dat Polen zich bevindt. Zoals u zelf aanhaalde, maakt het ngo-landschap in Polen op zich geen deel uit van de procedure die de Europese Commissie startte tegen Polen. Er is nu pas voor het eerst een schrijven gegaan van de ngo’s naar de Europese Commissie. Het is afwachten wat de Europese Commissie daaromtrent zal ondernemen.
Concreet gaan de aanbevelingen over de aanduiding van de rechters voor het Grondwettelijk Hof, het uitblijven van de publicatie en implementatie van een aantal arresten, het functioneren van het Grondwettelijk Hof en de toepasselijke regels voor de selectie van kandidaten voor de functie van voorzitter en vicevoorzitter van het Hof.
Wat is de stand van zaken? De concrete casus met Polen bevindt zich momenteel in de zogenaamde preventieve arm, gebaseerd op een dialoog tussen de Europese Commissie en de betrokken lidstaat. Intussen heeft de Commissie in juli vorig jaar een eerste aanbeveling aan Polen gericht en een tweede follow-upaanbeveling in december 2016. Polen heeft nu twee maanden de tijd om uiterlijk vandaag, 21 februari, een antwoord te geven op de aanbevelingen van de Commissie. Als er geen bevredigende follow up van de aanbevelingen komt, of indien de situatie verergert, kan het sanctiemechanisme, met inderdaad als ultieme sanctie het schorsen van het stemrecht van Polen, in de Raad worden opgestart, maar daarvoor is een akkoord van alle lidstaten nodig.
Dit zou uiteraard een precedent zijn. Het is verregaand. Het heeft niet alleen betrekking op Polen. U begrijpt dat dit een weerslag zou hebben op de totale werking van de EU.
De grondige gefaseerde aanpak toont aan dat de Europese Commissie niet over één nacht ijs gaat om tot haar vaststelling te komen. Laat ons hopen dat we niet in de sanctiefase terechtkomen.
Thema’s gelinkt aan de ‘rule of law’, aan de rechtsstaat, worden besproken in de Raad van ministers van Algemene Zaken (RAZ) van de EU. U weet dat dat een federale aangelegenheid is. Uiteraard maken wij onze opmerkingen tijdens de voorbereidende vergaderingen. Wij participeren niet rechtstreeks aan die raad. Het dossier is er nog niet aan bod gekomen. We verwachten dat het voorzitterschap, Malta dus, het dossier zal agenderen zodra de door de Commissie opgestarte preventieve procedure formeel afgerond is. Als dat dossier op tafel komt, zullen mijn diensten uiteraard deelnemen aan de vergadering van de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE), die het Belgische standpunt ter zake moet bepalen.
Wat betreft de andere instrumenten waarover u het hebt, kan ik u zeggen dat er sinds 2014 in die raad jaarlijks een gedachtewisseling plaatsvindt over een specifiek thema gelinkt aan de ‘rule of law’. Een specifieke situatie in een lidstaat wordt daar niet besproken.
Er is een initiatief genomen door minister Reynders, met de steun van de Vlaamse Regering en ondertussen ondersteund door een coalitie van twaalf lidstaten, voor het opzetten van een periodieke evaluatie, gelijkaardig aan de Universal Periodic Review van de VN, van het respect voor de rechtsstaat en de fundamentele rechten binnen de lidstaten van de EU. Minister Reynders heeft dit voorstel geïnitieerd binnen de RAZ. Een van de conclusies van het Nederlandse voorzitterschap was om daarop voort te werken.
Een evaluatie van de huidige manier van werken is sowieso gepland in 2019. Het Europees Parlement heeft ook een resolutie aangenomen op 26 oktober 2016. Daarin wordt de Commissie onder meer verzocht om jaarlijks te rapporteren over de stand van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten in de Europese lidstaten. De Commissie moet sowieso voor september 2017 met een beargumenteerd antwoord komen op dit voorstel.
Volgens mij heeft het voorstel voor een periodieke evaluatie van het respect voor de rechtsstaat en de fundamentele rechten binnen de lidstaten het grote voordeel dat er geen perceptie bestaat dat de ene of de andere lidstaat door de Commissie ad hoc en in het midden van een crisis wordt uitgelicht. Alle lidstaten weten dat ook zij aan bod zullen komen tijdens deze ‘peer review’. Zoals steeds is preventie de best mogelijke aanpak op dit vlak.
Onze Vlaamse vertegenwoordiger in Polen, de heer Yves Wantens, volgt in elk geval op mijn vraag de situatie op de voet op. Hij heeft alvast de Poolse ombudsman, de heer Adam Bodnar, uitgenodigd om in mei op bezoek te komen naar Vlaanderen, om de Vlaamse ombudsman te ontmoeten. Hij heeft ook aanvaard om dan naar uw parlement te komen, om dan met u in dialoog te kunnen treden.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Dank u voor uw uitvoerige antwoord, minister-president. In tijden van Trump hebben wij heel veel nood aan een sterk Europa, aan onze normen en waarden, aan de liberale democratie en aan de rechtsstaat. Als deze van binnenuit wordt tenietgedaan, maken wij ons toch serieus zorgen. U zegt dat u de bezorgdheid van de Europese Commissie en de Raad van Europa deelt, dat het op een volgende raad zal worden besproken, en dat u daarin een bepaald standpunt zult innemen. Maar ik heb niet gehoord welk standpunt de Vlaamse Regering zal innemen ten opzichte van Polen als het op de agenda komt te staan. Polen moet vandaag een antwoord geven op die preventieve procedures. We zullen dat antwoord afwachten. Dan zullen wij eventueel verdere stappen ondernemen.
U verwees ook naar de open brief van Amnesty International, Human Rights Watch en andere ngo’s aan de Europese Commissie. U zegt dat de EU daar nog een reactie op moet geven. Ook daar wachten we vol ongeduld op.
Tot slot, we gaan binnenkort met de commissie op werkbezoek naar Boedapest. Voorzitter, het zou goed zijn om, als daar tijd voor is, met Hongaarse ngo’s te kunnen spreken over de situatie in de regio daar.
Wij zullen dat meegeven met de voorzitter van de delegatie. Hij zal nog wel een uur van uw slaap afpitsen.
De heer Kennes heeft het woord.
Ik sluit mij meteen aan bij dat laatste punt. We hebben vorige week al samengezeten. Niet zoveel collega’s waren aanwezig om met een vertegenwoordiger van de Hongaarse ambassade ons programma voor te bereiden. We hebben toen ook de problemen die hier aan de orde zijn besproken. We hebben daar al meteen een aantal vragen over gesteld. Het zal zeker interessant zijn om dat in dat deel van Oost-Europa verder op te volgen.
We stellen vast dat op heel veel plaatsen in de wereld de rechtstaat en de liberale democratie met een aantal burgerlijke en andere vrijheden onder druk staan. Wanneer dat binnen de EU gebeurt, raakt dat ons natuurlijk nog iets meer omdat we met die landen van de EU een nauwere band en meer geschiedenis hebben en wat ons betreft ook meer toekomst delen. We moeten natuurlijk de andere feiten in de wereld niet uit het oog verliezen, maar wat dichtbij is belangt ons in de hoogste mate aan.
De rechtstaat heeft heel veel zaken nodig. In Polen werd verwezen naar het Constitutionele Hof. Er waren discussies over de toegankelijkheid van het parlement voor journalisten. Er zijn andere zaken in verband met de mediawetgeving aan de orde geweest. Dat zijn punten die ook voor onze samenleving belangrijk zijn en die wij ons voor ogen moeten houden. Het gaat over de politie, de ombudsman, de toetsingsorganisaties, de openheid van partijfinanciering, de integriteitsbureaus, de kritische media, transparantie, adviesorganen, anticorruptiebureaus, onafhankelijke toezichtsautoriteiten, toetsingsorganisaties voor wetgeving. Het is ook voor onze samenleving een goede wake-upcall. Heel wat mensen keren zich af van de politiek. Men beseft te weinig hoe broos die verworvenheden zijn en hoe belangrijk het is dat iedereen over alle partijgrenzen heen die zaken hoog in het vaandel draagt. We moeten daar samen werk van maken. In die zin is het goed op te volgen wat er in andere landen gebeurt, zeker in Europa. Voor wat ons eigen samenlevingsmodel dicht bij huis betreft, heeft dat een meer dan grote pedagogische waarde.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het een interessante vraag. Ze confronteert ons met de situatie in verschillende landen. De term ‘neonationalisme’ valt hier. Dat is natuurlijk een containerbegrip waar je van alles in kunt duwen, maar het is een feit dat Polen een zeer patriottisch land is. Heel veel Polen zijn dat. Dat heeft veel te maken met de geschiedenis waar de heer Kennes naar verwees. In Polen heeft men heel sterk het gevoel dat men verschillende keren in de steek is gelaten: in 1939 en in 1945. En laat ons eerlijk zijn, in 1989 hebben ze met Solidarnosc zichzelf moeten bevrijden. De steun is toen niet vanuit West-Europa of vanuit de Verenigde Staten gekomen. Als we nu met het belerende vingertje komen, moeten we begrijpen dat ze de EU en de Europese landen wel wat vroeger in de geschiedenis hadden willen zien komen. Maar ik vind dat dat geen excuus mag zijn.
De EU is geen kaartersclub. De rechtsstaat staat centraal en moet gehandhaafd worden. Daarover zijn we het allemaal eens. Er is in een procedure voorzien. Artikel 17 van het Verdrag van de EU voorziet in die procedure. De Commissie heeft haar rol te spelen. De Commissie van Venetië heeft haar rol te spelen. Die procedure loopt nu. We zullen afwachten wat dat geeft. Het is belangrijk dat men zich daarbij op feiten gebaseerd en natuurlijk niet enkel op opinies.
Sommige vormen van kritiek kan ik heel goed begrijpen. Bij andere stel ik mij vragen. Als het bijvoorbeeld gaat over politieke benoemingen, dit is een land waar we dat niet kennen. Als het gaat over ministeriële kabinetten die de pers trachten te beïnvloeden, dit is een land waar we dat niet kennen. Het is nog nooit gebeurd in onze geschiedenis dat men vanuit een ministerieel kabinet tracht een krantenartikel te beïnvloeden of een journalist. Laten we dat dus allemaal in de juiste context zien.
Het is wel heel belangrijk dat de lat voor alle lidstaten gelijk ligt. Minister-president, u hebt daar ook naar verwezen. Polen en Hongarije zijn hier terecht vernoemd, maar we moeten ook Spanje vernoemen. Nu is er in Catalonië het proces tegen de voormalige minister-president Mas. We kunnen dat natuurlijk niet anders zien dan als een politiek proces. (Opmerkingen van Bart Caron)
Het gaat niet over Turkije. Turkije is tot nader order geen lidstaat van de EU. Artikel 17 is daar voorlopig niet van toepassing. Op Spanje is het wel van toepassing. Men kan zich ook vragen stellen bij een land als Roemenië, waar een sociaaldemocratische regering eerst via nooddecreten een normale rechtsgang tracht te beïnvloeden en amnestie tracht te verlenen voor misdrijven die duidelijk ook een politieke doelstelling hebben – nu tracht men dat via een normale parlementaire weg te doen.
Ik ben het er dus mee eens dat de lat hoger moet liggen. Maar hij moet dan wel even hoog liggen voor alle lidstaten en voor alle landen. Minister-president, de ‘peer view’ waar u het over had, is op dat vlak een heel goed instrument: we mogen er niet één land uitpikken en ons daarop helemaal focussen, terwijl we voor andere landen een oogje dichtknijpen. Het komt eropaan alle landen op dezelfde manier te behandelen en aan dezelfde hoge standaarden af te toetsen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Soens, ik heb niet gezegd dat het wordt geagendeerd op de volgende Raad. Ik heb gezegd dat het op de Raad zal worden geagendeerd als er daarover gerapporteerd is, als de zaak afgewerkt is.
Voor de rest denk ik dat we de werking van de Commissie daaromtrent moeten ondersteunen en onderschrijven. Dat is de goede aanpak. Ik heb hier in de zaal niemand gehoord die zo ver gaat als mijn collega Magnette. Hij zegt dat er een ‘Polxit, Hongrexit, Roumaxit en Bulgxit’ moet komen: een exit van de Polen, de Hongaren, de Roemenen en de Bulgaren. U kent het fameuze interview dat hij heeft gegeven aan Le Monde. Ik denk niet dat wij zo ver moeten gaan. We moeten er alles aan doen om die landen aan boord te houden, maar dan wel met de correcte naleving van de fundamenten die ten grondslag liggen aan de EU.
Mijnheer Van Overmeire, ik ben het met u eens dat het goed zou zijn om alle zorgwekkende evoluties op dat vlak onder ogen te nemen. U hebt verwezen naar de vervolging van een minister-president wegens het organiseren van een niet-bindend referendum. Dit vloekt met ons aanvoelen van de rechtsstaat. De voormalige hoofdredacteur van Knack, Frans Verleyen, werd ooit vrijgesproken nadat hij werd vervolgd vanwege het publiceren van een opiniepeiling in de zogenaamde ‘verboden periode’. Onze rechtbanken hebben daar komaf mee gemaakt door te stellen dat het een kwestie was van vrije meningsuiting en van vrijheid van opinie. De man werd vrijgesproken. Het verbaast mij dat een minister-president wordt vervolgd op die basis.
Mevrouw Soens, ik zou ook willen dat de ngo’s werk maken van wat gebeurt in Roemenië: de corruptiewetgeving die daar wordt aangepast op maat van een partij, de regerende partij. Er zijn inderdaad een aantal landen waarover we ons zorgen moeten maken. Ik hoop dat dat allemaal op gelijke voet behandeld wordt, zonder dat we zover moeten gaan als Paul Magnette, die zegt dat die vier landen er dan maar uit moeten. Ik denk het tegendeel. Er zijn in die landen toch nog altijd democratische verkiezingen. Ik geloof ook in de zuiverende werking van een verkiezing. Je hebt een meerderheid die komt, maar ook een meerderheid die gaat. Een meerderheid kan weggestemd worden. De kiezer heeft vaak een gezonde reactie op dat soort zaken. Laat ons toch blijven uitgaan van een vertrouwen in de zuiverende werking van de democratie. Maar laat ons ook vragen dat alle zorgwekkende evoluties in diverse landen op gelijke voet worden behandeld.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Het valt natuurlijk moeilijk te ontkennen dat er vandaag feiten zijn die de rechtsstaat in Polen en Hongarije uithollen, dat het verder gaat dan opinies. Ik gruw van een uitspraak als: ‘Je moet dat in zijn context zien.’ Dat zijn bewoordingen die ook worden gebruikt om beslissingen van Trump goed te keuren of in elk geval niet expliciet af te keuren. Ik zou toch willen vragen om daar heel correct in te zijn.
Tot slot wil ik hier nog aan toevoegen dat we met onze fractie een voorstel van resolutie hebben ingediend over de uitholling van de rechtsstaat in Polen, onder andere met betrekking tot de persvrijheid. Ik zou willen vragen om die binnenkort in deze commissie te agenderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.