Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de uitrol van slimme meters
Vraag om uitleg over de slimme meters
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, er is inderdaad al heel veel gezegd. Toch denk ik dat het goed is om de discussie ook hier nog eens te voeren. De Vlaamse Regering heeft de intentie om vanaf 2019 de slimme meters uit te rollen. Ondertussen is het duidelijk dat er een geactualiseerde kosten-batenanalyse zal worden gemaakt. Op dit moment is er nog geen, maar er zal er een komen.
Minister, in de laatste studie van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) stond dat slimme meters vooral voordelig zijn voor de ondernemingen. Ook eigenaars van zonnepanelen en mensen met een budgetmeter kunnen erop vooruitgaan. Uit de berekeningen en statistieken bleek dat residentiële klanten met laag en gemiddeld verbruik zouden verliezen. Hebt u daarover al denkpistes verricht of beslissingen genomen om er vooral voor te zorgen dat die mensen financieel niet zullen verliezen?
Er is al heel veel gezegd over een gefaseerde uitrol, maar tot op vandaag is het niet echt duidelijk hoe u dat concreet ziet. Hebt u er zicht op welke doelgroepen als eerste in aanmerking zullen komen? Welk tijdskader plant u hiervoor?
De heer Danen heeft het woord.
Tijdens de ministerraad van 3 februari werd de conceptnota ‘Digitale meters: Uitrol in Vlaanderen’ goedgekeurd.
Over de kosten en de financiering van deze uitrol van slimme meters is er al heel wat inkt gevloeid. Uit de nota blijkt dat op toegangspunten waar nieuwe decentrale productie wordt aangesloten, de kost voor het vervangen van de terugdraaiende teller ten laste zal zijn van de distributienetbeheerder. Bij bestaande prosumenten zal de plaatsing van de digitale meter ten laste zijn van het distributienettarief.
Minister, ik heb daarbij een aantal vragen. Ik neem aan dat we er in de toekomst wel vaker over zullen spreken. Maar momenteel heb ik de volgende vragen. Uit de tekst blijkt dat een aantal kosten of financieringen zullen worden gedragen door het al zwaar belaste distributienettarief. Aangezien de uitrol gefaseerd zal verlopen, zal ook het distributienettarief niet eenduidig te bepalen zijn. Hebt u zicht op de stijging van dat distributienettarief? Wat is de verwachting? Wat is het pessimistisch scenario, het optimistisch scenario? Is die stijging tijdelijk of zal ze een meer permanent karakter hebben?
De uitrol van batterijen kan helpen om de netbelasting te verminderen door de zogenaamde ‘peak shaving’. Maar zelfs met een stevige subsidie zullen de kosten vooral worden gedragen door de consumenten en prosumenten die deze batterijtechnologie installeren en zullen het vooral de netbeheerders zijn die hiervan profiteren. Het werken met gedifferentieerde afname- en injectietarieven zou het gebruik van batterijtechnologie aantrekkelijker kunnen maken.
Hoe zult u de uitrol van batterijen stimuleren? Wat zijn de verwachte dalingen van de systeemkosten?
Wordt er in de tender die uitgeschreven wordt voor de digitale slimme meters, rekening gehouden met de mogelijkheid om met gedifferentieerde injectie- en afnametarieven te werken? Wordt standaard in deze modaliteit voorzien of is dat eerder een optioneel gegeven?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik dacht dat mijn collega’s van groen en rood een veel omstandigere vraag zouden stellen over de digitale meters, aangezien ze het ook zo hebben aangevoerd in de media. Maar als ze dan plots in de commissie zitten … (Opmerkingen van Johan Danen)
Wacht maar? Nee, nee, uw volgend betoog is beperkter in tijd.
Er worden een aantal zaken op een hoopje gesmeten. Ik zal eerst beginnen met de vraag.
De uitrol van de digitale slimme meter is een noodzakelijke voorwaarde – met de nadruk op noodzakelijk – om de energietransitie te realiseren. Je kunt maar een slim netwerk en de batterijtechnologie – zoals ik zelf heb voorgesteld in mijn conceptnota rond batterijtechnologie – uitbouwen als je inderdaad een digitale meter hebt die later een slimme meter wordt. Bovendien weten we allemaal dat de huidige ferrarismeters bijna niet meer worden geproduceerd. In Tsjechië is er nog een klein bedrijfje dat kleine loten kan maken, maar meer is het niet. Dat betekent dat die sowieso moeten worden vervangen. Als je een aanvraag doet – en dat kan iedereen, met een paar telefoons – hoor je vanuit de markt dat de ferrarismeters eigenlijk al gedurende een paar jaar niet meer worden vervangen, omdat distributienetbeheerders erop rekenen dat zij die digitale meter snel mogen uitrollen.
Als we kijken naar wat de impact ervan kan zijn op het energielandschap, zoals we dat vandaag kennen, dan weet je ook dat de OPEX, in het eenvoudig Nederlands de exploitatiekost, in principe ook zal verminderen. Waarom? Men moet dan namelijk niet bij u langskomen om de meterstand te noteren en men kan veel gemakkelijker energie- of domiciliefraude aanpakken. De budgetmeters zullen verdwijnen, wat een vereenvoudiging is van het werk. De distributienetbeheerders zelf zullen ook veel gemakkelijker een storing exact kunnen lokaliseren, wat nu niet kan.
We hebben de discussie over de digitale slimme meter al meermaals gevoerd. We hebben ook altijd gevraagd om die studiefase af te ronden en knopen door te hakken over de modaliteiten. De keuzes die worden gemaakt, zijn immers bepalend voor de concrete toepassing. Met andere woorden, dat men het heeft aangepakt en sinds kort als conceptnota op de regering heeft beslist, daarover kan ik enkel verheugd zijn.
Er is afgesproken om vanaf 1 januari 2019 een gefaseerde omschakeling te doen. Men heeft gezegd dat men zou starten met nieuwbouw. En we moeten daar niet flauw over doen: bij nieuwbouw of wanneer u een verzwaring vraagt, betaalt u nu ook voor de teller. In de toekomst zal dat ook zo zijn. U krijgt dan geen ronddraaiende wieltjesteller, maar een digitale teller. Voor woningen met budgetmeter en eigenaars van zonnepanelen die in de eerste doelgroep zitten, zal het zijn ten koste van de distributienetbeheerder. Ik wil dat hier toch even verduidelijken. Sommige mensen vragen mij dan: ‘Hoeveel kost dat dan?’. En wat werd er allemaal gezegd? ‘1,7 of 2,7 miljard euro, op basis van een studie van vijf jaar geleden.’ Ik heb altijd gezegd in de commissie – u kunt dat nagaan in de verslagen – dat zo’n meter maximaal 50 euro mag kosten. En waarom zeg ik dat? Omdat die meters gewoon beschikbaar zijn op de markt. Ik kan die, bij wijze van spreken, gaan halen in de winkel.
Als je nu zou hebben gewerkt met twee distributienetbeheerders, die elk specifiek voor hun eigen doelgebied en eigen grondgebied, hun eigen specifieke meter zouden willen ontwikkelen, dan zou je inderdaad met veel te hoge kosten zitten. Maar men heeft in de conceptnota duidelijk gezegd: ‘Neen, daar gaan we niet voor.’
En als we grote hoeveelheden kunnen bestellen, zal die prijs volgens mij zelfs zakken naar ongeveer 30 à 35 euro per stuk. En dat is de kostprijs van een ferrarismeter.
Dan moet het nog worden geplaatst. Wel, die plaatsing kost geen geld. Waarom? Omdat men toch om de twee jaar bij u thuis langskomt om uw ronddraaiende wieltjesmeter te noteren. Door het concept dat nu op tafel ligt, zal men op dat ogenblik het toestel plaatsen. De vraag zal eerder zijn, in functie van de looptijd voor de uitrol: ‘Heeft men voldoende personeelscapaciteit binnen Eandis en Infrax om het inderdaad te doen?’ Of het dan acht, negen of tien jaar duurt, zal moeten blijken uit de volgende stappen. Maar dat is niet de kost.
En dan heb je nog de exploitatiekost voor de ‘backend’. Dat signaal moet namelijk worden doorgestuurd naar een centrale computer. Die centrale computer zal die gegevens doorsturen naar Atrias. En alle leveranciers kunnen dan inspelen op Atrias en bij u thuis langskomen.
Wilt u meer kunnen doen met uw digitale meter, dan kunt u een app, zoals Smappee vanuit bepaalde leveranciers, krijgen of aanschaffen. Ik weet niet hoe dat zal werken. Het is een spel van de markt. De leveranciers zullen op dat moment zeggen: ‘Kom bij mij, dan krijgt u van ons een app.’ Dan kunt u inderdaad bijvoorbeeld huishoudtoestellen aansturen via bluetooth. Via de media krijg ik dan de opmerking: ‘Momentje. Moeten de mensen dan nieuwe huishoudtoestellen kopen?’ Neen, daarover gaat het niet. Het gaat over het moment waarop u er nieuwe koopt. En waarom zijn ze nu dan niet op onze markt? Dat is simpel: omdat er geen markt voor is. Maar iedereen heeft een bluetooth in zijn gsm. Dat is gratis. Dat zit er standaard in. Dat zal er in de toekomst standaard in zitten voor huishoudtoestellen.
Om de kosten te drukken, kun je kiezen voor een basismodel. Al de rest komt erbovenop.
Minister, om de discussie te vervolledigen, zodat het voor eens en altijd duidelijk is – als ik het zo mag uitdrukken –, stel ik u hier de vragen, waarop u dan uitgebreid kunt antwoorden.
Hebt u een idee van de kostprijs van de totale uitrol, zowel voor de investering als de exploitatie, van de digitale, eventuele slimme meter in de toekomst, maar ook van de mogelijke opbrengsten?
Hoe ziet u de uitfasering van de terugdraaiende teller? Dat zal een discussie blijven voor de mensen met zonnepanelen.
Welk plan van aanpak en planning stel u voorop voor de algemene uitrol van de digitale slimme meter in Vlaanderen?
Welk regelgevend kader moet u daar nog voor uitwerken en aanpassen?
Hoe zult u ervoor zorgen dat de markt van de energiediensten, die voortbouwt op de functionaliteit van de digitale slimme meter, zich kan ontwikkelen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, mijn woordvoerder is momenteel ziek. Als u even wat vrije tijd hebt, kunt u haar misschien komen vervangen? Dat zou mij wel helpen. Ik dank u voor de toelichting die u al hebt gegeven aan de collega’s.
Geachte leden, vanuit de parlementaire reflex die me eigen is, is het eerste dat ik heb gedaan, de vrijdag door de Vlaamse Regering goedgekeurde conceptnota zo snel mogelijk bezorgen aan de parlementsvoorzitter, de heer Peumans, zodat ook het parlement daar in alle openheid kennis van kon nemen. Het staat u uiteraard vrij om over die conceptnota en over al die zaken hoorzittingen te organiseren, want dit is inderdaad een zeer belangrijk onderwerp en ik vind dat u zich niet genoeg kunt informeren over een aantal zaken, die af en toe toch wel vrij technisch zijn.
Ik heb ondertussen vorige week in de pers gelezen dat bij onze noorderburen de 3 miljoenste slimme meter is geplaatst, wat alleen maar bewijst dat wij op dat vlak op dit moment absoluut geen enkele voorsprong hebben, zij het dat we natuurlijk hebben kunnen leren uit een aantal zaken die in andere landen zijn gebeurd die veel sneller zijn gegaan. Ik hoor mensen af en toe zeggen dat in Nederland dit en dat gebeurt, maar in Nederland heeft men duidelijk een andere keuze gemaakt. Mijnheer Beenders, ik hoor u zeggen dat je in Nederland een slimme meter kunt weigeren. Wat krijg je dan, mijnheer Beenders? (Opmerkingen van Rob Beenders)
Een digitale meter, juist, en dat is net hetgeen ik heb gedaan. Maar goed, het is straks aan u. Ik zal eerst antwoorden.
De VREG is onmiddellijk gestart met de actualisatie van de kosten-batenanalyses voor de uitrol van de digitale meters in Vlaanderen. Er zijn uiteraard nog geen resultaten beschikbaar. Ik zal dus niet vooruitlopen op de kosten en opbrengsten. Het is echter zonder meer positief te noemen dat de VREG vrijwel onmiddellijk start met de herziening van de kosten-batenanalyse. Dat is ook wel nodig, want de cijfers die in de media werden gehanteerd, zijn absoluut niet meer juist en ook niet meer actueel. Ik betreur dat men dat gebruikt om de mensen bang te maken, maar ik merk wel zeer duidelijk een grote wil om vooruit te gaan met dit dossier, zowel bij de netbeheerders als bij de administratie, en ook bij de leveranciers, ook bij VREG en ook nog bij veel andere actoren die ik niet opsom.
Ik heb ook gemerkt dat de manier van oppositie voeren over zo’n belangrijk onderwerp kan verschillen. Mijnheer Danen, u stelt ook vragen, constructief-kritisch. Ik waardeer dat ook. Ik zeg u dat nu eens openlijk hier in de commissie. Ik wil u daarvoor feliciteren. Er is een verschil tussen mensen bang maken en desinformeren, en op een goede, positieve, constructieve manier kritische vragen stellen. Mijnheer Beenders, van mij mag men zo kritisch zijn als men wil, maar ik heb het echt gehad met mensen die constant de bevolking desinformeren. Ik meen dat.
Het is de bedoeling dat de Vlaming zo veel mogelijk de digitale meter zal inzetten om een transitie van het energiebeleid te realiseren. Het staat voor mij vast dat wie zijn digitale meter op een slimme manier inzet en gebruikt, daaruit sowieso voordelen zal kunnen halen qua energie-efficiëntie, en dat er flexibiliteit zal worden gerealiseerd. Ik heb nooit gezegd dat deze digitale meter op zich automatisch zal zorgen voor energiebesparing. Nooit. Ook niet die ene procent. En als het 1 procent is, dan ben ik daar ook al tevreden mee. Ik zeg echter heel duidelijk dat het zal afhangen van de gebruiker zelf, van de manier waarop hij daarmee omgaat, of er daadwerkelijk veranderingen qua energie-efficiëntie zullen worden gerealiseerd.
Per 1 januari 2021 zal de compensatieregeling verbonden aan de terugdraaiende teller voor nieuwe installaties vervallen. Het blijft wel de bedoeling dat de rendabiliteit van nieuwe installaties gegarandeerd blijft. Zoals ook in de conceptnota werd vermeld, zal er een compenserend systeem worden uitgewerkt.
Het lijkt me nogal logisch dat, als we vandaag de bevolking massaal mobiliseren om zonnepanelen te plaatsen, we er zelf voor zullen moeten zorgen dat we het vertrouwen bij de bevolking ook kunnen garanderen. Als ik zie wat er ook op dat vlak qua desinformatie de wereld is ingestuurd … Ik zie hoeveel mensen mij vandaag vragen stellen. Die website ontploft, en dat gaat hoofdzakelijk over mensen die bang zijn omdat de terugdraaiende teller wordt afgeschaft. Ik ga daar niet meer over zeggen, maar ik ben daar in feite oprecht boos over.
Ook bij bestaande prosumenten zal een digitale meter worden geplaatst, en uiteraard ook bij de installatie van nieuwe decentrale productie-eenheden. Ook bij de plaatsing van budgetmeters en de vervanging van bestaande actieve budgetmeters zal er een digitale meter worden geplaatst. Ik heb het al in vorige commissievergaderingen gezegd: sommige organisaties vrezen dat dit een middel wordt om mensen die in een moeilijke situatie zitten, het nog moeilijker te maken, maar ik ben ervan overtuigd dat een dergelijk systeem kan helpen bij de strijd tegen armoede, tegen energiearmoede. Het is natuurlijk maar hoe je het allemaal bekijkt, het is de manier waarop je daarmee omgaat.
Ook bij nieuwbouw, wat nogal logisch is, ook ingrijpende renovaties en ook bij een verplichte metervervanging – als die stuk is, gaan we een nieuwe plaatsen – zal uiteraard onmiddellijk een digitale meter worden geplaatst.
Aanpassingen zijn in voorbereiding voor het Energiedecreet. Daarnaast zal ook het Energiebesluit moeten worden gewijzigd en zal ook aan de VREG moeten worden gevraagd om het Technisch Reglement Distributie aan te passen. Het is echter mijn bedoeling om hierin snel stappen vooruit te zetten. We hebben echt geen tijd meer te verliezen. Op dit moment heb ik op basis van de conceptnota al een brede stakeholdersconsultatie opgestart. Alles wat werd gevraagd op de dag voor ik mijn conceptnota aan de regering heb voorgelegd, stond in mijn conceptnota. Het enige dat ik natuurlijk niet kon doen, en ook niet mocht doen, was mijn conceptnota openbaar maken voor ze voor te leggen aan de regering. Ik heb echter duidelijk hier in de commissie gezegd wat mijn bekommernissen waren. Ik heb ze ook allemaal meegenomen. Je belandt dus in de zotte situatie dat er op donderdag mensen bang worden gemaakt – er zou geen overleg zijn, er zou geen kosten-batenanalyse zijn, het zou allemaal veel te duur kunnen worden –, terwijl de dag erop alles in die conceptnota stond en alle vragen werden beantwoord. Dus, wie spreekt er dan voor zijn beurt?
Ik heb ook formeel advies gevraagd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Ik heb formeel advies gevraagd aan de Minaraad. Ik heb formeel advies gevraagd aan de VREG. Ik heb formeel advies gevraagd aan de Privacycommissie. Ook de voorbereidingen voor een armoedetoets zijn opgestart. U merkt het, ik heb helemaal niet stilgezeten. Ik heb alles gedaan waar iedereen aan had gedacht. Ik heb niets nieuws gehoord waaraan ik had moeten denken.
De markt van de energiediensten kan zich ontplooien via de koppeling van de digitale meter met achterliggende energiebeheersystemen. Dat zijn de zogenaamde Central Energy Management Systems (CEMS). Dat is een vrije markt. Dat dat een vrije markt blijft, is ook een bewuste keuze. In andere landen is dat anders, maar wij hebben een duidelijke keuze gemaakt dat dit een vrije markt is, waarop de concurrentie kan spelen tussen de verschillende aanbieders van energiediensten. De distributienetbeheerders zullen dus geen commerciële activiteiten kunnen ontplooien. Ik heb hun dat ook al duidelijk meegedeeld. Ze moeten op de meest flexibele manier de data ter beschikking stellen van de commerciële bedrijven, voor facturatiedoeleinden, maar ook om de diensten te kunnen uitrollen. Ik besef dat het een zeer grote verantwoordelijkheid is voor de netbeheerders om een dergelijk systeem op te zetten. Ik zal de evoluties dan ook van nabij opvolgen. Bovendien zal ook de VREG toezicht houden op het databeheer. De leveranciers, die heel geïnteresseerd zijn om energiediensten verder uit te bouwen, zullen ook worden betrokken bij de verdere vormgeving van het regelgevend proces, via de begeleidende stuurgroep. Tot daar het algemene antwoord.
De heer Beenders had ook een bijkomende vraag gesteld betreffende de laatste studie van de VREG. Mijnheer Beenders, dat is een verkeerde lezing van het rapport van de VREG. Ik laat zelfs in het midden of dat een bewuste of onbewuste verkeerde lezing is – ik geef u nog het voordeel van de twijfel –, maar ik vermoed dat u dit zelf ook wel beseft. Ik zal nog eens zeggen dat ik met u persoonlijk geen probleem heb. It’s the duty of the opposition to oppose. Maar ik vind het fout om oppositie te voeren en tegelijkertijd de bevolking te desinformeren. Ik vind dat ook een ongelooflijk grote verantwoordelijkheid van de media. Ik heb in dat dossier dingen zien gebeuren waarvan ik mezelf afvraag hoe dit mogelijk is en op basis waarvan dit gebeurt.
Het rapport van de VREG beschrijft de maatschappelijke kosten en baten ten gevolge van de uitrol bij bepaalde doelgroepen, maar niet het specifieke effect op de doelgroep zelf. De studie van de VREG dateert overigens van meer dan drie jaar geleden. Het is ook niet opportuun om op basis van die cijfers conclusies te trekken, zeker niet wanneer het beleid grondig bijgestuurd is. Ondertussen zijn er prijsevoluties, zijn er technische en technologische evoluties, zijn er marktevoluties, zijn er keuzes gemaakt inzake functionaliteiten die een impact zullen hebben op de kosten en de baten van de digitale meter. Het is nu pas als de keuzes door de regering zijn gemaakt over hoe we dit zullen aanpakken, dat het aan de VREG is om de analyse te maken, en niet vooraf. Zoals eerder gezegd, de VREG heeft onmiddellijk die werkzaamheden gestart.
U stelt dat men hiermee al klaar kon zijn en dat ik hiermee al klaar kon zijn, maar ik ben het daar absoluut niet mee eens. Dit moet toch gebeuren door een onafhankelijke organisatie? Vond u misschien dat ik zelf de berekening moest maken? Dat zou toch absoluut niet objectief zijn? De minister heeft een plan, maakt zelf zijn berekeningen en zegt: voilà, dit is het.
Ik heb in mijn communicatie ook altijd gesproken over een inschatting. Dat werd me ook al kwalijk genomen. Zoals de heer Gryffroy zei, mocht ik niet zeggen dat een digitale meter vandaag in de handel 50 of 60 euro kost. Dat mag niet gezegd worden, want dat is er met de ‘klak’ naar slaan. Ik ben het dus absoluut niet eens met uw redenering.
We hebben binnen de regering een akkoord gemaakt over marktrollen. We hebben een akkoord gemaakt over een gefaseerde uitrol. We hebben een akkoord gemaakt over de functionaliteiten van de digitale meter. We hebben op basis van deze principes een kosten-batenanalyse nodig die opnieuw zal moeten worden gemaakt. Ondertussen blijft u in de media foute cijfers gebruiken. U blijft met foute cijfers uitpakken. U blijft de cijfers doelbewust verkeerd hanteren. Wat u doet, is de mensen zand in de ogen strooien.
Ook de heer Danen had een bijkomende vraag. Mijnheer Danen, batterijen zijn inderdaad de laatst ontbrekende schakel in een modern energiesysteem. Daar ben ik samen met mijn coalitiepartners absoluut van overtuigd. Ik werk hierbij inderdaad op twee sporen. Het nieuwe compenserende systeem waarin zal worden voorzien vanaf 2021, zal hier duidelijk aandacht voor moeten hebben. Ik blijf de ontwikkelingen van de batterijen van zeer nabij opvolgen, zodat we daar ook direct op kunnen inspelen.
Ik ben trouwens de dag van de goedkeuring van mijn conceptnota op terreinbezoek geweest in het Engie-lab in Linkebeek waar ik al een aantal functionaliteiten heb kunnen zien. Mensen zijn daar dag in, dag uit mee bezig. Onderzoekers werken daar wereldwijd hard aan verder.
Inderdaad, in deze functionaliteit is effectief voorzien. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen gedifferentieerde energieprijzen en een differentiatie van nettarieven. Dat laatste hangt samen met de keuze voor een tariefstructuur en een tariefmethodologie. Zoals u weet, is dat niet mijn bevoegdheid maar die van de regulator. Uiteraard moeten we elkaar geen Liesbeth noemen: het hangt samen. Dit zal sowieso een belangrijke rol spelen in de toekomst.
Ik herhaal dat het parlement in alle openheid kan vragen om inzake de conceptnota Digitale Meters hoorzittingen te organiseren en eventueel experts in deze parlementaire commissie aan het woord te laten. Ik heb niet alle antwoorden. Ik ben een minister, maar niet in alles een expert. In sommige dingen wel, voorzitter. (Gelach)
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Deze legislatuur is natuurlijk niet gestart toen u de eed hebt afgelegd als minister van Energie. Als er kritiek of commentaar is of als er parlementair werk wordt verricht, dan lijkt het steeds alsof alles wat uw voorgangster heeft gedaan, niet meer meetelt. U refereert steeds aan de dingen die u hebt gedaan. In het verhaal van de slimme meters lag er een kosten-batenanalyse op tafel. Die werd afgerond op het einde van de vorige legislatuur. Op basis van die resultaten werd er door de regering beslist om niet te kiezen voor een algemene uitrol. Uw opvolgster heeft een paar maanden nadat zij de eed had afgelegd, gecommuniceerd dat ze resoluut wilde gaan voor een uitrol van de slimme meters in Vlaanderen. Er werden binnen uw eigen meerderheid vragen gesteld over de kostprijs. De heer Bothuyne heeft toen benoemd dat de kostprijs kon oplopen tot 1,5 miljard euro en dat er geen cijfers waren die konden verantwoorden om die slimme meters sneller uit te rollen voor iedereen. Er zou moeten worden gekeken naar bepaalde doelgroepen.
Ik stel me dan ook de vraag wat er gebeurd is tussen die aankondiging en uw conceptnota. Niks. Als u mij verwijt verkeerde cijfers de wereld in te sturen en de mensen bang te maken, had er dan toch voor gezorgd dat die kosten-batenanalyse er lag op het moment dat de conceptnota voor de regering werd gebracht. Dan hadden we de juiste cijfers. Daar gaat onze kritiek over. Onze kritiek gaat er niet over of we resoluut tegen de slimme meters zijn. Het gaat over de manier waarop dit dossier is aangepakt. Er is de afgelopen twee jaar niets gebeurd. Niks. Er zijn geen berekeningen gemaakt. Waarom kon deze kosten-batenanalyse niet geactualiseerd worden, als ik nu in deze commissie hoor hoe gemakkelijk het moet zijn om te berekenen wat de uitrol van de slimme meters zal kosten? Mocht die kosten-batenanalyse of enige andere gefundeerde berekening mee op de tafel hebben gelegen, dan hadden we een heel andere discussie. Dat is het enige verwijt dat we u kunnen maken in dit verhaal. U legt een goede conceptnota neer. Er is geen discussie over de inhoud van die conceptnota, maar het is gewoon te mager. De afgelopen twee jaar hadden gebruikt moeten worden om cijfers op tafel te leggen. Er is gewoon niks gebeurd. Dan hadden we vandaag een heel andere discussie gehad. (Opmerkingen van minister Bart Tommelein)
Helemaal niet, als we cijfers hadden gehad, hadden we een heel ander verhaal. Nu moet er nog begonnen worden aan de cijfers terwijl er een heel goed document op tafel lag op het einde van de vorige legislatuur.
Het capaciteitstarief waarvan de VREG heeft beslist om er verder onderzoek naar te voeren, is een belangrijk onderdeel om die kosten-batenanalyse van de slimme meters te maken. Hoe matcht u de bijkomende onderzoeken voor het capaciteitstarief met de kosten-batenanalyse die de VREG maakt? Waar zullen die elkaar vinden? Hoe ziet u de timing om ervoor te zorgen dat de kosten-batenanalyse ook met de invoering van het capaciteitstarief voldoende rekening houdt?
De heer Danen heeft het woord.
Er liggen inderdaad nog heel wat vragen open. De reden waarom mijn vraag relatief beperkt was in eerste instantie, is natuurlijk omdat de conceptnota op heel wat vragen al een antwoord geeft. Ook de minister heeft daarna nog antwoorden gegeven. Hij heeft ook gezegd op welke vragen hij geen antwoord kon geven omdat er nog studies moesten gebeuren of omdat de VREG verantwoordelijk is. Mijnheer Gryffroy, vandaar de beperkte aard van mijn vragen.
Zoals u weet, ben ik positief ingesteld wat betreft de slimme meter. Maar een slimme meter past natuurlijk in een slim net. Een slim net is nodig als we meer decentrale energie willen, en dat willen we toch allemaal, dus meer zon, meer wind en meer geothermie. Een slimme meter past in zo’n slim systeem. Natuurlijk gaat het niet van vandaag op morgen, maar we kunnen zeker leren – daar treed ik u in bij, wat zeker niet in alles zo is – van de voorbeelden uit het buitenland. Zo zijn er dingen de mist in gegaan op vlak van privacy. Dat zijn heel belangrijke elementen, en u geeft aan er ook rekening mee te willen houden. We kunnen natuurlijk ook niet anders. In Nederland en Italië zijn er heel wat dingen gebeurd die eigenlijk niet door de beugel kunnen. Ik hoop dat we op dat vlak kunnen leren en bijsturen.
Ik blijf met heel wat vragen zitten en ik wil in dit parlement graag hoorzittingen houden omtrent de slimme meters. Ik zal dat straks ook vragen tijdens de regeling van de werkzaamheden.
Ik wil ook de VREG in dit parlement, niet alleen om te spreken over het capaciteitstarief of hoe zij dat zien, maar ook om te kijken hoe we op een constructieve manier met de VREG kunnen samenwerken, want ik wil niet in een discussie of een positie geraken waarin we met een wit blad beginnen, wij tegen hen. We moeten proberen samen te werken om te komen tot een goed energiesysteem op een manier waar we ons beide kunnen in vinden, rekening houdend met de Europese regelgeving.
Er is voor iedereen een nieuw gegeven: de VREG valt nu onder het parlement, zowel voor de toekomstige voorzitter en de raad van bestuur als het parlement is dit een nieuwe situatie. Het is goed om van bij het begin de violen gelijk te stemmen en na te gaan hoe we binnen het wetgevend kader op een goede manier kunnen samenwerken. Ik wil daar ook snel mee beginnen – laat ons zeggen: na het krokusreces – om na te gaan hoe we een aantal dingen kunnen bijstellen om te voorkomen dat we in een situatie komen dat het debat heel erg gepolariseerd geraakt. Ik denk dat weinig mensen daarbij te winnen hebben.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Beenders, op pagina 4 van de conceptnota staan er twee grafieken over de netto contante waarde geactualiseerd door de VREG, waarin duidelijk wordt dat de actualisatie positief is bij een vertraagde uitrol voor de algemeenheid maar een versnelde uitrol voor de specifieke doelgroepen. Dat is een actualisatie van 2013-2014 door de VREG. Dat dit nog in detail moet gebeuren voor bepaalde zaken, dat klopt ook.
De distributienetbeheerders moeten testen kunnen doen om bijvoorbeeld te weten hoeveel digitale meters zij in een appartementsgebouw met 32 eenheden kunnen plaatsen met één persoon. Dat zal bepalen hoeveel capaciteit en mensen ze nodig hebben en dat kan bepalend zijn voor de duur van een normale uitrol van alle anderen buiten de specifieke doelgroepen.
De heer Bothuyne heeft op 11 juli 2015 in de pers gereageerd nadat toenmalig minister Turtelboom in Italië een digitale meter had gezien. Dat was daar een totaal andere context, want in Italië werd er algemeen gefraudeerd met tellers en daarom heeft men beslist om de digitale meter massaal te installeren. De heer Bothuyne heeft toen zijn bezorgdheid geuit op basis van de vroegere studie onder de bevoegdheid van toenmalig minister Van den Bossche. Als we dat concept gaan toepassen op het probleem van Italië, dan zou dat wel eens veel geld kunnen kosten.
Ik heb toen onmiddellijk door middel van verschillende vragen om uitleg altijd mijn opmerkingen gegeven: dat concept van Van den Bossche, vergeet dat, we moeten overgaan naar iets dat gewoon op de markt al bestaat en niet toelaten dat Eandis en Infrax en andere elk hun eigen metertje bouwen, elk met hun eigen communicatiesysteem. We gaan naar één teller die beschikbaar is op de markt. Die moet natuurlijk voldoen aan bepaalde specificaties, en dat komt er nu uit, en de communicatie gebeurt dan via het GPRS-signaal (General Packet Radio Service) of het radiosignaal.
Toen al, in de studie van Van den Bossche, was er sprake van dat we moesten oppassen dat het doorsturen van gegevens op geen enkel moment faalt, want dan hebben we gedurende een uurtje eventueel een zwart gat. Ik heb toen nog gereageerd in de commissie dat dit eigenlijk waanzin was. Nu hebben we algemeen over heel Vlaanderen gedurende 8760 uur een zwart gat, we weten gewoonweg niets van wat er ogenblikkelijk gebeurt. Als er dan een uurtje wegvalt van het GPRS-signaal, maar het toch gestockeerd wordt en achteraf wordt doorgestuurd, ‘what’s the problem?’. In die context is de digitale meter inderdaad enorm geëvolueerd qua prijs.
Het gaat inderdaad over zes mensen in energiearmoede. Ik ben recent nog bij zo’n gezin geweest, gewoon omdat ik het eens wou zien. Als de energiesnoeier daar de lampen wil vervangen door een ledlampje of door een spaarlamp, dan is de reactie: ‘Weet u, ik weet nu niet hoeveel ik ga besparen. Ik weet dat pas volgend jaar bij mijn eindafrekening’. Nu kunnen we tegen die mensen zeggen: ‘U kunt het onmiddellijk zien, een dag later, door de digitale meter, of u minder verbruikt hebt’. Dat is een enorm voordeel naar bewustwording bij die mensen.
Het toekomstige energietransitieverhaal, zoals ik het ook heb aangekondigd in de begrotingsbesprekingen, dat we zowel flexibele prijzen als batterijen als de digitale meter als het prosumententarief hebben, waardoor mensen meer gaan verbruiken op het moment dat ze zelf produceren of wanneer het net zegt dat het nuttig is van te produceren, is één verhaal. De truc die u toepast om het in vele kleine stukjes te kappen en dan nog op elk stukje een beetje zout te strooien, is totaal niet correct van u.
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Beenders, het is niet zo onschuldig als u het voorstelt. U bent wel ten strijde getrokken tegen alles wat u kon vinden om ‘ambras’ over te maken. U kreeg het niet over uw gebenedijde lippen om te zeggen: ‘Ja, mijnheer Schiltz, ja minister Tommelein, ja collega’s, de digitale meter zal en moet er inderdaad komen, maar let op, wij zijn het eens met u dat het een geleidelijke uitrol zal zijn’. Dat staat in de conceptnota. Wij zijn het met u eens dat we moeten opletten welke doelgroep op welk moment getroffen moet worden, ook dat staat in de conceptnota.
Of meent u het oprecht dat we hadden moeten zeggen: ‘Ja, die studies van een aantal jaar geleden, die waren interessant, maar daar kijken we niet naar’ – misschien had u dat beter wel gedaan –, of: ‘Die studie van 2014 was ook interessant, maar daar kijken we niet naar’ en ‘Nee, we bestellen een nieuwe studie’. We gaan aan de VREG vragen, zonder dat er een beslissing is, om alle scenario’s te berekenen, om alle mogelijke digitale slimme, superslimme, turboslimme, domme meters op een rijtje te zetten en om alle mogelijke scenario’s te berekenen hoe het netwerk daar wel of niet op past, met alle mogelijke scenario’s van decentrale productie, met alle mogelijke ondersteuningsmechanismen. Dat hadden we kunnen vragen. Dan zou de VREG nog een paar jaar zoet geweest zijn met dat allemaal in kaart te brengen, en dan zouden misschien uw kinderen, als ze hier ooit aan politiek zouden doen, kunnen beslissen welke meter ze uiteindelijk gaan uitrollen.
Er is met deze conceptnota afgebakend, op basis van ervaringen en expertise die uit vorige studies is gehaald, welke richting het wel moet opgaan en welke het niet moet opgaan, nota bene de richting waarover u staat te roepen.
Het is het goedkoopste model. Het zorgt ervoor dat de investeringsmotivatie bij zonnepaneleneigenaars niet wordt gefnuikt. Het zorgt dat er geen verborgen kosten zijn. Het zorgt dat er geen nadelige sociale effecten zijn. Dat is de richting waarin de regering verder wil gaan. Binnen dat segment heeft de regering aan de VREG gevraagd om na te gaan welke de parameters binnen die scope zijn en hoe we die in de gaten moeten houden om te voorkomen dat het toch niet zou lukken. Dat is wat er vandaag gebeurt.
Als u dus zou zeggen dat u als socialisten bezorgd bent over het een of ander, dan zou ik dat kunnen begrijpen. Maar u doet dat nu niet. U zoekt een stok om te kunnen slaan, en dat is geen constructieve manier om oppositie te voeren. De digitale meter – dat weten we allemaal – komt er sowieso, of we dat nu willen of niet. De oude meters worden niet meer gemaakt. Als u met ons naar een hernieuwbare energietransitie wil gaan – wat ik ook denk, want we hebben samen een klimaatresolutie onderhandeld – dan is de digitale meter nodig. U spreekt van een capaciteitstarief. Hoe denkt u dat er gegevens kunnen worden verzameld om een degelijk capaciteitstarief op te bouwen? Zonder data geen tarief. Het is een beetje een catch 22. Maar de minister heeft duidelijk een voorzichtige uitrol, maar een concrete uitrol, van de digitale meters voorgesteld, constant gemonitord en verfijnd door de studie van de VREG. Dat is de enige verstandige manier om dat pad in te slaan.
Collega Beenders, u bent een fijne collega. Ik verdenk u niet te veel van intellectuele oneerlijkheid, maar alstublieft, zoek toch geen stok om per se de regering te willen slaan wanneer ze niets fout doet.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik heb gemerkt dat de heer Gryffroy niet alleen woordvoerder is van de minister, maar ook nog namens mezelf op een en ander commentaar geeft, waarvoor dank.
Collega’s, we zijn het er allemaal over eens dat wat de regering heeft goedgekeurd met betrekking tot digitale en slimme meters, ook een slimme conceptnota is. De keuzes die daarin staan, worden gedeeld over alle fracties die hier in deze commissie zitten. Ik heb dat toch zo horen zeggen door zowel collega Beenders als collega Danen, en uiteraard staat de meerderheid mee achter de keuzes die hierin worden gemaakt. Dat we niet over één nacht ijs gaan en het allemaal ook nog eens opnieuw laten narekenen met een aangepaste kosten-batenanalyse, maakt duidelijk dat we grondig werk leveren zonder dat we dit nog lang kunnen laten liggen. Er is niet alleen de noodzaak om over te schakelen op digitale meters in functie van de uitbouw van het slimme netwerk waar we allemaal voorstander van zijn, maar ook om het simpele feit dat de oude meters niet meer worden gemaakt.
Het kan een strategisch voordeel zijn om een volger te zijn als we het vergelijken met andere landen in Europa. We kunnen leren van de fouten die anderen hebben gemaakt. We kunnen ook genieten van een aantal prijsvoordelen als de markt is geëvolueerd. Toen in 2015 plots in de krant stond dat we de slimme meter gingen uitrollen, reageerde CD&V inderdaad met een zekere voorzichtigheid omdat op basis van een aantal gefundeerde overwegingen keuzes moeten worden gemaakt bij de uitrol van die slimme meter. Die zijn nu gemaakt. Die zijn nu vervat in deze conceptnota die onze volle steun heeft.
Ik steun ook het idee om een hoorzitting of hoorzittingen te organiseren. Ik denk wel dat het nuttig is om nog enkele weken te wachten en niet te snel ons kruit te verschieten. De kosten-batenanalyse zal ongetwijfeld niet lang op zich laten wachten. Als we die cijfers hebben, kunnen we alle betrokken actoren in hoorzittingen horen, niet alleen de netbeheerders maar ook de partijen waarvan wij verwachten dat ze uiteindelijk, op basis van dat slimme net en die digitale meters, op de markt actief worden en mee de voordelen die de digitale meter kan bieden voor de consument, gaan waarmaken. We moeten er alles aan doen om die markt goed te organiseren: concurrentie mogelijk maken, transparantie mogelijk maken en ervoor zorgen dat het op die manier voor elke energieconsument een effectief voordeel heeft om zo’n slimme meter in huis te hebben en zich in te schakelen in het slimme net van de toekomst.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik kan natuurlijk niet ontevreden zijn. Als ik de commissie in haar totaliteit beluister, dan is er opnieuw unanimiteit dat het een fantastisch goede conceptnota is. Ik ben niet onbescheiden van aard. Ik ben daar zeer gevoelig voor. U maakt mijn dag goed. Zelfs de heer Beenders vindt na alle heisa dat het een zeer goede conceptnota is. Ik moet u daarvoor bedanken dat u dat doet.
Maar, mijnheer Beenders, ik begrijp dat u een beetje uw weg moet zoeken na zoveel jaren in de meerderheid. Ik begrijp dat, want tot twee jaar geleden zat ik ook in de oppositie in dit parlement. Het is niet gemakkelijk om oppositie te voeren als je enkele jaren lang verantwoordelijkheid in de meerderheid hebt gedragen. Ik heb begrip voor uw situatie. De heer Danen zit in een iets gemakkelijker positie, want het is lang geleden dat zijn partij nog heeft deelgenomen aan een regering. Ik herinner me dat ook nog zeer goed. De legislatuur nadien had u zelfs niet eens de opportuniteit om daarvan te bekomen, want hij zat op dat moment zelfs niet meer in het parlement.
Ik wil maar zeggen, mijnheer Beenders, dat er op een bepaald moment in de keuzes die je maakt – ik ga nu niet belerend doen, ik ben iets ouder dan u, ik heb iets meer ervaring – grenzen zijn aan de dingen die je kunt doen. Er bestaat nog zoiets als politiek fatsoen en je moet ook nog politiek geloofwaardig blijven. U bent ten strijde getrokken tegen digitale meters en hebt dan hier doodleuk gezegd dat het een goede conceptnota is. Dat is voor u toch niet zo eenvoudig. Waar ik het heel moeilijk mee heb: bij gebrek aan een been om nog op te staan, begint u maar met mijn voorganger, mevrouw Turtelboom, aan te vallen in deze commissie. Ik vind het eerlijk gezegd nogal beschamend. Mevrouw Turtelboom heeft ontslag genomen, is weg, en ik vind dat haar proces hier absoluut niet meer moet worden gemaakt door de oppositie.
U moet het vanaf nu met mij doen.
En ik zal heel eerlijk zijn, mijnheer Beenders. Ik krijg in de media regelmatig wat lof omdat ik het zeer daadkrachtig aanpak en een aantal zaken heel snel aanpak. Weet u hoe dat komt, mijnheer Beenders? Omdat minister Turtelboom, vóór mij, heel veel had gedaan. Er lagen heel veel zaken klaar. Heel veel zaken waren in orde om onmiddellijk aan te pakken.
Trouwens, dat u zo spreekt, is ook een vernedering voor al die mensen die vandaag deel uitmaken van mijn kabinet. De mensen die minister Turtelboom hebben ondersteund, ondersteunen mij vandaag nog altijd. U spreekt dus wel over dezelfde mensen! Beseft u dat wel? Die mensen hebben hard gewerkt, keihard. Ze hebben een heel moeilijke periode doorgemaakt. Ze hebben een wissel van ministers moeten meemaken en plukken nu eindelijk de vruchten van al het werk dat ze in de voorbije jaren hebben verricht. En dan komt u hier doodleuk vertellen dat die mensen in feite de laatste twee jaar niets hebben uitgestoken. Ik vind dat in uw plaats beschamend.
Mijnheer Beenders, ik sta ervoor bekend dat ik altijd voor mijn mensen zal opkomen. Ik heb dat gedaan in de private sector, waar ik jarenlang een leidende functie heb gehad. Dat heb ik gedaan in de Kamerfractie, toen ik de Kamerfractie heb geleid. Ik heb dat gedaan in de Senaatsfractie, toen ik de Senaatsfractie heb geleid, net zoals ik dat heb gedaan in de Vlaamse fractie. Ik kom altijd op voor mijn mensen en ik zal dat blijven doen. Ik doe dat vandaag ook. Ook voor mijn voorganger, minister Turtelboom, die een zeer moeilijke periode heeft moeten doormaken. Ik zal het niet hebben over de oorzaak van die moeilijke periode.
Ik denk dat u heel goed weet dat ik in de conceptnota niet kies voor een algemene uitrol. U moet maar eens bekijken hoe we het aanpakken. Uiteraard zullen we starten met nieuwbouw. Als we geen oude meters meer hebben, mijnheer Van Campenhout, en we moeten nieuwe meters plaatsen, wat doen we dan? Tja, de nieuwe meters plaatsen. Dat zijn de eersten die aan bod zullen komen. Mensen die grote renovatiewerken doen, dat zijn de eersten die aan bod zullen komen. De budgetmeters, omdat we denken dat dat zal helpen in de strijd tegen armoede. Vandaag moeten we naar die mensen gaan om een aparte budgetmeter te plaatsen. We moeten apart personeel daarnaartoe sturen via de distributienetbeheerders. Zij moeten bij die mensen thuis komen: ‘Ah, gij zijt er ene met een budgetmeter!’ Stigmatiserend, hé.
Dat zal gedaan zijn, met de digitale meter. U beseft dat toch allemaal? Iedereen zal dezelfde meter hebben, ook al leef je in armoede en heb je een budgetmeter nodig. Ik ben ook al op bezoek geweest bij die organisaties. Ik ben iemand die ook op het terrein gaat. Ik heb al gesprekken gevoerd met organisaties, die zeggen: ‘Minister, alstublieft, schaf die budgetmeter niet af. Onze mensen hebben dat nodig. Ze zijn bang dat ze op een bepaald moment in de financiële problemen zullen komen, wanneer ze dat instrument niet meer hebben.’
Ik weet wat een budgetmeter kost. Ik weet wat de plaatsing daarvan kost en de opvolging. Wel, wij kunnen op dat vlak een enorme vooruitgang creëren in de strijd tegen energiearmoede, maar ook in de kostenbesparing in de energie, in de efficiëntie van de distributienetbeheerder, als wij alle budgetmeters vervangen door digitale meters. Daarbij is er geen onderscheid meer in de meters die de mensen in huis hebben. We kunnen op afstand zeggen: oké, we schakelen die digitale meter in als een meter die helpt in de strijd tegen armoede en die helpt in het beheer van de financiële situatie van de mensen.
Het is dus een gefaseerde uitrol. Vooraleer de mensen waarover u spreekt aan bod komen, zijn we al een heel stuk verder. Want dan heb ik nog eens beslist om de eigenaars van zonnepanelen, de photovoltaic-installaties (PV) eerst te bedienen. Dat zijn er 250.000 in Vlaanderen. Een kwart miljoen! Ik schat in dat de gefaseerde uitrol van de digitale meter meer dan 10 jaar zal duren! Sommige mensen bestoken mij met vragen: ‘Maar, minister, ik heb geen nieuwe meter nodig. Ik heb nog maar net een nieuwe.’ Die mensen zullen niet aan bod komen in 2019 en ook niet in 2020. Dat zullen de allerlaatste mensen zijn, tenzij ze er natuurlijk zelf om vragen. Dat is natuurlijk een andere situatie. Maar die mensen komen pas tegen het einde van het volgende decennium aan bod. Tegen dat iedereen een digitale meter heeft, ben ik misschien al niet meer politiek actief. Tegen dan zal de kostprijs van die digitale meter misschien opnieuw andere proporties hebben aangenomen. Dat veronderstel ik toch.
We moeten niet doen alsof het een uitrol is waarbij we zeggen: ‘Op 1 januari 2019 krijgt iedereen – voilà – een andere meter. Te nemen of te laten.’ Zo zal het niet zijn. Iedereen weet dat, ook u. Daarom vraag ik om enige realiteitszin.
Mijnheer Danen, leren en bijsturen is een belangrijk onderdeel van mijn beleid. Ik ben nooit te beroerd om te zeggen dat iets verkeerd is. Als iets verkeerd is, zal ik het wel zeggen: dat is niet goed, we zullen het moeten bijsturen. Ik doe dat, bijvoorbeeld in de discussie over de CNG-tanks en -voertuigen. Ook als er andere zaken zijn waarin we moeten bijsturen, doen we dat zonder enig probleem. Een onderdeel van een goede politiek, van een goed bestuur, is: evalueren en bijsturen. Ik denk dat we inderdaad zeer goed geplaatst zijn om dat te doen. Ik vind het een heel normale zaak dat u vragen zult stellen aan de VREG. Ik kan het niet genoeg herhalen: het is jullie orgaan.
Wat het capaciteitstarief betreft, men zal dat natuurlijk wel proberen. Voor een stukje ben ik medeverantwoordelijk voor hun tarief. Een aantal politieke beslissingen spelen natuurlijk mee, maar niet alles is de verantwoordelijkheid van de minister. Het is de VREG die bepaalt wat de tariefmethodologie zal zijn. In alle vrijheid en alle openheid moeten ze met alle elementen die ze hebben voor de beste oplossingen kiezen.
We hebben trouwens nog maar vorige week een nieuwe raad van bestuur van de VREG aangesteld. Er komt ook een nieuwe werking van de VREG. Met de nieuwe raad van bestuur van de VREG zal dat ook wel het geval zijn. We moeten dat alle kansen geven. De heer Bothuyne heeft op dat vlak een heel belangrijk punt: hoorzittingen vraag je het best na de kosten-batenanalyse die gemaakt is. We gaan de kar niet weer voor het paard spannen, want dat is natuurlijk iets wat we graag doen in de politiek. We spannen dan de kar voor het paard en zeggen: ‘Waarom heb je dat allemaal zo lang laten liggen?’
Ik durf eerlijk zeggen dat ik niet graag iets laat liggen. Ik pak het liever aan. Er zijn trouwens mensen in het politieke speelveld die mij een ‘doenderik’ genoemd hebben. Ik kende dat woord niet, het was nochtans West-Vlaams. Ik heb moeten opzoeken wat het betekent.
Het is inderdaad een slimme conceptnota. Dank u wel, mijnheer Bothuyne, voor de wierook die u naar mij stuurt. Maar in uw ideologie is het ook wel logisch dat u veel wierook gebruikt. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, als je een goede verstaander bent, als je Twitter wat hebt gevolgd, en als je ook de timing hebt gevolgd, dan weet je dat in principe de conceptnota Digitale Meters al voor de kerstvakantie op de Vlaamse Regering geweest had kunnen zijn. Opnieuw was het wat animo in de pers die mij zelf heeft doen besluiten om dat over de kerstperiode te tillen. Mijnheer Gryffroy, u bent mijn getuige. Ik heb tegen u gezegd: ‘Als het zo zit, dan zal ik het in alle sereniteit doen en til ik het wel over de kerstvakantie.’
Ik had het dus al eerder kunnen doen, dankzij het prachtige voorbereidende werk van het kabinet dat vroeger nog bij voormalig minister Turtelboom zat. Het is een goede bewuste keuze geweest om dat heel slim aan te pakken. Een goede verstaander had al door dat ik in mijn woordgebruik de laatste weken het niet had over een slimme meter, maar over een digitale meter. Het is ook de conceptnota Digitale Meters. Ik spreek altijd over digitale meters die wij plaatsen. Over de slimme functionaliteiten, de slimme opportuniteiten is het aan de consument zelf om daarover te beslissen. Hij moet die keuze maken. Ik maak als overheid geen keuze voor de mensen, ik doe iets wat absoluut noodzakelijk is: onze energiemarkt digitaliseren zoals dat ook gebeurd is met de telefoonmarkt, met de televisiemarkt en met alle andere sectoren in het land. Dit is iets wat je niet kunt tegenhouden, dit is iets wat je moet doen. Het zou schuldig verzuim zijn als ik met de conceptnota Digitale Meters niet naar buiten was gekomen.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik blijf erbij dat het veel sterker zou geweest zijn als er een kosten-batenanalyse op tafel zou hebben gelegen op het moment dat u de regering over de conceptnota had doen beslissen. Het zou het verhaal veel sterker hebben gemaakt en tegenstrijdige communicatie hebben vermeden. U spreekt immers in de media over 50 tot 60 euro. In datzelfde artikel zegt de VREG dat een dergelijke meter 200 euro zal kosten. Verwijt niet alleen de oppositie dat de communicatie niet juist is, er zijn tal van actoren die gereageerd hebben en die eigenlijk altijd andere dingen gezegd hebben dan wat er vanuit de regering is gecommuniceerd. Dat zorgt ervoor dat de mensen ongerust zijn. Dat lijkt me ook logisch. Als u dan geen cijfers kunt geven die gestaafd zijn, dan blijft die sfeer hangen. Dat is niet onlogisch. Ik blijf erbij dat het jammer is dat die kosten-batenanalyse er niet lag op het moment dat u naar de regering bent getrokken.
U verwijt mij dat ik minister Turtelboom noem, maar over de conceptnota was nog geen uur beslist of het was al de fout van Freya Van den Bossche. Verwijt mij dus vandaag niet wat u zelf ook hebt gedaan. Laat ons op dat vlak correct blijven.
Uiteraard steunen wij de vraag voor hoorzittingen. Wat ons betreft, doen we dat toch liever sneller dan wanneer de kosten-batenanalyse er is geweest. Desnoods doen we twee rondes. Het dossier is te belangrijk om het nu weer te laten liggen. We moeten ervoor zorgen dat we nu vanuit het parlement dit traject kunnen opstarten.
De heer Danen heeft het woord
Nogmaals, ik denk dat er nog heel wat water naar de zee zal vloeien voor de uitrol een feit zal zijn. De discussie zal nog vaak worden gevoerd. Ik kijk uit naar de hoorzittingen waar we heel wat aspecten die nu genoemd zijn maar waar nu wat onzekerheid rond heerst, verder kunnen uitwerken. Ik zal daartoe ook initiatieven nemen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Beenders, de aanval op Freya Van den Bossche is er gekomen door het feit dat u zelf gezegd hebt op basis van een studie van vijf jaar geleden dat het 200 euro per meter kost en het 2,5 miljard euro zal kosten. Ik heb daarop inderdaad in de media gereageerd. Had u dat niet aangekaart, dan had ik er ook niet op gereageerd. Had u toen van de eerste keer gezegd dat het een positief plan is en dat het maximaal 50 euro zal kosten, verrekend in de distributienettarieven omdat het een vervangingsinvestering is en dergelijke meer, dan zou ik ook niet gereageerd hebben in de pers. U moet de zaken niet omdraaien. Ik heb het nog al gezegd: op pagina 4 van de conceptnota staat de netto contante waarde.
Ik volg collega Bothuyne dat het inderdaad nuttig is om de kosten-batenanalyse af te wachten, die meer in detail zal gaan. Het gaat immers ook over de vraag over hoeveel jaar de volledige uitrol van de digitale meter moet lopen. Ik heb daarnet gezegd dat het gaat over capaciteit van mensen, maar het gaat ook over het feit dat straks de distributienetbeheerder twee systemen in leven moet houden, zijnde de klassieke ferrarismeter en de digitale meter. Zij gaan op een bepaald ogenblik moeten zeggen wat het ‘break-even point’ is om versneld de overstap te doen van de ferrarismeter naar de digitale meter. Dat moet blijken uit hun kosten-batenanalyses.
Het zou nuttig zijn om in die hoorzitting de discussie over de terugdraaiende teller te voeren. Momenteel betalen de mensen immers een prosumententarief, gebaseerd op de verhouding 72 procent die je opnieuw in het net steekt en 28 procent die je zelf verbruikt. Dan heb je het effect van de terugdraaiende teller. U weet ook dat dat niet het meest moderne systeem is. We moeten kunnen evolueren naar een systeem waarbij je verbruikt als je zelf produceert. Dan vervalt uiteraard de terugdraaiende teller maar vervalt ook uw prosumententarief, dan zit je in een flexibele markt te werken, in een totaal ander marktgegeven. Ik zou er voor opteren dat, als we hoorzittingen houden, we het niet puur hebben over de digitale meter maar over het geheel van de digitale meter en wat daaraan wordt gekoppeld aan marktdiensten.
Dit waren de slotbemerkingen, maar ik krijg in mijn rechteroor gefluisterd dat de minister nog iets wil toevoegen. Ik kijk naar de collega’s of zij daarmee akkoord gaan. (Instemming)
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik wil ook vragen aan het parlement dat ik niet alleen respect voor het parlement moet hebben maar ook respect voor mijn collega’s in de regering. Ik kom in een discussie terecht waar ik volgens sommigen hier dan maar de volledige conceptnota moest voorleggen, die nog naar de regering moest, waar nog een aantal zaken in moesten worden bediscussieerd, waar nog een aantal meningsverschillen waren tussen de verschillende regeringspartners en waar nog een definitieve beslissing over moest vallen.
Als ik dan al elementen moet beginnen prijsgeven van een conceptnota waarvan mijn collega’s in de regering nog geen kennis hebben genomen, dan stel ik me niet loyaal op. Ik wil alleen maar die boodschap meegeven. Er bestaat een parlementaire reflex, respect voor het parlement, maar er bestaat ook nog zoiets als respect voor de collega’s in de regering, die volgens mij als eersten kennis moeten nemen én de beslissing moeten nemen, vooraleer een conceptnota volledig wordt bekendgemaakt. Ik geef eerlijk toe dat in de twee dagen voor de beslissing door de regering in een defensieve positie heb moeten zitten. Ik moest mijn conceptnota verdedigen met een handicap, namelijk dat ik onmogelijk alle elementen op tafel kon gooien. Ik stel alleen maar vast dat nu alle elementen op tafel liggen, en dat men een week later zegt dat dit niet slecht gedaan is. Dat is de eindconclusie, en laten we het daar dan maar bij houden.
Ik begrijp die aanvullende opmerking niet zo goed. Ik had immers niet de indruk dat iemand had opgemerkt dat de regering moest worden gepasseerd of zo. Waarvan akte.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.