Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De open haarden en de houtkachels liggen de laatste maanden nogal zwaar onder vuur in het kader van het fijn stof en van de CO2-uitstoot. Er wordt regelmatig gerefereerd aan het vervuilende karakter en de enorme CO2-uitstoot van deze verwarmingsbronnen.
Bij de opening van de Bis Beurs in het najaar 2016 werd tijdens een interview met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aangegeven dat haarden en houtkachels evenveel CO2 uitstoten als een rit van een vrachtwagen van Brussel naar Wenen. Dat kwam toen ook op de radio of op het nieuws. Qua sfeerschepping kan dat tellen.
Verschillende steden, onder meer Gent, nemen maatregelen om in sommige omstandigheden het gebruik van houtkachels af te raden. Sinds kort geeft ook de VMM via haar website stookadvies aan de burger. In Gent is dat heel specifiek gebeurd door een oproep te doen aan de inwoners om geen houtkachel te gebruiken bij smogalarm. In Gent noemen ze dat het stookalarm.
Aan wie de kachel of haard voor de gezelligheid aansteekt, en aan wie deze als bijverwarming hanteert, vraagt de VMM houtverbranding te vermijden. Maar de VMM geeft ook tips hoe je een betere verbranding in je kachel kunt realiseren. Ze maakt daarbij geen onderscheid tussen de kacheltypes die de burger bezit.
Het is volgens mij niet verstandig om alle types houtkachels of open haarden over dezelfde kam te scheren. Modellen van 25 jaar oud kunnen niet vergeleken worden met de nieuwe kachels, die bijvoorbeeld een elektrostatische filter hebben die tot 90 procent van het fijn stof capteert en die een rendement hebben van 80 procent en meer. Daarnaast zijn er tal van goede voorbeelden, zoals de accumulatiehoutkachel van de nieuwste generatie, met een zeer laag houtverbruik en permanente warmte. In het volksjargon staat hij bekend als ‘spekkachel’.
De VMM en diverse gemeenten scheren alle kacheltypes over dezelfde kam. In de buurlanden daarentegen moeten we vaststellen dat de overheid soms promoot om oude vervuilende kachels te vervangen door een milieuvriendelijker exemplaar.
Minister, wat is uw standpunt inzake de gevoerde communicatie over het bannen of afraden van houtkachels? Werd de VMM-communicatie al geëvalueerd?
Hoe zal de aanpak van diverse steden en gemeenten worden geëvalueerd? Is er een overleg tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen?
Wat zult u ondernemen om de vervuilende oude kachels dan wel te vervangen door nieuwe kacheltypes met een elektrostatische filter en een verhoogd rendement, gegeven dat productnormering nog steeds een federale bevoegdheid is?
Minister Schauvliege heeft het woord.
We hebben hier al uitgebreid over gediscussieerd. Het klopt echter niet dat het hier over CO2 gaat. U maakt de vergelijking tussen de uitstoot van een vrachtwagen en van een houtkachel voor wat de CO2-uitstoot betreft. Daar heeft het echter niets mee te maken, het gaat hier over een maatregel voor fijnstof en de luchtkwaliteit. We hebben de voorbije dagen ervaren dat de luchtkwaliteit niet goed was.
Op gelijkaardige vragen die me in deze commissie al zijn gesteld, heb ik geantwoord dat het een bewuste beleidskeuze is om de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een stookadvies te laten afkondigen bij fijnstofpieken. Studies tonen aan dat houtverbranding een belangrijke bijdrage levert aan luchtverontreiniging en een negatieve impact heeft op de volksgezondheid. De VMM kondigt een stookadvies af wanneer de daggemiddelde fijnstofconcentratie op koude, windstille dagen hoger is dan 50 microgram per kubieke meter en geen verbetering wordt voorspeld binnen de 24 uur. Dit stookadvies is adviserend en sensibiliserend. Aangezien het stookadvies nog maar recent in werking trad, is er nog geen evaluatie gebeurd. De VMM plant een evaluatie na deze winterperiode.
Het opstellen van de luchtactieplannen voor Gent en Antwerpen, waarin acties rond houtkachels zijn opgenomen, gebeurde in overleg met deze steden. Een partijgenoot van u stelde een maand geleden dezelfde vraag. Ik antwoordde daarop dat er momenteel wordt gewerkt aan een nieuw Vlaams luchtbeleidsplan. De opmaak van dit plan zal in de loop van 2018 worden afgerond. Over dit plan en onder andere het stookadvies zal nog uitvoerig overlegd worden met alle betrokken doelgroepen, dus ook met de steden en gemeenten.
Het klopt dat de emissies van moderne performante kachels heel wat lager zijn dan die van oude kachels. Bij het gebruik van een houtkachel zijn er echter nog andere factoren die de uitstoot van schadelijke stoffen in de hand kunnen werken, zoals wat men in die kachel stopt. Het kan dan gaan over ongeschikt hout of zelfs afval, een slechte manier van stoken of een gebrekkig onderhoud. Sensibilisatie is daarbij essentieel.
Zoals u aangeeft, is productnormering een federale bevoegdheid. Voor de nieuwste kachels die voldoen aan de recentste wetgeving en die veel performanter zijn dan de oude kachels, zijn elektrostatische filters op dit moment niet verplicht. Momenteel onderzoekt mijn administratie een aantal initiatieven in nauw overleg met de Belgische sectororganisatie. In overleg met de sector wordt de piste van een mogelijke vernieuwing van het houtkachelpark onderzocht. Daarbij zal worden verkend hoe particulieren ertoe kunnen worden aangezet om hun oude houtkachel te vervangen door een nieuw performant exemplaar, bijvoorbeeld een kachel met filter, of door een niet-vervuilende verwarmingsbron. Er zal ook worden nagegaan of rookgasfilters op bestaande huishoudelijke houtkachels in de praktijk een haalbare en betrouwbare methode zijn om de uitstoot terug te dringen.
We hebben dit advies niet uitgevonden in Vlaanderen, het bestaat al lang in het buitenland. Vanuit Europa wordt aangemoedigd om dat stookadvies ook te hanteren. Een stad als Londen hanteert dat advies al jaren en verbiedt stoken zelfs op dagen met smog of een slechte luchtkwaliteit. Europa vraagt ook dat er bijkomende maatregelen worden genomen. Dit is een van de initiatieven die door Europa worden gevraagd en die rechtstreeks bijdragen tot een betere luchtkwaliteit.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb de persmededeling nagelezen en men zegt daar inderdaad dat open haarden en houtkachels evenveel fijnstof uitstoten als een vrachtwagenrit van Brussel naar Wenen.
Wij vragen echter om die communicatie genuanceerder te maken. Het klopt dat wat men verbrandt een cruciale rol speelt. Wanneer ik kijk naar technische fiches van de gemiddelde uitstoot van fijnstof, dan scoort een open haard inderdaad zeer slecht. Ook een houtkachel die is geïnstalleerd voor 2000, scoort slecht. Na 2000 is dat veel beter. Een speksteenkachel stoot nog minder uit en een pelletkachel stoot tot 13 maal minder fijnstof uit dan een open haard. Er is dus wel degelijk een verschil tussen bijvoorbeeld een open haard en een pelletkachel wanneer men de goede brandstof gebruikt. Voor mij gaat het over die nuance.
Ik wil er verder op wijzen dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft. Ik heb meegedaan aan De Warmste Week op 13 december 2016. Daar stonden grote schalen met houtblokken die met petroleum werden aangestoken om voldoende vlam te hebben. Tegelijk huurde of kocht de stad Antwerpen voor de kerstmarkt op het Steenplein houtkachels met een elektrostatische filter die tot 99 procent van het fijnstof capteert, met een rendement van 80 procent. De Warmste Week wordt mee georganiseerd door een openbare instelling, net als de kerstmarkt in Antwerpen.
Wat ik vraag, is dat men het advies nuanceert. In Brussel kan men het leefmilieurapport lezen van Brussel Infofiches Energie over het verwarmen met een tegelkachel. Er zijn richtlijnen die aangeven hoe men die kachel het best opstelt en welk hout men het best gebruikt. Dat verhaal is echter genuanceerd, dat is niet het geval in deze communicatie. Men zou bij smogalarm op zijn minst het verschil moeten maken tussen een klassieke open haard en een klassieke houtkachel enerzijds, en een nieuwe speksteenkachel en een nieuwe pelletkachel anderzijds.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
De laatste dagen hebben we inderdaad fijnstofpieken gekend, al moeten we die pieken stilaan relativeren. Van de 43 dagen in 2017 waren er serieuze overschrijdingen wat het ultrafijnstof, PM2,5 betreft.
Ik denk dat we dus inderdaad moeten kijken naar structurele maatregelen. We hebben de discussie hier ook al gevoerd. En dan gaan de waarschuwingen alleen zeker onvoldoende zijn. Ik ben benieuwd naar het rapport en de evaluatie van de sensibiliseringscampagne. Maar ik vrees een beetje dat dat misschien toch niet het verhoopte resultaat zal geven. Ik ben het er inderdaad ook mee eens dat die communicatie vrij ongenuanceerd is en dat nuance in dezen toch wel belangrijk is.
U hebt mij vorige keer, toen ik mijn vraag over fijn stof heb gesteld, gevraagd: ‘Wel, wat zijn uw voorstellen dan? Kunt u ons input geven? Kunt u dan zeggen wat u zou doen?’ Ik heb gezegd dat ik dat wilde doen. We hebben ons voorstel van resolutie bijna klaar, een reductieplan voor fijn stof of een plan propere en zuivere lucht. Naast wagens, is ook verwarming inderdaad een van de elementen waarop we op structurele wijze moeten inzetten. Een van de mogelijkheden zou kunnen zijn dat we bekijken of we met een tijdelijke premie kunnen werken via de distributienetbeheerders, zoals nu ook al gebeurt bij overschakeling van een vervuilende verwarmingsinstallatie naar een properdere installatie. Wij denken dat dat ook zou kunnen voor houtkachels, dat we bekijken of er kan worden overgeschakeld naar de properste kachels. Werken met een premie voor filtering zou ook een mogelijkheid zijn. Dat zijn inderdaad twee voorstellen die wij hebben meegenomen in ons plan. Wilt u zoiets eventueel overwegen?
Wat de productnorm betreft, denk ik inderdaad dat er een groot probleem is. 50 procent van de kachels voldoet niet. Het is waar dat dat uw bevoegdheid niet is, het is een federale bevoegdheid. Maar ik denk dat u er bij de minister die daarvoor verantwoordelijk is en die u toch vrij goed zult kennen, moet op aandringen dat de verkoop van kachels die de norm niet halen – volgens Agoria is dat 50 procent – niet meer mogelijk zou mogen zijn. Op zulke zaken zou er echt moeten worden ingezet, minister.
Minister, in opvolging van de voorgaande debatten, wil ik graag aansluiten. Het is zeker niet de eerste keer dat we hierover spreken in deze commissie. Tijdens de voorgaande discussies in de commissie werd steeds een heel genuanceerd verhaal geplaatst. Uiteraard is er verschil tussen de verscheidene kachels en de wijze waarop je hout verbrandt. Het is vooral belangrijk dat de gebruiker bij de aankoop van een kachel gesensibiliseerd wordt. Er kan meer duidelijkheid worden gegeven bij de aankoop. Eventueel kan er worden gedacht aan normering en labeling. Ik heb het tijdens de voorgaande discussies al gevraagd en vraag het bij dezen opnieuw: hebt u daarover al overleg gevoerd met de sector? Want ik denk niet dat het boven de hoofden en zonder overleg kan gebeuren. Hebt u verder op dat vlak contact gehad met de federale collega’s?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De nuance in de communicatie wordt gelegd. Op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij vind je al die nuanceringen heel goed terug. Dat advies geldt enkel voor wie dat als bijverwarming gebruikt, uiteraard niet voor wie dat als hoofdverwarming gebruikt. In de berichtgeving op de radio kun je die nuance natuurlijk niet aanbrengen.
Mevrouw Meuleman, mevrouw Rombouts, ik heb daarnet in mijn antwoord gezegd dat we op dit moment in overleg zijn met de sector en met Agoria, om de labeling te bekijken en om na te gaan of het plaatsen van die filters wel performant is en de oplossing kan zijn voor bijvoorbeeld verouderde kachels of open haarden. Op dit moment wordt, samen met onze diensten, bekeken of dat zinvol is. Nagaan of een premie haalbaar of nuttig is, maakt ook onderdeel uit van het overleg dat op dit moment loopt.
Mijnheer Gryffroy, wat het goede voorbeeld betreft, wil ik twee dingen zeggen. Eén, u hebt daar een punt. Maar twee, ook weer niet. Dat stookadvies is namelijk voor momenten dat er echt slechte luchtkwaliteit is. Als die acties plaatsvinden op momenten dat die luchtkwaliteit niet tegenvalt, denk ik dat we dat ook een beetje moeten nuanceren. Er worden ook heel wat uitzonderingen gemaakt door lokale besturen, die eigenlijk verbieden om te stoken in open lucht, maar dat op één moment in het jaar wél toelaten op basis van een traditie, bijvoorbeeld bij kerstboomverbrandingen. Ook dat moeten we dus nuanceren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er zijn een aantal aspecten. Met wat ik zei over goede voorbeelden, wilde ik gewoon aantonen dat het ook anders kan.
Een tweede punt betreft het ongenuanceerd zijn. Op de website van de stad Gent staat gewoon: ‘De stad Gent roept inwoners op geen houtkachel te gebruiken.’ Men maakt dus geen onderscheid tussen de kachels met al dan niet naverbranding op hoge temperatuur of speksteenkachels. Men scheert ze allemaal over dezelfde kam.
We kunnen weer zeggen dat dat niet de verantwoordelijkheid van de minister is. Maar het is natuurlijk wel begonnen met het interview waarin er botweg werd gezegd dat de uitstoot even groot was als de uitstoot van een vrachtwagen die van Brussel naar Wenen rijdt.
Men heeft inderdaad een probleem met de productnorm, mevrouw Meuleman heeft daarin 100 procent gelijk. Agoria is daarvoor ook bij ons komen aankloppen, om te zeggen dat er een normeringsprobleem is, dat er heel wat worden verkocht die eigenlijk niet voldoen aan wat ze op papier zetten. Er is een probleem, ook van input, van wat je erin steekt: te nat, te vuil enzovoort. We moeten bekijken hoe we dat oplossen.
Maar ik zie ook een tendens bij woningen waar men enkel maar verwarmt tijdens de koudste periode van het jaar met een speksteenkachel. Door de mededelingen die op de radio gebeurden, niet genuanceerd in Gent en veel genuanceerder in Brussel, is die verkoop inderdaad plots gehalveerd. Je kunt natuurlijk zeggen dat het niet meteen onze zorg is of die verkoop al dan niet halveert. Maar mensen die niet aangesloten zijn op aardgas, maar enkel met een heel kleine elektrische warmtepomp werken en bijverwarmen op een speksteenkachel, zeggen plots: ‘Het mag niet meer, want misschien komt er weer een communicatie dat we geen hout mogen verbranden.’
Minister, de mensen snappen die nuance niet altijd. Ik roep u dan ook op om de VMM te vragen steeds genuanceerd te communiceren. Dat geldt ook voor de korte boodschappen. Er is immers een verschil tussen kachels met naverbranding en klassieke houtkachels.
De vraag om uitleg is afgehandeld.