Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in december 2014 en januari 2015 – intussen alweer twee jaar geleden – organiseerden we in deze commissie hoorzittingen naar aanleiding van de problematiek inzake de gedwongen adopties. Er werd ook een expertenpanel aangesteld, dat een rapport opstelde, ‘Wegen tot erkenning en herstel bij gedwongen adopties’, waarin een aantal aanbevelingen werden opgenomen.
Tijdens de hoorzittingen opperde ik het voorstel om een DNA-databank op te richten waarin geanonimiseerde gegevens vrijwillig kunnen worden verzameld, opdat slachtoffers familieleden zouden kunnen terugvinden. De vraag naar het onderzoeken van de mogelijkheden tot oprichting van een DNA-databank werd opgenomen in de resolutie betreffende de erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adopties in Vlaanderen, goedgekeurd op 28 januari 2015. Het expertenpanel nam deze piste mee op in de aanbevelingen die het formuleerde in het eindrapport.
Dit voorstel ligt in lijn met het wetsvoorstel dat op 15 mei 2015 in het federaal parlement werd ingediend en dat het mogelijk maakt voor kinderen verwekt met donormateriaal om hun recht op identiteit uit te oefenen en de identiteit van hun donor te kennen.
In de resolutie betreffende de erkenning van de slachtoffers en overlevers van de gedwongen adopties in Vlaanderen en de eindevaluatie van het expertenpanel, goedgekeurd op 30 juni 2015, werd de vraag gesteld een haalbaarheidsplan op te stellen om een Vlaams afstammingscentrum op te richten, met daarin vervat een DNA-databank met geanonimiseerde gegevens die vrijwillig worden verzameld, een onafhankelijk zoekregister waarin de registratie van het verband tussen DNA en persoonsgegevens gebeurt, en een aanspreekpunt voor personen die zich slachtoffer voelen van een gedwongen adoptie.
In september 2015 werd een werkgroep in het leven geroepen om deze aanbeveling uit te werken. De werkgroep kwam in de eerste helft van 2016 verschillende keren samen. Ik stelde enkele schriftelijke vragen naar de stand van zaken. In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2016-2017 zegt u dat de werkgroep aanraadt om werk te maken van een onafhankelijk centrum waar iedereen met afstammingsvragen terechtkan. Het afstammingscentrum moet zorgen voor psychosociale ondersteuning bij afstammingsvragen en zoektochten naar de herkomst. Gelinkt aan de werking van een dergelijk centrum, moet voorzien worden in de oprichting van een DNA-databank voor zowel donorkinderen als geadopteerden.
Tegen begin 2017 zal de werkgroep een concreet voorstel of plan van aanpak formuleren. Aansluitend moet werk worden gemaakt van de nodige regelgeving, zo staat in de beleidsbrief.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de werkgroep die zich buigt over de oprichting van een afstammingscentrum en een DNA-databank? Werd er, zoals aangekondigd in de beleidsbrief, reeds een concreet plan van aanpak geformuleerd? Wat zijn daarin de belangrijkste krachtlijnen? Welke stakeholders worden mee betrokken? Hoe beoordeelt u dit voorstel?
Zijn er eventueel juridische struikelblokken die de oprichting van een afstammingscentrum en een DNA-databank verhinderen? Welke acties zult u desgevallend ondernemen om deze weg te werken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De werkgroep heeft een ontwerp van concepttekst aangaande het afstammingscentrum en de DNA-databank met de input van de stakeholders en experten opgemaakt. Hieraan voorafgaand werden er in het najaar rondetafelgesprekken georganiseerd waarop alle belanghebbenden werden uitgenodigd. Het betrof onder meer de verschillende adoptiediensten, donororganisaties, donorkinderen en geadopteerden, ethici, genetici, psychologen, de Privacycommissie en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Deze rondetafelgesprekken resulteerden in een aantal wijzigingen in de concepttekst.
Voorts werd er de afgelopen maanden een beroep gedaan op allerhande expertise om een concrete uitwerking mogelijk te maken. Het agentschap Zorg en Gezondheid gaf meer informatie rond de samenwerking met de centra voor menselijke genetica. De Privacycommissie werd geconsulteerd in de voorbereiding op de opmaak van de regelgeving.
Om de verdere oprichting van het afstammingscentrum en de DNA-databank mogelijk te maken, worden in een volgend stadium de centra voor menselijke genetica gecontacteerd voor een technische uitwerking van de databank. Er moet een ICT-programma worden ontwikkeld of aangekocht. Er moet worden bepaald waar de begeleiding georganiseerd zal worden en hoe dit praktisch zal worden uitgewerkt, met name waar het zal worden ondergebracht en hoe de financiering eruitziet.
Het belangrijkste juridische struikelblok voor de oprichting van een DNA-databank is de federale wet van 6 juni 2007, betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en gameten. Hierin genieten donoren en donorkinderen van voor 2007 geen bescherming tegen onderhoudsvorderingen.
Daarnaast, om de kans op succes te garanderen, dienen er voldoende donoren en donorkinderen hun DNA-materiaal af te staan om de kans op een match te vergroten. In die zin, op Vlaamse schaal lijkt het te klein, lijkt het dan ook meer zinvol om een federale DNA-databank op te richten.
Er komt een finale versie van de concepttekst. We zullen die aan de IMC Volksgezondheid voorleggen om na te gaan of er op het federale niveau en bij de andere gemeenschappen voldoende belangstelling is om er een gezamenlijk project van te maken.
Ik dank u voor uw heel duidelijke antwoord, minister. We kunnen vaststellen dat er al heel veel werk geleverd is de voorbije twee jaar met betrekking tot dat afstammingscentrum en de DNA-databank.
Dat de schaal van Vlaanderen mogelijk te klein is, kwam hier ook al meerdere malen aan bod. Dat kwam ook aan bod toen het expertenpanel de toelichting heeft gegeven. Het is goed dat heel de analyse is gemaakt over de structuur van een en ander. Er zijn nog vragen, en die hebt u opgesomd: rond ICT, begeleiding, financiering enzovoort.
Ik vind het natuurlijk positief dat er gestaag vooruitgang wordt geboekt. Het plan wordt uitgewerkt met heel veel stakeholders. Ik zal dit blijven opvolgen, minister.
Komt er nu een federale databank? Bestaat er interesse federaal? Vanuit Wallonië? Die vragen gaan de volgende maanden wellicht een antwoord krijgen, en dan kan er verder worden beslist.
De vraag om uitleg is afgehandeld.