Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, naar jaarlijkse gewoonte vindt in de week voor de krokusvakantie de Vlaamse Week tegen Pesten plaats, van 17 februari tot 24 februari 2017. Vorig jaar werd er naar aanleiding van deze Week tegen Pesten een open brief gelanceerd door vzw Tumult. In deze brief, die ondertekend werd door twintig organisaties uit het jeugdwerk, werd opgeroepen om meer werk te maken van een beleidsdomeinoverschrijvend, preventief pestbeleid.
In de brief werd aandacht gevraagd voor drie verschillende thema’s. Ten eerste werd er meer budget gevraagd voor de ondersteuning van het jeugdwerk op het vlak van omgaan met pesten. Ten tweede was er volgens hen meer nood aan uitwisseling, partnerschappen en gedeelde expertise. Ten slotte vroegen ze meer ondersteuning voor organisaties die op deze vraag inspelen, om op die manier echt werk te maken van een gecoördineerde aanpak van pesten binnen het jeugdwerk.
Nog diezelfde dag communiceerde de Vlaamse Regering eveneens naar aanleiding van de Vlaamse Week tegen Pesten. De regering kondigde aan dat zij het probleem van pesten op verschillende domeinen wenst aan te pakken. De ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Onderwijs, Jeugd en Sport engageerden zich elk op hun terrein om werk te maken van de bescherming van kinderen en jongeren.
Concreet zou dit betekenen dat er gezamenlijke acties voor kwaliteitsbevordering, sensibilisering, preventie en een adequaat en gepast reactiebeleid zouden komen. Daarnaast werd er een werkgroep Integriteit opgericht die de acties en maatregelen moet opvolgen, evalueren en desgewenst bijsturen met het oog op maximale afstemming en expertisedeling.
Dat de Vlaamse minister van Jeugd zijn actieve medewerking verleende aan het beleidsdomeinoverschrijdend, preventief pestbeleid, was voor ons geen verrassing. Al in de beleidsnota Jeugd 2014-2019 gaf u aan dat u de problematiek van het pestgedrag in beeld wou brengen en prioritair wilde inzetten op een oplossingentraject.
Minister, de gezamenlijke acties van de Vlaamse Regering lopen nu bijna een jaar. Welke maatregelen zijn er het afgelopen jaar binnen het beleidsdomein Jeugd uitgevoerd? Op welke vlakken zijn er in de jeugdsector vorderingen te merken?
De werkgroep Integriteit zorgt voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van het actieplan. Op welke wijze hebben zij het afgelopen jaar deze rol vervuld? Hoe zorgde dit in de praktijk voor een betere afstemming en expertisedeling?
Vorig jaar stelde u dat u, in samenspraak met de jeugdsector, zou bekijken hoe de acties verder zouden worden vormgegeven om zo een concreter antwoord te geven op de open brief van vzw Tumult. In hoeverre wordt er volgens u, minister, met de uitgevoerde acties tegemoetgekomen aan de aandachtspunten uit die open brief?
Minister, ten slotte was het ook de bedoeling om de verschillende klachtenprocedures te inventariseren en te optimaliseren. Dit zou eveneens samen worden bekeken met de sector. In hoeverre is hier reeds werk van gemaakt? Waar ziet u eventueel mogelijke verbeteringen?
Minister Gatz heeft het woord.
Inderdaad, vorig jaar, op 29 januari 2016, was er de mededeling van de Vlaamse Regering betreffende de bevordering en bescherming van de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de minderjarige in de jeugdhulp en de kinderopvang, het onderwijs, de jeugd- en de sportsector. Daarin werden de acties waarnaar u verwijst, gebundeld.
De vier clusters kent u. Het zijn: kennisverruiming en kennisdeling, acties naar de brede bevolking, adequaat en gepast omgaan met integriteit en grensoverschrijdend gedrag, en gepaste ondersteuning en hulp aan slachtoffers en daders. Ik overloop voor elke cluster wat er intussen gebeurd is.
Ik begin bij kennisverruiming en -deling. Vooreerst werd vanuit Jeugd meegewerkt aan de uitbouw van een kennisplatform integriteit en een wetenschappelijk onderzoek over geweld op kinderen tussen 10 en 18 jaar. Voor de uitbouw van dit kennisplatform integriteit heb ik vanuit mijn bevoegdheid Jeugd 12.000 euro bijgedragen. In dit gezamenlijk initiatief vanuit Onderwijs, Welzijn, Sport en Jeugd heeft Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) de voortrekkersrol opgenomen en, in het kader van een overheidsopdracht, een oproep gedaan tot kandidaten om dit platform uit te bouwen. Op deze oproep tekende evenwel – en helaas – niemand in.
Vervolgens werden het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (SAW) en De Ambrassade bereid gevonden om de uitdaging aan te gaan. Het SAW heeft een subsidie van 75.000 euro ontvangen voor de realisatie van het kennisplatform. Ze zijn hiermee gestart op 1 december 2016. Door het mislukken van de eerste oproep heeft het inderdaad wat meer tijd gekost dan gewenst. Het SAW zal in nauwe samenwerking met De Ambrassade het kennisplatform realiseren. De Ambrassade heeft trouwens op het vlak van jeugdinformatie een decretale opdracht.
De eerste vergadering van de stuurgroep met onder meer vertegenwoordigers van het beleidsveld Jeugd vindt morgen – 10 februari – plaats. Zowel de afdeling Jeugd van het Departement Cultuur, Jeugd en Media als jeugdorganisaties zullen worden betrokken.
Naast de opstart van dit kennisplatform hebben we vanuit het beleidsveld Jeugd ingezet op kennisdeling op het vlak van peer support. Daartoe hebben we in samenwerking met het beleidsdomein Onderwijs twee overlegmomenten georganiseerd waarbij we Jong & Van Zin en de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) hebben samengebracht. Jong & Van Zin werkt reeds verschillende jaren rond peer support, daar waar de VSK juist startte met het nieuwe project ‘Conflixers’ om die peer support in de scholen te promoten. De administraties Jeugd, Onderwijs en Welzijn waren op deze overlegmomenten aanwezig.
Eind 2016 heeft de administratie WVG de opdracht voor het uitvoeren van het wetenschappelijk onderzoek over geweld op kinderen van 10 tot 18 jaar toegewezen. Het betreft een vervolgonderzoek op een onderzoek dat door het Kinderrechtencommissariaat uitgevoerd is in 2011. Het onderzoek zal lopen van januari 2017 tot en met juli 2018 en zal gaan – zoals u wel kunt vermoeden – over geweld op school, in het gezin en in de vrije tijd. Ook in de stuurgroep die dit onderzoek begeleidt, is de afdeling Jeugd vertegenwoordigd.
Verder kan ik ook meegeven dat we vanuit het beleidsveld Jeugd de werking van Awel verder ondersteunen, onder meer in het signaleren van wat leeft bij kinderen en jongeren.
De tweede cluster omvat de acties naar de brede bevolking. In het voorbije jaar heb ik samen met collega Vandeurzen een schrijven gericht aan de lokale jeugddiensten en gesubsidieerde jeugdorganisaties om het kindvriendelijke 1712 beter bekend te maken. Dit schrijven werd ook mee ondersteund door Ketnetwrapster Sien Wynants, die mee haar schouders zet onder de bekendmaking door het meterschap van ‘kindvriendelijk 1712’ op te nemen.
Ik kan in dit verband trouwens ook verwijzen naar de acties van gesubsidieerde jeugdorganisaties: De Ambrassade met de jeugdinfotheek, de jongerengids, het Trusty-label, Jong & Van Zin, Mediaraven, Kinderrechtswinkel en Awel. Ook zij nemen bekendmakingsacties op in het kader van de respectieve subsidieovereenkomsten die we met hen hebben afgesloten. Zo ondersteunen we de werking van Awel met telefoonlijn, e-mail, chatbox en forum, Jong & Van Zin en de Kinderrechtswinkel voor het informeren en adviseren van kinderen en jongeren en het ondersteunen van vrijwilligers en professionals, Mediaraven voor het versterken van de mediacompetenties en mediawijsheid van kinderen, jongeren en jeugdwerkers en het ondersteunen van het brede jeugdwerk in het werken met digitale media.
Ik gaf ook jeugdorganisatie Tumult een financiële ondersteuning voor het trekken van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten, het sensibiliseren van duizenden kinderen en jongeren rond het voorkomen van pesten en voor de uitreiking van de Pesten-dat-kan-niet!-prijs bij de opening van de week tegen pesten. Deze vereniging krijgt een enveloppensubsidiëring van 350.000 euro om onder andere deze doelstelling op te nemen. Het vooropgesteld doel van de campagne was het bereiken van 30.000 kinderen en jongeren of 150 organisaties. In 2015 bereikte de vereniging 1391 organisaties: 42 jeugdadviescentra, meer dan 1200 scholen en 63 landelijk erkende jeugdverenigingen.
Ten slotte geef ik onder deze cluster ook de succesvolle lancering mee van het actieplan ‘No Hate Speech Platform Vlaanderen 2016-2018’. Via de social media kunnen we elke dag ondervinden hoe nodig deze campagne is. Op 10 december 2016 lanceerde ik met tal van jeugdorganisaties deze campagne in Kazerne Dossin. Ondertussen sloten al meer dan tachtig organisaties, voornamelijk uit de jeugdsector, zich hierbij aan. Er is dus toch wel wat aan het bewegen. Ook in de komende week tegen pesten staan nog initiatieven op stapel, onder meer ook gekoppeld aan het initiatief ‘samenwerking cultuur en onderwijs, samen voor meer en beter’, maar daar loop ik nu nog niet op vooruit. Ik neem aan dat in de hoorzitting vanmiddag zijdelings of centraal deze thematiek mee kan worden besproken.
De derde cluster is adequaat en gepast omgaan met integriteit en grensoverschrijdend gedrag. Hier kan ik meegeven dat jeugdorganisatie Jong & Van Zin gesubsidieerd wordt voor de begeleiding van kinderen, jongeren en hun begeleiders om zelfbewuste keuzes te maken op het vlak van relaties en seksualiteit. Het betreft vorming met betrekking tot het vernieuwde instrument van deze vzw ‘(N)iets mis mee?! Omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag in het jeugdwerk’. Men werkt met een vlaggensysteem en het vernieuwde Oké-spel over grensoverschrijdend gedrag.
De vierde cluster is de gepaste ondersteuning en hulp aan slachtoffers en daders. In het kader van deze cluster werden vanuit het beleidsveld Jeugd geen acties ondernomen. Dat is niet onze kernopdracht noch bevoegdheid.
U hebt ook een vraag gesteld over de opvolging. Mijn collega-minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, is de voortrekker van deze werkgroep. Zowel mijn kabinet als de Afdeling Jeugd participeert actief aan deze werkgroep om het actieplan tot stand te brengen. Enkele weken geleden werd een nieuw overleg vastgelegd in de loop van de maand maart, waarop een stand van zaken zal worden gemaakt van het eerste jaar na de mededeling.
De Afdeling Jeugd heeft in 2016 twee overlegmomenten georganiseerd met de jeugdsector. Daartoe werden de meer dan honderd gesubsidieerde jeugdorganisaties aangeschreven. Bijna dertig onder hen gaven aan op zijn minst op de hoogte gehouden te willen worden. Zij behoren eigenlijk tot de eerste groep die betrokken is of wil zijn.
In antwoord op de open brief van Tumult vzw ben ik ingegaan op de vraag tot ludieke actie en heb ik via de sociale media een bescheiden steentje bijgedragen door dagelijks een suggestie te doen om pesten te voorkomen, uiteraard niet geïmproviseerd maar in overleg met hoe Tumult dit concreet wil aanpakken.
Verder ondersteunen we Tumult voor de ondersteuning van het Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. Op het tweede overleg met de jeugdsector heeft Tumult het initiatief voorgesteld om binnen het netwerk met een subwerkgroep voor het jeugdwerk van start te gaan. Het is inderdaad zo dat de acties van het netwerk momenteel sterk gericht zijn op het onderwijs. En dus is een extra klemtoon jeugd wel nodig. Daarnaast zal Tumult in het kader van de Week tegen Pesten voor de eerste keer ook prijzen uitreiken voor de aanpak van pesten door jeugdorganisaties en jeugddiensten. Welke aanpak werkt het best, welke is het meest zichtbaar geweest?
Wat de vraag naar een beleidsdomeinoverschrijdende aanpak op lange termijn betreft, geloof ik dat de aanpak van de Vlaamse Regering duidelijke antwoorden formuleert op de bezorgdheden die we konden lezen in de open brief. Voor concrete voorbeelden van deze beleidsdomeinoverschrijdende aanpak verwijs ik naar mijn antwoord tot dusver, waaruit blijkt dat we enerzijds breed overleg en anderzijds concrete actie met elkaar proberen te combineren.
De vraag om de verschillende klachtenprocedures te inventariseren en te optimaliseren is aan bod gekomen op het eerste overleg met de jeugdsector maar concrete voorbeelden om dit realiseren werden tot dusver niet of onvoldoende geformuleerd. De bekendmaking van de kindvriendelijke 1712 is daarvan alvast een belangrijk onderdeel. Verder is er het raamwerk Seksualiteit en Beleid, dat in 2012 al werd vertaald naar de jeugdsector. Het raamwerk biedt handvatten en bouwstenen voor een integraal beleid op het vlak van seksualiteit en lichamelijke integriteit in jeugdorganisaties. Het bundelt een modelvisie, concrete instrumenten en relevante achtergrondinformatie om het beleid en de dagelijkse praktijk over dit thema in jeugdorganisaties gericht uit te bouwen. De basisversie van dit raamwerk werd ontwikkeld door Sensoa en Child Focus.
Concreet zijn sommige opvolgingsacties later gestart dan goed is, maar ik heb geprobeerd de redenen aan te geven waarom dat zo is. Er zijn vrij veel acties op touw gezet, en het overleg binnen de jeugdsector en met de andere departementen wordt verder verstevigd en verdiept. Ik ga er dan ook van uit dat na deze eerste zelfevaluatie, het overleg in maart nog verder in kaart moet brengen waar zaken wel in de goede richting evolueren en waar er nog een tandje moet worden bijgestoken.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord. De problematiek is hier al meermaals aan bod gekomen, vandaar ook mijn opvolgingsvraag. We staan ook aan de vooravond van de Week tegen Pesten.
U gaat het engagement aan om dat samen met uw collega-ministers aan te pakken. Dat is ook nodig, want dit onderwerp vereist een domeinoverschrijdende aanpak. Ik ben zeer tevreden dat u aangeeft dat heel wat zaken bewegen om die problematiek van het pesten aan te pakken in de jeugdsector. Uiteraard leeft dit thema in de sector. Er zijn heel wat jeugdbewegingen en andere organisaties die daar heel hard aan werken en daar veel aandacht aan schenken, en dat is goed. Het is ook heel goed dat de Vlaamse Regering nu al één jaar uitgebreid werk maakt van dat actieplan, want er moeten wel degelijk nog vorderingen worden gemaakt, het kan altijd nog beter.
Wat die expertise-uitwisseling betreft, zijn er al heel wat zaken ondernomen maar misschien moet dat nog iets meer worden gecommuniceerd. We weten eigenlijk niet zo goed wat er nu allemaal bezig is. Ik zal uw antwoord nog eens grondig nalezen, want er staat wellicht veel informatie in die voor mij heel belangrijk is.
Minister, in het actieplan wordt ook voorzien in het versterken en uitbouwen van aanspreekpunten. Hebt u daarover iets gezegd? Het is mij mogelijk ontgaan. Ik weet niet of het gepland is om die aanspreekpunten in de jeugdsector nog verder uit te bouwen en te versterken. Kunt u me daar nog een antwoord op geven?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Van Eetvelde, ik zal u schriftelijk laten weten in hoeverre formele aanspreekpunten talrijker zouden worden en wie dat dan zijn. Die aanspreekpunten zullen ook worden verbreed in de aanpak die we tot nu toe hebben door de knowhow naar beneden te laten lopen via de jeugddiensten en jeugdorganisaties. De jeugddiensten en jeugdorganisaties kunnen altijd een eerstelijns semi-formeel aanspreekpunt zijn, vraag is dan hoe er adequaat kan worden doorverwezen. Ik zal nagaan of er sprake is van meer formele aanspreekpunten en hoe dit precies in elkaar zitten.
We proberen een kader met acties te formuleren, voor een deel van bovenuit, omdat het wel degelijk een beleidskeuze is. Tegelijkertijd proberen we zoveel mogelijk partners op het terrein te zoeken die dit mee kunnen incorporeren in hun normale werkzaamheden, zonder hen te belasten met zaken die zij er nog eens bij moeten nemen.
Het is wel met die fijnmazigheid van dat brede veld dat we het zullen kunnen doen, vandaar dat we dat evenwicht daarin moeten vinden. Met betrekking tot dat punt zal ik proberen u nog een preciezere omschrijving te geven, maar op basis van mijn kennis van dit thema, ben ik geneigd te zeggen dat het over de twee elementen verdeeld zal zijn.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor deze aanvulling. Ik ben blij te horen dat de ministers over de verschillende bevoegdheden heen de handen in elkaar hebben geslagen. Zeker met de week tegen pesten in het vooruitzicht, is het goed dat de gemeenschap weet dat eraan gewerkt wordt en dat er iets in beweging wordt gezet. Het probleem van het pesten zullen we wellicht nooit volledig kunnen doen verdwijnen. Het is belangrijk dat we ermee bezig zijn en dat het wordt aangepakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.