Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb mijn vraag om uitleg ingediend naar aanleiding van een bericht in de krant De Standaard op 31 januari 2017 waarin stond dat volgens een doorlichting van het Rekenhof er 800 miljoen euro te kort is om het Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel te kunnen voltooien, in die zin dat het pas tegen 2030 volledig afgewerkt zal zijn. Onze fileproblematiek indachtig in Vlaanderen, en rond Brussel in het bijzonder, zou dat natuurlijk rampzalig zijn.
Drie dagen later verscheen dan een bericht in een andere krant, De Tijd, waarin stond dat federaal minister François Bellot, uw federale evenknie, de toelating heeft gekregen van de federale ministerraad om 1 miljard euro te lenen, dus de schulden van de NMBS te laten stijgen van 5 naar 6 miljard euro en om met die middelen onder andere het GEN af te werken tegen 2020. Ik las evenwel ook dat datzelfde miljard geheel of gedeeltelijk ook zal worden ingezet om perrons te verhogen, nieuwe spoorlijnen aan te leggen en de tweede spooruitsluiting van de haven van Antwerpen te financieren.
Collega’s, het federaal investeringsbeleid in de spoorwegen zit eigenlijk al ruim twee jaar in lopende zaken. Ter herinnering: gewezen federaal minister van Mobiliteit Jacqueline Galant heeft eind 2014 het toen lopende meerjareninvesteringsplan voor het spoor, dat liep van 2013 tot 2025, in de vuilnisbak gegooid en aangekondigd dat er een nieuw, wat korter lopend investeringsprogramma zou worden ingediend. Maar dat is er nog altijd niet. Minister, wij hebben daar nog op 15 december vorig jaar van gedachten over gewisseld. Toen wist u te melden dat u geen zicht hebt op de timing van het nieuwe investeringsprogramma van de NMBS en Infrabel.
Collega’s, ondertussen weten we dat de fileproblematiek in Vlaanderen alleen maar toeneemt. We hebben het daar vorige week nog over gehad naar aanleiding van de filebarometer van Touring Mobilis, waaruit blijkt dat onze files niet alleen recordlengtes laten optekenen, maar dat er ook steeds vaker file is op momenten en plaatsen waar dat voorheen niet het geval was. Met andere woorden: investeringen in het spoor, dat door de minister en ons allemaal als de ruggengraat van het openbaar vervoer wordt beschouwd, zijn meer dan ooit noodzakelijk.
Minister, daarom had ik u graag volgende vragen voorgelegd. Wat is de jongste stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van een nieuw meerjarig investeringsprogramma? Hebt u ondertussen al wat meer zicht op de timing van een politiek afgeklopt programma? Wat is de stand van zaken met betrekking tot andere hieraan gekoppelde dossiers? Ik denk aan het vervoersplan en natuurlijk ook het GEN. Hoe loopt het overleg tussen u en uw federale evenknie Bellot en hebt u al een zicht op welk budget beschikbaar zou kunnen zijn voor de federale component en de gewestelijke component ter financiering van de spoorinvesteringen? Blijft men vasthouden aan de 60/40-verdeelsleutel? Hoeveel van de elf spoorprioriteiten zullen volgens u kunnen worden opgenomen binnen deze gewestelijke financieringscomponent?
Tussen haakjes: ik hoorde in de wandelgangen van het federale parlement dat van het 1 miljard euro dat Bellot mag lenen, 365 miljoen euro zou worden gereserveerd om onze spoorwegprioriteiten mee te financieren. Daar spring je natuurlijk niet zo ver mee. Ons wenslijstje vraagt een investering van 3,1 miljard euro.
Mijn laatste vraag heb ik gesteld voor het artikel over de bijkomende lening verscheen. Kunt u ons daar eventueel wat meer duiding bij geven? Hebt u al overleg gehad met minister Bellot naar aanleiding van het goede nieuws dat hij 1 miljard euro extra kan lenen om de investeringen in het spoor op gang te trekken?
Minister Weyts heeft het woord.
Zoals u weet, hebben de gewesten hun spoorinvesteringsprioriteiten op ambtelijk niveau al op tafel gelegd in de federale Investeringscel Spoorwegen.
Ik heb ook zelf het initiatief genomen voor een politiek overleg met minister Bellot, dat plaatsgevonden heeft op 13 januari, dus vorige maand. Hij heeft me toen meegedeeld dat hij in december 2016 aan Infrabel en de NMBS de opdracht had gegeven om een voorstel op te maken om een bijkomende schuld aan te gaan om spoorinvesteringsprojecten mogelijk te maken. Ik heb vorige week in de media vernomen dat er in de schoot van de Federale Regering, of minstens in het kernkabinet, een dossier zou zijn goedgekeurd. Die bijkomende schuld zou worden aangegaan. Ik heb dan ook onmiddellijk contact opgenomen met de vraag om daaromtrent samen te zitten ter verificatie van bepaalde verdelingen die in de geruchtenmolen circuleren.
Ik heb minister Bellot ook gevraagd om spoedig een vergadering van het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit (ECMM) te organiseren om zowel over het vervoersplan 2017 van de NMBS als over het meerjareninvesteringsplan van de spoorwegen te overleggen. Ik heb hem herinnerd aan de beslissing van september in de schoot van het ECMM waarbij we formeel hebben afgesproken dat het vervoersplan en de investeringen één onlosmakelijk geheel vormen.
Ik wil op het vlak van de spoorinvesteringen trouwens ook nog overleggen over de mogelijkheid tot prefinanciering van de spoorlijn 18, wat ook al herhaaldelijk in deze commissie ter sprake is gekomen. Ik heb al op voorhand bij herhaling minister Bellot meegedeeld wat onze intenties ter zake zijn.
We hebben volgende week een overleg tussen ons beider kabinetten. Ik hoed me dus voor verdere commentaren. Ik wil zekerheid hebben over wat finaal ter tafel komt te liggen. De 60/40-verdeelsleutel moet voor mij ook in deze worden gehanteerd. Er is mij bevestigd dat men hieraan zou vasthouden. Minister Bellot heeft mij dat op 13 januari 2017 formeel bevestigd. Dit heeft dan ook tot gevolg dat indien de federale overheid bijkomende bedragen moet toekennen voor de afwerking van het GEN die in de verdeelsleutel aan Wallonië toekomen, het Vlaamse Gewest daarvoor gecompenseerd zou worden. We hebben zelf in het verleden een deel van onze middelen of middelen die gelibelleerd waren als zijnde Vlaamse investeringsmiddelen, ook soms toegekend aan investeringen op het Vlaams grondgebied voor het GEN, wat dan ten koste is gegaan van andere spoorinvesteringsprojecten. Voor alle duidelijkheid, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest valt buiten de 60/40-verdeelsleutel.
U kent onze spoorprioriteiten die op tafel liggen. Ik heb ondertussen het initiatief genomen om in het kader van de elektrificatie van lijn 19 mee te trekken in functie van een Europees subsidiedossier. Ik heb daarvoor ook met de Nederlandse collega’s overlegd en steun gevraagd bij minister Schultz en staatssecretaris Dijksma. We hebben een steunbrief aan Infrabel gestuurd waarin ik heb meegedeeld dat Vlaanderen bereid is dit project te prefinancieren naast het deel van de deugdzame schuld waarin de Federale Regering wil voorzien. Dat is tweemaal een uitgestoken hand, zowel met betrekking tot lijn 18 als met betrekking tot lijn 19. We willen die investering faciliteren en bespoedigen door mee te prefinancieren.
Ik kijk uit naar wat concreet ter tafel zal komen te liggen en dat minister Bellot hopelijk uitvoerig zal duiden zodat we weten hoe de vork aan de steel zit. Op basis daarvan kunnen we aan de tafel schuiven om te zien welke Vlaamse spoorprioriteiten we kunnen realiseren.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, laat me eerst reflecteren over een positief element in uw antwoord, namelijk dat het goed is dat u kort op de bal speelt. Als u zaken in de media ziet verschijnen die erop kunnen wijzen dat er enige vooruitgang wordt geboekt in het opstarten van broodnodige investeringen in het spoor, is het goed dat u meteen uw telefoon neemt en belt met uw collega om te overleggen en het ECMM samenroept.
Ik hoop natuurlijk dat ingegaan wordt op uw uitgestoken hand. Wat me natuurlijk wel zorgen baart – ik heb er u naar gevraagd, maar u hebt geen antwoord gegeven, en ik kan me voorstellen dat er gewoon geen antwoord is omdat er nog geen bijkomende elementen zijn – is of minister Bellot in zijn gesprekken met u enig perspectief heeft gegeven over de timing. Tegen wanneer hoopt hij dan toch eindelijk een meerjareninvesteringsprogramma voor de NMBS en Infrabel te kunnen afkloppen? De investeringsfiches zijn nu toch al heel lang geleden overgemaakt aan dat ambtelijk comité. U hebt in december gezegd dat er politiek nog veel moet worden overlegd om af te kloppen. U hebt toen geen timing durven noemen. Hebben uw recente contacten op dat vlak iets meer duidelijkheid opgeleverd?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, u had mijn vraag waarschijnlijk al verwacht over de prioriteit der prioriteiten. Ik zal daar verder niet op ingaan, in die zin dat u een aantal voorkeuren hebt neergelegd waarvan ik akte heb genomen.
Ik heb in het verleden geïnformeerd naar de bereidheid vanuit Vlaanderen om er bij het federale niveau op aan te dringen om mee te financieren in de TEN-T-studie die geïnitieerd is vanuit Nederlands-Limburg voor wat betreft vier grensoverschrijdende treinverbindingen, met name Maastricht- Luik, Heerlen- Aken, Venlo- Mönchengladbach en Weert-Antwerpen. Is het deze studie waarover u spreekt als u zegt dat u aangedrongen hebt bij Infrabel om daar mee de schouders onder te zetten en waarbij Vlaanderen mee wil financieren? Of gaat dat nog over iets anders? Dan zou ik graag weten waarover dat gaat.
Die 365 miljoen euro doet mijn neus natuurlijk ook krullen van nieuwsgierigheid. Ik denk dat we zeker en vast niet vooruit moeten lopen op de zaken, maar ik wil nog even teruggrijpen naar de Vlaamse spoorvisie zoals ze destijds is vastgelegd. Als ik het goed heb, ging het over een bedrag van 800 miljoen euro, aangevuld met nog 200 miljoen euro vanuit Vlaanderen, eventueel cofinanciering. U hebt in het verleden al aangegeven dat u liever aan prefinanciering zou doen. Mochten we vandaag een gelijk aandeel cofinanciering doen zoals die in de Vlaamse spoorvisie is opgenomen, dan zouden we van die 365 miljoen euro al 465 euro kunnen maken. Als u op het spoor van prefinanciering blijft, hoe ziet u dat dan? Ziet u dit als een prefinanciering van die 365 miljoen euro die er federaal te rapen is? Dan is dat echt niet veel winst. Dan is dat eigenlijk hooguit enkele jaren geld voorschieten. Of ziet u dat als prefinanciering voor projecten die langere tijd geprefinancierd worden door Vlaanderen waarbij dan als surplus die middelen zouden kunnen komen?
De heer Keulen heeft het woord.
Collega’s, voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast. Maar bij minister Bellot neigt dat principe eigenlijk naar een synoniem voor passiviteit. Minister, u moet ook maar ontvanger van de boodschappen zijn. U bent diegene waarop wordt geschoten, terwijl u eigenlijk ook maar overbrengt wat u van federaal ontvangt. Belangrijk is wel dat u op die nagel blijft kloppen. We hebben intussen gelezen dat ook de Nederlandse overheid, het Rijk zoals ze zeggen, begint te ezelen wat betreft de eventuele geplande middelen voor de elektrificatie van de spoorlijn Hamont-Weert. Laat vooral de passiviteit hier geen alibi zijn voor de Nederlanders om een aantal gedeelde projecten tijdelijk on hold te plaatsen. Er is ook nog de Spartacuslijn 3, de oude spoorlijnverbinding 18 en er zijn er nog andere.
U kent mijn houding over pre- en cofinanciering. De NMBS staat voor een besparing van 3 miljard euro in de tijdspanne 2016-2019. Ik denk dat we er met alleen een geste met betrekking tot prefinanciering niet gaan geraken. Ik blijf nog altijd gaan voor de piste van cofinanciering omdat dit toch over echte Vlaamse projecten gaat die zich situeren op het grondgebied van Vlaanderen en waar ook Vlaamse reizigers voordeel bij zouden hebben als eindelijk die spoorverbindingen worden gerealiseerd. Wat dat betreft, blijf ik bij mijn pleidooi zoals ik dat in het verleden heb gehouden. Het zou vooral belangrijk zijn dat eindelijk de heer Bellot en de Federale Regering, waar mijn partij deel van uitmaakt – ik zeg het ook deels tegen mezelf –, het meerjareninvesteringsprogramma van de spoorwegen afklopt op het einde van de termijn die gepland is, want het wordt ook op dat vlak een zuivere karikatuur.
Ik zou ook nog kort willen aanvullen. De toon waarop de heer Vandenbroucke de vraag heeft gesteld, een zeer lijdzame toon die aangeeft dat dit al zeer lang bezig is, geeft ook ons gevoel weer. Ik was helemaal niet tevreden om in de krant te lezen dat minister Bellot voor 1 miljard euro schulden moet maken. Als ik dan hoor dat u als minister, die toch al meermaals aan de bel heeft getrokken bij minister Bellot, daar zelfs niet van op de hoogte wordt gesteld, dan vind ik dat zeer spijtig.
Minister, ik hoop dat met de inspanningen die u doet, we toch op iets kortere termijn dan in het verleden, duidelijkheid krijgen over de middelen die nu uiteindelijk samen met Vlaanderen kunnen worden gespendeerd aan de elf prioriteiten die wij hier al zo lang geleden hebben vastgelegd. Het gaat niet alleen over Limburg – ik ben blij om te horen dat u steeds bevestigt dat u wilt gaan voor de prefinanciering van lijn 18 en de elektrificatie van lijn 19 wat voor ons zeer belangrijk is –, maar ook de andere projecten zijn belangrijk. Met de middelen die nu worden vrijgemaakt of die we horen waaien in de pers, komen we er natuurlijk niet.
Minister, onze fractie hoopt dat u verder op de nagel blijft kloppen en dat we uiteindelijk toch duidelijkheid kunnen krijgen over enerzijds het meerjareninvesteringsplan en anderzijds over het vervoersplan, want dat is ook zeer belangrijk voor Vlaanderen en voor de ontwikkelingen die we willen doorvoeren voor het openbaar vervoer.
Wat de timing betreft, is mij duidelijk geworden dat de NMBS intern rond zou zijn met het eigen meerjareninvesteringsplan, maar dat dat niet geldt voor Infrabel waar men intern nog niet rond is.
Het Europese subsidiedossier gaat niet over de studie rond de grensoverschrijdende tracés maar heel concreet over de elektrificatie van lijn 19 waarover alles al gekend is. Het gaat dus over de realisatie. Er is een subsidiedossier ingediend bij de Europese Commissie met het oog op het verkrijgen van 40 procent financiële ondersteuning vanuit de Europese Commissie.
U wilt liever prefinanciering dan cofinanciering. Zolang wij die bevoegdheid niet hebben, vind ik principieel dat wij daarvoor ook niet de middelen moeten aanleveren, want anders treed je in de plaats van de federale overheid en dan kun je dat evengoed doen op alle beleidsdomeinen. Zelfs los daarvan hebben we geen rechtsgrond. De Bijzondere Wet stipuleert heel duidelijk dat je ter zake eerst een samenwerkingsakkoord tot stand moet brengen tussen de federale overheid en de diverse gewesten, alleen al om een rechtskader te kunnen creëren op basis waarvan eventuele cofinancieringsakkoorden kunnen worden gesloten. We zijn nog ver van huis, in zoverre daar in hoofde van de andere gewesten enige bereidheid toe zou zijn om daar überhaupt over te gaan spreken. Maar prefinanciering in dezen gaat, lapidair gezegd, over het overnemen van de rentelast. Het principe is dat Infrabel en de NMBS overgaan tot het aangaan van een schuld om een investering te kunnen doen en de Vlaamse overheid neemt de intrestlast over en financiert die. Dat is in concreto een schema van prefinanciering dat ook op tafel ligt.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, collega’s, ik dank u voor uw reacties.
Vorige week is er nog een rapport geweest van de Europese Commissie waarin ons land de twijfelachtige titel heeft gekregen van meest dichtgeslibde land van Europa. Collega Keulen en anderen, ik denk inderdaad dat een zekere vorm van passiviteit en gebrek aan daadkracht een van de verklaringen is waarom het zo tergend lang duurt alvorens er een nieuw investeringsprogramma klaar ligt voor investeringen die broodnodig zijn.
De belangrijkste vaststelling, collega’s van de meerderheid, is dat we hier worden geconfronteerd met de gevolgen van de beslissingen van uw partijen in de Federale Regering. De draconische besparingen die u aan het spoor hebt opgelegd, keren nu als een boemerang in uw gezicht terug, met als gevolg een exploderende kost in de vorm van toenemende files, toenemende vervuiling en een toenemende economische schade die vele malen hoger ligt dan het bedrag dat u denkt te kunnen besparen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.