Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het thema komt hier niet zo vaak aan bod. De luchthaven van Kortrijk-Wevelgem is dan ook de kleinste van de drie Vlaamse regionale luchthavens.
Minister, ik had u al een schriftelijke vraag gesteld, waarvan ik het antwoord vorige week mocht ontvangen. Die vraag ging over de situatie op de luchthaven van Wevelgem, of die al dan niet veilig was. Ik kom er zo meteen op terug.
Wat is de kern van het probleem? Sinds november – of 5 december, om precies te zijn – verloor de luchthaven haar erkenning om vliegtuigen op basis van de boordinstrumenten te laten landen. Enkel landen op zicht is nog mogelijk en wordt nog toegelaten indien de zichtbaarheid 5 kilometer bedraagt. De dagen zijn kort in deze tijd van het jaar. En in januari waren er heel erg veel mistige dagen, waardoor de luchthaven ook onbruikbaar was. We hebben het gecheckt bij de luchthavenleiding en het is inderdaad ook zo. Er is nog een beetje trafiek, omdat er natuurlijk ook klare dagen zijn en er ook ’s nachts of ’s avonds laat mag worden gevlogen, indien de zichtbaarheid voldoende hoog is. De landingsbaan is uiteraard ook verlicht. In december waren er nog een aantal nachtvluchten.
Het marktsegment van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem richt zich vooral op de businesssector, de zakenluchtvaart en dus op relatief exclusieve klanten, die met eerder kleine straalvliegtuigen korte en middellange afstanden afleggen voor allerlei commerciële contacten.
Daardoor ontstaat bij sommigen – min of meer ook bij mij – de vrees dat dat commerciële doel mensen ertoe zal aanzetten om toch te vliegen op de luchthaven, ook al is de zichtbaarheid minder goed. Daardoor ontstaan er zekere risico’s. Voor de mensen die de situatie niet kennen, wil ik even vermelden dat de luchthaven tussen twee dorpskernen, twee gemeentelijke kernen ligt, die van Wevelgem en die van Bissegem, een deelgemeente van Kortrijk.
Het Directoraat-generaal Luchtvaart besliste in december om de grondapparatuur buiten werking te stellen – de erkenning in te trekken – omdat de luchthaven er niet in slaagt te voldoen aan de kwalitatieve Europese regels en het vereiste certificaat te halen. Deze beslissing kwam er na veelvuldige, jarenlange waarschuwingen – aldus mijn bronnen – door het Europese controleorgaan.
Minister, die hele saga leest eigenlijk als de kroniek van een aangekondigd debacle. In de media wordt er onverbloemd gesproken over onkunde bij het management van de luchthaven. Ook de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit is hard voor de luchthaven: ‘Ze moeten gewoon voldoen aan de regels. Punt.’
Het verweer van de luchthavendirectie dat het probleem bij de Europese regels ligt, versterkt het vertrouwen alvast niet. De luchthaven moet aan de regels voldoen, zoals elke andere luchthaven die in het kader van het Schengenakkoord en in het kader van de Vlaamse regionale luchthavens een rol te spelen heeft.
De betreffende luchthaven is het zorgenkindje van de drie regionale luchthavens. Na vruchteloze pogingen – vóór uw tijd, minister – om tot een LOM/LEM-structuur (luchthavenontwikkelingsmaatschappij/luchthavenexploitatiemaatschappij) te komen met een private exploitant, beslisten de Vlaamse Regering, de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en de intercommunale Leiedal in mei 2014 om een nieuwe beheersstructuur voor de luchthaven Kortrijk-Wevelgem op te richten. Zo lezen we in het jaarverslag 2015.
De oprichting van de nv internationale luchthaven Kortrijk-Wevelgem, een nv naar privaat recht met een zuiver publiekrechtelijk karakter, vond plaats op 1 juli 2015. Vandaag zijn we 9 februari 2017. Ik kom daar zo meteen op terug. Ik citeer uit het jaarverslag van de luchthaven: “De aandeelhoudersstructuur is de volgende: de POM heeft 57 procent , het Vlaamse Gewest 33 procent en de intercommunale Leiedal 10 procent. De nv heeft de duurzame ontwikkeling van de luchthaven tot doel, alsook de instandhouding, het beheer en het onderhoud van de luchthaveninfrastructuur als noodzakelijke economische uitrusting en logistieke troef voor de handel en de industrie in de regio. De nv voert daarbij ook de taken uit die de West-Vlaamse Intercommunale vliegveld Wevelgem-Bissegem (WIV)” – de huidige exploitant – “vandaag uitoefent, alsook een aantal maatschappelijke taken, haar opgedragen door het Vlaamse Gewest.”
Anderhalf jaar na de oprichting van de nv moeten we vaststellen dat essentiële zaken ontbreken op de luchthaven. Het gaat niet alleen over erkende/betrouwbare apparatuur die de vliegtuigen begeleidt bij het landen, maar ook over personeel dat over de kwalificaties beschikt om zelf de uitvoerige verkeers- en weersinformatie te verschaffen. De ingetrokken erkenningen betreffen het landen op instrumenten, maar ook de meteo-installaties.
En hoe zit het met de beheersstructuur? Op de website van de nv die op 1 juli 2015 werd opgericht, staat immers nog steeds een raad van bestuur vermeld die werd geïnstalleerd in maart 2013, het overgangskabinet zolang er geen definitieve nieuwe structuur was. Als ik uw antwoord op een recente schriftelijke vraag van collega de Bethune goed begrijp, heeft de medio 2015 opgerichte nv nog altijd geen raad van bestuur. Mensen zeggen mij – maar ik kan fout zijn, minister – dat het onder meer te maken heeft met de houding van het Vlaamse Gewest dat die nv blijkbaar niet echt wil opstarten.
Minister, hoe is het zover kunnen komen dat de luchthaven er niet in slaagt om haar technische installatie te laten voldoen aan de regels? Hoe komt het dat de luchthaven er niet in slaagt om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken? Waarom heeft ze dat personeel niet?
Wie controleert er vandaag of de aankomende vliegtuigen voldoende zichtbaarheid hebben om veilig te landen? Met andere woorden, wie bepaalt of de situatie veilig is? Hoe worden alle vliegbewegingen bijgehouden? Wordt hier achteraf nog door een instantie toezicht op gehouden? Dat is een punt van discussie in de regio.
Ten slotte, wie is nu eigenlijk de feitelijke en juridische bestuurder van de luchthaven? Is dat die WIV of die nv?
Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
Minister Weyts heeft het woord.
Het bestuur van de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem is in handen van de intercommunale WIV. Dat is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Wevelgem, Kortrijk, Kuurne, Waregem, Harelbeke, Avelgem, Izegem, Zwevegem, Spiere-Helkijn, Anzegem, Lendelede, Menen, de provincie West-Vlaanderen, Leiedal en Infrax West. Zij zijn tot op heden dus de luchthavenuitbaters. Het Vlaamse Gewest heeft zich voorgenomen om die beheerstructuur enigszins te moderniseren. Daarom werd er een nv opgericht, waarin het Vlaamse Gewest voor 33 procent participeert. De operationele zaken zijn tot heden echter niet overgedragen aan die nv. Nu, historisch gezien is er geen luchtverkeersleiding in die luchthaven. Er is enkel een luchtverkeersinformatiedienst, die ook door exploitant WIV zelf wordt georganiseerd.
Het European Aviation Safety Agency (EASA) van de EU heeft wel aan het Directoraat-generaal Luchtvaart gevraagd om enkele acties te ondernemen. Dat heeft ertoe geleid dat de luchtverkeersinformatiedienst sinds 15 oktober 2016 enkel nog basisinformatie mag verstrekken aan piloten, ingevolge een negatieve audit door het Directoraat-generaal Luchtvaart. Er werden problemen geconstateerd met de infrastructuur, die niet meer gecertificeerd is. Heel concreet, en dat is wat technisch, gaat het over ‘distance measuring equipment’, apparatuur die de afstand bepaalt tussen het vliegtuig en de landingsbaan, over het ‘non-directional beacon’ (NDB), een radionavigatiemiddel, over de ‘localiser’ (LLZ), een instrument voor het landingssysteem, en nog zo’n paar technische problemen. Daarom mag die infrastructuur dus sinds 15 oktober niet meer worden gebruikt.
Er waren ook problemen met de dienstverlening door de luchtverkeersinformatiedienst als ‘air traffic service’ (ATS) en ‘air navigation service provider’ (ANSP).
Sinds 15 oktober mag er niet meer worden geland of opgestegen op basis van de boordinstrumenten, maar enkel op basis van het zicht, wat natuurlijk wel problemen met zich meebrengt als door de weersomstandigheden het zicht beperkt is.
Daarnaast bleek ook uit de audit van het Directoraat-generaal Luchtvaart dat in het kader van de strenge Europese vereisten de luchthavenexploitant ook niet over personeel met de vereiste technische competenties beschikt, of alleszins niet met de juiste certificeerbare kwalificaties, om verkeers- en weersinformatie te verschaffen. Het personeel moet beschikken over de opleiding tot Aerodrome Flight Information Service Operator (AFISO), aangezien de luchthaven zich als enige luchthaven in ongecontroleerd luchtruim bevindt. Die opleidingsmodule bestaat momenteel zelfs nog niet. Die moet nog worden opgemaakt door Belgocontrol. Er wordt nu bekeken of het huidige personeel als adjunct van een verantwoordelijke van Belgocontrol in dienst zou kunnen blijven.
Dit alles heeft vanzelfsprekend geleid tot een sterke daling van de trafiek, en ook tot een terugloop van de inkomsten uit kerosine. Ik ben als Vlaams minister, ook al is mijn betrokkenheid toch enigszins beperkt, wel bereid om een oplossing voor die problematiek te faciliteren. Ik heb mijn diensten ook gevraagd deel te nemen aan de werkvergaderingen met de luchthavenexploitant, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en Belgocontrol, om te bekijken welke oplossingen we kunnen uitwerken. Zij brengen alleszins in kaart welke de noodzakelijke maatregelen zijn die we moeten nemen om die installaties in de toekomst opnieuw operationeel te krijgen voor het luchtverkeer. Het zal wel het Directoraat-generaal Luchtvaart zijn dat akkoord moet gaan met de voorgestelde maatregelen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil toch nog een paar elementen aanhalen. Het is zeer vreemd dat die intercommunale WIV vandaag nog exploitant is. U weet wellicht net zo goed als ik dat de meeste gemeenten die vandaag in die intercommunale zitten, al jarenlang vragen om uit die intercommunale te mogen stappen. Daar is ook een alternatief voor. Wordt de operationele uitbating al dan niet overgedragen aan die nv, en zo ja, wanneer? Anders gezegd, als dat niet gebeurt, waarvoor dient dan die nv? En wat dan met die gemeenten die in de intercommunale zitten? Daar hangt een flou artistique over.
U hebt voor de rest duidelijk geantwoord met betrekking tot de technische problemen die er zijn. Ik kan het ook appreciëren dat het Vlaamse Gewest zijn verantwoordelijkheid neemt om in kaart te brengen wat er moet gebeuren. Het volgende moet me echter toch van het hart. Met alle liefde en met alle respect voor de betrokken mensen, die ik in dezen eigenlijk niet wil viseren, maar dit is eigenlijk onaanvaardbaar. Men weet al jaren goed dat men opgeleide mensen moet hebben, dat men gecertificeerde apparatuur moet hebben. Met alle ambities die ter zake door collega’s van mij, maar ook door de luchthaven zelf worden uitgedragen, het is onaanvaardbaar dat men dit soort elementaire voorwaarden om van een zakenluchthaven te kunnen genieten, niet respecteert. Ik zal duidelijk zijn: ondanks alle discussies die er vaak zijn, is het concept van een zakenluchthaven een mogelijkheid voor Kortrijk-Wevelgem. U weet wellicht wel dat 90 procent van de vluchten helemaal geen zakenvluchten zijn, maar les- en oefenvluchten.
10 procent van de omzet van het aantal vliegbewegingen gaat amper over zakenvluchten. Die zakenvluchten worden nu afgeleid bij minder goed weer, lees de kranten van gisteren er nog maar eens op na, naar andere luchthavens die voor hen veel minder faciliteiten hebben. Ik vind het eigenlijk onwaarschijnlijk dat de luchthaven door wanbeheer haar eigen toekomst hypothekeert. Minister, ik wil graag een antwoord op mijn bijkomende vraag over die bestuursvorm.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Mijnheer Caron, de toon van uw initiële vraag treft me. Het staat u natuurlijk vrij de toon te kiezen die u wilt gebruiken, maar ik stel vast dat van uw vijf initiële vragen geen enkele vraag ertoe strekt zelfs maar een suggestie van oplossing te weten te komen. U vraagt alleen hoe het zover is kunnen komen, hoe dit komt en hoe dat komt, maar u vraagt zich niet af waar het naartoe kan gaan en wat een mogelijke oplossing kan zijn voor die regionale luchthaven.
U hebt in uw repliek nu wel gezegd dat er kansen zijn voor Kortrijk en de omliggende gemeenten en regio, maar voor er antwoorden kwamen van de minister begon u al te concluderen dat de veiligheid in het gedrang komt omdat de platte commercie voorrang heeft gekregen op de veiligheid. Dat is de indruk die u hebt, u had uw conclusie dus al klaar, zo blijkt uit uw vraag. En dan gaat u een beetje lacherig doen over General Aviation. Met alle respect, maar het belang van luchtvaart en van General Aviation in het bijzonder, neemt alleen maar toe. Zeker ook voor uw regio Kortrijk en voor West-Vlaanderen bij uitbreiding is het heel belangrijk dat ook die regionale luchthaven wordt ondersteund voor de bedrijven die in de regio vaak heel exportgericht zijn en die in hun eigen deelmarkt Europees zelfs wereldleider zijn, en dan gaat u het belang van die luchthaven reduceren tot een paar dik betaalde CEO’s. Ik vind dat jammer, ik had eigenlijk gehoopt – maar misschien is dat ideologisch van u, ik hoop van niet – dat u de kaart zou trekken van die luchthaven en dat dit ook zou blijken uit uw vraag, maar dat is niet zo. U doet dat nu wel dunnetjes in uw eerste repliek, maar dat valt me eigenlijk wel tegen.
Ik onthoud vooral uit het antwoord van de minister dat de veiligheid nooit in het gedrang is gekomen, en dat is ook maar goed, en dat paniekzaaierij op dat vlak echt niet op zijn plaats is. Ik wil dan ook oproepen om dat niet langer te doen door voorbarige conclusies te poneren. Ik onthoud ook dat er een perspectief is op een oplossing, maar dat er wel nog een en ander moet gebeuren waardoor de regionale luchthaven verder kan worden ondersteund en haar rol voor de regio en voor het economisch belang kan spelen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, de veiligheid gaat boven alles. Momenteel zijn er inderdaad problemen op de luchthaven. Zoals ook de heer Anseeuw net deed, wil ook ik het belang van die luchthaven benadrukken. Ze heeft een grote economische waarde voor onze regio. Onze regio telt veel bloeiende bedrijven, vooral in Zuid-West-Vlaanderen.
Ik wil dan ook met aandrang vragen dat u de nodige stappen zet om ervoor te zorgen dat op het vlak van de veiligheid alles in orde komt. U zegt dat u zult faciliteren, ik veronderstel dat daarvoor budgetten moeten worden uitgetrokken. Wanneer u faciliteert en het nodig blijkt om daar budgetten voor uit te trekken, bent u daar dan toe bereid?
Minister Weyts heeft het woord.
De bereidheid om te faciliteren heb ik al bevestigd in mijn antwoord. Mijn diensten zullen daarvoor aan tafel zitten met de mensen van de luchthaven.
De vennootschap is opgericht in juli. De vraag is dan waarom de exploitatie niet is overgedragen. Die overdracht is gepland voor april, maar de datum is al een aantal keren verschoven. Het initiatief moet van de betrokken intercommunale komen, zij beslist over de overdracht. Er zijn nog een paar issues met betrekking tot personeelszaken, er loopt nog syndicaal overleg, maar dat zou stilaan worden afgerond. Daarnaast is er ook nog de kwestie van de vergunningsprocedures. Als dat is afgerond, zou een overdracht van de exploitatie kunnen plaatsvinden.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor die verduidelijking. Intussen zijn we bijna anderhalf jaar à twee jaar verder voor het operationeel wordt. Dat is behoorlijk lang.
Mijnheer Anseeuw, het is niet aan mij om hier oplossingen te geven voor een luchthaven waarvan ik het belang ideologisch – inderdaad, mijnheer Anseeuw – maar matig deel. Als er dan toch voor zakenluchtvaart een niche zou zijn die te verdedigen valt, dan gaat het toch maar over 10 procent van de vliegbewegingen. Het gaat over 4560 vluchten in 2016, dat zijn er 11 per dag, 5 omhoog en 5 naar beneden, plus 1. De intensiteit is dus niet hoog. Voor de rest zijn wij, om het heel oneerbiedig te zeggen, de vuilbak van de door de aangepaste milieuvergunning in Deurne naar Wevelgem overgebrachte lessen en oefenvluchten. Things happen, dat is een keuze die toen is gemaakt.
Ik doe niet aan paniekzaaierij, mijnheer Anseeuw, ik stel alleen vast dat wanneer de luchthaven haar eigen zaken niet goed beheert, dit het gevolg is. Op die manier bemoeilijkt zij haar eigen positie in onze samenleving meer dan ooit. Dat stel ik vast, en niets anders dan dat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.