Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Enkele weken geleden hebben verscheidene delegaties in Brussel betoogd. Zij eisten een verplicht systeem van flexibele productieregulering. Ze uitten ook hun vrees voor de deblokkering van het opgeslagen melkpoeder. Zij stellen dat een vergroting van het aanbod een nieuwe verlaging van de melkprijs zou teweegbrengen, net nu de melkprijs traag en gestaag aan het verbeteren is.
– Jos De Meyer treedt als voorzitter op.
Ik vind het soms wat moeilijk. We weten dat de melkquota onlangs zijn afgeschaft. Daar was veel vraag naar. Het is nu afgeschaft, en sommigen verlangen bij wijze van spreken naar de tijd van voor de afschaffing. Het is voor mij soms heel onduidelijk welke spelers wat willen.
Onze eigenste landbouworganisaties namen niet deel aan de betoging. Zij zijn geen voorstander van een verplichte productieregulering. Het klopt dat de kostprijs van een verplicht verminderde melkproductie in een open wereldmarkt finaal bij de melkveehouder zal liggen. Bovendien wordt onze internationale concurrentiepositie op die manier aangetast. De melkquota zijn pas opgeheven, zoals ik al zei. We moeten streven naar een zo marktconform mogelijke melkmarkt.
Vandaag is een vrijwillige productiebeperking nog altijd aan de orde. Met Europees geld wordt melkpoeder opgekocht en opgeslagen. Maar dat melkpoeder zal sowieso ooit opnieuw op de markt moeten komen. Minister, ik wil ervoor pleiten om de lossing van die producten op de markt voldoende voorzichtig te laten gebeuren, zodanig dat dit geen prijsverlagend effect zal veroorzaken.
Ik heb enkele vragen over de betoging en over de uitingen van bepaalde organisaties in Brussel. Hoe staat u tegenover een verplichte flexibele productieregeling? Hoe werd op de protesten gereageerd op de voorbije Europese Landbouwraad? Wat is de stand van zaken van de huidige opslag van melkpoeder en onder welke voorwaarden wordt dit melkpoeder eventueel terug op de markt gebracht? Bepleit u bepaalde aanpassingen voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid vanaf 2020 om de fundamenten van de melksector en de Vlaamse melksector te verstevigen? Welke rol moeten producentenorganisaties en brancheorganisaties hierin spelen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vanderjeugd, wij kennen natuurlijk dat voorstel van de European Milk Board. Wij hebben dat zeer goed bestudeerd. U weet dat wij, om ons goed voor te bereiden op het afschaffen van het Europese melkquotum, in 2015 drie visiedagen hebben georganiseerd. Op een van die dagen hebben wij de Milk Board uitgenodigd. Zij hebben toen hun voorstel toegelicht. Nadien ontstond een heel debat met alle actoren, die ook uitgenodigd waren. De conclusie was dat het systeem een paar voordelen heeft maar ook heel wat nadelen. Het systeem zou enkel werken indien wij ervan zouden uitgaan dat de Europese markt een gesloten, afgeschermde markt is. Maar dat is natuurlijk niet de realiteit. Er is ook vrijhandel tussen de EU en derde landen. Het heeft weinig zin om de melkproductie in Europa te beperken door middel van melkquota als die weggevallen melk dan plots wordt aangevuld met import uit derde landen.
De melkprijs in Europa zou dan laag blijven, want de totale hoeveelheid melk op de Europese markt daalt niet. Bovendien zouden we een deel van ons Europees marktaandeel verliezen, wat een kwalijke zaak zou zijn. Aan de eigen landbouwers productiebeperkingen opleggen, stimuleert als het ware landbouwers in andere werelddelen om de marktpositie van onze eigen landbouwers te bekampen. We mogen niet vergeten dat de Europese landbouwers sowieso reeds concurrentienadeel ondervinden door de sociale, natuur-, milieu- en dierenwelzijnsnormen die hoger zijn dan die voor landbouwers uit andere werelddelen. Ook nog een economisch concurrentienadeel instellen, zou strategisch dus niet verstandig zijn. Dit punt stond niet op de agenda van de Landbouwraad van 23 januari.
Er ligt vandaag in de Europese Unie nog 350.000 ton melkpoeder opgeslagen. Op dat melkpoeder is de publieke interventieregeling van toepassing. Begin december heeft de Europese Commissie de verkoop van 22.000 ton toegestaan. Er werden inmiddels drie inschrijvingsperiodes georganiseerd die kandidaat-kopers de mogelijkheid gaven te bieden. Tijdens de eerste periode werd 40 ton verkocht tegen 215,10 euro per 100 kg. Tijdens de tweede en derde periode werd niets verkocht, omdat de commissie oordeelde dat de biedingen te laag waren. Gisteren opende de vierde periode. De commissie zal ook die bieding beoordelen.
Wat betreft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is het duidelijk dat het huidige vangnet niet goed genoeg is uitgebouwd om de toenemende volatiliteit op de landbouwmarkten te bekampen. Vroeger zorgde het GLB ervoor dat de prijzen stabiel bleven. Vandaag echter brengt de toenemende prijsvolatiliteit onze familiale landbouwbedrijven in de problemen. Het GLB na 2020 zal dus een effectiever geheel van marktmaatregelen moeten omvatten, gestuurd via de Europese Commissie of via de producenten- en sectororganisaties. Het debat wordt volop gevoerd. We hebben onze inbreng, die ook hier al aan bod is gekomen, gedaan.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik ben blij dat u naar aanleiding van de protesten een standpunt inneemt dat in de lijn ligt van dat van onze landbouworganisaties. U pleit ervoor dat we onze concurrentiepositie goed verdedigen. De cijfers zal ik in het verslag terugvinden. Kunt u ook cijfers meegeven over de stand van zaken van de vrijwillige productiebeperkingen bij onze Vlaamse melkveehouders? Hoe evalueert u die cijfers? Beïnvloeden die productiebeperkingen de prijsvorming? Wordt werk gemaakt van een nieuwe ronde van vrijwillige – ik benadruk het woord ‘vrijwillige’ – productiebeperkingen?
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is juist dat de Europese markt geen gesloten markt is. Ik denk niet dat het de bedoeling is om een protectionistische politiek te voeren. Protectionisme slaat op de economische werkwijze. Men kan zelfs bijna stellen dat het een liberale werkwijze is. Er zijn nog andere aspecten die belangrijk zijn, zoals het ecologische element. Ik ga daar niet op in, maar er wordt te weinig rekening mee gehouden. Ik refereer dan aan het EU-milieurapport dat gisteren in de media ter sprake is gekomen. In dat rapport wordt België en dan vooral de landbouwsector aangemaand om inspanningen te leveren.
Ik wil hier opmerken dat zonder prijscontrole de prijsvolatiliteit voor onze melkveehouders op middellange en lange termijn allicht nefast zal zijn. Ik pleit niet voor een afbouw, maar voor stabiliteit. Zo niet zullen we overspoeld worden door buitenlandse producten die er op hun beurt voor zullen zorgen dat onze prijzen zakken. Dat zal de leefbaarheid van onze landbouwbedrijven in de problemen brengen. Ik pleit niet voor protectionisme, maar wel voor wat ik nabije landbouw noem. Productie en consumptie moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, ter wille van ecologische doelstellingen en de kwaliteit van de producten. Het moet ook helpen om de eigen productie een beetje te beschermen. De vermarkting van melkpoeder drukt op de prijzen. Zijn er geen betere methoden om de volatiliteit aan te pakken?
Velt heeft het vandaag over de gemiddelde melkprijs in 2016. Het artikel focust op de Europese zuivelbedrijven en coöperatieven die de melk opkopen. De analyse leert dat er toch vrij grote verschillen zijn – ook tussen coöperatieven. Het is interessant om ook daar eens bij stil te staan. Alles wijst erop dat die volatiliteit niet in het voordeel van de landbouwers is.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik kijk uit naar brongerichte maatregelen. Melk uit de markt nemen, is een reactieve maatregel. Men ziet dat er te veel melk op de markt is, en dan neemt men er wat weg. Een gezonde dynamiek van vraag en aanbod vereist misschien dat het aanbod wordt afgebouwd. Ik weet het niet zeker. In elk geval verwacht ik dat het probleem bij de wortel wordt aangepakt. Vandaag nemen we melk uit de markt, en gelukkig worden daarvoor geen subsidies verleend. Zowel bij ons als op Europees vlak zijn brongerichte maatregelen nodig.
Minister, eerst een detailvraag, omdat ik het echt niet weet. Welke houdbaarheidstermijn heeft opgeslagen melkpoeder? Hoelang kan dat bij benadering worden opgeslagen?
Mijnheer Caron, ik heb geluisterd naar uw interessante uiteenzetting, met een pleidooi, niet voor protectionisme, niet voor afbouw, maar voor mechanismen die de stabiliteit bevorderen. Ik moet zeggen dat die invalshoek me iets anders lijkt dan het voorstel van resolutie van een paar weken geleden. Dat lijkt meer een basis voor een gesprek dan het voorstel van resolutie. Laat dat duidelijk zijn.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Wat de cijfers met betrekking tot de vrijwillige productiebeperking betreft, alle aanvragen zijn binnen. Mijnheer Vanderjeugd, die worden nu nog gecontroleerd. We hebben dus nog geen exacte cijfers die we kunnen meegeven. Ik ben er geen voorstander van om dat nog eens te herhalen. We zien immers dat dat een beperkt effect heeft. Ook is de situatie op dit moment anders. Ook internationaal herstelt dit wat. Dat heeft op zich ook niets te maken met die vrijwillige productiebeperking, denk ik.
Een prijscontrole is niet zo evident. We hebben immers een open markt, en Europa gaat steeds meer naar die vrije markt. Ik kan dus niet zomaar rechtstreeks gaan ingrijpen op die prijzen. Als dat gebeurt, dan zou dat vanuit Europa moeten zijn, maar het lijkt ons niet zo evident welk mechanisme ter zake dan moet worden gehanteerd. Daarom geloven we heel sterk in onder andere die versterking van die samenwerking met producentenorganisaties, met brancheorganisaties.
In het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2020 zal heel die problematiek die diverse leden aan bod hebben gebracht, uiteraard worden uitgewerkt. We hebben trouwens ook op tafel gelegd dat Europa daar een antwoord op moet bieden.
Melkpoeder kan blijkbaar lang worden opgeslagen, maar hoelang exact zou ik even aan de experts moeten vragen. Daar heb ik niet meteen een zicht op.
Minister, we zullen het antwoord wel via uw administratie en het kabinet kunnen doen ontvangen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, en waar wordt dat opgeslagen? Is dat bij u thuis?
In silo’s. In mijn vuilniszak. (Gelach)
Zat daar melkpoeder in? En dat was dan meer dan 15 kilo? (Opmerkingen)
Nu maakt u ons wel heel benieuwd.
Ik denk dat het een moeilijke evenwichtsoefening zal blijven. De melkquota zijn weggevallen. Ik volg u in uw redenering dat we dit moeilijk hier kunnen beperken als het vanuit andere werelddelen naar hier wordt geïmporteerd. Als dan het aanbod nog altijd hetzelfde blijft, dan zal dat voor onze Vlaamse boeren natuurlijk niet veel teweegbrengen.
Kunt u ons misschien de cijfers voor de Vlaamse bedrijven ook nog bezorgen? We zullen in deze zaak met het oog op het nieuwe GLB na 2020 ook nauwgezet moeten bekijken hoe we zaken kunnen implementeren die onze Vlaamse melkveehouderij ten goede zouden komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.