Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, pangasius wordt door Carrefour uit de rekken gehaald. Gekweekte pangasius uit Vietnam heeft al een tijdje een kwalijke reputatie en heeft al bij velen de wenkbrauwen doen fronsen. Gezien de twijfel die blijft bestaan over de negatieve gevolgen van de kweek op het leefmilieu schrapt Carrefour pangasius uit zijn assortiment.
In 2013 besliste minister Crevits, die toen bevoegd was voor de materie, haar steun te verlenen aan de bouw van een pangasiusimportcentrum in Zeebrugge. Tweeduizend vissers, chef-koks, milieuactivisten en vakbondsmensen ondertekenden toen een petitie tegen de hub. De pangasiushub kwam er uiteindelijk niet, ondanks het bestaan van een ASC-label (Aquaculture Stewardship Council). Het ASC-label is een internationaal label voor duurzame kweekvis, opgericht in 2010 door het World Wildlife Fun (WWF). Het label kan worden teruggevonden op vis afkomstig uit de aquacultuur zoals op zalm, tilapia, forel, pangasius en garnalen. Het label garandeert dat de vis is geproduceerd met respect voor het milieu en in goede arbeidsomstandigheden.
In 2012 werd de doelstelling bereikt om 10 procent – maar 10 procent – van de pangasiuskweek in Vietnam, die nochtans instaat voor 90 procent van de pangasiusexport, als ASC te labelen. Delhaize, Colruyt, Lidl, Makro en anderen zeggen dat ze ASC-gecertificeerde pangasius blijven aanbieden omdat de vis duurzaam wordt gekweekt. Naar eigen zeggen probeerde Carrefour ook een duurzame pangasiuslijn op te starten, maar haalde dat niet het gewenste resultaat, zelfs niet met het bestaan van een ASC-label.
Minister, wat is de reactie van het Vlaams Aquacultuurplatform op de interventie van Carrefour? Het vertrouwen van de ingevoerde Aziatische gekweekte vis kreeg al meermaals een deuk. Moet Vlaanderen niet nog meer ons eigen ontwikkelingspotentieel op het vlak van aquacultuur verder benutten en de middelen hiervoor optimaal inzetten, veeleer dan in te zetten op de import uit landen waar we minder of geen vertrouwen meer in hebben? Hoe zit het nu met de pangasius in Zeebrugge? Is die piste definitief afgevoerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen, u vraagt naar het Vlaams Aquacultuurplatform. Misschien is het goed te duiden dat dat een adviserend orgaan is, dat de ontwikkeling van de aquacultuur in Vlaanderen begeleidt en dat er een Strategische Stuurgroep voor Aquacultuur (SSAQ) is. Het is niet de taak van het platform om uitspraken te doen over bezittingen van een privéonderneming. Dat zal ook niet gebeuren.
Wat het ontwikkelingspotentieel op het vlak van aquacultuur betreft, zijn er heel wat vragen gesteld. De heer Vanderjeugd heeft daar trouwens al schriftelijke vragen over gesteld en er ook een antwoord op gekregen. Er zijn een viertal commerciële bedrijven gekend voor de productie van vis en schaaldieren. Daarvan hebben er drie steun gevraagd: Aqua4C in Kruishoutem voor de omegabaars – u welbekend, mevrouw Vermeulen, want u was daar ook aanwezig bij de start –, CreveTec bvba in Ternat voor gamba’s, en Fish2Be NV in Houthalen-Helchteren voor snoekbaars.
Het totale budget dat ik uittrek voor aquacultuur, en Vlaamse en Europese middelen samen voor het volledige programma is 10 miljoen euro. Er is dus nog heel wat mogelijk. Die steun is dus nog voorhanden. Er is op dit moment ook een oproep voor onderzoeksprojecten.
Voor al die projecten blijft duurzaamheid een belangrijk criterium. Ik merk dat projectoren hier ernstig rekening mee houden en zich laten begeleiden door onderzoekscentra in binnen- en buitenland om geïntegreerde oplossingen te kunnen vinden.
Samenwerking tussen onderzoek en commerciële partijen is van belang voor de uitbouw van eigen ontwikkelingspotentieel in Vlaanderen. Ik hoop dat we binnenkort diverse innovatieve en nieuwe initiatieven kunnen ondersteunen. Daar staan we absoluut helemaal achter.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, zijn de plannen voor de pangasius definitief afgevoerd? Misschien kunt u dat eens bevestigen. Europa heeft een lage zelfvoorzieningsgraad op het vlak van vis. We hebben import nodig, daar ben ik me terdege van bewust. Een eigen aquacultuur kan er zeker een bijdrage toe leveren om onze voorziening te verbeteren.
De knelpunten voor de ontwikkeling van onze eigen aquacultuur zijn geformuleerd in een visietekst. Daarin worden die weergegeven. Is er nog een wijziging van de wetgeving nodig om aquacultuur te bevorderen in Vlaanderen?
De heer De Croo heeft het woord.
Minister, dit is een goed onderwerp. Het toont aan hoe gevoelig een productie kan zijn voor het patroon van de verbruiker. De reputatie in de media kan bijvoorbeeld dodelijk zijn voor een producent. De duurzame kweek van de fameuze pangasius speelt een positieve rol in onze consumptiepatronen.
Minister, u hebt gezegd dat er vier aquacultuurbedrijven zijn. U hebt er drie opgesomd die steun hebben gevraagd. Ik kom haast elke week voorbij een van die bedrijven in Kruishoutem, maar er zijn nog meer dossiers ingediend, een zevental, die betrekking hebben op consumptie. Kunt u een stand van zaken geven niet van die zeven bedrijven, maar over de lijn die u daarin volgt? Die 10 miljoen euro waarover u sprak, is niet alleen voor de drie op vier bedrijven die al actief zijn. Is er ook iets gepland in aquacultuur, want ik zie daar toch een mogelijkheid voor specialisatie?
Wij maken ook kaviaar in ons land. Ik ben niet zeker van wat ik hierover zeg, ik moet een beroep doen op mijn geheugen. Kaviaar is een gecompliceerde zaak. Dat is het afdrijven van de eieren van een volwassen vis. Om die vis te vervolwassenen – als ik dat werkwoord mag gebruiken – leent men vijvers uit. Dat wist ik niet. Mensen die kaviaar kweken, gaan die vissen in vijvers plaatsen in Vlaanderen.
Ik weet niet of dat een mogelijkheid is die ons interesseert en waarmee iets kan gebeuren. Ik ken een restaurant in West-Vlaanderen dat truffels kweekt. Het zijn dingen waar de ingeniositeit, de specificatie, de consumptie en de kwaliteit een rol kunnen spelen. Kunt u daar iets over zeggen?
Minister, we hebben vorig jaar in september met de commissie een bezoek gebracht aan het bedrijf in Kruishoutem. Ik denk dat alle collega’s eigenlijk onder de indruk waren en gecharmeerd waren door het innovatieve karakter van het bedrijf. Ik heb zelf ook geleerd dat het niet alleen een sterk innovatief bedrijf is, maar dat er ook op het vlak van onderzoek en ondersteuning door de Vlaamse overheid veel gebeurt voor aquacultuur. Dit als kleine aanvulling.
Collega Vermeulen, u vraagt hoe het zit met dat project in Zeebrugge. Ik weet het niet omdat het een privaat initiatief is. Ik heb het destijds mee ondertekend vanuit mijn havenbevoegdheid, maar ik denk dat minister Weyts meer weet over de stand van zaken. Ikzelf ben er vanuit mijn bevoegdheid niet bij betrokken. Er zijn ook geen subsidies aan verbonden. Ik weet er niet echt een antwoord op, ik zal eens op zoek gaan of ik dit te weten kan komen, maar ik kan dat niet beloven.
Op dit moment is er geen indicatie dat de wetgeving zou moeten worden gewijzigd. Er is het platform dat net als bedoeling heeft om, als er een aanvoelen is dat er iets moet gebeuren, dat ook aan te geven. We zijn zeker ook met het ruime veld in overleg om na te gaan of er iets nodig is.
De 10 miljoen euro is voor nieuwe projecten. Momenteel is er een oproep gelanceerd. Het project van kaviaar waar u naar verwijst, collega De Croo, is het vierde aquacultuurproject. Ik heb daarnet gezegd dat er vier zijn, maar er zijn er maar drie die steun genieten. Zij doen het dus zonder steun en hebben het op die manier opgebouwd. Niet iedereen is natuurlijk verplicht om die steun aan te vragen of in te stappen in zo’n project. Ik geloof er sterk in. Ik vind dat er mooie voorbeelden van startinitiatieven zijn. Ook in de academische wereld ontstaat er heel wat: de omegabaars is eigenlijk vanuit het academische milieu opgestart en is nu een commercieel bedrijf. Ik hoor dat dat goed gaat. Het was in het begin niet zo evident, maar het blijkt nu volop aan te slaan.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, de visserij en de aquacultuursector zijn aan zeer strenge duurzaamheidseisen gebonden, wat ik zeer goed vind. Ze waarborgen kwaliteit. Ik vind het ook belangrijk, maar dat is uw bevoegdheid niet, dat Vlaanderen dezelfde eisen zou stellen aan de importproducten. Dat zit Europees met de gele kaarten die worden uitgereikt. Gelukkig hebben we een consument die zich ondertussen steeds meer bewust wordt van zaken die misschien niet mogelijk zijn en niet zouden mogen kunnen. En dat de pangasiusverkoop daarmee iets terugloopt, kan ik enkel maar toejuichen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.