Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over vertraging bij de verwerking van aanvragen van kunstenaars voor een tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment
Verslag
Collega’s, minister, we gaan van start met de duizendste vraag om uitleg. Naar het schijnt, is dat iets speciaals. We geven de eer aan de voorzitter van onze commissie om de duizendste vraag aan de minister te stellen.
De heer Caron heeft het woord.
Collega’s, ik heb van de verenigde commissiesecretarissen van het parlement al een mailtje gekregen dat daar normaal gezien iets aan moet vasthangen. Ik ben nu dus aan het sparen voor die fles champagne. Ze moeten natuurlijk nog een week of drieënhalf geduld hebben, maar dan gaan we dat eens vieren. Ik win nooit met tombola’s en loterijen, maar ik heb wel de duizendste vraag, dus dat is toch al iets.
Minister, mijn vraag gaat over de reiskosten en de kosten voor een verblijf in het buitenland van kunstenaars en organisaties uit de kunstensector. In de media was er wel wat te doen over het feit dat de subsidies voor wat nu buitenlandse publieke presentatiekosten heet, traag werden toegekend aan de aanvragers. Het mechanisme ondersteunt dus bijvoorbeeld jonge bands of theatergezelschappen die in het buitenland gaan spelen en die voor een deel van de kosten, vooral reiskosten, een tegemoetkoming kunnen krijgen, zodat ze voor een redelijke prijs, uitkoopsom in het buitenland kunnen werken en spelen, en daar dus ook veel worden gevraagd.
Als uitgangspunt van het reglement ter zake gold dat er kort op de bal moest worden gespeeld. U hebt dat zelf ook nog gezegd. Uitnodigingen om in het buitenland te spelen, komen er immers vaak vrij kort, vaak enkele maanden voor de datum waarop wordt gespeeld. Daarom voorziet het reglement dus ook in een snelle mogelijkheid. Men kan een aanvraag indienen tot uiterlijk twee maanden voor de geplande datum. In de praktijk blijkt echter dat de beslissing van u, van de administratie soms laat valt, vaak ook na de geplande datum. Dat verplicht kunstenaars om wat te gokken: ‘Maken we kans op die subsidie of niet? We zullen het maar riskeren en gaan spelen.’
Recent hebt u de procedure nog wat bijgesteld. Nu werkt u met een vaste enveloppe per maand en worden de aanvragen ook in een ranking gegoten, om toch wat meer sturing te kunnen geven aan deze subsidieverlening, neem ik aan. Het komt er dus eigenlijk wel een beetje op aan om niet alleen een goede aanvraag te hebben, maar ook het liefst in een kalme maand te vallen, want dan heb je meer kans dat je aanvraag wordt gehonoreerd.
Minister, garandeert u met de nieuwe procedure dat elke aanvrager tijdig uitsluitsel krijgt over het al dan niet toekennen van subsidies? Wanneer mag dat uitsluitsel ten allerlaatste worden verwacht? Wie maakt de ranking op en volgens welke criteria gebeurt dat? Slaat de vaste enveloppe per maand op de maand van het indienen of op de maand van het project, dus van het optreden? Wordt voor elke maand in evenveel budget voorzien of kijkt u naar de gemiddeldes van de aanvragen per maand uit het verleden? Schommelt dat aantal aanvragen per maand sterk? Zit er een constante in over de jaren heen? Wordt niet-gebruikt budget eventueel overgedragen naar volgende maanden? Hoe evolueerde het budget sinds 2009 tot nu, in algemene termen uiteraard? Was het vaak ontoereikend of voortijdig opgesoupeerd? Hoe wordt en werd over de nieuwe regeling gecommuniceerd ten overstaan van de doelgroep?
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, we gaan die duizendste vraag niet zomaar overlaten aan om het even wie, ook al is het de eminente voorzitter van deze commissie. Maar goed, van hetzelfde laken een broek. Er is toch enig ongenoegen over de traagheid van die subsidieregeling voor die buitenlandse publieke presentatiekosten. Het gaat om kleine subsidies, ongeveer 7000 euro. Die dienen vooral om de onkosten te dekken die kunstenaars zelf niet kunnen dragen. Dat biedt hun zo de mogelijkheid om toch hun ding te kunnen doen in het buitenland. Ik denk aan beginnende bands die in het buitenland optreden, theatermakers die in het buitenland touren of kunstenaars die tentoonstellen op een internationaal festival. Die moeten ten laatste twee maanden op voorhand hun aanvraag indienen. We lezen op de site van het departement dat voor deze tegemoetkoming in een snelle procedure is voorzien. Na de aanvraag maakt de afdeling Kunsten op basis van het dossier een advies op over de zakelijke en beheersmatige aspecten van de aanvraag. Minister, op basis van dat advies beslist u dus welke aanvraagdossiers worden geselecteerd, uiterlijk twee maanden na de indiendatum van de aanvraag.
Nu hebben we in de kranten gelezen dat uw definitieve besluit pas veel later volgt. Dat zorgt toch voor enige onzekerheid bij kunstenaars, aangezien ze niet weten of ze kunnen rekenen op een tegemoetkoming bij die buitenlandse presentatiemomenten. In het beste geval krijgen ze het geld achteraf, in het slechtste geval is dat financieel minder interessant.
In uw beleidsbrief zegt u zelf dat u de beoordelingsprocedure voor buitenlandse publieke presentatiemomenten wilt wijzigen. Daarom de volgende vragen. Bij welke stap van de verwerking van de aanvragen tot tegemoetkoming voor een buitenlands publiek presentatiemoment wordt vertraging opgelopen, zodat die selectie voor een tegemoetkoming eigenlijk te laat komt? Hoeveel aanvragen voor een tegemoetkoming voor een buitenlands publiek presentatiemoment hebt u afgelopen jaar gekregen en voor welk percentage hebt u laattijdig een beslissing genomen omtrent de selectie van de tegemoetkomingen? Op welke manier wilt u ervoor zorgen dat in de toekomst aanvragen voor een tegemoetkoming voor een buitenlands publiek presentatiemoment op tijd worden verwerkt, en het beschikbare budget goed wordt besteed?
We hopen op een antwoord, zodat we, zoals Simeon in de tempel, een lofzang kunnen aanheffen.
Minister Gatz heeft het woord.
Voor ik inga op de concrete vragen, wil ik toelichten waarom de herziening er gekomen is. In 2016, het eerste jaar van de tegemoetkomingen voor buitenlandse publieke presentatiemomenten, werd in de loop van het jaar duidelijk dat de voorziene middelen ontoereikend waren om de aanvragen die gedurende het volledige jaar werden ingediend, te ondersteunen, een situatie die ook bij de tegemoetkomingen in de reis-, verblijf- en transportkosten bijna jaarlijks voorviel. Voor de laatste rondes van de tegemoetkomingen voor buitenlandse publieke presentatiemomenten heb ik tijdens de procedure bijkomende middelen gezocht en gevonden. Het gevolg was dat er een tijd onzekerheid was. In plaats van ‘de middelen zijn op, er is geen ondersteuning’, werd er gezegd ‘de middelen zijn op, er wordt een oplossing gezocht’. Die oplossing moest niet alleen worden gevonden, maar ook nog in werking treden. Dit was een zeer oncomfortabele situatie voor de sector, die ik in de toekomst uiteraard wil vermijden.
Ik gaf mijn departement daarom de opdracht om een procedure uit te werken die een onzekere situatie in de loop van het jaar vermijdt. De tegemoetkomingen voor buitenlandse publieke presentatiemomenten vallen immers onder de verantwoordelijkheid van het departement, waaraan ik deze subsidielijn gedelegeerd heb, precies om de krappe timing te kunnen respecteren.
Vanaf 2017 is het beschikbare budget voor de tegemoetkomingen voor buitenlandse publieke presentatiemomenten verdeeld over twaalf maandelijkse rondes. Elke maand wordt beslist over de dossiers die de maand voordien ingediend werden. Hierdoor zou ook de decretaal bepaalde uiterste beslissingsdatum, twee maanden na indiening, gehaald moeten worden. Momenteel werkt men volgens het principe dat over aanvragen voor activiteiten die in een bepaald jaar plaatsvinden, ook in datzelfde jaar een beslissing wordt genomen. Dat betekent dat aanvragen die ingediend worden in 2017, maar die betrekking hebben op activiteiten in 2018, meegenomen worden in de eerste beslissingsronde van 2018. Voor dit soort aanvragen die in het voorgaande jaar ingediend werden, kan het soms moeilijk zijn om de decretale beslissingstermijn van twee maanden te halen. Het is de bedoeling om deze aanvragen in één adviesronde te bundelen. De beslissing kan echter pas genomen worden wanneer de begroting is goedgekeurd in het parlement. In de praktijk komt dit erop neer dat de beslissing in de eerste week van januari genomen wordt. Voor dossiers die dus voor de eerste week van november ingediend worden, zal het altijd moeilijk blijven om deze termijn te halen. Dat scharnierpunt van het ene jaar op het andere blijft dus delicaat.
Ook vorig jaar werd in de meeste dossiers niet tijdig een beslissing genomen. In bijna driekwart van de dossiers werd minstens een dag te laat beslist. Ik besef dat dit geen goede score is, vandaar ook de maatregelen.
Voor die laattijdige beslissingen zijn verschillende redenen. De afdeling Kunsten heeft met de invoering van het nieuwe Kunstendecreet, de online applicaties KIOSK voor de aanvragen, het Online Indienen van Adviezen (OLIAD) voor het adviessysteem en een structurele ronde, twee drukke jaren achter de rug. Dat ging gepaard met technische aanpassingen, piekmomenten in de beoordeling, communicatie, samenvallende deadlines en dergelijke. Om die reden had deze afdeling in bepaalde periodes bijzonder weinig overschot aan capaciteit en werd voorrang gegeven aan andere subsidiestromen. Dit is misschien geen goede uitleg, maar ik probeer het kader te schetsen waarbinnen de administratie bepaalde momenten van druk probeert te verwerken.
Na de beslissing van de vijfde ronde bleek duidelijk dat het budget ontoereikend was. Voor die ronde werden extra middelen gezocht, net zoals voor de volgende rondes. De procedure daarvoor nam veel tijd en leidde tot de vertraging waar we het vandaag over hebben. Dossiers die in september-oktober-november van het voorgaande jaar werden ingediend, zorgden voor extra druk.
Na de uitwerking van de maatregelen die werden genomen, waren ook aanpassingen nodig voor de uitrol ervan. Ik ga ervan uit dat er vanaf nu geen vertragingen meer zullen zijn. U mag me daar gerust op blijven aanspreken in deze commissie. Een beslissingstermijn van twee maanden na indiening blijft natuurlijk krap.
Vanwege de snelle – maandelijkse – procedure is er geen tijd om dossiers voor te leggen aan een beoordelingscommissie, zoals gebruikelijk binnen het Kunstendecreet. De dossiers worden door de afdeling Kunsten beoordeeld volgens drie criteria: de artistieke kwaliteit van de presentatie, het belang voor het oeuvre en de ontwikkeling van de betrokken actor en de redelijkheid van de ingebrachte kosten Elk criterium weegt evenveel door en krijgt een score op vijf. Het tweede criterium moet ervoor zorgen dat ook minder gevestigde kunstenaars kansen krijgen. Deze tegemoetkomingen zijn belangrijk voor de beginnende kunstenaar die hiermee verdere stappen zet in de professionalisering, ontwikkeling en uitbouw van zijn traject. Door twee inhoudelijke criteria tegenover één zakelijk te zetten, krijgt het artistieke aspect van het initiatief meer gewicht dan het zakelijke.
De vaste enveloppe per maand slaat op de maand van indiening. Dit is de enige manier om dit sluitend te maken. Je kunt immers een dossier voor een initiatief op het einde van het jaar al in januari indienen. Dit moet dan ook binnen de twee maanden beslist worden.
De budgetten worden niet gelijkmatig verdeeld over de maanden. De bedoeling hiervan is om een gelijkere beoordeling te krijgen tussen dossiers die in het voorjaar ingediend worden en de dossiers die in het najaar ingediend worden. In de eerste ronde van 2017 zitten 53 dossiers met startdata van januari tot november. Het is vrijwel zeker dat de laatste ronde van het jaar minder dossiers zal bevatten. Het is een ronde waarin enkel dossiers met startdata in november en december kunnen worden ingediend, bovendien enkel met een geldige motivering voor laattijdigheid. Indien daarvoor in eenzelfde bedrag wordt voorzien als voor de eerste ronde, zal de beoordeling minder gelijk zijn.
Op voorhand is het onmogelijk te weten hoeveel dossiers er elke maand ingediend zullen worden. In die zin is het inderdaad mogelijk dat een aanvrager wat meer geluk heeft om in een kalmere ronde te zitten, zoals vermeld wordt in de vragen. Indien er geld zou overblijven, dan zou dat inderdaad worden doorgeschoven naar een volgende ronde.
De verdeling van het budget is een inschatting die gemaakt is op basis van een verwachte instroom van dossiers. Omdat er de voorgaande jaren nooit een normaal jaar was, wat dat dan ook moge zijn, ook niet bij de tegemoetkomingen in de reis-, verblijf- en transportkosten, de voorgangers van deze nieuwe tegemoetkoming, is het moeilijk om hierop voort te gaan. De schatting zal op het einde van het jaar worden geëvalueerd. Voor 2018 kan op basis hiervan de verdeling per ronde mogelijk opnieuw worden aangepast.
Dan is er de vraag hoe het budget evolueerde. Ik heb hier een tabel die vanaf 2012 begint maar die toch voldoende duidelijkheid geeft. Ik zal ze als bijlage aan het verslag laten toevoegen. Daar kunt u in zien hoeveel aanvragen er waren, hoeveel positief besliste dossiers er waren en wat het budget was. In 2012 lag het budget op 389.000 euro. Dat is fors opgetrokken in 2013 naar 523.000 euro. Er is nog een mooie stijging in 2014 naar 650.000 euro. Daarna is het even wat moeilijker geweest, dat zal u niet verwonderen, met in 2015 578.000 euro en in 2016 met 594.000 euro. Dit jaar is toch bijna weer aangepikt met het hoogste niveau van 2014, namelijk 640.000 euro.
De voorgaande jaren was er steeds een tekort aan middelen, sommige jaren werd de ondersteuning tijdens het jaar opgeschort, in andere jaren werden enkel de best beoordeelde dossiers ondersteund. Soms werden de toekenningen ook met een kaasschaaf binnen de beschikbare middelen gehouden. U zult daar ook wel enigszins weet van hebben. Het departement heeft de herziening van de beoordeling gecommuniceerd via zijn website en nieuwsbrief. Kunstenpunt heeft dit ook overgenomen op zijn website. Op de website van Kunsten is ook een document met richtlijnen voor de aanvragers te vinden.
We hebben bij de herpositionering van de regeling en de criteria wel degelijk rekening gehouden met input vanuit de sector. Natuurlijk zijn er nu ook een aantal mensen uit dezelfde deelsector die kritiek hebben op het nieuwe systeem. Ik hoop dat ik nu voldoende heb kunnen aangeven wat de evenwichten in het nieuwe systeem zijn. Ik denk dat we nu het best het jaar verder laten lopen in de wetenschap dat er bijkomende middelen zijn, dat we een nieuw ijkpunt hebben proberen vast te stellen en dat we dan de evaluatie daarna opnieuw bekijken.
Inmiddels mag u er op blijven hameren – dat is de uitdaging voor mij en mijn administratie – dat we er binnen het nieuwe systeem wel in slagen, misschien op het scharnierpunt van het ene naar het andere jaar na, om de beslissingen toch tijdig aan de aanvragers mee te delen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de uitleg. Ik kan het globaal eens zijn met de bijwerking zoals die is vooropgesteld. Die lijkt mij heel redelijk, beter beheersbaar, effectiever, sneller en correcter. Daarmee heb ik geen probleem. De enige bezorgdheid die ik heb, gaat zoals gezegd over de dossiers van januari omdat je daar altijd met de jaarlijkse begroting zit, wat lastig is. Daar zijn min of meer oplossingen voor door onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting toch indicatief richting te geven voor de aanvragers. Ik weet wel dat dat geen formele beslissing is, maar er is toch enige zekerheid. Dat is hetzelfde bij de eerste voorschotronde bij structurele subsidies in januari. Dat komt ook altijd wat later dan de volgende voorschotten. Probeer dat op die manier goed aan te pakken.
Het systeem lijkt me prima en goed werkend. Ik hoop alleen dat u en de administratie erin slagen om het in de toekomst ook snel en correct te doen. Het is vaak een lastige kwestie, maar ik ben benieuwd om in de tabel te zien of het budget volstaat in de zin of ook veel aanvragen niet worden gehonoreerd. Kunt u min of meer een indicatie geven van het percentage aanvragen dat wordt gehonoreerd? Het interesseert me om te zien hoe groot de spanning is tussen aanvragen en beslissingen.
We zullen de tabel kopiëren en laten ronddelen.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik ben blij dat er een oplossing kan worden gevonden. We zullen het in de toekomst zien. Ik begrijp dat dat allemaal niet evident is. De oplossing van de maandelijkse enveloppe zal toch enig soelaas brengen. Ik hoop dat daarmee het probleem is opgelost.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.