Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord
Minister, ik heb al verschillende keren een opmerking gekregen uit het werkveld. Bij de aanleg van nieuwe wijken is men vandaag niet verplicht aardgas aan te leggen. Verkavelaars en projectontwikkelaars zijn nog steeds verplicht om mee te betalen voor dat aardgasnet via een capaciteitstoeslag. In het verleden was dat logisch omdat de kans groot was dat gezinnen achteraf toch beslisten om op aardgas te werken. Dan moesten ze nadien een aardgasaansluiting aanvragen. Als er niets is gepland in die verkaveling, kan het gebeuren dat de volledige kost ten laste valt van die ene woning. Daarom heeft men altijd gewerkt met het principe van de capaciteitstoeslag zodat extra kosten in woonwijken met warmtenetten of warmtepompen kunnen worden gebruikt, ook al is de kans zeer klein.
Ik heb daarvoor contact opgenomen met de distributienetbeheerders om te horen of dat klopt. De distributienetbeheerders stellen dat als ze dit niet zouden doen en er nadien dan toch een woning in die verkaveling aardgas vraagt, de kosten voor de aanleg van dat aardgasnet zouden moeten worden gedragen door de distributienetbeheerder zelf. Lees: alle burgers, los van de verkaveling. De distributienetbeheerders willen net zoals de verkavelaars de kosten beperkt houden voor de netgebruikers en de toekomstige inwoners. Zij zijn ook vragende partij voor duidelijkheid hierover.
Minister, vindt u het logisch dat verkavelaars of projectontwikkelaars nog steeds moeten bijdragen tot het aardgasnet, ook al maakt men daar geen gebruik van? Er zijn heel veel projecten in de toekomst waar men duidelijk kiest voor een intern warmtenet of voor de warmtepompsystemen. Hoe gaat u er dan voor zorgen dat verkavelaars en distributienetbeheerders niet op onnodige kosten worden gejaagd? Zou iemand die een stuk grond in die verkaveling koopt waar geen aardgas wordt aangelegd, maar waar hij dat nadien wel aanvraagt, kunnen worden uitgesloten van de huidige gunstige kostenformule waarin de distributienetbeheerders de kosten dragen om de gasleiding tot aan de voordeur te brengen?
Artikel 4.1.13 van het Energiebesluit bepaalt de kosten die DNB’s mogen doorrekenen. Kan de aanpassing van dit artikel hier een mogelijkheid bieden?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, zoals u weet behoort de uitbouw van het DNB-net tot de kerntaken van de distributienetbeheerder zoals bepaald in artikel 4.1.6 van het Energiedecreet. Verder is er een bepaling in het Technisch Reglement Distributie Gas die stelt dat de distributienetbeheerder in nieuwe aansluitingen moet voorzien tenzij dit economisch niet verantwoord is. Bij verkavelingen is meestal bepaald dat de verkavelaar de plicht heeft om te voorzien in aansluitbaarheid.
Het is evenwel aan de vergunningverlenende overheid, de gemeente dus, om bij het afleveren van de verkavelingsvergunning te beslissen of de aanleg van een aardgasnet opportuun is. De gemeente neemt deze beslissing na advies van de netbeheerder. De netbeheerder rekent voor de aanleg van de nutsvoorzieningen vastgestelde bijdragen aan. Deze bijdragen zijn tussenkomsten in de kosten van aanleg of uitbreiding van het distributienet, dit is te betalen door de initiatiefnemer van het project, bijvoorbeeld de verkavelaar.
Na deze intro, de antwoorden op uw vragen. Neen, dit is niet logisch, het probleem is echter dat het niet uitgesloten is dat er een aanvraag voor aansluiting in de toekomst zou kunnen volgen. Zoals u hoort, is er heel wat ‘voorwaardelijk’ in mijn antwoord. Dit kan evenwel vermeden worden door de vergunningverlenende overheid. Als de gemeente acht dat er geen net aangelegd moet worden, zoals op Antwerpen-Zuid, waar men kiest voor een volledig warmtenet, dat ik trouwens met de schepen van uw partij geopend heb nog niet zo lang geleden, dan moeten de verkavelaars niets betalen.
Zoals net reeds gezegd, als de gemeente oordeelt dat er niet in een gasnet voorzien moet worden, dan worden de verkavelaars en de DNB’s niet op onnodige kosten gejaagd.
Diegene die achteraf een aansluiting vraagt in een verkaveling waar geen aardgas is aangelegd, zal hiervoor een tussenkomst in de kosten van de netbeheerder moeten betalen. De gunstige kostenformule zoals voorzien in artikel 4.1.13 van het Energiedecreet, geldt niet als er geen gasleiding in de straat aanwezig is.
Ik denk, mijnheer Gryffroy, dat u in uw vraag het Energiedecreet bedoelt en niet het Energiebesluit. Het door u geciteerde artikel handelt over de maximale kost voor een gewone aardgasaansluiting op een gasleiding die reeds in de straat aanwezig is. Dit is niet van toepassing als er geen gasnet aanwezig is. In dat geval is de volledige kost voor een aardgasaansluiting, inclusief de netuitbreiding, steeds voor de aanvrager van de gasaansluiting.
Wel is het zo dat indien vele bewoners van de verkaveling op termijn een aardgasaansluiting zouden aanvragen – maar niet ingaan op het aanbod van de netbeheerder vanwege de kostprijs – de netbeheerder een nood zou detecteren, al dan niet onder toeziend oog van de bevoegde regulator, voor uitbreiding van zijn gasnet naar en in die verkaveling. Die kosten zouden dan voor rekening van de netbeheerder zijn, terwijl die eigenlijk destijds voor de verkavelaar hadden moeten zijn.
Het is duidelijk, als de gemeente beslist dat er geen gasnet nodig is en er ligt er ook geen, dan kan een individu niet zeggen: ‘ik wil er wel één, op kosten van’. Natuurlijk, als meerdere burgers erom vragen, kan de stad er toch één leggen. Dat is een andere situatie. Dan komt het op de kap van de netbeheerder terecht en is de verkavelaar er in feite vanaf.
Dat is vermoedelijk de reden waarom de gemeente – na advies van de netbeheerder – nog aanstuurt op de aanleg van aardgasdistributieleidingen in nieuwe verkavelingen, ook als niet duidelijk is in welke mate hierop in de toekomst zal worden aangesloten door gebruikers. We gaan deze problematiek zeer pragmatisch moeten aanpakken. De gemeenten zullen dat ook moeten doen. U geeft mij een goed signaal. Het is mijn bedoeling om op korte termijn in gesprek te gaan met de steden en gemeenten. Als we andere producten aanprijzen naast gas, bijvoorbeeld warmtepompen en warmtenetten, dan komt dat met elkaar in conflict.
Het is algemeen bekend dat warmtepompen het moeilijk hebben door de hoge aansluitbaarheid op het gasnet in Vlaanderen. Het is een mes dat langs twee kanten snijdt. Het geeft een ongelooflijk comfort voor de meeste Vlamingen, maar het zorgt er ook voor dat het heel moeilijk is om mensen te overtuigen om over te schakelen naar een niet-fossiele brandstof.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is iets ingewikkelder dan dat. Het voorbeeld dat u geeft, is correct. Maar ik heb een bericht gekregen van een DNB. Die zegt dat in het verleden verkavelaars moesten bijdragen in de kosten voor de aanleg van het aardgasnet. Zoals u zegt, als ze dat niet zouden doen, en achteraf vraagt een bewoner van een verkaveling aardgas aan, dan zouden de kosten van de aanleg volledig door de DNB moeten worden gedragen en dus door alle netgebruikers.
In het bericht staat ook dat door het verdwijnen van de verplichting voor de DNB’s om de aansluitbaarheidsgraad te verhogen – dat is een beslissing – dit principe wordt herbekeken. Dan moet men een oplossing vinden voor het volgende probleem. Een verkavelaar zegt: ik wil geen aardgas om de aanlegkosten te vermijden. De gemeente gaat daar in principe mee akkoord. Toch rekent de DNB nog altijd die capaciteitstoeslag aan omdat ze nog altijd niet zeker zijn dat er achteraf toch geen aardgas kan worden aangevraagd.
Dat zijn de specifieke vragen die binnenkomen. Indien meerdere wooneenheden op één perceel worden gebouwd, blijven ze toch die capaciteitstoeslag vragen. U zegt dat de gemeente beslist op basis van een advies van de DNB. De DNB’s worstelen daarmee. Als de projectontwikkelaar niet voor aardgas kiest en de gemeente gaat daarmee akkoord, moet de burger weten dat er geen aardgas ligt als hij daar iets koopt. Blijkbaar is dat niet duidelijk.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u hebt een punt. We hebben heel recent de beslissing genomen om de verplichting om tot 99 procent te gaan, niet voort te zetten. Ik vind dat een logische beslissing. Als we de overstap naar warmtenetten en alternatieven voor aardgas willen maken, moeten we niet verplichten tot een volledige aansluitbaarheid. We hebben al een heel hoge aansluitbaarheid. Dat ligt rond de 98 procent. We moeten daar geen verkeerde conclusies uit trekken. Ik denk dat u gelijk hebt. Het lijkt me onlogisch dat er nog tarieven worden aangerekend voor potentiële aanleg, terwijl de gemeente beslist heeft dat het niet moet. We gaan dat bekijken en desnoods aanpassen.
Ik vind het onlogisch, want dat zijn dan weer zaken die in de energiefactuur terechtkomen. Alles wat de DNB’s doen, komt in de energiefactuur terecht. We zullen eens met een vergrootglas moeten bekijken wat de DNB’s in feite allemaal juist aanrekenen en hoeveel van dergelijke zaken daarin zitten. Dat zijn potentiële kosten die ze aanrekenen. Dat wordt in de energiefactuur gestoken. Voor hetzelfde geld vraagt er niemand nog naar aardgas, en is dat gewoon kassakassa. We gaan dat eens grondig bekijken. Bedankt voor de tip.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Goed dat we het uiteindelijk eens zijn, want eerst zaten we op een ander spoor. De projectontwikkelaars zeggen: als we dat niet willen en de gemeente gaat akkoord, dan gaan we dat ook niet betalen. De DNB’s gaan daar in principe mee akkoord, maar ze hebben schrik dat ze achteraf toch de factuur krijgen. Ze vragen heel duidelijk: wat moeten we doen zodat er achteraf toch zeker geen aardgas kan worden aangevraagd in die verkaveling? Hoe kan de overheid dat regeltechnisch oplossen?
De vraag om uitleg is afgehandeld.