Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, milieu en natuur hebben ongetwijfeld gevolgen voor onze gezondheid. Denk maar aan chemische stoffen, de concentratie van fijn stof, ozonpieken enzovoort.
Onlangs las ik in de krant dat er een interessant initiatief werd gelanceerd door minister Vandeurzen, waarbij werd aangekondigd dat hij een onderzoek zal laten uitvoeren naar de impact van het milieu op het lichaam. Daarvoor zou er de komende drie jaar 2,8 miljoen euro worden uitgetrokken. Minister Vandeurzen zou twee initiatieven willen monitoren wat betreft de impact van het milieu op onze gezondheid. Het eerste luik gaat over leefomgeving en mobiliteit. Een tweede onderzoek gaat meer specifiek in op de rol van het milieu bij ziektes waarmee de Vlaming naar zijn huisarts trekt.
Natuur in de buurt heeft een gunstige invloed op de mentale en de lichamelijke gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat mensen die in een groene omgeving wonen, minder vaak naar de huisarts gaan, ze komen meer tot rust en ze worden creatiever en productiever bevonden.
Op internationaal vlak zijn tal van studies en onderzoeken uitgevoerd over de relatie tussen natuur en gezondheid. Via de Hoge Gezondheidsraad zou op vraag van de minister advies gevraagd kunnen worden over de stand van zaken betreffende de internationale kennis over de impact van natuur op de gezondheid.
Collega’s, ik denk dat wij allemaal in de commissie Leefmilieu geconfronteerd worden met opmerkingen of vragen om meer groen in de buurt te realiseren en meer in te zetten op concrete projecten. Aan de andere kant is er ook de vraag om de wetenschappelijke kennis die de impact van milieu of natuur op onze gezondheid heeft, op een of andere manier te bundelen zodat we daarmee aan de slag kunnen.
Minister, is er een bereidheid om vanuit de Vlaamse Regering een advies te vragen aan de Hoge Gezondheidsraad inzake de internationale kennis betreffende de impact van natuur op de gezondheid? Ik wil eens polsen of er interesse of bereidheid is om die vraag voor te leggen aan de Hoge Gezondheidsraad. Ik wil ook eens polsen naar concrete acties op het vlak van natuur en gezondheid die vanuit uw beleidsdomein worden gepland.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Taeldeman, een dergelijke adviesaanvraag wordt in samenspraak met mijn collega bevoegd voor het welzijn overwogen. Momenteel is er een overleg tussen het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de diensten van mijn collega-minister Vandeurzen, maar er is nog geen beslissing over genomen. Het is ook wel wat specifiek dat een Vlaamse overheid een advies gaat vragen aan de Hoge Gezondheidsraad. Daarom denk ik dat een en ander wordt afgewogen.
We hebben ook heel veel eigen expertise en we plannen heel wat concrete acties inzake natuur en gezondheid.
In januari 2016 werd gestart met een nieuw steunpunt, het Steunpunt Milieu en Gezondheid. Het onderzoekt de relaties tussen gezondheid en het leefmilieu. Het onderzoek van de relaties tussen groene ruimte, dus met inbegrip van natuur en gezondheid, maakt daar deel van uit. Een doelstelling van deze taak binnen het steunpunt is onderzoeken in hoeverre de nabijheid en de toegankelijkheid van groene, blauwe en grijze infrastructuren en landbouwgebieden impact hebben op de inwendige chemische blootstelling en op de biologische parameters die met gezondheidseffecten gerelateerd zijn. Er zal ook onderzocht worden of nabijheid van groene ruimte blootstelling aan stress kan verminderen en cognitieve functies, zoals geheugen, aandacht en visuele performantie, kan verbeteren. In de loop van 2017 zal het onderzoeksplan worden geconcretiseerd. De resultaten worden verwacht tegen het einde van de looptijd van het steunpunt, namelijk tegen 2020.
Naast onderzoek is het natuurlijk zeer belangrijk om actie te ondernemen op het terrein, en dat doen we ook. Door natuur in de buurt van mensen te brengen, dragen we rechtstreeks bij tot hun gezondheid. We hebben heel wat projectoproepen: ‘Natuur in je buurt’, ‘Pimp je speelplaats’ en andere initiatieven van het ANB, bijvoorbeeld onze natuur toegankelijk maken voor sporters.
Met de studie ‘Daarom groen! Waarom u wint bij groen in uw stad of gemeente’ focussen we met goede voorbeelden en praktijken op de lokale besturen. Ik voorzie ook in een vorming voor lokale overheden over de uitbouw van groen-blauwe netwerken.
Daarnaast wil ik groen-, water- en mobiliteitsbeleving laten samenkomen. Ik startte een pilootproject met drie gemeenten die groene functionele belevingstrajecten voor fietsers en wandelaars uitstippelen. De mogelijkheden om in een gemeente met een minimale financiële inspanning onderbenutte inrichtingen om te vormen tot kleine oases van groen, water en rust is de bedoeling van dit project.
Ook tuinen, openbaar domein en bedrijventerreinen kunnen ecologischer en groener worden gemaakt. Daar zijn we ook mee bezig. Het voorbije jaar deed ik een voorstudie naar de ontwikkeling van een tuinmonitor, waarbij alle kansen, knelpunten en stakeholders onder de loep werden genomen. In navolging hiervan wens ik de ontwikkeling van de tuinmonitor op te starten, samen met een wervend stakeholderproces.
Mevrouw Taeldeman, we zijn er dus volop mee bezig. We hebben er zelf ook al onderzoek naar gedaan omdat we er absoluut in geloven.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Dank u wel, minister, ook voor het overzicht dat u hebt gegeven en dat duidelijk maakt dat er op het vlak van milieu en gezondheid wordt ingezet op onderzoek, en dat er ook wordt gewerkt aan acties op het terrein, waar de focus ligt op een aantal zaken die door lokale besturen kunnen worden geïmplementeerd, en dat er ook wordt ingezet op pilootprojecten. Ik heb ook begrepen dat het overleg lopende is tussen Welzijn en Natuur en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), wat betreft het advies aan de Hoge Gezondheidsraad. We zullen dus nog even afwachten wat daar het gevolg van zal zijn.
Voorzitter, misschien is het interessant om het nieuwe Steunpunt Milieu en Gezondheid eens uit te nodigen naar een gezamenlijke commissie Welzijn en Leefmilieu en Natuur, om eens te horen waarmee zij bezig zijn. Zo kunnen we op de hoogte worden gebracht van het onderzoeksplan dat de minister hier heeft besproken.
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben blij te horen dat het Steunpunt Milieu en Gezondheid een nieuwe start kent. Er was al zoiets in het verleden, dacht ik. Ik begrijp dat ze heel wat eigen onderzoek zullen doen. Ik juich dat toe. Er bestaat ook heel wat ander, Vlaams en Belgisch maar ook internationaal onderzoek. Ik hoop dus dat het steunpunt datgene wat bestaat, zal verwerken in wat het doet, en mogelijk beleidsadviezen zal geven. Ik kijk ook uit naar de commissievergadering waar zij hun werkzaamheden zullen voorstellen. Ik hoop dat we daar tot een dialoog en gedachtewisseling kunnen komen. Zo kan er mogelijk ook bijsturing komen in hun werkzaamheden.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik volg dit op vanuit de commissie Welzijn. Daar zien we vaak dat de groenezorginitiatieven een positieve invloed hebben op de gezondheid bij mensen met een beperking en bij mensen met een geestelijke gezondheidsbeperking. Daarom ben ik even komen luisteren om te horen wat jullie hierrond in Vlaanderen zullen doen. Mevrouw Taeldeman, u merkt terecht op dat er al veel internationale studies zijn, maar dat er in Vlaanderen toch heel wat ontbreekt. Ik ben blij te horen dat er in de toekomst aan zal worden gewerkt.
Het Steunpunt Milieu en Gezondheid is aan bod gekomen. Zij meten inderdaad van alles, maar heel vaak de negatieve effecten. Ik denk aan de impact van de luchtkwaliteit op de tieners. Het zou echter mooi zijn dat zij ook de positieve punten wat meer onder de aandacht zouden brengen. Zo zijn er bijvoorbeeld de preventieve gezondheidsdoelen van minister Vandeurzen. De trend om natuur en milieu steeds meer op een negatieve manier te benaderen, zou moeten kunnen worden omgebogen door de positieve onderzoeken die het Steunpunt Milieu en Gezondheid zou kunnen uitvoeren. Dat zou op zich wel een heel goed instrument zijn.
U had het over ‘Pimp je speelplek’ voor de scholen. Deze projecten zouden kunnen worden uitgebreid naar de zorgaanbieders. Wordt eraan gedacht om bij een bouw of verbouwing de groennormen op te leggen bij de zorgaanbieders, bijvoorbeeld bij scholen of crèches?
‘Vlaanderen in beweging’ is een project van uw collega-minister Vandeurzen. De natuur is er niet aan gekoppeld, maar het is een heel klein aspect dat op zich wel heel gemakkelijk kan worden ingevoerd. Wordt daar momenteel over nagedacht? U zegt dat nu bij de Hoge Gezondheidsraad wordt gekeken naar de wisselwerking tussen welzijn en leefmilieu, maar is er ook bij projecten een wisselwerking tussen welzijn en leefmilieu, zoals bijvoorbeeld bij het project ‘Vlaanderen in beweging’?
Er wordt in overleg bekeken of er een advies wordt gevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad. Is er een timing voorzien voor de beslissing of de vraag al dan niet wordt gesteld?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Uiteraard heb ik een positief antwoord ontvangen van de minister. Natuur en gezondheid gaan uiteraard hand in hand. Uiteraard zijn onderzoeken goed, maar daartegenover staat het engagement om er nadien effectief acties mee te ondernemen. Ik herinner me dat in een commissie in november de minister studies van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft bevestigd en erkend. De VMM had langsheen drukke gewestwegen en ‘street canyons’ een verhoogde concentratie aan stikstofoxide gemeten. Die metingen zijn gebeurd en erkend in de commissie. Mijn collega Lydia Peeters volgt vooral het ruimtelijkeordeningsbeleid op, maar ik vroeg me af hoe de minister daar effectief mee omgaat inzake ruimtelijkeordeningsbeleid?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er is geen concrete timing.
De vraag naar de koppeling van welzijnsprojecten en natuur kan al in de praktijk en gebeurt ook wel. De oproepen die we hebben, zijn daar ook naar gericht. Misschien moeten we het nog meer bekend maken in het welzijnsmilieu. Het is misschien nog te weinig bekend, hoewel het een van de klemtonen is in het welzijnsbeleid.
Wat betreft de vraag naar hoe men in de ruimtelijke ordening omgaat met omgeving, is het zo dat als er milieueffectenrapporten en dergelijke worden opgemaakt, daar uiteraard rekening mee wordt gehouden en er alternatieven worden bekeken. Dat speelt door in de planning. Heel concreet zijn er bij vergunningen adviezen van de diensten – onder andere wat de luchtkwaliteit betreft – die telkens mee in het dossier zitten en mee beoordeeld worden.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Als slot: in de zeer verdichte regio in Vlaanderen, in vergelijking met andere Europese regio’s, zullen de thema’s natuur en gezondheid, natuur in de verbinding met de zorgsector, natuur en kinderen, heel belangrijk worden. We kunnen daar heel mooie, positieve projecten rond opstarten. Ik ben blij dat de minister zegt dat het Steunpunt Milieu en Gezondheid nieuw leven is ingeblazen. De financiering en de werking van dat steunpunt worden voortgezet. Daarom mijn vraag om het steunpunt ook in deze commissie uit te nodigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.