Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het opdoeken van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen en de oprichting van een nieuw 'synchromodaal platform'
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een gedicht opgezocht. Ik heb een uitermate liefde voor de koers. Het voorjaar komt dichterbij en dan begint het bij mij al te kriebelen. Binnenkort is het Kuurne-Brussel-Kuurne. Ik heb daarom een gedicht gekozen van de bekende wielerdichter Willie Verhegghe, ‘Renners sterven niet’.
Renners sterven niet,
ze verdwijnen alleen maar uit het zicht
eens zij met niet te evenaren stijl
de laatste finish hebben overschreden
en de snelheid van het leven
hen met stijve spieren achterlaat.
Want koersen blijven ze,
ook al vallen hart en wielen stil,
zij gaan in duizend hoofden door
met duwen en nooit doodgaan,
hun zweet geeft blijvend glans
aan het asfalt.
Weet dat
wanneer de aarde hen dan toch
met tegenzin bedekt,
hun naam voor altijd
als een echo tussen bergen
zal weerklinken.
Minister, ik heb een vraag over het uitdoofscenario voor de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen. In de nieuwsbrief van december werd aangekondigd dat de raad van bestuur van de vzw besloten had een uitdoofscenario uit te werken voor de organisatie. Een beetje vreemd geformuleerd stond er dat dit ‘op vraag van de politiek’ zou gebeuren.
We kennen allemaal de historiek van het dossier. Het was ook aangekondigd in de beleidsbrief dat er werk zou worden gemaakt van een synchromodaal platform, waarbij u inzet op multimodale promotie, met de promotieactiviteiten voor niet alleen de scheepvaart, maar ook voor het weg-, spoor- en luchttransport.
We vinden dat een goede optie. We hebben dat ook al bevestigd tijdens de bespreking van de beleidsbrief.
Minister, het uitdoven van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen past binnen een proces om te komen tot een synchromodaal platform eerder dan in de fusie van Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart. Kunt u reeds het verdere traject schetsen dat dit uitdoofscenario behelst? Wanneer zou er duidelijkheid komen voor de medewerkers? Bent u van oordeel dat de volledige opdracht van vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen dient te worden voortgezet, al dan niet door dat platform of door andere instanties? Of kunnen er bepaalde taken worden stopgezet? Zo ja, welke?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, ik zal beginnen met een gedicht. Het is een gedicht over de zee: ‘Morgenzee’ van Hans Warren.
Laat ik hier gaan staan. En laat ook ik even
de natuur aanschouwen. Het vonkende azuur
van morgenzee en wolkeloze hemel, een gele kust:
alles overgoten door een groot, mooi licht.
Laat ik hier gaan staan. En me wijsmaken dat ik dit zie
Ik zag het werkelijk het eerste moment toen ik bleef staan
en niet ook hier mijn fantasieën,
mijn herinneringen, de droombeelden van de wellust.
Minister, in uw beleidsbrief hebt u aangekondigd werk te willen maken van een synchromodaal platform, dat promotieactiviteiten moet uitrollen voor alle modi: scheepvaart, weg, spoor en lucht. U bent meteen aan de slag gegaan. U hebt op 12 december een brief gestuurd naar de raad van bestuur van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen met de vraag om in vereffening te gaan. De leden van de raad van bestuur hebben daar kennis van genomen. Ze hebben u een brief teruggestuurd met een aantal bezorgdheden, want uw brief kwam toch enigszins onverwacht.
Minister, kunt u verduidelijken op welke manier u de kennis, opgebouwde expertise en knowhow van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen zult meenemen in het nieuw op te richten promotieplatform? Was het niet beter te wachten met het opdoeken van de vzw tot het nieuwe promotieplatform uit de startblokken is vertrokken?
Wat zal er gebeuren met het personeel van de vzw?
Hoever staat u precies met de oprichting van het nieuwe promotieplatform? Kunt u al nadere toelichting geven bij de werking van dit platform?
Tot slot nog een eerder punctuele vraag. De vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen is eigenaar van LENA (Leren Navigeren), een binnenvaartsimulator. Welke toekomst is er weggelegd voor LENA?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, we hebben in de schoot van deze commissie al eens gedebatteerd over de versnipperde aanpak van logistieke ondersteuning ten aanzien van bedrijven, op basis van de vaststelling dat verschillende overheids- en andere spelers ongeveer hetzelfde doen, met de focus op hun eigen vervoersmodus.
Het departement ondersteunde de logistieke consulenten. De waterwegbeheerders hebben transportdeskundigen, het agentschap Ondernemen biedt ondersteuning. Er zijn de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s), er is de VZW Promotie Binnenvaart Vlaanderen, er is het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) enzovoort. Ik heb van bij de aanvang van de legislatuur de vraag gesteld om dit te inventariseren, beleid te focussen en dubbelopsituaties te vermijden. Belangrijk in deze oefening is dat we tegemoetkomen aan de noden van de bedrijven zelf: een neutrale dienstverlening en adviesverlening op logistiek vlak. Men wil zeker investeren in duurzame logistiek, maar vindt vaak de weg er niet naartoe.
Bedrijven moeten gestimuleerd worden om hun transportstromen te bundelen en te delen met andere bedrijven en leegvaart te vermijden. Dat kan door meer te gaan samenwerken met andere bedrijven. Goederen kunnen gezamenlijk vervoerd worden, of er kan voor gezorgd worden dat het terugtransport ook kan worden benut.
Ik heb bij de bespreking in april ook aangehaald dat er binnen de Vlaamse overheid, binnen de kennisinstellingen en binnen de bedrijven in Vlaanderen zeer veel logistieke en transportkennis aanwezig is. Het is van belang deze te bundelen, te consolideren en te laten doorstromen naar de bedrijven in Vlaanderen. Ook vice versa is het van belang dat de overheid deze kennis capteert als basis voor een relevant logistiek beleid.
Het is dan ook in die context dat ik beslist heb om de middelen te bundelen in één multimodaal promotiebureau. In de lijst van consulentgerichte diensten die werden verleend door de entiteiten die ik heb opgesomd, focuste men vaak op één vervoersmodus terwijl wij net trachten om een multimodaal promotiebureau gestalte te geven dat dus ook multimodaal advies verleent.
De vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen kon binnen deze strategische keuze niet blijven bestaan als aparte entiteit. Het heeft niets te maken met de gelijktijdige fusie van de waterwegbeheerders.
De gesprekken met het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) zijn opgestart. Ik hoop in de loop van volgende maand een dossier te kunnen voorleggen aan de Vlaamse Regering in functie van het opstellen van het multimodaal promotiebureau. Ik kom daar meteen nog op terug.
Aangezien de financiering van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen bestaat uit een dotatie van de Vlaamse overheid en de vzw geen andere inkomsten heeft, zal – zoals ik heb voorgesteld – worden overgegaan tot de vereffening van de vzw.
De vzw heeft een lijst gemaakt van de opdrachten en initiatieven die ze uitvoerde, dan wel ondersteunde. Er wordt bekeken welke entiteit deze het beste kan opnemen. Voor recreatie en de promotie van pleziervaart denk ik bijvoorbeeld aan Toerisme Vlaanderen. Het betreft concreet de opmaak van brochures waarbij vaarlussen gepromoot worden. De aanleg van infrastructuur ten behoeve van de recreatieve sector blijft uiteraard de taak van de waterwegbeheerders.
Wat de binnenvaartsimulator LENA betreft, deze is gelijksoortig aan de LARA-simulator die gebruikt wordt bij het Waterbouwkundig Labo. Beide simulatoren worden softwarematig door het labo up-to-date gehouden. Aangezien Vlaanderen verantwoordelijk geworden is voor het afnemen van de examens van de binnenvaartberoepen, komt LENA het best in handen van het departement MOW. Dit neemt niet weg dat LENA in de toekomst nog kan worden gebruikt voor opleidingen en on-the-jobtrainingen.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. We zijn er allemaal wel van overtuigd dat het multimodale transport de toekomst is, dat we niet in die hokjes mogen blijven denken, dat we moeten zorgen dat die krachten gebundeld worden, niet alleen inzake beleid en de doelstellingen die we als Vlaams beleid vooropstellen, maar ook inzake de organisatie die we daarop moeten enten. In die zin begrijpen wij zeker het scenario dat hier ter sprake is gekomen, zijnde het uitdoven van PBV en de oprichting van een multimodale organisatie.
Dat het element recreatie naar Toerisme Vlaanderen zou gaan, lijkt me niet meer dan logisch. Ik zou ervoor pleiten om dat te doen. Het is de evidentie zelve. De expertise zit daar en moeten we dan niet meer elders gaan zoeken.
We zijn in blijde verwachting van het dossier voor de opstart van dat nieuwe orgaan dat u aan de Vlaamse Regering zult voorleggen.
De medewerkers van PBV moeten op zoek naar een nieuwe job. Het is geen echte overheidsinstelling, maar krijgen zij begeleiding? Dat wordt gedaan voor mensen van onze overheid. Worden zij begeleid al dan niet naar een job bij de overheid?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. U hebt een en ander verduidelijkt. Het mag worden gezegd, de vzw PBV heeft de afgelopen jaren goed werk verricht. Ik voel wel iets voor uw multimodale aanpak, maar ik pleit er toch voor om de opgebouwde knowhow en contacten zo veel mogelijk mee te nemen naar het nieuwe platform.
Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Maertens over het personeel. Ik weet dat de raad van bestuur daar bekommerd om is. Daar hangt een sociaal passief aan vast dat middelen zal vergen als die vzw wordt vereffend en die mensen worden ontslagen. Hoe ziet u die middelen voor de vzw?
Ik ga ervan uit dat de vzw zoals elke werkgever een eigen sociaal passief heeft opgebouwd. Ik denk niet dat er daar problemen gaan opduiken.
Het is inderdaad een vzw en geen overheidsentiteit, waardoor interne mobiliteit niet mogelijk is. Het is een procedure – ook voor het VIL – van objectieve selectie, maar het lijkt me evident. We zullen de vacatures die in hoofde van het VIL ontstaan, rechtstreeks bezorgen aan de personeelsleden van de PBV, waarbij vanzelfsprekend hun ervaring en expertise een rol spelen bij de selectie en aanwerving.
Ik heb bevestiging gekregen dat de functies die vrijkomen, worden doorgegeven aan het personeel. Sommigen zijn nu al in gesprek met het VIL.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.