Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Vlaanderen heeft ambitieuze doelstellingen voor het produceren van hernieuwbare energie. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen hebben alle landen in de Europese Unie mogelijkheden om hernieuwbare energie te produceren. De mogelijke productiviteit en het globale potentieel van de hernieuwbare-energiebronnen zal altijd sterk verschillen van land tot land. Sommige landen hebben nu eenmaal meer kustlijn dan Vlaanderen, wat het potentieel voor windenergie vergroot. Andere landen hebben het geluk meer zon te hebben. De zee is een federale materie. Vlaanderen is bovendien een dichtbevolkt en zeer geïndustrialiseerd gebied. Er zijn ook landen met heel veel hoogteverschillen, en die hebben meer mogelijkheden tot geothermie.
De Europese Unie heeft in haar Hernieuwbare-energierichtlijn coöperatieve mechanismes ingebouwd waarbij landen die een sterke financiële draagkracht hebben en meer beperkt zijn in hun potentieel voor hernieuwbare energie, kunnen investeren in landen met een groot potentieel voor hernieuwbare energie maar die niet noodzakelijk de financiële mogelijkheden hebben om die te benutten. De investeringen die zo gebeuren, kunnen dan volledig of gedeeltelijk – als het gaat over samenwerking tussen twee landen – worden verdisconteerd van de hernieuwbare-energiedoelstellingen van het land dat de investering maakt.
Minister, wat is de meest kosteneffectieve manier om de hernieuwbare-energiedoelstellingen te behalen, in het binnenland of het buitenland? Hoe kan Vlaanderen een deel van zijn hernieuwbare-energiedoelstellingen op eigen bodem behalen? Wat kunnen we eventueel doen in het kader van de coöperatieve mechanismen? Hoe kan Vlaanderen het potentieel dat deze grensoverschrijdende coöperatieve piste biedt, gebruiken om zijn hernieuwbare-energiedoelstellingen te halen? Gaat u dit verder onderzoeken en eventueel bekijken of Vlaanderen een deel van zijn hernieuwbare-energiedoelstelling kan behalen via een samenwerking met een land dat over meer mogelijkheden beschikt? Zijn er redenen en obstakels om die piste niet te onderzoeken?
Minister, hoe kunnen we een investeringsplatform opzetten vanuit Vlaanderen om hernieuwbare energie in een andere lidstaat te financieren om deze vervolgens te laten verdisconteren voor de Vlaamse doelstellingen? Is dit reeds onderzocht? Met welke landen is het volgens u opportuun om zo’n samenwerking op te zetten?
Minister Tommelein heeft het woord.
De richtlijn Hernieuwbare Energie voorziet in drie vormen van samenwerkingsmechanisme: het aankopen van hernieuwbare-energiestatistieken van een andere lidstaat, de ontwikkeling van gezamenlijke projecten met andere lidstaten, en ten slotte de ontwikkeling van gemeenschappelijke samenwerkingsmechanismen samen met andere lidstaten.
Het organiseren van gezamenlijke projecten en gemeenschappelijke samenwerkingsmechanismen is complex en vraagt heel wat tijd. Ik denk eerlijk gezegd dat we dit moeilijk zullen halen tegen 2020. Omdat er nog geen informatie over effectieve transacties in verband met de overdracht van energiestatistieken bekend is, is het moeilijk de kostprijs ervan in te schatten. Transacties blijven onder meer uit omdat er momenteel enkel een bindende doelstelling bestaat met betrekking tot het jaar 2020.
België en dus Vlaanderen voldoen momenteel aan de indicatieve tweejaarlijkse tussentijdse hernieuwbare-energiedoelstellingen zoals bepaald in de richtlijn Hernieuwbare Energie. Prognoses op Europees niveau geven aan dat de EU de 20/20/20-doelstelling voor hernieuwbare energie zal realiseren. Dit houdt in dat, als België toch een tekort zou hebben in 2020, er in principe een voldoende aanbod zou moeten zijn om hernieuwbare-energiestatistieken van een andere lidstaat te verwerven. We hebben ook een akkoord met Wallonië om eventueel aan een goedkopere prijs aan te kopen.
Reeds negen lidstaten hadden in 2014 een aandeel hernieuwbare energie dat hun 20/20/20-doelstelling overschrijdt. Echter, in de winterpackage van de Europese Commissie wordt een voorstel opgenomen dat lidstaten verplicht om jaarlijks zulke statistieken op te kopen of tot hun bindende doelstelling voor 2020 gehaald is, zelfs na 2020.
Maar we staan er vandaag niet slecht voor. Vlaanderen vergrootte het aandeel van hernieuwbare energie door de inzet van ondersteuningsmechanismen. We kunnen daarover discussiëren, maar het resultaat is er wel. De daling van de kostprijs voor een aantal hernieuwbare-energietechnologieën verbetert geleidelijk de competitiviteit van deze technologieën waardoor de subsidies kunnen worden verminderd of zelfs afgeschaft.
Indien nodig kan een samenwerking in verband met de verwerving van energiestatistieken opgezet worden met landen die hun 2020-doelstelling wel degelijk zullen halen. Volgende landen hebben volgens het Europees Milieuagentschap reeds een groter aandeel hernieuwbare energie dan de richtlijn hernieuwbare energie als doelstelling voorschrijft: Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Estland, Finland, Italië, Litouwen, Roemenië en Zweden. Dat zijn allemaal interessante landen om afspraken mee te maken en eventueel eens te gaan bezoeken. Maar zoals u weet, mijnheer Gryffroy, geloof ik in de kracht van de mensen. Ik heb al een paar keer gezegd dat ik heel tevreden zal zijn en geslaagd in mijn opdracht als de Vlamingen, de Vlaamse bedrijven en de Vlaamse overheid tegen 2020 wel degelijk hun doelstellingen bereiken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. We kunnen dan kiezen of we naar Bulgarije, Kroatië, Finland of Zweden trekken. Het is inderdaad zeer krap en wellicht ook complex om tegen 2020 dergelijke gemeenschappelijke projecten op te zetten. Na 2020 wordt wel een Europese doelstelling vastgelegd, maar die wordt niet meer gedirigeerd naar de verschillende landen.
Anderzijds, als we spreken over een Europese interconnectieve tussen alle verschillende landen, kan ik mij perfect inbeelden dat zelfs van hieruit burgers geïnteresseerd kunnen zijn om mee te investeren in andere projecten in andere landen, al is het maar omdat de technische mogelijkheden er zijn en de mogelijkheid er is om aan hernieuwbare energie te doen.
Er is een financieel akkoord met Wallonië. Momenteel is dat een financieel interessant akkoord, maar het zou perfect kunnen dat een akkoord met bijvoorbeeld Bulgarije nog interessanter is dan met Wallonië te werken.
Het is een vraag die komt van heel wat mensen die bezig zijn met hernieuwbare energie en die ook soms discussiëren over de technische potentialiteit. We zullen misschien net halen wat we moeten halen, maar misschien willen we wel meer doen na 2020. Daartoe kan inderdaad bekeken worden wat de mogelijkheden zijn om met andere landen in Europa te kunnen samenwerken op dat vlak. Dat kan ook een wisselwerking zijn. Knowhow van ons of onderdelen van hier kunnen soms ook daar gebruikt worden enzovoort. Ik zou het leuk vinden als dat verder onderzocht zou worden.
De heer Danen heeft het woord.
Er is natuurlijk niemand tegen samenwerking. En als die samenwerking de beide partijen beter uitkomt, waarom niet? Maar toch stel ik voor dat we hier niet te snel van stapel lopen, omdat er toch een aantal ongewenste neveneffecten kunnen opduiken. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat een aantal doelstellingen van landen die nu heel goed scoren, of beter scoren dan de doelstelling, misschien te laag gezet zijn. Het ambitieniveau is misschien niet hoog genoeg. In de toekomst zouden zij er misschien voor kunnen opteren om de doelstelling zo laag mogelijk te proberen onderhandelen, om dan het mogelijke overschot te kunnen verkopen aan landen die te weinig hebben.
Ik zou dus toch oppassen met dit soort constructies en daar heel doordacht mee omgaan, om dat soort neveneffecten niet te laten spelen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik begrijp uw opmerking, mijnheer Danen. Dat is inderdaad een negatief effect. Maar er kunnen ook positieve effecten zijn. Met het investeringsgeld van bedrijven en ondernemingen van hier kun je soms in landen waar die financiële capaciteit er niet is, meer doen dan wat misschien strikt noodzakelijk is, gewoon omdat de technische potentialiteit er is. Het is inderdaad een vraag die negatieve en positieve kanten kan hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.