Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft het actieplan ‘Clean power for transport’ uitgewerkt met als voornaamste doelstelling de uitstoot van broeikasgassen door transport te verminderen. Het is een terechte klimaatambitie, daar de transportsector in Vlaanderen het grootste aandeel heeft in de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen.
Zoals bij besprekingen in de commissie Energie op 14 november en 16 december 2016 al naar voren kwam, moeten we spijtig genoeg vaststellen dat de verkoop van die zero-emissievoertuigen nog altijd niet echt van de grond komt. Van alle nieuwe voertuigen die elke dag worden ingeschreven, is slechts een kleine fractie wagens zonder uitstoot. Voor elektrische voertuigen gaat het, naar schatting, maar over om en bij de 0,5 procent van de nieuwe voertuigen. Naast de hogere kostprijs en de beperkte autonomie is het ontbreken van laadinfrastructuur een veelgehoord argument op de vraag waarom gezinnen toch niet voor een elektrische wagen opteren.
In een interview in De Tijd voorspelt de topman van Volkswagen dat een kwart van de nieuwe auto’s binnen acht jaar elektrisch zal zijn. Dat is een gigantisch marktaandeel. Er is één achilleshiel in het verhaal: de laadinfrastructuur ontbreekt. U bent u daar bewust van. Op dit moment zouden er verspreid over Vlaanderen een 2500 laadpalen beschikbaar zijn, maar we weten niet echt waar die allemaal staan, wat die allemaal doen en hoe ze werken. Er is geen overzicht beschikbaar, vooralsnog. Het is uw ambitie om 5000 laadpalen bij te plaatsen tegen 2020. U hebt daartoe een plan ontwikkeld samen met de netbeheerders.
U bent niet de enige die plannen heeft in die richting. In december heeft de Europese Investeringsbank (EIB) samen met de Europese Commissie de Clean Transport Facility gelanceerd, een initiatief dat erop gericht is om de transportsector koolstofarm te maken door de introductie van alternatieve brandstoffen. De EIB wil hiermee de versnelde introductie van schonere vervoermiddelen en de bijbehorende infrastructuur ondersteunen. Daarbij gaat het niet alleen over elektriciteit maar ook over waterstof, biobrandstof en aardgas, dit laatste met inbegrip van biogas, compressed natural gas (cng) en liquefied natural gas (lng).
In haar communicatie over dit investeringsinitiatief stelt de EIB het volgende: “De ondersteuning voor alternatieve brandstoffen en schonere technologie in het vervoer ligt helemaal in lijn met het beleid van de Europese Unie inzake klimaatmaatregelen en duurzaam vervoer en in het bijzonder de onlangs goedgekeurde strategie van de Europese Commissie over de emissieluwe mobiliteit.” Naast de klimaatvoordelen verwachten de EIB en de Europese Commissie ook sociaal-economische voordelen, waaronder lagere kosten voor de gezondheidszorg als gevolg van schonere lucht en minder lawaai.
Dit initiatief past helemaal in onze doelstelling om in bijkomende laadinfrastructuur te voorzien in Vlaanderen en emissieloze voertuigen te promoten. Misschien kan het helpen om de vooropgestelde doelstelling van 5000 bijkomende laadpalen waar te maken.
Hoeveel laadpalen zijn erbij gekomen in de loop van 2016? Komt dit overeen met de vooropgestelde doelstelling?
Wat is de stand van zaken van de databank waarin alle laadpalen zullen terug te vinden zijn? Wanneer zal deze databank beschikbaar en raadpleegbaar zijn?
Ziet u mogelijkheden in het Clean Transport Facility-initiatief van de EIB en de Europese Commissie om meer laadinfrastructuur te realiseren in Vlaanderen?
Eind vorig jaar raakte ook een initiatief van vier grote autoproducenten bekend die zelf laadinfrastructuur willen gaan uitrollen over heel Vlaanderen. Heeft de Vlaamse overheid al contact gehad met die autoproducenten over dit initiatief? Het zou niet slecht zijn dat uw initiatieven en die van minister Weyts en die van de sector op elkaar afgestemd zijn. Hoe kan dit in uw beleid geïntegreerd worden?
In het winterpakket van de Europese Commissie wordt in maatregelen voorzien om laadinfrastructuur in publieke parkeerruimtes te verplichten. Hoe zult u deze maatregelen omzetten in Vlaams beleid?
Minister Tommelein heeft het woord.
De aanbesteding voor de afgesproken aantallen voor 2016-2017 in het kader van de openbaredienstverplichting aan de netbeheerders loopt. De gunning is gepland voor begin 2017, en de eerste laadpalen die op basis hiervan geplaatst worden, zijn voor midden 2017. Er zullen dit jaar 750 laadpalen bij geplaatst worden. Uiteraard zijn er in de loop van 2016 laadpunten bij gekomen, maar dit zijn vooral private en semipublieke. Hier bestaan geen data over.
Ondertussen hebben de netbeheerders wel een databank opgezet en zijn ze klaar om deze te beheren. Het is voorlopig nog niet gelukt om de gegevens, die van de laadpaaloperatoren moeten komen, daarin te centraliseren. De gesprekken met de laadoperatoren om format en verantwoordelijkheden af te spreken, lopen. Voor de informatie over laadpunten moet voorlopig nog steeds verwezen worden naar diverse websites, zoals openchargemap.org, oplaadpunten.org of oplaadpunten.nl.
Het is inderdaad mijn intentie om Europese middelen aan te spreken voor de uitrol van ‘Clean power for transport’ (CPT). Dat kan in de toekomst in het kader van de Cleaner Transport Facility, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Zo bereidt mijn administratie een project voor in het kader van de Connecting Europe Facility, bedoeld om het TEN-T-netwerk in Europa te voorzien van CPT-infrastructuur.
We zijn vertrouwd met het Fast-E-project, waarin laadpaaloperator Allego samen met vier autoproducenten snellaadinfrastructuur uitrolt in onder meer België en Duitsland. Ik woonde zelf de startconferentie bij in Brussel, en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) woont sinds kort de projectgroep bij. Er zijn nog partijen, zoals Fastned, geïnteresseerd om snellaadinfrastructuur in Vlaanderen uit te rollen. Dat is momenteel een van de voornaamste hinderpalen voor het elektrisch rijden voor alle doelgroepen, mezelf inclusief. Ook met hen zijn er contacten. Het zal een kwestie zijn om hier ook wegenbeheerder AWV bij te betrekken. Waar er ondersteuning nodig is, voorzien wij in de nodige informatie en logistieke ondersteuning. Ik blijf wel bij mijn principe dat wij als Vlaamse overheid geen laadpalen moeten subsidiëren. De infrastructuur moet op een kostenneutrale manier uitgebaat kunnen worden.
Het winterpakket van de Europese Commissie moet Europees nog verder gedetailleerd worden, zodat duidelijk wordt wat precies van de lidstaten verwacht wordt. Zoals u reeds weet uit mijn antwoord op uw vraag over het winterpakket, loopt de procedure van goedkeuring nog. Het is nu voorbarig om conclusies te trekken. Het departement LNE heeft ondertussen wel reeds contact opgenomen met het departement Ruimte om dit samen te bekijken en voor te bereiden. Maar gezien de onduidelijkheid over de uitkomst van het winterpakket, heb ik daar voorlopig nog geen stappen in gezet.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de initiatieven die u neemt, zowel de private als de overheidsinitiatieven. Subsidies zijn inderdaad niet nodig. We moeten zorgen dat er een goed werkende markt ontstaat en dat de verschillende initiatieven op elkaar afgestemd worden. We weten nog altijd niet waar de publieke of semipublieke laadpalen allemaal staan, hoe ze werken en tegen welke prijs er kan worden getankt. We kunnen de markt ondersteunen door transparantie te bieden. Dat is belangrijk voor de consument, maar ook voor potentiële investeerders. Ik hoop dat u daar snel werk van wilt maken om op die manier de markt mee vorm te geven, zonder in subsidiëring te moeten vervallen.
Met betrekking tot de investeringen zegt u dat u op de hoogte bent van wat er bij de EIB gebeurt en dat u daar gebruik van wilt maken. Kunt u daar iets meer over zeggen? Over welke bedragen gaat het?
Het lijkt me positief dat er een snellaadinfrastructuur door een aantal privépartners wordt vooropgesteld. Wat is de timing van dat initiatief? U zegt dat u daarover overleg pleegt, en ik ga ervan uit dat u dus zicht hebt op hoe dat versneld op onze snelwegparking kan worden geïnstalleerd.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijn vraag gaat over die website oplaadpunten.org, waar alles moet worden gecentraliseerd. Wie moet de gegevens aanbrengen van de private laadpalen, zoals de prijzen, enzovoort? Wordt dat verwacht van de distributienetbeheerders of niet?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u wilt een administratieve vereenvoudiging invoeren in verband met de aanvraag van de premie voor emissievrije voertuigen. Dat is een goede zaak, gelet op de problemen die er zijn geweest, en ik wil u daarvoor feliciteren.
Ik ben op maandag, net na u, naar het Autosalon geweest. Ik heb verschillende stands bezocht van milieuvriendelijke voertuigen. U hebt net zoals ik wellicht kunnen vaststellen dat er nog een lange weg te gaan is. Echt milieuvriendelijke voertuigen zijn in de minderheid: je moet er als het ware met een vergrootglas naar zoeken. Daarom maak ik me wel zorgen. Als we over acht jaar willen staan waar onder andere Volkswagen zegt dat we moeten staan, dan vraag ik me af hoe dat zal gaan. Daar kunt u misschien niet op antwoorden. Ik wil me wel aansluiten bij de vragen van mijn collega’s naar meer transparantie en duidelijkheid, en ik steun ook de vraag om meer laadpalen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, we gaan uiteraard werk maken van een volledig database. Het is belangrijk dat de mensen weten waar we staan. Welke investeringen gedaan zullen worden door AWV, staat nog niet vast. We voeren nog maar de initiële gesprekken.
Mijnheer Gryffroy, de eigenaars van de laadpalen moeten zelf de gegevens aanpassen, maar ik veronderstel dat de netbeheerders met die private spelers afspraken gaan maken. Het is wel degelijk de netbeheerder die de database zal beheren, maar voor de aanlevering van de gegevens zullen de eigenaars van de laadpalen verantwoordelijk zijn.
Mijnheer Danen, het klopt dat er nog een lange weg te gaan is, maar toch is er positief nieuws. We zijn het derde land in de Europese Unie wat betreft elektrische voertuigen. Ik steek niet onder stoelen of banken dat daar nog verbetering mogelijk is. Ik ben vastbesloten om daar samen met u verder aan de weg te timmeren en ervoor te zorgen dat we de komende jaren nog meer mensen kunnen overtuigen om elektrisch te rijden. Ik ben ervan overtuigd dat een hele grote groep in de samenleving op dit moment dat ook wel degelijk kan. Ik verwijs naar gegevens die zeggen dat bijna 80 procent van de mensen geen 50 kilometer per dag met de auto rijdt.
De gemiddelde afstand die een Vlaming in Vlaanderen aflegt, is 23 kilometer. Dat neemt niet weg dat er een groep is in de samenleving die het op dit moment heel moeilijk heeft om elektrisch te rijden. Mensen die heel veel kilometers afleggen op een korte termijn, zitten op dit moment in de problemen. Ik weet waarover ik praat: ik zit in dezelfde situatie. Dat betekent dat een laadinfrastructuur heel cruciaal is.
Studies hebben uitgewezen dat 80 procent van de mensen thuis of op het werk laden. Dat hoeft daarom niet eens snel te gaan. Als het gaat over heel snel batterijen laden, dan heb je snellaadinfrastructuur nodig. Om dat versneld uit te rollen, moeten we rekenen op de private sector. In de komende jaren zal dat ook wel gebeuren, daar ben ik rotsvast van overtuigd. Dan krijg je natuurlijk een vicieuze cirkel waarbij bepaalde producenten meer modellen aanbieden, dat op een andere manier gaan doen en mee in hun gamma steken, wat nu nog niet echt gebeurt. Dat hebben we kunnen vaststellen op het Autosalon.
De vraag om uitleg is afgehandeld.