Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de problematiek van de doorrekening van de exogene kosten in de distributienettarieven
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De reden waarom ik deze vraag stel, is omdat ik me met klem verzet tegen het systeem dat soms wordt opgevoerd door, in dit geval, de media en de regulator, die plots aankondigen dat er verhogingen zijn van de elektriciteitsprijs, terwijl die verhoging al duidelijk gecommuniceerd werd. Dat zijn zaken die al een jaar geleden werden beslist, en die uiteraard nu worden uitgevoerd. Men wil precies de indruk wekken dat er nog eens een verhoging komt boven op wat al gecommuniceerd werd. Het is toch duidelijk dat we te maken hebben met een aantal fenomenen, waarover we al een jaar aan het discussiëren zijn, omtrent het feit dat we de problemen van het verleden moeten oplossen. Men geeft de indruk dat er nog maar eens problemen moeten worden opgelost, terwijl het heel duidelijk gaat over iets wat al veel langer is gecommuniceerd en waarover al lang werd gedebatteerd in deze commissie. Men herhaalt wat in het rapport van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) staat. Ik vond het allesbehalve dat men zegt dat voor een gezin met x-aantal leden de nettarieven gemiddeld met 53 euro stijgen. Dat is een jaar geleden beslist. Men moet niet doen of die verhoging er nog eens bovenop komt. Natuurlijk, dat is de klassieke truc, misschien van de oppositie en van de media, om dat te blijven herhalen, waardoor we straks misschien een miljoen euro moeten betalen voor elektriciteit, terwijl het een basisverhoging betreft. Laat ons daar duidelijk in zijn: het betreft beslist beleid van het verleden, door vorige regeringen, dat we nu moeten oplossen.
We kunnen echter nog altijd verder discussiëren. We kunnen inderdaad gaan discussiëren of bepaalde kosten in die factuur moeten zitten en of ze met de distributienettarieven moeten worden verrekend. Daarover gaat het immers. Ik heb daar niets op tegen. De exogene kosten mogen er voor mij vanaf morgen uit worden gehaald en op een apart lijntje op de factuur worden gezet. Geen enkel probleem. Dat heeft trouwens het grote voordeel dat de regulator er zich dan ook niet meer mee moet moeien, want het zit dan niet meer in de nettarieven. Het zijn dan puur beslissingen die we in deze commissie nemen, en niet anders. Minister, ik geef u bij dezen de kans om nog eens uit te leggen hoe het komt dat die verhogingen er zijn moeten komen een jaar geleden.
Ik kom tot mijn tweede vraag. Via de groenestroomcertificaten heeft de regering een impact op de verhoging van de distributienettarieven. U weet ook hoe dat gegroeid is. De quota moeten worden aangepast. Gaat dat nog gebeuren in de toekomst?
Een derde punt: er zijn momenteel kosten die aan bedrijven werden aangerekend, die geen bedrijfskosten zijn. Gratis kilowatturen voor particulieren werden voor een groot stuk door de kmo’s betaald. Ik geef daarmee eigenlijk het antwoord op mijn eigen vraag: hoe verklaart u het verschil tussen een stijging voor de gezinnen en een daling voor de bedrijven? Het is gewoon de transparantie: kosten voor een bedrijf zijn kosten voor een bedrijf, en kosten voor een gezin zijn kosten voor een gezin. Met de nieuwe tarifering trekken we daar een veel duidelijkere lijn in, maar graag aan u het woord daarover.
De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Gryffroy heeft het over communicatie: het is al allemaal beslist een jaar geleden, het gaat over beslist beleid, het gaat over het oplossen van problemen uit het verleden, het gaat over al dan niet exogene kosten in de distributienettarieven. Misschien kan dat allemaal wel interessant zijn voor deze commissie, maar voor de gewone man in de straat telt maar één zaak: de elektriciteitsfactuur die opnieuw stijgt. Of dat nu vorig jaar al werd beslist of niet, speelt voor hem geen rol.
We hebben het er vorige week in de plenaire zitting nog over gehad dat amper 30 procent van de elektriciteitsfactuur nog echt over elektriciteit gaat, en dat de rest over gevolgen van beslissingen gaat, zowel op Vlaams niveau als op federaal niveau. U hebt een aantal bijsturingen aangekondigd in verband met scheeftrekkingen in de ‘Turteltaks’, waarin ik u gelijk geef. In de beperkte tijdsduur van vijf minuten in een plenaire vergadering is het soms moeilijk een punt te maken, maar u kunt toch niet ontkennen dat steeds meer gezinnen in moeilijkheden komen om niet alleen hun elektriciteitsfactuur maar ook allerlei verhogingen te betalen. Zoals daarnet werd gezegd, bestaat slechts 30 procent van de factuur uit echte kosten voor elektriciteit, en voor de rest uit allerlei kosten. De heer Gryffroy stelt een beetje smalend voor een nieuw lijntje op de factuur bij te zetten. Mijnheer Gryffroy, nu al begrijpen de mensen niets van hun factuur, en u gaat er gewoon nog een lijntje bij zetten.
Minister, u hebt zelf aangekondigd dat de exogene kosten niet in de distributienettarieven horen.
Ook de VREG erkent dat en zegt dat de exogene kosten niet thuishoren in de distributienettarieven. Minister, ik vraag u niet om een nieuw lijntje op de factuur te plaatsen, maar ik wil u wel vragen waarom die exogene kosten nog steeds in de distributienettarieven zitten. Dat is immers een politieke verantwoordelijkheid. Dat is beleid waartoe hier in het parlement wordt beslist, en niet door de regulator. Welke maatregelen neemt u ook met het oog op een nieuwe tariefstructuur?
Minister Tommelein heeft het woord.
Meneer Gryffroy, de communicatie over de nettarieven is inderdaad een communicatie van de VREG. Dat is ook hun bevoegdheid. Zij communiceren op het moment waarop ze hun beslissing nemen, los van het feit dat de elementen misschien al bekend waren. Om dat proces toch wat duidelijk te maken, geef ik hierbij echter de retroacta. Op 7 oktober 2016 heeft de VREG het toegelaten inkomen voor elke Vlaamse elektriciteits- en aardgasdistributienetbeheerder voor 2017 vastgesteld. Dan heeft de regulator op 13 oktober 2016 een nota gepubliceerd, waarin hij een gedetailleerde toelichting heeft gegeven bij het toegelaten inkomen van 2017. Uit die nota blijkt duidelijk dat het totale toegelaten inkomen inzake exogene kosten van 2017 met 8,6 procent is gestegen ten opzichte van 2016.
De voornaamste factoren die die stijging verklaren, worden in die nota ook in detail besproken. De evolutie van het toegelaten inkomen ter bepaling van de periodieke distributienettarieven van 2017 is inderdaad reeds sinds begin oktober 2016 kenbaar gemaakt. Als gevolg van die bekendmaking moeten de netbeheerders dan een tariefvoorstel opmaken en indienen bij de VREG, binnen een termijn van dertig dagen. Op 18 november 2016 bezorgde de VREG dan ook zijn lijst van bijkomende vragen inzake het eerste tariefvoorstel aan de distributienetbeheerders. De aangepaste tariefvoorstellen werden op 2 en 5 december 2016 ontvangen, waarop de VREG na gedetailleerd nazicht op 8 december een lijst met bijkomende vragen aan de distributienetbeheerders voorlegde. Tussen 13 en 16 december ontving de VREG opnieuw aangepaste tariefvoorstellen. Dat heeft dan uiteindelijk op 20 december 2016 geleid tot de goedkeuring door de VREG van de tariefvoorstellen voor de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas voor 2017.
De distributienetbeheerders wijzen het door de VREG toegelaten inkomen voor endogene en exogene kosten voor 2017 op een objectieve en transparante wijze toe aan de diverse tariefcomponenten en klantengroepen, en leggen dan hun tariefvoorstellen ter goedkeuring voor aan de VREG. Voor de verdeling van het toegelaten inkomen inzake exogene kosten over de diverse klantengroepen worden in de tariefmethodologie specifieke regels opgelegd, die de distributienetbeheerders dan ook in acht moeten nemen in hun tariefvoorstellen.
De verschillende evolutie voor gezinnen en bedrijven wordt voornamelijk verklaard door de volgende factoren. De specifieke regels inzake de verdeling van de exogene kosten over de klantengroepen worden overeenkomstig de tariefmethodologie onder andere bepaald door de verdeling voor de tariefcomponent ‘gebruik van het distributienet’. De distributienetbeheerder staat zelf in voor de toewijzing van de endogene kosten en houdt daarbij voor de afname van elektriciteit rekening met het cascadebeginsel. Dat is reeds jaren zo. Dat cascadebeginsel zorgt ervoor dat een groter deel van het toegelaten inkomen inzake exogene kosten aan de gezinnen en de kmo’s op laagspanning wordt toegewezen. Bijkomend veroorzaken voor een aantal exogenekostenrubrieken de specifieke regels in de tariefmethodologie een evolutie ten opzichte van 2016, aangezien de verdeelsleutels in 2016 op een niet-uniforme wijze door de diverse distributienetbeheerders werden vastgesteld. De impact van de invoering van de uniforme specifieke regels is aldus eenmalig. Verder stellen we vast dat de distributienetbeheerders van Infrax een aantal van hun verdeelsleutels met betrekking tot de endogene kosten op een evenwel verantwoorde en gedocumenteerde wijze hebben aangepast ten opzichte van 2016, en dit teneinde meer overeenstemming en uniformiteit te bereiken met de wijze waarop de tarieven door de distributienetbeheerders van Eandis werden berekend. De impact van die wijziging is eenmalig en draagt bij tot een meer gelijke tariefbepaling tussen de distributienetbeheerders van Infrax en Eandis.
Mijnheer Sintobin, wat de openbaredienstverplichtingen betreft die vandaag in het nettarief zitten, verwijs ik naar het regeerakkoord. We zullen onderzoeken op welke manier we die doorrekening kunnen rationaliseren of uit de nettarieven kunnen halen. Ter zake zijn er verschillende mogelijkheden, die ik op dit moment samen met de andere actoren, waaronder de administratie, aan het bekijken en onderzoeken ben.
Voor de rest kan ik verwijzen naar mijn antwoord vorige week in de plenaire vergadering. Het is natuurlijk zo dat een aantal zaken uit het verleden leiden tot hogere kosten en hogere energiefacturen. Ik stel tot mijn grote verbazing vast dat de vorige socialistische vicepremier van de Federale Regering in Humo zegt dat hij de huidige regering ervan verdenkt de energiefactuur zo hoog te laten oplopen om hun de schuld daarvan te kunnen geven. Je moet maar durven. Het is overduidelijk en heel objectief dat een aantal van de kosten die zijn gestegen in de energiefactuur, te maken hebben met een aantal zaken. We moeten daar ook niet flauw over doen. Ik heb dat vorige week ook gezegd. Ik hoor op diverse fora dat de sociale tarieven moeten worden uitgebreid, dat de sociale doelgroep moet worden uitgebreid. Dan moet men ook eerlijk durven te zeggen dat iemand dat dan zal betalen, en dat het dus de energiegebruiker zal zijn die mee zal betalen. Als we vinden dat die omslag naar hernieuwbare energie tot een goed einde moet worden gebracht, dan moeten we de bevolking ook niet voorspiegelen dat dat allemaal kan zonder één enkele investering. Ofwel reken je het door via energiefacturen, ofwel reken je het door via de algemene middelen, maar er zal altijd toch wel ergens iemand moeten zijn die voor een omschakeling betaalt. Zo kunnen we natuurlijk wel blijven doorgaan, ook voor de openbaredienstverplichtingen.
Gisteren nog in de commissie Financiën hoorde ik een pleidooi van de fractieleider van sp.a om wat betreft sloop en vernieuwbouw extra premies toe te kennen. Als de premies moeten worden verhoogd om bepaalde zaken te stimuleren, dan moet altijd wel iemand die rekening betalen. Ik denk dat we daarin wat meer eerlijkheid ten opzichte van de consument moeten tonen en heel duidelijk maken aan de consument wat nu juist in een energiefactuur zit. Dat zijn niet alleen maar heffingen en belastingen, maar daar zit ook een stuk beleid in, zowel van de vorige als van de huidige regering. Dat is maar goed ook. Als wij willen dat mensen die het moeilijk hebben in de samenleving mee kunnen met het verhaal, dan zal iemand wel de rekening moeten betalen. Je plukt dat als minister van Energie niet zomaar van de bomen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Mijnheer Sintobin, als u zegt dat slechts 30 procent van de elektriciteitsfactuur te maken heeft met elektriciteit, dan is dat al een vorm van verkeerde communicatie, alsof die elektriciteit wireless uw huis binnenkomt. Een derde van de factuur gaat inderdaad over de commodity, over de levering waarover u als klant onderhandelt met uw leverancier. Ongeveer een derde gaat over de pure nettarieven, of het feit dat men die kabel tot bij uw huis moet brengen. Met andere woorden, twee derde van uw factuur is nodig om het licht te doen branden. Een laatste derde van de factuur gaat inderdaad over het beleid. Dat beleid bestaat uit twee onderdelen. De miserie van het verleden moet opgelost worden. En dan is er het beleid dat we willen voeren voor de toekomst, als het gaat om openbare verlichting, premies, enzovoort.
Waarom wil ik daar een aparte regel van maken? Om te vermijden wat Johan Vande Lanotte gedaan heeft in de vorige Federale Regering, namelijk iets bevriezen, zonder dat je het als een aparte lijn ziet staan. Dan gebeurt daar van alles in het nettarief dat zeer diffuus is. Wij zeggen heel duidelijk: er is een lijn voor de levering, er is een lijn voor het nettarief, en die twee zaken hebben heel duidelijk te maken met elektriciteit. Daarnaast is er nog een lijn voor het beleid. Dat kan over het verleden gaan of over de toekomst.
Altijd weer wordt geprobeerd om het volledige verhaal ofwel verkeerdelijk te simplificeren ofwel totaal verkeerd voor te stellen, of er zeer vaag over te zijn. Het zou heel eenvoudig kunnen worden voorgesteld met drie blokken van een derde.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de historiek in verband met de communicatie van de VREG en het tot stand komen van de tariefvoorstellingen.
Wat de openbaredienstverplichtingen betreft, zegt u dat u een aantal initiatieven zult nemen en dat daar nu over onderhandeld zal worden met diverse actoren. Kunt u in dat verband een timing geven?
In dit debat komt telkens weer naar voren dat het allemaal de schuld van de sossen is. Iedereen is het daarover eens, hoewel die sossen niet alleen in de regering zaten. Zij waren misschien de hoofdverantwoordelijke, maar Open Vld en N-VA hebben ook in regeringen gezeten die met groenestroomcertificaten werkten. Uiteindelijk is en blijft de conclusie steeds: het is de schuld van de sossen. Wat mij stoort, is dat politici historische vergissingen begaan en dat de burger daarvoor opdraait. Dat gebeurt telkens opnieuw. In verband met de ‘Turteltaks’ is dat zeker zo.
Mijnheer Gryffroy, ik kom misschien wat meer onder het gewone volk dan u. Mijnheer Vandaele kan dat beamen. Ik begrijp wel dat er een aantal kosten zijn die er in de factuur bij horen, maar het is de wanverhouding tussen die 30 procent elektriciteit en de rest die de mensen niet begrijpen. Dat is het punt: de mensen begrijpen de elektriciteitsfactuur niet. Of u daar nu een lijntje aan toevoegt, zal daar niets aan veranderen. Voor de gezinnen blijft de elektriciteitsfactuur steeds maar stijgen en steeds meer mensen hebben het moeilijk om die factuur te betalen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, het is zeker niet de wens van deze regering om de elektriciteitsfactuur te doen stijgen. Rekeningen moeten nu eenmaal wel betaald worden.
Voor het overige heb ik heel veel sympathie voor het voorstel van de heer Gryffroy om de transparantie van de factuur zo hoog mogelijk te houden. Er is al veel op ingezet, onder andere door distributie en levering uit elkaar te halen.
We moeten opletten dat we de kar niet voor het paard spannen. We hebben net de hervorming van de VREG goedgekeurd. Binnenkort wordt de raad van bestuur uitgebreid. Er zal een nieuwe tariefmethodologie moeten worden opgesteld. Het parlement, en niet de regering, zal de mogelijkheden krijgen om daar de leiding in te nemen en met de VREG in dialoog te treden om te bekijken op welke manier de tarieven worden vastgelegd en over de tarieven gecommuniceerd wordt. We kunnen vragen stellen aan de minister, maar ik stel vooral voor dat waanneer de gelegenheid zich voordoet, we als parlement zelf het heft in handen nemen en er proberen naar te streven dat de factuur transparanter wordt.
Maar we moeten er ook voor zorgen dat de tarieven in de toekomst op een zodanige manier worden samengesteld dat ze transparant zijn en dat ze rechtvaardig zijn, en dat daarmee de omslag naar een hernieuwbaar energiebeleid kan worden gemaakt.
Voor het overige heeft de minister heel duidelijk aangegeven dat de omslag naar een proper energiesysteem niet zomaar gebeurt. Dat vraagt een inspanning. De reden waarom hij een stroomversnelling heeft aangevat en dat we in dit parlement hebben gevraagd naar een energiepact en een energievisie, is net om duidelijkheid te geven aan de mensen, niet alleen over de centen maar ook over de voordelen die daarmee in de toekomst gepaard zullen gaan. Als we die boodschap heel transparant en duidelijk aan de bevolking geven en met een correct tarief kunnen komen, dan doen we als politici ons werk goed, mijnheer Sintobin. Er komt dan misschien eindelijk een tijd dat mensen niet denken dat politici alleen maar facturen omhoog willen stuwen, maar er vooral voor willen zorgen dat er een gedegen beleid komt dat garanties biedt voor de toekomst.
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij het pleidooi van de heer Schiltz en vooral bij zijn eerste stuk. Het is de bedoeling om de tariefstructuur te veranderen. Daar zijn al heel wat stappen voor gezet. Het regeerakkoord was op dat vlak ook duidelijk. We kunnen in deze commissie inderdaad elke week vragen blijven stellen, maar nu de VREG stilaan onder de bevoegdheid van het parlement staat, moeten we zo snel mogelijk een strategie of een timing afspreken om de nieuwe tariefstructuur in deze commissie te bespreken. Ik weet niet of we daar lang op moeten wachten, want er zijn al bepaalde stappen gezet: er zijn al adviezen ingewonnen. Misschien is het nu wel het moment om een gedachtewisseling vast te leggen om een stand van zaken van de nieuwe tariefstructuur in deze commissie voor te stellen. Op deze manier zijn we vanaf de eerste stappen betrokken en kunnen we er samen voor zorgen dat de samenstelling van de nieuwe tariefstructuur zo eerlijk en transparant mogelijk gebeurt.
Als oppositie willen we een constructieve aanvulling doen na de discussie die ik net heb aanschouwd. Met alle respect, ik zal me er niet meer toe verlagen om daarover nog iets te zeggen. Mijn pleidooi is om nu zo snel mogelijk de nieuwe tariefstructuur op de agenda te zetten van de commissie. Laat ons een gedachtewisseling plannen. Laat ons de VREG uitnodigen en een toelichting geven waar we vandaag staan. Laat ons dan samen een tijdskader maken over hoe we daarin verdergaan. We hebben er vanuit de politiek alle belang bij om de bevolking duidelijk te maken dat de elektriciteitsfactuur transparant en eerlijk moet zijn. We zijn allemaal verliezende partij in de huidige sfeer met betrekking tot de elektriciteitsfactuur. We kunnen spelletjes blijven spelen en we vinden het misschien wel leuk om hier en daar een zwartepiet toe te schuiven, maar we moeten daar overheen stappen. Ik geef u de belofte dat ik dat zelf ook zal doen om de nieuwe tariefstructuur zo snel mogelijk te verduidelijken en in deze commissie te bespreken. Ik hoop dat we straks tijdens de regeling van de werkzaamheden daartoe al de eerste stappen kunnen zetten.
De heer Danen heeft het woord.
Ik vond de opener van de heer Gryffroy een beetje vreemd want hij verwijt de VREG dat ze duidelijk, eerlijk en transparant communiceren. Dat is nu net datgene wat de VREG moet doen. Ik maak me dan ook een beetje zorgen nu de VREG onder het parlement komt als we hun al onmiddellijk dergelijke halve dreigementen naar het hoofd slingeren. Ik vrees dat het dan niet heel goed komt.
Het zal een hele uitdaging zijn om een evenwicht te vinden tussen het uitzetten van de grote lijnen en de concrete uitwerking van een tariefsysteem. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat de VREG heel erg autonoom de tariefmethodologie kan uitwerken.
Het klopt dat de exogene kosten de voorbije jaren heel sterk zijn toegenomen. Ze zijn momenteel zelfs hoger dan de endogene kosten. Ik vind dat een heel vreemde manier van werken en een heel vreemd fenomeen. De consument krijgt een factuur waar meer dan de helft van de kosten geldt voor dingen die niet in de dienst zelf zitten. Dat is het geval voor de nettarieven. Meer dan de helft daarvan heeft niks met de netten te maken. Ik stel voor dat we dit in het vervolg een belastingbrief noemen en niet langer een energiefactuur. Daar lijkt het meer op.
Ik vind het heel interessant om ten gronde te discussiëren over wat er allemaal in moet zitten. Het klopt niet helemaal dat alle dingen die moeten worden betaald, betaald moeten worden via de energiefactuur. Dat kan perfect op een andere manier via de algemene middelen of via andere vormen. Het is niet in stenen gebeiteld dat alle exogene kosten per se via de energiefactuur moeten worden doorgerekend. Ik kijk uit naar het debat en ik zal er op een constructieve manier aan deelnemen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik ben het met heel veel mensen eens dat de factuur eenvoudiger moet, dat die transparanter en duidelijker moet zijn en dat de bevolking heel goed moet weten waarvoor ze juist betaalt. U zult mij daar niet tegen horen protesteren. Ik ben het er ook mee eens dat de factuur lager moet als dat kan. Ik ben geen grote voorstander van grote heffingen op elektriciteit of gas. Het is wel een vaststelling dat in het verleden in de richting van de elektriciteit werd geschoven en niet van de gasprijs, mijnheer Sintobin. De gasprijs is in Vlaanderen een van de goedkoopste van heel Europa. Ik weet niet of u zich daar bewust van bent. Heel veel mensen verwarmen met gas en betalen een redelijke prijs voor hun verwarming.
Ik heb al eens een oproep gedaan om te stoppen met politieke spelletjes rond dit toch wel belangrijk gegeven. Mijnheer Sintobin, u mag het mij toch niet kwalijk nemen, maar de gretigheid waarmee u het woord gebruikt dat in de energieheffing is gekomen en dat is gelanceerd door uw goede vrienden, de communisten van de PVDA, spreekt boekdelen. Ik spreek plichtsgetrouw over de energieheffing. U gebruikt telkens, met de grootste gretigheid, een ander woord. Het zijn de communisten van de PVDA die dat hebben gelanceerd. U mag dat blijven gebruiken. Ik gebruik dat woord nooit omdat ik het totaal onrechtvaardig vind tegenover mijn voorganger.
Dat er in het verleden vergissingen zijn gemaakt door de politiek, is juist. Mijnheer Sintobin, u hebt een groot geluk dat u zelf nog nooit verantwoordelijkheid hebt gedragen. Dat is uw grote geluk. Ik stop ermee met te zeggen dat in het verleden mensen fouten hebben gemaakt. Ik kan ook fouten maken. De volgende vraag gaat er trouwens over. Dat neemt niet weg dat ik als minister van Energie wel de opdracht heb om de zaken aan te pakken, los van het feit dat er in het verleden een aantal beslissingen zijn genomen die niet zo gelukkig waren. Ik wil het toch duidelijk zeggen: ik ben niet tegen ondersteuning van hernieuwbare energie. Alles wordt op één hoop gegooid. Ben ik tegen ondersteuning van hernieuwbare energie? Neen. Als men op een bepaald moment een energieomslag wil maken en een nieuwe energiestructuur wil, dan moet men dat zeker in de beginfase ondersteunen. Ik heb trouwens vorige week in de regering 12 miljoen euro vrijgemaakt voor een call ‘groene warmte’, voor projecten die de toekomst van de warmtenetten kunnen uitbouwen. Ik vind dat dat moet.
Ben ik tegen sociale tarieven? Helemaal niet. Er zijn meer dan 230.000 gezinnen die zo’n sociaal tarief hebben, maar het moet ook duidelijk zijn dat anderen dat dan moeten betalen. De discussie, mijnheer Danen, of dat via de elektriciteitsfactuur dan wel de algemene middelen moet gebeuren, wil ik wel voeren, maar het zullen altijd de mensen zijn die het mee betalen. Er is een solidariteit in ons land waarbij de sociale tarieven worden betaald door diegenen die geen sociaal tarief hebben. Het maatschappijmodel in Vlaanderen zit trouwens zo in elkaar, niet alleen voor energie maar ook voor andere zaken.
Openbaredienstverplichtingen moeten worden betaald. Of het nu via de algemene middelen dan wel via de energiefactuur gebeurt, ik word er wel twee keer mee geconfronteerd. Ik heb toevallig de combinatie van Energie en Begroting en Financiën. Ik kan het natuurlijk van mijn bevoegdheid Energie naar mijn bevoegdheid Begroting en Financiën schuiven, maar dan komt de discussie over een begroting in evenwicht. Ik ben er voorstander van dat openbaredienstverplichtingen voor een deel in de energiefactuur worden doorgerekend. De straatlantaarns moeten toch geplaatst, onderhouden en betaald worden.
Ik ben ook niet tegen premies, zeker niet als ze in een gesloten enveloppe zitten en zeker niet als ze beperkt zijn in de tijd en als ze heel doelgericht zijn. In 2020 moeten er isolatienormen worden gehaald door iedereen. Tegen dan zullen de premies wel afgebouwd zijn, maar vandaag moeten we de mensen stimuleren om te isoleren, zeker de zwakkeren in de maatschappij. Een groot deel van de premies gaat naar de zwakkeren in de maatschappij. Zij krijgen verhoogde premies.
Zelfs met heffingen op verbruik heb ik geen groot probleem. Op een deel van de kosten in de energiefactuur wordt geen heffing geheven. Het is dus een ingewikkelde materie. We moeten er inderdaad voor zorgen dat er verandering komt.
Mijnheer Beenders, ik weet niet of het een goed idee is om over de tariefstructuur hier al uitgebreid te debatteren. Ik zou vooral graag hebben dat de mensen hun werk kunnen doen. De verantwoordelijkheid van de tariefmethodologie en de verantwoordelijkheid voor de tarieven ligt bij de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Sinds een aantal weken is de VREG de bevoegdheid van het parlement. Ik heb daar geen verantwoordelijkheid in. Ik ben er wel bij betrokken. Als u de VREG naar hier wilt halen om te spreken over de manier waarop ze op dit moment aan het werken zijn aan de tarieven van de toekomst, dan kan ik u niet tegenhouden. Mijn ervaring van de voorbije maanden leert me toch dat het niet verstandig is om dingen die uitgetest worden, zaken die in een proefproject zitten, zaken die onderzocht worden, hier in het lang en het breed te bediscussiëren, want het geeft aan de bevolking een verkeerde indruk.
Mijnheer Sintobin, ik ga me dus niet vastpinnen op een timing. Het moet een goede oefening zijn. Er komt al veel verandering in de energiemarkt de komende weken en maanden. Ik zal met een aantal zaken naar het parlement komen, over digitale meters, over andere dingen die dringend moeten worden aangepakt, omdat we nu eenmaal naar een andere energie moeten gaan. Elke minister van Energie – van Vlaanderen, van Wallonië, van Frankrijk, van Duitsland enzovoort – heeft een enorm grote uitdaging. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar moeilijk moet ook kunnen en iemand moet het dan ook doen.
Ik kan het maar herhalen en open en transparant zijn: als ik niet meer mag zeggen dat er kosten zijn uit het verleden en de vorige verantwoordelijken beginnen te zeggen dat het onze schuld is en dat we doelbewust kosten laten stijgen om hun de schuld te geven, dan spelen we toch wel spelletjes met elkaar. Daar heeft de consument, daar heeft de burger, daar heeft de Vlaming geen boodschap aan. Laat ons daarmee dus stoppen. Mijnheer Sintobin, ik stel voor dat u vanaf nu het woord ‘energieheffing’ gebruikt. Dat zou correct en eerlijk zijn tegenover mijn voorganger.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Beenders, ik vind het wel bizar dat u zegt dat u er zich niet toe wilt verlagen en dat u er niet meer over zult spreken, maar u moet uw verantwoordelijkheid ook niet ontlopen. Flamingo’s die worden opgejaagd, vliegen ook weg.
Tegelijkertijd geeft u altijd wel af en toe een speldenprikje in de pers, zogezegd totaal onschuldig en met altijd die verkeerde inschatting met verkeerde cijfers en een verkeerde sfeerschepping. Als u dan zogezegd uw verantwoordelijkheid wilt ontlopen, wel dan is bij dezen genoteerd dat u daar inderdaad niet meer over wilt spreken, in plaats van een open debat aan te gaan en te zeggen dat er fouten zijn geweest in het verleden, zoals minister Tommelein daarstraks heeft gezegd.
Collega Danen, hebt u de tekst van de regulator gelezen? Lees het dan, hè. We mogen toch ons gedacht zeggen over de regulator? Zelfs als die onder het parlement komt te zitten, ga ik blijven mijn gedacht zeggen. Het is verdorie mijn taak om dat te controleren. Wat ik niet correct vind hierin, is dat men opsomt wat de verhogingen zijn en dat men niet zegt hoe dat komt en dat het een jaar geleden werd beslist. Dat was even feitelijk correct geweest. Nu komt het bij een leek over alsof er iets bijkomt op wat er al beslist was. Ik vind dat ik mijn commentaar op de regulator op dat vlak wel mag geven, ik voel me daar niet in gegeneerd.
Collega Sintobin, u herhaalt het opnieuw: 30 procent. Neen, een derde is commodity, een derde is puur nettarief en een derde is energiebeleid. Vertel het dan zo aan de mensen. Ik kom wel tussen de gewone mensen. Als ik tussen de gewone mensen kom, dan zeg ik: een derde, een derde, een derde. Dan vertel ik niet het verhaal dat van mijn totale factuur maar 30 procent energie is. Dat is het grote verschil tussen u en mij: ik probeer het feitelijk correct weer te geven en u probeert er een sfeer rond te scheppen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, vorige week in de plenaire vergadering werd ik verweten een PS’er te zijn, vandaag ben ik al een vriend van de communisten. Wat wordt het volgende week? Als er iemand aan sfeerschepping doet, dan is het de minister en dan is het collega Gryffroy.
Wat betreft die politieke spelletjes: lees er alle verslagen op na, van de commissie
en van de plenaire, het zijn jullie onder elkaar die de politieke spelletjes spelen. Het komt iedere keer opnieuw terug. Ik begrijp dat ergens wel, u moet zich verdedigen en u moet de Turteltaks, sorry de energieheffing, verdedigen met te verwijzen naar het verleden. Ik begrijp ook collega Beenders die zegt: ‘Laat ons er nu maar over zwijgen, iedereen weet het ondertussen’. Verwijt me niet politieke spelletjes te spelen.
Ik sta wel achter het voorstel van collega Beenders. Dat moet daarom niet onmiddellijk gebeuren, voorzitter, maar het is wel belangrijk dat de commissie van bij het begin betrokken is bij de manier van werken van de VREG en bij de tariefmethodologie. Dat kan geen kwaad voor de transparantie. Op die manier zal ik misschien tegemoetkomen aan de wens van collega Gryffroy en mijn communicatie naar de burger transparanter en fairder kunnen voeren. Als hij daarmee tevreden is, is dat voor mij ook goed.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.