Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Collega’s, ik start met een knittelvers in vijf regels.
In het Vlaamse parlement
schijnt in de winter soms de zon
door de koepels van de zaal; ik wou dat ze kon
ieders verstand verlichten, want het is immers bekend:
er wordt veel gepraat en soms minder gezegd.
Minister, er wordt geregeld gewaarschuwd voor een lerarentekort. Het aantal inschrijvingen voor de lerarenopleiding is nog steeds niet wat het moet zijn. In het begin van dit academiejaar vond onderwijsopiniemaker Pedro De Bruyckere dat zelfs “een tikkende tijdbom”.
Naast de te lage aantallen inschrijvingen voor de lerarenopleiding blijven we vaststellen dat jonge leerkrachten te lang in een fase van onzekerheid blijven, terwijl ze heen en weer schuiven tussen interims en werkloosheid. Naast de praktijkschok is dat zeker ook een van de oorzaken van het personeelsverloop en de voortijdige uittocht van jonge leraren.
Het pijnlijke aan de situatie is dat het voor een groot deel afhangt van het toeval of een jonge leerkracht al dan niet de status van ‘tijdelijke van doorlopende duur’ bereikt, wat een begin is van meer werkzekerheid. Toeval, want het hangt onder meer af van de grootte van de scholengemeenschap waar hij of zij zijn carrière begint. In het kader van het loopbaandebat is dit uiteraard een detail, maar het is mogelijk een nuttig detail, dat niet onbelangrijk is om mee te nemen in het debat.
Minister, in het kader van de bestuurlijke optimalisatie en schaalvergroting zullen nieuwe schoolbesturen met bijzondere kenmerken verschijnen, en ook verenigingen van schoolbesturen. Overweegt u om voor de telling van anciënniteiten voor beginnende leraren die kunnen leiden tot een aanstelling van doorlopende duur, ook de diensten op te nemen die gepresteerd zijn in andere scholengemeenschappen van hetzelfde net, op voorwaarde van een gunstige evaluatie in die scholengemeenschap? Tot hier mijn korte vraagstelling, die eigenlijk ook suggestief is.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, de decreten Rechtspositie bepalen dat personeelsleden hun rechten en plichten behouden bij de overname of fusie van scholen of bij de wijziging van de samenstelling van een scholengemeenschap. Alleszins is het de bedoeling om in soortgelijke maatregelen te voorzien mochten de scholengemeenschappen worden vervangen door andere samenwerkingsverbanden. Uiteraard moeten dergelijke maatregelen worden besproken en onderhandeld met de sociale partners, en door het Vlaams Parlement worden goedgekeurd. Indien men zou komen tot grotere schoolbesturen of grotere samenwerkingsverbanden, dan zouden vanuit de altijd al gehanteerde redenering bij dergelijke wijzingen, de tijdelijke personeelsleden hun opgebouwde rechten kunnen meenemen. Daarenboven zullen ze die rechten binnen een groter geheel, schoolbestuur of samenwerkingsverband, kunnen doen gelden.
De heer De Meyer heeft het woord.
Kort en bondig. Wat u zegt, is uiteraard correct, minister. Stel dat je in stad C woont en er in stad A een grote scholengemeenschap is evenals in stad B. Je start in stad A. Het volgende jaar heb je geen betrekking meer in deze scholengemeenschap. Je gaat naar de scholengemeenschap van stad B. Je weet dat je geen verdere rechten opbouwt in de ene scholengemeenschap. Met andere woorden, je wordt eigenlijk bijna vastgelinkt aan de school en de scholengemeenschap waar je start. Is dit nog eigentijds? Is dit nog te verdedigen? Ik vraag om opnieuw in overweging te nemen dat ervaringen die men opdoet en gunstige evaluaties die men krijgt – en dat hou ik uitdrukkelijk als voorwaarde –, ook kan meenemen naar een andere scholengemeenschap van hetzelfde net. De vraagstelling, ik herhaal het, is ook een suggestie.
De heer Daniëls heeft het woord.
In de vraag van de heer De Meyer gaat het over scholengemeenschappen van hetzelfde net. Minister, kunnen we niet overwegen om het te hebben over de diensten, gepresteerd elders, niet in hetzelfde net?
De heer De Meyer had het in zijn voorbeeld over twee steden. Of het nu gaat over twee scholengemeenschappen of over twee schaalvergrotingen bijzondere kenmerken of verenigingen van schoolbesturen, dat blijft hetzelfde. Mijn vraag is of de diensten gepresteerd in andere scholen kunnen worden meegenomen. Ik heb geen idee wat het effect daarvan zou zijn. Dat behoeft verder onderzoek.
Als we dergelijke principes of systemen wijzigen, moeten we daarover met de sociale partners overleggen. Collega De Meyer, in het verleden is net wat u zegt, al eens besproken met de sociale partners. De werkgevers waren daar absoluut niet voor.
Minister, ik weet het. Desalniettemin heb ik opnieuw de suggestieve vraag gesteld en er ook uitdrukkelijk aan toegevoegd ‘zelfde net ‘, uit pragmatisme, om mogelijks toch een oplossing te bereiken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.