Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de impact van de ophokplicht voor de pluimveehouderij met vrije uitloop
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, sinds 10 november geldt er voor professionele pluimveehouders in België een ophokplicht ten gevolge van de uitbraak van vogelgriep in onze buurlanden. Niemand stelt die ophokplicht in vraag, maar in Vlaanderen levert die wel stilaan problemen op voor een aantal pluimveehouders, meer bepaald voor de kwekers die eieren van hennen met vrije uitloop op de markt brengen. Als hun kippen langer dan 12 weken binnengehouden moeten worden, is er in principe geen sprake meer van eieren van hennen met vrije uitloop volgens Europese wetgeving, maar van gewone scharreleieren.
Dat betekent een verlies voor die bedrijven maar zorgt er ook voor dat er meer scharreleieren dan normaal op de markt komen, wat ook gevolgen kan hebben voor de prijsvorming.
Federaal minister van Landbouw Borsus heeft al aangegeven dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) de situatie op de voet opvolgt en dat er op dit moment geen enkel risico is voor de consumptie van kippenvlees of eieren. Er is ook nog geen haard van vogelgriep in Vlaanderen vastgesteld, maar de ophokplicht blijft intussen wel van kracht. Op dit moment is de ophokplicht ongeveer 10 weken van kracht, de kaap van 12 weken komt dan ook dichterbij.
Ook in Nederland loopt deze discussie. Daar pleit men ervoor om de status van vrije-uitloopeieren niet verloren te laten gaan, ook al moeten de leghennen op vrije-uitloopbedrijven voorlopig opgehokt blijven.
Minister, bent u op de hoogte van de ongerustheid bij de kwekers van eieren van hennen met vrije uitloop?
Heeft Vlaanderen geen enkele mogelijkheid om de vrije-uitloopstatus van eieren te handhaven, ook al wordt niet voldaan aan de 12 wekenregel? Zo niet, hebt u dan de mogelijkheid om de huidige druk op deze sector op een andere manier te verlichten zodra de kaap van 12 weken zou zijn overschreden?
Bent u bereid om op Europees niveau een oplossing voor dit probleem te bepleiten, of bent u daar al mee bezig?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
In Europa is er al vogelgriep geconstateerd, maar Vlaanderen blijft daar voorlopig van gespaard. We hebben nog een speling van een vijftal weken, maar het ziet ernaar uit dat de ophokplicht nog niet onmiddellijk zal worden beëindigd. Het is dan ook best mogelijk dat we die 12 weken zullen overschrijden en dat onze pluimveehouders met kippen met vrije uitloop hun statuut zullen verliezen.
Het zou natuurlijk een fikse financiële aderlating betekenen voor die ondernemers, die nota bene vaak extra investeringen doen voor dierenwelzijn en diervriendelijke methodes en vooral voor rendabele manieren om kippen te kweken. Dat zou toch wel als een kaakslag aankomen.
Natuurlijk zijn we het er allemaal over eens dat we de nodige maatregelen moeten treffen als er een vogelgriep dreigt. Daar heb ik geen bezwaar tegen. Het zal, zoals de heer Engelbosch al zei, zeker gevolgen hebben voor de consument.
Minister, hebt u al onderzocht wat de bedrijfseconomische impact in Vlaanderen kan zijn voor de kippenhouders met kippen met vrije uitloop? Welke impact zal het hebben op de aanbod van eieren op de Vlaamse markt van kippen met vrije uitloop? Wat zal het gevolg zijn op de prijszetting van het product? Hebt u al overleg gepleegd met uw federale collega over enerzijds een oplossing voor de pluimveehouders met kippen met vrije uitloop en anderzijds het voorkomen van de vogelgriep in Vlaanderen? Welke ondersteunende maatregelen zult u nemen vanuit Vlaanderen bovenop de federale maatregelen om de vogelgriep in Vlaanderen te voorkomen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, de preventieve ophokplicht voor pluimveebedrijven is sinds november vorig jaar van kracht omdat er in de Europese Unie besmettingen met het vogelgriepvirus werden vastgesteld. Twintig lidstaten hebben geïnfecteerde wilde vogels aangetroffen en in negen lidstaten werd dat ook op pluimveebedrijven gemeld. Tot nu toe is er gelukkig geen uitbraak van het virus op Belgische bodem vastgesteld, maar waakzaamheid is natuurlijk nodig. De ophokmaatregel voorkomt dat pluimvee in contact komt met wilde vogels.
Op het vlak van de handelsnormen voor eieren maakt de Europese regelgeving een onderscheid tussen vier types. Voor twee types is het van belang dat de leghennen buiten kunnen uitlopen, meer bepaald voor ‘bio-eieren’ en voor ‘vrije-uitloopeieren’. Voor de bio-eieren stelt zich voor de commercialisatie geen probleem omdat de Europese wetgever expliciet een uitzondering heeft voorzien bij overmacht, bijvoorbeeld als er maatregelen worden opgelegd in verband met dierenziekten. Voor de vrije-uitloopeieren dreigt zich vanaf 2 februari wel een probleem te stellen indien de ophokplicht tot dan van kracht blijft. Want in tegenstelling tot regelgeving inzake bio-eieren heeft de Europese wetgever niet in uitzonderingen voorzien. Als regel geldt dat vrije-uitloopkippen maximaal twaalf weken binnen mogen worden gehuisvest. De Europese wetgever heeft wel een delegatie gegeven aan de Europese Commissie om afwijkingen toe te staan, maar op dit ogenblik heeft de Commissie daar nog geen gebruik van gemaakt.
Ik heb alle begrip voor het feit dat de betrokken pluimveehouders zich zorgen maken over de situatie. Het gaat over dertig vrije-uitloopbedrijven die samen ongeveer 10 procent van onze Vlaamse eiproductie vertegenwoordigen. Mocht de ophokplicht tegen begin februari opgeheven zijn, dan stelt zich geen probleem.
We staan in nauw contact met het kabinet van minister Borsus, die bevoegd is hiervoor, maar het is voor hem nog niet mogelijk om nu al een inschatting te geven.
Afgelopen maandag werd deze problematiek aangekaart op een door de Europese Commissie georganiseerd technisch overleg over de vogelgriep. De vertegenwoordiger van het Directoraat-Generaal Landbouw van de Europese Commissie gaf aan dat men niet de intentie heeft om een uitzondering te voorzien. Dat neemt niet weg dat ik dit punt verder op de agenda zal plaatsen. Het blijft natuurlijk wel dubbel. Pluimveehouders die geïnvesteerd hebben in een vrije-uitloopstal dreigen economische verliezen te lijden omdat die eieren dan in een goedkopere klasse terechtkomen. Maar ik ben ook van mening dat we begrip moeten hebben voor overmachtsituaties. We moeten vooral denken aan een gelijke behandeling. Aangezien er voor bio-eieren in een uitzondering is voorzien bij overmacht, zou dat volgens mij ook moeten kunnen voor de vrije-uitloopeieren.
Mocht de ophokplicht van kracht blijven en er geen uitzondering komen, dan zullen er onvermijdelijk economische gevolgen zijn. Het is niet evident om dat in te schatten, maar uitgaande van een prijsverlies van 1,5 eurocent per ei berekende mijn administratie dat dit kan neerkomen op een verlies van 2000 euro per week voor een gemiddeld vrije-uitloopbedrijf.
Maar er spelen natuurlijk nog andere factoren, zoals contractuele afspraken en dergelijke meer. Daarnaast is er ook een impact te verwachten op het vlak van de prijs voor scharreleieren omdat gedeclasseerde vrije-uitloopeieren in diezelfde categorie zouden terechtkomen. Dat zal ook daar voor een verstoring van de markt zorgen.
Wat betreft de vogelgriep zelf neemt Vlaanderen geen bijkomende maatregelen omdat dit een federale bevoegdheid is. Het FAVV neemt al alle maatregelen en volgt dit op de voet op.
Dit is een situatie die we goed in het oog moeten houden. We houden inderdaad ons hart vast, als dit nog duurt tot begin februari. Dan zullen we echt wel die uitzondering van Europa nodig hebben. Wij zullen daar blijven op aandringen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad jammer dat ze vandaag zeggen dat ze niet echt de intentie hebben om in die uitzondering te voorzien. Daarom ben ik blij met uw antwoord. U zegt dat u daarvoor blijft pleiten omdat het overmacht is, en dat als er een uitzondering is voorzien voor bio-eieren, die uitzondering er hier ook zou moeten komen.
Ik wil niet op de zaken vooruitlopen, maar het is toch vijf voor twaalf. Mijnheer Vanderjeugd, het is al bijna tien weken en niet vijf weken, zoals u daarnet zei. Het is dus bijna wel zover. Daarom, minister, wil ik er toch voor pleiten dat u, als het zover komt, vanuit Vlaanderen het nodige probeert te doen om ook die sector te ondersteunen. Dit is immers niet het gevolg van gewone economische zaken, het is echt overmacht waar de sector zelf niets aan kan doen. We moeten dergelijke gevallen vanuit Vlaanderen wel degelijk ondersteunen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik heb mij inderdaad misrekend, excuseer.
De periode waarin ze hun statuut zouden verliezen, komt wel zeer dichtbij. Het is natuurlijk een dubbeltje op zijn kant. Als je nu zegt dat we voor een uitzondering gaan en dan slaat de vogelgriep toch toe… Het is een moeilijke overweging, maar het is, zoals de heer Engelbosch zegt, heel belangrijk dat als het voor de ene soort kan, het ook voor deze pluimveehouders moet kunnen.
Het is moeilijk om te berekenen, maar als je toch een schatting maakt, spreken we over een grote financiële impact. Dertig bedrijven die staan voor 10 procent, dat is toch ook niet onbelangrijk. We moeten dit goed opvolgen, en alles in het werk stellen om via de commissie eventueel, indien het omwille van de voedselveiligheid wordt aangeraden, de nodige uitzondering te bepleiten.
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is een belangrijk probleem. Het is overmacht. De landbouwers in kwestie kunnen er niets aan doen. Minister, het zou inderdaad zeer logisch zijn om een gelijkschakeling te hebben tussen de biosector en de gewone vrije uitloop en om daar op Europees vlak een oplossing voor te brengen.
Minister, leeft dit probleem ook in andere lidstaten? Zijn er andere lidstaten die partner zijn wanneer u deze vraag stelt op het Europese niveau?
Minister, kunnen de warenhuizen deze eieren nog steeds verkopen onder hetzelfde label als de uitloopperiode korter is geweest? Of is dat niet meer mogelijk? Moeten ze rekening houden met deze overmacht, of niet?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De supermarkten kunnen dat niet meer. Als er niet wordt voldaan aan die voorwaarden, zijn dat geen vrije-uitloopeieren meer. Ze kunnen dan ook niet meer onder dat label worden verkocht.
Er zijn uiteraard nog andere lidstaten die hiermee worden geconfronteerd. Bijvoorbeeld Nederland steunt ons daarin en is ook voor zo’n uitzondering.
Ik begrijp nog steeds niet waarom de Commissie niet bereid is om daartoe over te gaan. Ik vind dat eigenaardig. Maar het is een vaststelling.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.