Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Jong talent opsporen is van cruciaal belang voor voetbalploegen, voor elke ploeg eigenlijk, maar deze vraag om uitleg gaat over voetbal. De grote internationale sterren strikken, dat zit er helaas voor onze Belgische ploegen al lang niet meer in. Door de stijgende marktwaarde van voetballers en de Financial Fair Play-regels rekenen clubs meer en meer op hun scouts om jong talent te spotten. Je hebt Lionel Messi liever op zijn 12e voor een peulenschil bij jouw club, dan hem 12 jaar later voor een kleine 100 miljoen te moeten kopen.
De Pro League-clubs vissen grotendeels uit de vijver van amateurclubs. Die amateurclubs zien dat uiteraard niet graag gebeuren. Ze zorgen vaak jarenlang voor de opleiding van jonge voetballers en zien hun jong talent van de ene op de andere dag de club verlaten voor een topploeg. Om hieraan tegemoet te komen, gaan Pro League-clubs amateurclubs een opleidingsvergoeding betalen. Hierover werd een akkoord bereikt tussen de Nederlandstalige VFV (Voetbalfederatie Vlaanderen) en Franstalige ACFF (Association des Clubs Francophones de Football), de twee vleugels van de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
Een jeugdspeler van een amateurclub die bij een club uit de top vijf tekent, zal voortaan op een vergoeding van 5000 euro mogen rekenen. Andere clubs uit de Pro League horen 3000 euro neer te tellen. Clubs uit de Proximus League dienen 1500 euro vergoeding te betalen.
Minister, hebt u in dit verband overleg gepleegd met Voetbalfederatie Vlaanderen? Hoe beoordeelt u de financiële tegemoetkoming van professionele clubs aan amateurclubs? Wat is de impact hiervan op het voetballandschap?
Minister Muyters heeft het woord.
In de pers hebben we eind vorig jaar allemaal bedragen zien passeren die niet altijd overeenkomen met de realiteit. Voor zover mij werd meegedeeld, bestaan er twee zaken die wellicht door elkaar werden gehaald in de berichtgeving. Enerzijds is er een onderling reglement tussen de clubs van de Pro League die de overgang regelt van jeugdspelers van de ene profclub die een profcontract tekenen bij een andere profclub. Daarnaast werkt Voetbalfederatie Vlaanderen – nu Voetbal Vlaanderen – al enige tijd aan een opleidingsfonds naar analogie van wat reeds in het basketbal bestaat. Er lopen al enige tijd gesprekken om toenadering te zoeken tussen beide reglementen, maar ik ben daar niet bij betrokken. Dat moeten de voetbalfederaties zelf doen.
In de pers werd wellicht verwezen naar een voorstel van de Pro League, waarmee Voetbal Vlaanderen en de Association des Clubs Francophones de Football akkoord zouden gaan, over de betaling van een opleidingsvergoeding aan de respectieve vleugel voor jeugdspelers die een eerste contract van betaalde sportbeoefenaar tekenen bij een Belgische club. Dit bedrag zou dan mogelijk in een jeugdfonds kunnen terechtkomen.
Op 15 december kwam dit ter sprake tussen mijn kabinet en de Voetbalfederatie Vlaanderen. Mijn kabinet heeft hun gevraagd om zo snel mogelijk de teksten te krijgen, zodat we daar grondig juridisch en beleidsmatig advies op kunnen geven. Sport Vlaanderen heeft die informatie ondertussen gekregen. We zullen dit nu grondig analyseren. Eerstdaags krijg ik van Sport Vlaanderen allicht advies. Het is op dit ogenblik echter nog niet mogelijk een grondige toetsing te doen van het voorstel aan het decreet van 24 juli 1996.
Artikel 3, §2, van het decreet van 24 juli 1996 verbiedt de betaling van een vergoeding naar aanleiding van of gekoppeld aan de overgang van de niet-professionele sportbeoefenaar naar een andere vereniging. Dit is ook het geval als de niet-professionele sportbeoefenaar zijn overeenkomst regelmatig beëindigt om naar een andere sportvereniging over te gaan en daar een professioneel statuut aanneemt.
Collectieve systemen, zoals het Jeugdsportfonds in het basketbal, waarbij de collectieve bijdragen van clubs, gelden van de sportfederatie zelf en van sponsors bij elkaar worden gebracht en daarna worden herverdeeld, zijn wel mogelijk. Het is alvast positief dat er eerste stappen tot toenadering worden gezet tussen het profvoetbal en het jeugdvoetbal, maar het is nog wat voorbarig om uitspraken te doen. Ik moet eerst duidelijke teksten krijgen om dat te beoordelen.
De heer Poschet heeft het woord.
Ik begrijp dat ik eigenlijk iets te vroeg ben, maar dat is geen probleem. Ik zal later wel een opvolgingsvraag stellen. De oplossing van de basketbalfederatie is momenteel de enige mogelijke omdat het een collectivisering is van de betaling en de uitkering. De vraag is hoe we de amateurclubs op de een of andere manier kunnen belonen en stimuleren om een kwalitatieve jeugdopleiding te blijven aanbieden. Dat zullen ze uiteraard doen om zelf goed te spelen, maar ze mogen daar niet te veel voor worden gestraft als ze hun toptalent weggeplukt zien worden. Ik zal hierop terugkomen als er meer duidelijkheid is over de paden die u kunt bewandelen.
We hebben die reglementering in de Pro League goedgekeurd op 14 december, en ook uitgebreid naar de VFV en ACFF. In de Pro League is dat dus al aangenomen. Dit voorstel is ook doorgegeven aan de VFV, die nu geen VFV meer is. De CEO, Benny Mazur, hier vandaag aanwezig, heeft ervoor gezorgd dat het nu Voetbal Vlaanderen wordt. Hij heeft een fusie gerealiseerd met het minivoetbal en met de Koninklijke Belgische Liefhebbersbond. Dat is toch een enorme stap voor het voetbal. Benny zal dit voorstel bespreken in de loop van deze maand. Dat is wat de heer Poschet heeft gezegd. De vergoeding die wordt gestort, is niet gebonden aan de specifieke naam van de speler. Men stelt alleen vast dat als een speler van het amateurvoetbal naar het profvoetbal gaat, er automatisch een bedrag wordt gestort door de Pro League aan een van de beide vleugels. De vleugel beslist dan zelf wat ze met de vergoeding gaan doen.
Als er meer duidelijkheid is over hoe het in zijn werk gaat, moeten we zien dat twee dingen die voor ons allemaal belangrijk zijn, aan bod komen. Een: dat er een collectieve pot is waarin die middelen worden gestort en dat er daarna een herverdeling komt. Dat is een goede zaak. Twee: we moeten er ook over waken dat die jonge spelertjes geen speelbal worden tussen de gekste bedragen en een soort van opbod dat nergens naartoe leidt, en dat er geen ongunstige financiële sfeer wordt gecreëerd.
We moeten er vooral voor zorgen dat de jongeren niet het hoofd op hol wordt gebracht en dat de financiële transparantie altijd aanwezig blijft.
Ik kijk ook uit naar het vervolg van dit debat zodra er een advies is van Sport Vlaanderen, om hier dan verder mee aan de slag te gaan in deze commissie.
Ik heb ook gelezen dat de Pro League dit gaat doen voor jeugdspelers vanaf tien jaar. Aangezien de meest talentvolle jeugdspelers al voor hun tiende door de profclubs worden weggeplukt en de amateurclubs in de praktijk weinig baat hebben bij deze maatregel, is de vraag of er nog andere effectieve plannen zijn ter ondersteuning van de amateurclubs.
Wat betreft de laatste vraag, heb ik begrepen dat er zelfs over de leeftijd nog discussie is. U spreekt over 10 jaar. Ik heb gehoord dat daar nog discussie over bestaat. Ik doe een voorstel aan de commissie, namelijk dat zodra ik weet wat de afspraken zijn en ik een advies heb van Sport Vlaanderen, ik dat spontaan overmaak aan de commissie en jullie op dat moment met de juiste informatie vragen kunnen stellen.
De heer Poschet heeft het woord.
Ik dank de minister alvast voor zijn transparantie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.