Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Op 3 januari 2017 werd bekendgemaakt dat de heer Bart Van der Roost in mei zal worden aangesteld als nieuwe algemeen directeur van het Kunsthuis Opera Ballet Vlaanderen. Hij volgt Lena De Meerleer op.
De nieuwe algemeen directeur werd echter al eerder voorgesteld, namelijk op maandag 28 november 2016. Dit konden we toen lezen in de krant. Deze beslissing had ook al rond 7 november 2016 kunnen gebeuren, maar de kandidaat wou eigenlijk nog niet boven water komen. Hij was geld aan het ophalen voor zijn bedrijf, ja minister, u leest het goed, voor een project. Dus heeft hij aan de raad van bestuur voorgesteld dat nog even uit te stellen.
Ik maak mij zorgen. Gezien de sleutelpositie van deze instelling, is het van groot belang dat de leiding in sterke handen is. Hierover heerst er bij verschillende mensen twijfel. De nieuwe algemeen directeur heeft nog geen ervaring met het runnen van een grote kunstorganisatie. Ook is het een grote schaalsprong.
De raad van bestuur had ook maar de keuze uit één mogelijke kandidaat, terwijl normaal gezien de keuze uit twee kandidaten zou moeten bestaan.
Het Kunsthuis Opera Ballet Vlaanderen is de grootste cultuurinstelling van Vlaanderen. U weet net zo goed als ik dat het ons de afgelopen jaren bloed, zweet en tranen heeft gekost om het Kunsthuis te laten worden wat het vandaag is. Er waren financiële problemen, er waren problemen bij het personeel, er is heel wat gehakketak geweest. We hebben hier allemaal onze schouders onder gezet, zowel het vorige kabinet en de vorige minister als u, uw adviseur en het parlement. Uren hebben we daarover vergaderd, achter gesloten deuren of met open deuren, om dat huis toch maar op een juist spoor te krijgen. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik het niet geloofde, maar we zijn er uiteindelijk in geslaagd om een heel broos, kwetsbaar evenwicht te vinden om dat huis op het juiste spoor te zetten. Daarom heb ik volgende vragen.
Minister, welke procedures worden gevolgd bij de aanwerving van een topfunctie in de grote Vlaamse kunstinstellingen? Zijn deze procedures verschillend voor de verschillende huizen? Bent u op de hoogte van de ontevredenheid van sommige mensen over de aanstelling van de nieuwe algemeen directeur? Hoe ziet u de toekomst van het Kunsthuis Opera Ballet Vlaanderen met de nieuwe directeur? Waarom is deze keuze gemaakt? Waarom was er maar één kandidaat voor de uiteindelijke beslissing van de raad van bestuur? Bent u van plan om dit op te volgen?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Idrissi, dank u wel voor de vraag. Ik zal de verschillende deelvragen gedetailleerd proberen te beantwoorden.
De kunstinstellingen beslissen zelf over de wijze waarop de aanwervingen voor hun topfuncties worden georganiseerd. Het is immers een bevoegdheid van de raad van bestuur van de kunstinstelling om directieleden aan te werven. Vanzelfsprekend wordt hierbij van de kunstinstellingen verwacht dat ze de principes van goed bestuur naleven. Wat de eigenlijke procedure bij het Kunsthuis betreft, geef ik hierna een verdere uitgebreidere toelichting.
Zoals al aangegeven, is de specifieke selectieprocedure een keuze van de raad van bestuur van de huizen. Hier kunnen dus verschillen op zitten. Veelal zijn de grote lijnen van de procedure gelijklopend, met name: een open vacature, inschakeling van een selectiebureau, eerste screening en selectie van kandidaten door het selectiebureau, tweede screening en selectie door een jury na gesprekken met de kandidaten, en finaal een beslissing door de raad van bestuur.
Ik ben inderdaad op de hoogte van een aantal vragen die circuleren omtrent de aanstelling van de nieuwe algemeen directeur. Het gaat hier echter om een beslissing van de raad van bestuur van het Kunsthuis. Ik wil deze beslissing die inherent is aan de taak en de opdracht van een raad van bestuur, niet in vraag te stellen.
Met alle zeven kunstinstellingen werden uitvoerige gesprekken gevoerd over de doelstellingen en opdrachten voor de volgende vijf jaar naar aanleiding van de opmaak van de respectieve beheersovereenkomsten die u hebt kunnen raadplegen na goedkeuring in de laatste weken voor Kerstmis. Daarover kan desgewenst, indien er vragen over zijn, nog worden gedebatteerd. De overlegprocedure met al deze huizen en ook met het Kunsthuis, heeft geleid tot onderbouwde en duidelijke afspraken voor de periode 2017-2021. Deze overeenkomsten werden, zoals ik zei, eind december door de Vlaamse Regering besproken en goedgekeurd. De overeenkomst zal ook voor de nieuwe directeur de basis vormen voor de toekomstige werking van het Kunsthuis. De overeenkomst valt nog in verschillende lagen uiteen.
Ik denk uw appreciatie te delen dat het Kunsthuis er op dit ogenblik qua uitstraling staat, mede door de twee artistieke directeurs, de heer Cahn en de heer Larbi, die, de ene al wat langer en de andere al wat recenter, een goede stempel op dit huis kunnen drukken. De nieuwe directeur zal, los van de naweeën en het verder aaneensmeden van Opera en Ballet Vlaanderen, waar nog altijd wat werk in zit, uiteraard ook zijn werk hebben binnen wellicht niet zo heel lange tijd met de vervanging van de directeur van de opera.
Verder dienen zich ook een aantal infrastructuuruitdagingen aan, die we allemaal kennen. Daarnaast is er ook het zeer interessante dossier om te kijken hoe de orkesten beter kunnen samenwerken. Aan werk is er dus geen gebrek. Wij zullen in die zin de contacten met het huis van nabij opvolgen, wat we trouwens de voorbije maanden al deden.
Ik ga nu wat dieper in op de gemaakte keuze en de procedure. Zoals al eerder aangegeven, is dit een autonome beslissing van de raad van bestuur van het Kunsthuis. De communicatie over het waarom van de keuze laat ik dan ook over aan de raad van bestuur. Dit gezegd zijnde, besef ik uiteraard het belang van een geschikte algemeen directeur van het Kunsthuis, onze grootste Vlaamse kunstinstelling. Ik heb de selectieprocedure op afstand gevolgd, mij vergewist van de samenstelling van de jury en ook kennisgemaakt met de kandidaat. Enkel van de startdatum heb ik een punt gemaakt: voor mij is het duidelijk dat de heer Van der Roost nu zo snel mogelijk ook effectief aan de slag moet gaan in het Kunsthuis.
De procedure voor de aanstelling is als volgt verlopen. Nadat in maart 2016 werd beslist om een vacature uit te schrijven voor een nieuwe algemeen directeur, werd in eerste instantie conform de vigerende regels inzake overheidsopdrachten een selectiebureau aangesteld. De uiteindelijke keuze viel op Accord. In juni 2016 verscheen de vacature en werd gestart met een intense search. In samenspraak met het selectiebureau werd gekozen voor het opstellen van een shortlist, op grond waarvan uiterlijk tegen eind december 2016 een finale beslissing zou vallen.
Op dat ogenblik werd ook een jury samengesteld. Die bestond uit de leden van het remuneratiecomité van het Kunsthuis, aangevuld met twee externe leden, beiden actief in relevante functies binnen de Europese culturele en opera- en balletwereld. De jury werd ook uitgebreid met de voorzitter en een van de ondervoorzitters van de raad van bestuur. De voorzitter van de jury was de voorzitter van het remuneratiecomité. De jury kwam viermaal samen met het selectiebureau. Tijdens die gesprekken werden zowel de te hanteren criteria als de methodologie intens besproken en vastgelegd.
Het selectiebureau ontving ruim veertig cv’s van kandidaten, die door twee medewerkers afzonderlijk werden gescoord, ook met individuele gesprekken Die longlist, samen met de scores, werd besproken door de jury. Er werd een shortlist van vijf kandidaten opgesteld.
Het selectiebureau organiseerde vervolgens een assessmentdag, waarop de vijf kandidaten door hen op basis van de vastgelegde criteria werden getoetst, onder andere op basis van de criteria leiderschap en kennis. Tijdens het assessment mochten de kandidaten elkaar niet zien of met elkaar kennis maken. Er werd strikt op toegezien dat de deontologie werd gerespecteerd.
De vijf betrokken kandidaten werden, na geschikt te zijn bevonden, uitgenodigd om te worden gehoord door de jury. Eén kandidaat haakte af, de resterende vier werden individueel en omstandig gehoord door de jury. Elk lid van de jury gaf afzonderlijk punten, op basis waarvan een ranking tot stand kwam. Finaal vond onder de leden van de jury na een bespreking een geheime stemming plaats. Het resultaat daarvan was dat één kandidaat een uitgesproken meerderheid van de stemmen behaalde. Met die kandidaat werden verkennende gesprekken gevoerd omtrent jobinhoud, tijdstip van indiensttreding en verloningspakket. Het was van meet af aan duidelijk dat daarbij de binnen de Vlaamse Gemeenschap geldende beginselen dienden te worden nageleefd.
Op de vergadering van de raad van bestuur van 28 november 2016 werd de kandidaat voorgesteld aan de raad van bestuur van het Kunsthuis, waarop een geheime stemming volgde. Het resultaat daarvan was: tien stemmen ja, één stem nee. Na die stemming werden de voorzitter en de ondervoorzitter door de raad van bestuur gemachtigd om de onderhandelingen met de betrokken kandidaat voort te zetten, teneinde nog voor eind december 2016 tot het afronden van de aanstellingsprocedure te komen.
U vroeg waarom er maar één kandidaat was voor de uiteindelijke beslissing van de raad van bestuur. Zoals ik reeds vermeldde bij het verloop van de selectieprocedure, heeft de jury beslist om slechts één kandidaat voor te dragen aan de raad van bestuur.
Los van de inhoudelijke uitdagingen van het Kunsthuis, waarvan ik de voornaamste al kort beschreven heb en die we mee zullen opvolgen, is het vanzelfsprekend dat de werking van de grootste kunstinstelling door mezelf, mijn kabinet en de administratie nauw wordt opgevolgd. De beheersovereenkomst vormt daarvoor uiteraard de basis. In die beheersovereenkomst zit een belangrijk onderdeel over goed bestuur, waarbij onder meer de evaluatie van de directie een vereiste is. Bij het Kunsthuis wordt de directie jaarlijks formeel geëvalueerd door de raad van bestuur. Het Kunsthuis voorziet ook in een overgangsperiode met de huidige algemeen directeur.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitvoerige antwoord. Als ik er een punt van maak om deze vraag te stellen, is dat vanuit een grote bezorgdheid. Ik weet vanwaar we komen. Het heeft geen haar gescheeld of het ballet zat serieus in de problemen. We hebben met man en macht geprobeerd om dat recht te trekken, en dat is ook gelukt. Dan moet je ook consequent zijn en moet je daar ook die mensen aan het hoofd zetten waarvan je kunt aannemen dat ze het verhaal, zoals u het hebt uitgestippeld in de beheersovereenkomst, kunnen uitdragen.
Ik heb een paar bedenkingen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de loyauteit, als je nu al zegt dat je aanstelling samenhangt met de verhoging van het kapitaal? Het gaat hier om een van de belangrijkste instellingen van Vlaanderen, zo niet van België. Dan moeten we erop toezien dat die loyauteit in eerste instantie en alleen bij het Kunsthuis zit, en niet bij andere nevenactiviteiten, die financieel lucratief zijn.
Ook al hamert u op goed bestuur, het is heel belangrijk dat er heel erg wordt toegezien op belangenvermenging. Ik zeg niet dat het zo zal zijn, maar we moeten er wel op toezien dat het niet zal gebeuren. Zodra er enige zweem van is, moet je daar kunnen ingrijpen. U zegt terecht dat uw administratie en kabinet dat nauw opvolgen, maar u hebt natuurlijk ook de regeringscommissaris in de raad van bestuur. Die raad van bestuur evalueert jaarlijks, maar ik meen dat u er via uw regeringscommissaris nauwer op moet toezien en in het begin halfjaarlijks of om de drie maanden kunt evalueren, om dat mee te kunnen begeleiden.
Het is beter om van in het begin goed begeleid te worden dan achteraf met de gebakken peren te zitten. U verwijst terecht naar de beheersovereenkomst, maar daaruit kunt u ook een aantal targets distilleren voor de algemeen directeur. Dat kan een basis zijn voor evaluatie. Ik hoop dat dit tot een goed einde komt. U zegt dat er veel werk te doen is en u hebt een aantal werkpunten aangehaald. We weten dat het Kunsthuis eindelijk ‘on track’ is, maar dat het nog kwetsbaar is. Het moet dus van nabij worden opgevolgd en het zou best zijn dat die evaluatie iets vroeger komt, liefst om de drie maanden. Het zou goed zijn om vanuit de beheersovereenkomst een aantal targets voorop te stellen voor de algemeen directeur om ervoor te zorgen dat het schip, dat vandaag op koers is en de juiste richting uitgaat, niet bij de minste storm kapseist. Dat is mijn bezorgdheid en ik hoor dat u die voor een stuk deelt.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik deel ook de bezorgdheid van mevrouw Idrissi in verband met het Kunsthuis. Daarom verbaast het mij dat ze blijkbaar niet de juiste informatie heeft gekregen. Zoals de minister al zei, is de procedure correct gevolgd. Vijf kandidaten zijn naar het overleg met het selectiecomité van het comité van bestuurders gegaan. Van die vijf heeft één kandidaat nog afgehaakt. De huidige kandidaat-algemeendirecteur was én voor Accord én voor het selectiecomité van bestuurders de beste kandidaat. Op de raad van bestuur is hij aangesteld met tien stemmen voor en één stem tegen. Twee sp.a-leden waren afwezig en hebben geen stem uitgebracht.
Mevrouw Idrissi, ik deel uw bezorgdheid en vind het prima dat u hierop terugkomt, maar vind het vreemd dat uw partij dan afhaakt bij de stemming.
Minister, de procedure voor de aanstelling van de algemeen directeur ligt helemaal in de handen van de raad van bestuur en is volgens u helemaal correct verlopen. Ik wil graag weten of die beslissing ook gedubbelcheckt is door uw diensten of uzelf. Ik vind immers dat de aanstelling voor een topfunctie in de grootste Vlaamse kunstinstelling minstens ook met de welwillendheid van de bevoegde minister moet gebeuren. Het is een neutrale vraag. Ik vind het wel belangrijk dat het beleid van een instelling spoort met het beleid dat u zelf wilt voeren. Straks wordt trouwens ook de raad van bestuur vernieuwd.
Minister Gatz heeft het woord.
Er is niets aan te merken op de methode om tot de aanstelling van de nieuwe algemeen directeur te komen. Men heeft zijn uiterste best gedaan om dat correct te laten verlopen. Ook met betrekking tot het draagvlak en de stemming, zowel in de jury als in de raad van bestuur zelf, kan ik alleen maar vaststellen dat daar vrij grote eensgezindheid heerste. Dat is niet zonder belang.
Mijnheer Caron, ik heb inderdaad tussen het voorstel van de jury en de aanstelling door de raad van bestuur met de betrokken kandidaat een gesprek gehad. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat het geen onderdeel was van de procedure en niet om een assessment ging. De interferentie van een minister moet in dit verband met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden. Tijdens dat gesprek zijn pertinente vragen gesteld, niet naar de persoonlijke kwaliteiten van de kandidaat, maar over de inhoud en over de uitdagingen van het Huis, vanuit het besef dat de betrokkene voor een grote opdracht staat. Voor dat gesprek hebben we uitgebreid de tijd genomen en het is voor beiden in de best mogelijke sfeer verlopen. Die dubbelcheck is dus gebeurd. Ik doe dat niet bij alle huizen en voor alle kandidaten. Dat is niet nodig, zo niet wordt het zeer jakobijns. In het Vlaamse systeem zitten overigens voldoende checks-and-balances.
Mevrouw Idrissi, ik begrijp de achtergrond van uw vraag, want het gaat om een zeer belangrijk functie in ons cultureel veld. Van de raad van bestuur heb ik begrepen dat de onduidelijkheid die op een bepaald moment gerezen is over de zakelijke belangen van de kandidaat in zijn vorige job met betrekking tot zijn nieuwe aanstelling wel degelijk zijn uitgeklaard. Dat was voor mij ook zeer belangrijk, omdat zoiets in het algemeen netjes dient te worden geregeld.
We hebben zeer regelmatig contact met onze regeringscommissaris en zullen kort op de bal spelen. De opvolging is tweeërlei. Het betreft niet alleen een controle van een minister of zijn kabinet ten aanzien van de kandidaat, want dat zou een bepaald wantrouwen impliceren en dat wil ik vermijden. Maar het gaat ook om coaching indien nodig. Daarmee bedoel ik niet dat wij vanuit het kabinet of de regeringscommissaris die coaching doen, maar wel dat we de verschillende doelstellingen voor het komende anderhalf jaar mooi aflijnen, zodat ze voor iedereen duidelijk zijn. Zo kunnen wij, de kandidaat, de raad van bestuur en de artistieke ploeg in dezelfde richting werken.
Mevrouw Idrissi, dat hebben we proberen te ondervangen in de beheersovereenkomst. U zult wellicht gemerkt hebben dat de beheersovereenkomsten voor de andere zes kunstinstellingen over vijf jaar lopen en deze over anderhalf jaar, net om die reden. We hebben gezegd: wat moet er nu eerst gebeuren? We zijn het erover eens dat de culturele uitstraling op dit ogenblik goed zit en dat we die verder willen uitbouwen en stabiliseren. Dat is in feite de eerste doelstelling van ons allemaal.
Daarnaast heb ik een aantal zaken genoemd. De vernieuwing van de raad van bestuur zal er daar een van zijn en ook de verdere consolidatie van de fusie die al achter ons ligt. Wat met de verschillende gebouwen van het huis, het Eilandje, Gent en het operagebouw zelf? Er komen een aantal belangrijke beslissingen op ons af. De vervanging van de directeur van de opera is ook geen lichte beslissing. Dan is er ook de samenwerking tussen de orkesten. Dat zijn maar enkele zaken die voor elke normale algemeen directeur een jaarprogramma vormen. Nu zijn het er vier tot vijf bij elkaar. We hebben die een stukje in lijn gezet, in chronologie en hun belang afgetoetst. Dat zal het volgende anderhalf jaar gebeuren, waarbij we regelmatig zullen kijken, om de drie of zes maanden bijvoorbeeld, of dit vooruitgaat en of we ergens van dienst kunnen zijn om de nodige rust in het huis te hebben en te bewaren. Al die dingen zijn wel degelijk duidelijk geïdentificeerd en besproken in de beheersovereenkomst, vanuit een positieve bezorgdheid van mezelf ten aanzien van het huis, duidelijk gemaakt op een normale manier.
Voilà, nu zitten we in startpositie en moeten we ervoor gaan en kijken of dit goed gaat. Ik heb daar op zichzelf goede hoop op, dus laten we daar nu van uitgaan. Alle voorzorgsmaatregelen zijn in principe genomen. Dat heeft niets te maken met controle of wantrouwen ten opzichte van wie dan ook, maar wel met het belang van het huis en de rol die het speelt in ons kunstenlandschap.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. U vergeet eigenlijk een ding te zeggen. U zegt dat op artistiek vlak het huis goed zit. Het feit dat de rechten van Pina Bausch zijn aangekocht door het ballet, is een grote sprong voorwaarts voor het huis. Dat zijn rechten die wereldvermaard zijn. Het feit dat het ballet dat zal kunnen spelen, toont toch wel de koers aan die het huis volgt. Ik ben zeer erg blij dat u het hebt over mechanismen vanuit een positieve bezorgdheid voor het huis, die we eigenlijk allemaal hebben, gezien ook de voorgeschiedenis ervan. Dat stelt mij voor een deel gerust.
Ik zou aan collega Van Werde willen zeggen dat ik nooit partijpolitieke spelletjes speel. Als ik vragen stel, zeker in een dergelijk dossier en zeker voor een dergelijk belangrijk huis, ik dat doe vanuit een bezorgdheid, vanuit de zes jaar die we hier met dat dossier bezig zijn geweest en dat bijna gekapseisd was. Dan wil ik in het belang van dat huis die vragen stellen en niet vanuit partijpolitieke spelletjes. Ik hoop dat u dat heel goed door hebt vooraleer u nog gratuite opmerkingen maakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.