Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, de controlediensten realiseerden in 2015 niet minder dan 14.213 dagen winst op het aantal ziektedagen, tegenover 9192 in 2013. Die enorme toename moeten we echter relativeren, want niet minder dan 6483 dagen winst komen door een negatief antwoord op een vraag naar verlof om medische redenen. De werkelijke winst door controles is dus verminderd.
Opmerkelijk is dat het grootste aantal aanvragen tot controle uitgaat van de personeelsleden zelf. Niet minder dan 37,54 procent van de aanvragen gebeurde door de personeelsleden zelf, tegenover 26,95 procent in 2014 en 23,68 procent in 2013.
De verklaring daarvoor is dat er sinds 2015 een langdurig deeltijds verlof om medische redenen bestaat, een systeem waarin personeelsleden langer, maar deeltijds, aan het werk kunnen blijven, maar daarvoor is een medische goedkeuring uiteraard nodig.
De controlediensten besteden daardoor een steeds groter deel van hun budget aan het verwerken van dergelijke aanvragen, waardoor er steeds minder budget ter beschikking is van het controleorgaan voor de dagelijkse ziektecontroles. Een verdere evolutie in deze zin maakt een goede algemene opvolging van het ziekteverzuim door het controleorgaan moeilijk, vermeldt het rapport zeer expliciet.
Minister, kan de controle voor toelating tot een verlofsysteem worden vereenvoudigd zodat de controlediensten voldoende tijd en middelen overhouden voor de algemene opvolging van het ziekteverzuim? Welke oplossing ziet u hiervoor? Kan de huisarts hiervoor eventueel niet meer verantwoordelijkheid krijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank, mijnheer De Meyer, voor deze interessante vraag. In het jaarrapport 2015 over de afwezigheden door ziekte zijn inderdaad de cijfers opgenomen van de controles die nodig zijn voor de toelating tot of verlenging van het deeltijds verlof wegens ziekte. Voor de eerste keer hebben we ook de cijfers opgenomen van de controles die nodig zijn voor de toelating tot het langdurig verlof voor verminderde prestaties om medische redenen. Die laatste mogelijkheid bestaat nog maar sinds januari 2015. In 2015 zijn er in het totaal 15.916 controles uitgevoerd, waarvan 5913 in het kader van een aanvraag voor een van die twee deeltijdse verlofstelsels.
Het systeem vereenvoudigen is een goede suggestie. We zijn op het ogenblik de procedures voor de toekenning van de beide verloven aan het evalueren, en we doen dat zowel voor de start als voor de verlenging ervan. Vooral voor de vereenvoudiging van de verlengingsprocedure zien de mensen van onze administratie wel problemen. Er is een fundamenteel verschil tussen de twee systemen. Dat wil ik benadrukken. Bij een verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte is er nu al een belangrijke rol weggelegd voor de huisarts. Die maakt het aanvraagdocument mee op en stelt een plan op van de verwachte duurtijd. Het gaat om een verlof gedurende een beperkte periode met als doel uiteindelijk het oorspronkelijke volume van de opdracht opnieuw op te nemen. Bij een langdurig verlof om medische redenen is de situatie van die aard dat ervan wordt uitgegaan dat het personeelslid volgens de huidige stand van de medische wetenschap nooit nog de volledige opdracht opnieuw kan opnemen. Omdat het mogelijk om een zeer lange periode van verminderd werken gaat, moet de aanvraag passeren via een geneesheer-specialist en niet via de huisarts. We voeren de evaluatie nu uit in overleg met het controleorgaan, met als doel waar het kan de procedure een stuk te vereenvoudigen. Ik ga dus graag in op uw suggestie, maar kan nog niet zeggen op welke manier we dat zullen doen, omdat de evaluatie nog loopt.
De heer De Meyer heeft het woord.
Dank voor uw geëngageerd antwoord, minister. Uiteraard kijk ik samen met u uit naar de evaluatie.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is altijd goed procedures te evalueren om na te gaan waar we ze eventueel kunnen aanpassen, maar ik wil ook waarschuwen met het oog op de beeldvorming. In kranten worden vaak schande sproken in de trant van: ‘Leerkrachten moeten al bijna niet werken en hebben al zoveel vakantie en dan zijn ze nog eens zo lang ziek ook.’ Nog maar eens wordt het beroep van leerkracht door de publieke mangel gehaald met alle hoongelach dat erbij hoort. Dan vind ik het wel goed dat er een controledienst is die dergelijke zaken nagaat, want dat geeft mensen die echt ziek zijn en een langdurig verlof om medische reden aanvragen, tenminste de nodige credibiliteit. Zo kunnen wij, collega’s, bij de bakker en elders, zeggen dat niet de huisarts een briefje schrijft voor die mensen, maar dat hun aanvraag wel degelijk wordt gecontroleerd.
Dat is niet onbelangrijk. We moeten kijken of het systeem vereenvoudigd kan worden, maar we moeten ook zeker zijn dat de cijfers juist zijn. Ik maak een beetje de vergelijking met het buitengewoon onderwijs. Op een bepaald moment maakten we ons toch wel zorgen over de vraag wie er allemaal attesten voor leerlingen uitschreef. Daar moeten we toch een beetje op letten. Vandaar ook mijn oproep om rekening te houden met de toetsbaarheid.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik ben het eens met collega Daniëls. Geloofwaardigheid is belangrijk voor het onderwijzend personeel. Als we cijfers van ziekteverloven geven, kunnen we ook de cijfers geven van de leerkrachten die in een jaar of in hun hele carrière niet één dag ziek zijn geweest.
De vraag om uitleg is afgehandeld.