Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, een internationale ervaring kan een enorme meerwaarde betekenen voor de persoonlijke en cognitieve ontwikkeling van leerlingen, studenten, cursisten en zelfs leerkrachten. In de laatste jaren zagen we een positieve stijging van het aantal jongeren en studenten die naar het buitenland trokken voor een internationale studie of stage-ervaring. Uit cijfers die u afgelopen zomer bekendmaakte, bleek dat in het vorig academiejaar meer dan 5000 studenten op Erasmus gingen, een stijging van maar liefst 4,6 procent in vergelijking met het academiejaar voordien.
Ondanks de stijgende participatie is er nog steeds een ondervertegenwoordiging van verschillende categorieën van leerlingen en studenten binnen de verschillende Erasmus-programma’s. Zoals ook duidelijk in het actieplan ‘Brains on the Move’ van de vorige Vlaamse Regering naar voren kwam, nemen studenten uit bepaalde studierichtingen, beursstudenten, studenten met een migratieachtergrond, zijinstromers en studenten met een functiebeperking nog onvoldoende deel.
Specifiek voor de jongeren met een leercontract heeft de Europese Commissie besloten om in het kader van Erasmus+ een nieuw mobiliteitsprogramma ‘ErasmusPro’ in het leven te roepen. Het project heeft als doel om in de komende vier jaar 50.000 jongeren in een traject van leren en werken de mogelijkheid te geven om gedurende een half jaar naar het buitenland te trekken voor een internationale ervaring. Om deze studenten extra te ondersteunen, wenst de Europese Commissie zelfs te investeren in taalcursussen en extra ondersteuning tijdens hun verblijf. Om de kwaliteit te garanderen, zal er bovendien werk worden gemaakt van een ‘kwaliteitsmerk’ voor stages.
Minister, kunt u een toelichting geven bij de inhoud van het internationaliseringsprogramma ErasmusPro? Hoe ziet een traject in het buitenland eruit voor leerlingen uit de doelgroep? Hebt u zicht op hoe en wanneer het programma voor Vlaanderen en Brussel zal worden uitgerold? Welke partners zullen hun schouders onder dit project zetten? Kunt u aangeven hoe de taalcursussen en de extra ondersteuning zullen worden georganiseerd? Is er al duidelijkheid over hoe het kwaliteitsmerk er zal uitzien? Kunt u een toelichting geven bij de financiële impact van dit project? Hoe zullen de jongeren uit de doelgroep gestimuleerd worden om er zeker aan deel te nemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Celis, het is een heel interessante vraag, maar mijn antwoord zal korter zijn dan al uw vragen omdat er – niet in uw vraag maar wel in het antwoord – nog een aantal zaken onduidelijk zijn.
In een brief aan het Europees Parlement en de Raad stelt president Jean-Claude Juncker voor om de langdurige mobiliteit van jongeren met leercontracten een ‘boost’ te geven. In die context heeft de Europese Commissie dan ook het initiatief genomen om haar Erasmusprogramma met ErasmusPro uit te breiden voor jongeren met een leercontract. Deze groep ontbreekt in het gewone Erasmusprogramma, dat vaak – al ben ik het daar niet mee eens – als elitair werd gepercipieerd. Het was Europees commissaris voor Werk en Sociale Zaken Marianne Thyssen die de maatregel begin december 2016 presenteerde.
Het is de bedoeling van de Europese Commissie om via ErasmusPro tot 2020 tot 50.000 jongeren met een leercontract de kans te geven om gedurende minstens zes maanden een ervaring op te doen in een Europese lidstaat. Zes maanden is nodig omdat studies hebben aangetoond dat verblijven van minstens die omvang de hoogst toegevoegde waarde creëren voor het verbeteren van professionele, persoonlijke en sociale vaardigheden. Het is inderdaad zo dat het project een sterk ondersteunend karakter heeft om de drempelvrees om voor zo’n project te verbeteren. Er zal onder andere worden voorzien in een grondige voorbereiding, met bijvoorbeeld extra taalcursussen, maar ook in een gepaste follow-up.
Mevrouw Celis, de operationele modaliteiten zijn nog niet bekend. Het is dus nog niet mogelijk om uw vragen te beantwoorden. Het is niet mogelijk om dit in Vlaanderen en Brussel concreet in acties te vertalen omdat het nog maar over een aankondiging en een tool gaat.
Ik kan wel nog meegeven dat voor Erasmus+ tussen 2014 en 2020 voor heel Europa een budget is toegewezen van 14,8 miljard euro. In het kader van een tussentijdse evaluatie heeft de Commissie beslist om het budget voor Erasmus+ tot 2020 nog eens te verhogen met 200 miljoen euro. Dat komt dus op 15 miljard euro.
Ik ben bijzonder verheugd dat ErasmusPro er kan komen. We hadden gisteren nog maar een debat in dit parlement over het waarderen van jongeren die een beroepsopleiding volgen. Wel, dit zit recht in de roos wat deze doelgroep betreft.
Zodra er praktische modaliteiten zijn, zal ik daar zo snel als het licht werk van maken. Ik ben een grote fan van deze mogelijkheid die wordt gecreëerd. Mevrouw Celis, uit uw vraag leid ik af dat u ook een grote fan bent van deze mogelijkheid.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Ja, minister, ik deel volledig uw enthousiasme voor het project. Maar met het antwoord dat ik krijg en doordat de operationele modaliteiten nog niet gekend zijn, zal ik nog wat geduld moeten hebben. Mijn fractie is een zeer grote fan van de buitenlandervaring. Dit was, zoals u het ook in uw antwoord zei, een beetje de vergeten doelgroep. Het is inderdaad zeer belangrijk dat je met deze groep rekening houdt als je de kansen die je wilt bieden, gelijk wilt leggen. Mensen zijn niet gelijk, maar mensen zijn wel gelijkwaardig. Hier wordt een stukje missing link ingevuld.
Het enige wat ik kan doen, is deze vraag nog een tijdje bijhouden en zien hoe het verder evolueert, en dan een moment uitkiezen om erop terug te komen.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Mevrouw Celis haalt terecht aan dat sommige groepen vandaag nog altijd ondervertegenwoordigd zijn in de internationale studentenmobiliteit. Het ErasmusPro-programma heeft in die zin wel een belangrijke functie.
Uit een schriftelijke vraag van mevrouw Brusseel kon ik afleiden dat de administratie momenteel bezig is met de ontsluiting van data over mobiliteit van kansengroepen. Dat zou eind december, begin januari klaar zijn. Zijn die data al beschikbaar? Kunnen ze aan de commissie worden bezorgd?
De heer De Meyer heeft het woord.
In de marge van de vraag stel ik vast dat er algemeen een sterke toename is van studenten die gebruikmaken van Erasmus. Dat is natuurlijk waardevol. Maar, minister, ik hoor vanuit sommige instellingen toch altijd de vraag om de procedures zowel voor de studenten als voor de instellingen zo eenvoudig mogelijk te houden. Uiteraard zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen. Voor ErasmusPro moeten de Vlaamse procedures en administratieve wegen nog uitgestippeld worden. Vandaar mijn suggestie om het zo eenvoudig mogelijk te houden, zowel voor de studenten als voor de instellingen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, ik ga volledig akkoord. U weet dat Epos de procedures zo eenvoudig mogelijk moet houden. We werken daaraan. Er werden hier ook al vragen gesteld over de beurzen die dan achteraf te laat zijn enzovoort. Enfin, ik moet hier niet het hele debat van een paar weken geleden overdoen. Uw opmerking is zeer terecht. We zullen proberen er oog voor te hebben, zodat de procedure die we zullen uitwerken, zo eenvoudig mogelijk zal zijn.
Mevrouw Soens, we moeten bekijken of we al een zicht hebben op de cijfers waarnaar u vraagt.
Dat kan een mooie opstap zijn om ook in hbo5 (hoger beroepsonderwijs), waarvan we hebben beslist dat het in het hoger onderwijs komt, die mobiliteit op een gelijkwaardige wijze te bekijken. Het is dus iets wat veel kansen biedt.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Ik zal geduldig zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.