Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over het nieuwe Logiesdecreet en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten ervan
Vraag om uitleg over de toenemende regulering van Airbnb
Verslag
De heer Landuyt heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik stel mijn vraag om uitleg naar aanleiding van enige beroering in de sector over de uitvoering van het nieuwe Logiesdecreet, maar mijn invalshoek is tweeledig.
Airbnb is een goed systeem, ook in Brugge, omdat je zo de kans geeft aan inwoners om op een vlotte wijze kamers te verhuren. Anderzijds is er een enorme bezorgdheid over het draagvlak van dat toerisme in een toeristische stad als Brugge die in een woongebied van 18.000 inwoners 6.600.000 bezoekers per jaar verwerkt.
Internationaal zijn we een voorbeeld tussen grote steden als Barcelona, Madrid, Amsterdam en Parijs. Zij zijn een beetje jaloers op het feit dat we meer dan 20 jaar geleden een stop op hotels en vakantiewoningen hebben ingevoerd in de toeristische zone. We zijn enorm bezorgd over de bewoning in een gebied dat zeer toeristisch is. Er zijn historische gebouwen, maar er wordt normaal gefunctioneerd, gewerkt en geleefd. Dat is ook de kracht van de uitstraling. Andere steden hebben te maken met beroering door de bevolking omdat ze zich weggejaagd voelt. Men koopt dan huizen op om te verhuren.
Dit fenomeen van vakantiewoningen in onze binnenstad – een strak omschreven zone – proberen we te beheersen. Dat is natuurlijk het drama voor de bewoning. De prijzen van de woningen worden daardoor beïnvloed, maar vooral worden de woningen gekocht om te verhuren. We zijn dan ook heel streng op het in appartementen reorganiseren van woningen. Dat is geen gemakkelijke job. Politiek is ook geen gemakkelijke job omdat je streng moet zijn, het is altijd sympathieker als je vriendelijk kunt zijn. Maar het is een historische traditie van de beleidsmakers om zo streng mogelijk te zijn en we hebben de reglementering voor ruimtelijke ordening daarop gericht. We hebben ons daarvoor gebaseerd op de basisreglementering van de hogere overheid.
We hebben enorm veel sympathie voor de versoepeling en de realiteitswaarde van het Logiesdecreet, maar de bezorgdheid blijft. We willen ertoe komen dat een bewoner verhuurt, en dat een niet-bewoner dat niet kan. De verhuurders zijn dan bijvoorbeeld mensen met een groot huis wier kinderen zijn uitgevlogen. Wat hebben we erop tegen dat die grote gebouwen op die manier worden gebruikt? Niets. Je laat de bevolking, die nu en dan wordt geconfronteerd met veel volk, zo ook delen in het toerisme.
In de huidige stand van het Logiesdecreet zijn er risico’s. Dat wordt geconcentreerd in het artikel 11 dat de gegevensuitwisseling regelt. Het stadsbestuur dat een politiek voert voor de verhuurders wil weten of het inwoners zijn die verhuren of dat het een exploitatie is, maar dat stadsbestuur wordt afgeremd omdat het afhankelijk is van klachten. Pas op het moment van een klacht kun je reageren. Aan de informatie die er is, kun je niet geraken. Bij de studie Draagvlak had de wetenschapper die de studie uitvoerde meer gegevens over Airbnb dan de stad. Dat is een frustrerende situatie.
Hierop zijn mijn vragen gebaseerd. Airbnb zou echt ten voordele van de bevolking moeten zijn, maar we vragen begrip voor bepaalde strenge maatregelen die we in de heel drukke toeristische zone willen handhaven.
Minister, is Toerisme Vlaanderen organisatorisch in staat om het decreet te handhaven? Hoeveel personen zullen worden gemachtigd om inspecties uit te voeren? Kunt u op een of andere manier garanderen dat de steden en gemeenten toegang zullen hebben tot de gegevens in verband met het logies? Is er nog ruimte voor evaluatie, bijsturing en een goede interpretatie van het bewuste artikel 11? Welke verblijfplaatsen zullen in aanmerking komen om door Toerisme Vlaanderen te worden gepromoot? Als men alle instellingen promoot die zich niet onderwerpen aan de reglementering van de stad … Wij zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor brandpreventie. Als er wordt verhuurd op de officiële wijze, is dat allemaal gecontroleerd. Als het gebeurt op een vrije manier, maar met de autoriteit van een officiële instelling als Toerisme Vlaanderen, dan zitten we helemaal in de problemen, want als iemand zich onder de radar begeeft en oneerlijk bezig is ten opzichte van zij die zich wel eerlijk gedragen, is er een bijkomend probleem omdat de burgemeester de verantwoordelijkheid niet meer in handen heeft omdat hij geen controle heeft over de brandveiligheid.
Toerisme Vlaanderen had toch een mechanisme voor wie het promoot en wie niet. Dat is het zachtste wapen, maar soms is dat het meest efficiënte om te vragen dat iedereen zich aan de basisregels houdt.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Alle begrip voor collega Landuyt. In bepaalde steden en gemeenten is het niet altijd even gemakkelijk een evenwicht te zoeken tussen de toeristische druk en het leefbaar houden van de gemeente voor de inwoners.
Ik begrijp het risico niet zo goed, want met het nieuwe Logiesdecreet hebben we ervoor gezorgd dat iedereen die een toeristisch logies aanbiedt, zich moet aanmelden bij Toerisme Vlaanderen, zodat we een duidelijk zicht hebben op de hele sector, zodat er geen enkelingen door de mazen van het net vallen en zodat iedereen die zich aanmeldt, voldoet aan de minimale normen inzake veiligheid, en specifiek brandveiligheid. Dat was de opzet van het decreet.
Mijn vraag om uitleg gaat over de uitvoeringsbesluiten. Het nieuwe Logiesdecreet werd goedgekeurd tijdens de plenaire vergadering van 27 januari 2016. We gingen uit van een sterke administratieve vereenvoudiging zowel voor de consument als voor de logiesaanbieders en de overheid. Elk logies moet voldoen aan basisvoorwaarden inzake brandveiligheid en hygiëne. Naast het sanctionerend kader dat er nog wel degelijk is, hebben we ook aangegeven dat het goed is dat de Vlaamse overheid een coachende rol opneemt om de logiesuitbaters op het terrein te begeleiden om zich in regel te stellen met van alles en nog wat.
Ondertussen heeft de ministerraad de uitvoeringsbesluiten goedgekeurd. Misschien is het goed om dat hier nog even terug te koppelen.
Minister, kunt u in grote lijnen de uitvoeringsbesluiten toelichten, in het bijzonder het uitvoeringsbesluit in verband met brandveiligheid, aangezien veiligheid heel belangrijk is voor iedereen die in Vlaanderen logeert? In welke mate beoogt u via deze uitvoeringsbesluiten een administratieve vereenvoudiging voor zowel de overheid als de logiesuitbaters ? Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe, innovatieve logiesvormen, die we misschien nog niet kennen, maar die in de loop der jaren zullen opduiken, met die regelgeving kunnen vatten? Zijn er overgangsmaatregelen nodig? Hoe zitten die in elkaar? Hoe worden de inspecteurs van Toerisme Vlaanderen voorbereid op hun coachende rol ten aanzien van de logiesuitbaters tegen 1 april als het decreet in werking treedt? Welke stappen zult u zetten om de communicatie in verband met de nieuwe uitvoeringsbesluiten op het terrein te stroomlijnen, zodat elke logiesuitbater goed op de hoogte is van wat hem te wachten staat?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, op de valreep kwam Airbnb eind 2016 nog maar eens uitgebreid in het nieuws. Aanleiding waren de striktere regels die de stad Gent wil opleggen aan het toeristisch verhuurdersplatform. Wie in Gent zijn of haar eigendom via Airbnb wil aanbieden aan geïnteresseerde toeristen, kan dit voortaan maximaal zestig dagen per jaar doen.
De moeilijkheden om nieuwe internetplatformen een wettelijke basis te geven, zijn niet nieuw en de pogingen om de deeleconomie in onze samenleving te introduceren kennen – niet enkel in Vlaanderen – een hobbelig parcours, laat ons daar eerlijk in zijn. We moeten er als overheid over waken om de slinger niet te laten doorslaan in de richting van overregulering, en zo de positieve, moderne en innovatieve kanten van de deelinitiatieven te kortwieken. Tegelijkertijd moet er ook op worden toegezien dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de deelinitiatieven. In het buitenland zien we bijvoorbeeld projectontwikkelaars die appartementsblokken optrekken enkel en alleen om die te verhuren via Airbnb. Dat is niet het goede voorbeeld.
De deeleconomie gaat over het delen van eigendommen die in je bezit zijn, maar die je niet steeds zelf gebruikt. Dit kan gaan over kleine zaken zoals een strijkijzer of een boormachine, tot grotere zaken als een wagen of een woning. Als je zelf enkele dagen of weken niet thuis bent, moet het dus perfect mogelijk zijn om je appartement of huis te verhuren via een platform als Airbnb. Het valt te betwijfelen of een arbitraire grens met een maximaal aantal verhuurdagen per jaar zaligmakend is om oneigenlijk gebruik te voorkomen. Dit kan eens het voorwerp zijn van onderzoek: in hoeverre dit de oplossing kan zijn.
Het nieuwe Logiesdecreet – dat binnenkort in werking treedt – creëert een kader waarmee ook nieuwe logiesvormen als Airbnb uit de wetgevende grijze zone kunnen worden gehaald. Daarbij aansluitend komt de focus voor Toerisme Vlaanderen bij de uitvoering van deze nieuwe regelgeving veel meer – dat is heel duidelijk gesteld in het decreet – op stimuleren en adviseren te liggen, dan op controleren en straffen. Het doet ons plezier, minister, dat u deze geest van het decreet ook in de uitvoeringsbesluiten duidelijk bewaard hebt.
De recente gebeurtenissen tonen echter aan dat ook vanuit andere sectoren en op andere overheidsniveaus een neiging tot doorgedreven regulering blijft bestaan. Om alle misverstanden te vermijden: misbruik van het systeem moet absoluut tegengegaan worden, maar de ruimte moet blijven bestaan voor particulieren om hun woning in te schakelen in de deeleconomie en voor de toerist om te verblijven in een authentieke setting van een huis of appartement dat effectief bewoond wordt door locals. Die laatsten spelen een belangrijke rol in Airbnb. Dat is juist de reden waarom toeristen naar een bepaalde stad of streek komen: om dat te kunnen meemaken. Ze willen de authenticiteit van die buurt of streek leren kennen.
Vanuit deze overwegingen had ik graag antwoord gekregen op volgende vragen. Hoe verhouden het kader van het nieuwe Logiesdecreet en de bijkomende regels die steden en gemeenten opleggen zich tot elkaar als het gaat over het aanbieden van een woning op Airbnb? Wordt er in overleg voorzien om die op elkaar af te stemmen? Welke rol zal Toerisme Vlaanderen hierin spelen ten opzichte van de aanbieders op het vlak van coaching en informatieverstrekking? Dat is een belangrijk punt in het decreet.
Nu de uitvoeringsbesluiten van het Logiesdecreet principieel goedgekeurd zijn door de Vlaamse Regering: met welke concrete praktische wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie zullen aanbieders op Airbnb rekening moeten houden? Het is voor die aanbieders zeer belangrijk om dat precies te weten. Welke rol zal Toerisme Vlaanderen hier spelen op het vlak van coaching en informatieverstrekking? Hoe zal Toerisme Vlaanderen de personen die nog zin voor initiatief hebben zo goed mogelijk bijstaan in het aanbieden van logies?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, op 23 december keurde de Vlaamse Regering de uitvoeringsbesluiten van het nieuwe Logiesdecreet principieel goed. Deze teksten zijn terug te vinden op de website van de Vlaamse Regering en op de website van Toerisme Vlaanderen. Verschillende beroeps- en sectorfederaties hebben deze principiële goedkeuring al opgepikt. De ontwerpbesluiten liggen nu bij de Raad van State.
Er zijn drie besluiten van de Vlaamse Regering opgesteld: een explotatie-, een brand- en een premiebesluit. Het exploitatiebesluit bepaalt de minimale en de specifieke uitbatingsvoorwaarden en de procedures rond de verplichte aanmelding, de erkenning en de comfortclassificatie.
– Jan Van Esbroeck treedt als voorzitter op.
Het brandbesluit is misschien nog wel het moeilijkste. Het bepaalt de specifieke brandveiligheidsnormen samen met de verschillende types van brandveiligheidsattesten en de procedures om een brandveiligheidsattest en eventuele afwijkingen te bekomen. Het premiebesluit legt de regels rond een mogelijke logiessubsidie vast.
De nieuwe comfortclassificatienormen en de nieuwe modellen van de erkenningsschilden zullen via een ministerieel besluit worden vastgelegd. Deze ontwerpen liggen eveneens bij de Raad van State voor advies. Ik denk dat we tevreden mogen zijn met het voorliggende resultaat.
We hebben er heel wat overleg aan gespendeerd: er waren veertien vergaderingen door de werkgroepen die de teksten over de algemene en specifieke uitbatingsvoorwaarden mee hebben voorbereid. De specifieke werkgroep Brandveiligheid kwam tien keer samen voor het opstellen van de specifieke brandveiligheidsnormen.
De uitvoeringsbesluiten zijn opgesteld volgens dezelfde principes als het nieuwe Logiesdecreet: vereenvoudiging, zo duidelijk mogelijke regels en normen, bescherming van de consument, garanderen van het verwachtingspatroon dat een toerist heeft en het vertrouwen in de sector.
Een paar grote lijnen uit het exploitatiebesluit: het bepaalt de uitbatingsvoorwaarden voor de infrastructuur, de inrichting en de voorzieningen van het logies; er zijn algemene minimale uitbatingsvoorwaarden voor een kamergerelateerd logies en voor een terreingerelateerd logies. Elk logies moet aan een van beide voldoen.
– Rik Daems treedt als voorzitter op.
Dat is de ingang die men kiest. Als de uitbater een beschermde benaming wil gebruiken, moet dat logies voldoen aan bijkomende uitbatingsvoorwaarden. We behouden nog enkel zeven beschermde benamingen: hotel, B&B, vakantiewoning, hostel, camping, vakantiepark en kampeerterrein. Door deze logiesvormen te ‘beschermen’ garanderen we het verwachtingspatroon van een toerist en scheppen we duidelijkheid voor een starter. Een aanmelding registreren, een erkenning aanvragen of een aanvraag indienen voor een comfortclassificatie kan allemaal via hetzelfde formulier, in één beweging.
Het brandbesluit leeft het meest bij de sector. Het uitgangspunt is de veiligheid van de toerist en dat alle aanwezigen in het geval van calamiteiten op een snelle en efficiënte manier geëvacueerd kunnen worden. Toch werden ook deze normen gevoelig vereenvoudigd. We hebben het aantal bijlagen tot drie beperkt: twee voor kamergerelateerd logies op basis van de capaciteit en één voor terreingerelateerd logies. Uitbatingen kunnen nu ook starten of openblijven terwijl er werken uitgevoerd worden, zolang de veiligheid niet in het gedrang komt natuurlijk. Dat is nu een principe.
De geldigheidsduur van het standaardbrandattest – het zogenaamde A-attest – werd verlengd met één jaar. Een A-attest is nu acht jaar geldig naar analogie met de brandveiligheidsattesten in andere Vlaamse regelgeving. Dezelfde ratio geldt voor de A-, B- en C-attesten, aangezien we daar dezelfde terminologie hanteren. De geldigheidstermijn van deze attesten is in al deze reglementeringen eveneens dezelfde. Voor het afleveren van brandattesten aan kleinschalige logies blijft de overheid samenwerken met een of meer erkende instellingen of controleorganen. Dit wordt zelfs uitgebreid van drie verhuureenheden met maximum acht logerende toeristen naar vijf verhuureenheden met maximum twaalf logerende toeristen.
Alle generieke bezorgheden en de knelpunten die vanuit de sector werden geformuleerd, werden grondig onder de loep genomen in de werkgroep. Er is meestal aan tegemoetgekomen. Aan enkele punten die op verzet stuitten van de branddeskundigen werd een negatief gevolg gegeven. Het ging dan effectief om bezwaren op het vlak van de belemmering van evacuatie in geval van brand, of een vermindering van het brandveiligheidsniveau. Dat zijn toch twee elementen waar we niet op kunnen afdingen.
De nieuwe, innovatieve logiesvormen die de afgelopen jaren ontstaan zijn, vormden een van de aanleidingen om het Logiesdecreet te hervormen. We wilden geen strak keurslijf maar meer een ad-hocbeoordeling. We hebben minimale uitbatingsvoorwaarden waaraan elk logies moet voldoen. Zij beschrijven wat een toerist minstens kan verwachten in een standaardlogies, zoals een bed, verlichting, stopcontacten, verluchting en sanitaire voorzieningen. Daarnaast bekijkt Toerisme Vlaanderen deze logiesvormen dossier per dossier, echt op ad-hocbasis, gelet op de grote variëteit aan nieuwe vormen van logies is het heel moeilijk om voor allemaal hokjes te creëren voor die innovatie. Er is altijd de mogelijkheid om afwijkingen in te schatten en toe te staan.
Op het vlak van brandveiligheid en brandveiligheidsattesten heb ik in een aantal overgangsbepalingen en -termijnen voorzien, zoals aangegeven bij een vraag van mevrouw Brouwers. Verblijven die op 1 april 2017 aangemeld zijn onder het huidige Logiesdecreet, krijgen één jaar tijd om een brandveiligheidsattest te bekomen. Dat is een trigger opdat logies zich zouden aanmelden, en daar krijgen ze dan onmiddellijk een beloning voor.
De geldige controleverslagen van Vinçotte zullen worden beschouwd als een geldig brandveiligheidsattest voor het nieuwe decreet. Geldige brandveiligheidsattesten, toegekend op grond van het oude Kampeerdecreet, het Toerisme voor Allen-decreet en het huidige Logiesdecreet blijven geldig voor de periode waarvoor ze werden afgeleverd. Ook de bestaande afwijkingen op de brandveiligheidsvoorwaarden, die destijds aan een logies zijn toegekend, worden mee overgenomen, indien de toestand niet verandert.
De communicatie rond het nieuwe Logiesdecreet is al een tijdje aan de gang. De projectleider heeft hierover in heel Vlaanderen al talrijke presentaties gegeven, meestal samen met de sectororganisaties. Alle informatie over het nieuwe Logiesdecreet is gepubliceerd op de site van Toerisme Vlaanderen. Er komt ook een algemeen e-mailadres logies@toerismevlaanderen.be en een nieuw algemeen telefoonnummer. Dat is heel laagdrempelig.
Vanaf 1 april komt het uitbatersportaal online. Ook dat hebben we bekeken met het oog op maximale laagdrempeligheid. Verder plant Toerisme Vlaanderen ook nog diverse communicatiemomenten en -instrumenten die zich rechtstreeks richten tot uitbaters. Dat gebeurt via mail, maar Toerisme Vlaanderen zal de vergunde logiezen in de loop van 2017 ook zelf contacteren met de vraag of zij hun vergunning willen omzetten naar een erkenning. Ook ter zake is er dus een duidelijke communicatie rechttoe rechtaan.
Mevrouw Coudyser stelde ook een vraag over de inspecteurs en hun coachende rol. Ik neem dat samen met de vraag van de heer Landuyt. We gaan er inderdaad van uit dat we meer vertrouwen moeten hebben in de sector en in de meerderheid van de ondernemers, en dat we ons beleid niet volledig gaan laten bepalen door de cowboys die er toch nog wel soms zijn, dus diegenen die zich niet kenbaar willen maken als exploitant en die het niet al te nauw nemen met de vereisten.
Voor de uitvoering van het nieuwe Logiesdecreet zullen tegen april van dit jaar achttien personeelsleden van het departement worden overgedragen aan Toerisme Vlaanderen, waarvan twaalf inspecteurs. Het nieuwe Logiesdecreet zal dus lopen met ongeveer hetzelfde aantal medewerkers als nu. De controles zullen ook plaatsvinden op basis van een goede mix. Het is niet de bedoeling om enkel te focussen of de grote of de kleine logiezen. Men zal steekproefsgewijs de nodige controles doen in alle categorieën. We hebben er met Toerisme Vlaanderen voor gezorgd dat de adviseurs een opleidingsprogramma krijgen. Dat zijn een zestal opleidingsdagen, net in functie van die coachende rol. Dat zijn geen ‘billentikkers’. Ze trachten vooral de toeristische ondernemers te begeleiden, om ervoor te zorgen dat zij gemakkelijker kunnen beantwoorden aan de vooropgestelde vereisten.
Het nieuwe decreet vermindert de administratieve last voor de uitbater, maar, toegegeven, ook voor Toerisme Vlaanderen zelf. Daardoor heeft Toerisme Vlaanderen meer tijd voor adviserend werk en bijkomende bezoeken ter plaatse. We maken ook veel meer gebruik van het toetsen van informatie die er al is, vanuit het principe van de maximale gegevensdeling tussen administraties (MAGDA): vraag niet wat je al weet of wat je zou kunnen weten via de consultatie van andere gegevens. Zo kunnen we bijvoorbeeld gegevens opvragen bij de politiediensten. Dat kan bij een steekproef, bij twijfel of bij een klacht, wat vervolgens kan leiden tot een controle. In het nieuwe decreet kunnen anderzijds ook alle personeelsleden die instaan voor de toepassing en uitvoering van het Logiesdecreet, een proces-verbaal opstellen. In de huidige regelgeving was dat niet het geval. Dat was beperkt tot een aantal specifiek aangeduide personen.
Tot slot was er de vraag naar het bijsturen van artikel 11 van het Logiesdecreet. Dat artikel geeft Toerisme Vlaanderen de mogelijkheid gegevens op te vragen over logiesverstrekkers bij tussenpersonen. Op het vlak van controle gebeurt dat voor het eerst, en ik vind dat we ook eerst de tijd moeten nemen om te zien hoe dat in de praktijk zal werken. In een evaluatie van het nieuwe Logiesdecreet is sowieso voorzien wanneer die overgangsperiode eenmaal voorbij is. Ik heb het dan over 2020, begin 2021. Met betrekking tot de informatie die toegankelijk zal zijn voor steden en gemeenten, bekijkt Toerisme Vlaanderen op dit moment wat juridisch in open datasets kan worden ingebracht. Het is de bedoeling dat er op de website van Toerisme Vlaanderen een onlineregister komt van aangemelde en erkende logiezen. Van die gegevens zullen we ook open datasets maken, zodat die data kunnen worden hergebruikt, maar natuurlijk moeten we ook de privacy in het oog houden. Daarom is ter zake momenteel ook extern juridisch advies gevraagd.
Alle nieuwe logiesuitbaters moeten bij de aanmelding of erkenning de basisinformatie over hun logies ingeven. De gegevens van wie al aangemeld of vergund is, worden ook automatisch overgeheveld naar de nieuwe PIM-database (Product Information Management). In die PIM-database kan de exploitant ook meteen zijn promotionele gegevens aanpassen, waarbij hij ook onmiddellijk aan Toerisme Vlaanderen de toestemming geeft om die gegevens te gebruiken voor externe promotie.
Andere partners, zoals steden, provincies en commerciële partners, kunnen desgewenst ook gebruikmaken van die data.
Het Logiesdecreet bepaalt alleen die zaken die verband houden met de bescherming van de consument, dus de kwaliteitsgarantie, én met het creëren van een level playing field voor de hele toeristische logiessector. Enkel die elementen die ingeschreven zijn in het decreet, worden dus gecontroleerd. Het is dus niet de bedoeling om daar de stedenbouwkundige reglementering in op te nemen.
Dat betekent niet dat we blind zijn voor de verwarring die hierdoor kan ontstaan. Ik heb daarom aan mijn administratie ook de opdracht gegeven om, in samenspraak met Ruimte Vlaanderen, een brochure op te maken die alle logiezen, dus ook de jeugdlogiezen, duidelijkheid verschaft over de regelgeving en de vrijstellingen met betrekking tot de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De regelgeving, inclusief de uitvoeringsbesluiten, geldt voor alle tegen betaling aan de markt aangeboden logiezen. Ook logies van Airbnb moet zich dus aan die regelgeving conformeren en wordt daarop gecontroleerd. Het is net bedoeling om hen uit de grijze of zwarte zone te halen, om hun daartoe de kans te bieden. In ruil is de instapdrempel zeer sterk verlaagd, zeker als je vergelijkt met de vereisten die tot op heden golden, op basis van het aloude Logiesdecreet. Ze moeten zich dus aanmelden via de website en op zijn minst aan de basisprincipes voldoen inzake onder andere brandveiligheid, informatie en hygiëne.
Als steden problemen zouden ondervinden met Airbnb die wij niet zouden kunnen aanpakken, dan staat het hen natuurlijk altijd vrij om een aanvullende reglementering uit te vaardigen, zoals dat bijvoorbeeld ook in Brugge het geval is. Aan de kust gelden ter zake ook wel aanvullende reglementen. Ik vind het ook goed dat een lokaal bestuur via die weg kan inspelen op heel specifieke lokale problematieken. Die vrijheid moet er zijn. Elke situatie is verschillend. Indien bepaalde kunststeden maatregelen willen nemen, dan is dat hun goed recht.
Zoals ik echter ook eerder heb aangegeven, zal Airbnb de eigen hosts informeren met overheidsinformatie. Dat opent dus ook wel de mogelijkheid om snel uitbaters te informeren over het nieuwe decreet die niet zijn aangemeld en die we anders niet zo snel en efficiënt kunnen bereiken. We zijn op dit moment ook aan het bekijken of die informatie ook kan worden verspreid via andere veel gebruikte internetplatformen, zoals Campr of Belvilla. Dat toont toch duidelijk aan dat we alle uitbatingen uit die grijze zone willen halen en mee in het witte bad willen trekken. We bieden hun daartoe nu volledig de mogelijkheid, maar indien er nog zijn die denken dat ze veiliger zijn in die grijze of zwarte zone, dan zullen we dat maximaal trachten op te sporen.
De heer Landuyt heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Als het de intentie is om de overheden goed op elkaar af te stemmen, dan zijn er twee cruciale punten. Ik ben met name nogal geïnteresseerd in dat extern juridisch advies dat blijkbaar is gevraagd. Dat is immers belangrijk om te weten wat er nu mogelijk is inzake gegevensuitwisseling tussen Toerisme Vlaanderen en de steden. Wanneer zal die studie worden opgeleverd, zodat we daarover al dan niet iets kunnen bijleren en we niet hoeven te wachten op een evaluatie over een paar jaar om dat bewuste artikel 11 al dan niet bij te sturen?
Een tweede cruciaal punt in die verhouding tussen de overheden, die, denk ik, dezelfde doelstelling hebben, is de vraag hoe we die afstemming iets beter kunnen regelen met vereisten qua ruimtelijke ordening die steden precies invoeren om hun eigen situatie enigszins te beheersen. Die kunnen echter eigenlijk in de schaduw worden gesteld als Toerisme Vlaanderen zegt dat is voldaan aan de kwaliteitsvereisten en de brandvereisten en dat men dus wordt erkend en gepromoot, terwijl men eigenlijk in de fout is wat de wetgeving qua ruimtelijke ordening betreft.
Dat is dus het enorme pijnpunt, dat is het enorme gevaar: dat een jaren oude toeristische politiek van een drukbezette stad als Brugge voor een stukje onderuit wordt gehaald, zonder dat dat de intentie is, mag ik veronderstellen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik wil u op mijn beurt bedanken voor de uitvoerige uiteenzetting over de uitvoeringsbesluiten. Ik kan eigenlijk alleen maar vaststellen dat er maximaal rekening is gehouden met de geest van het decreet, dat daarover ook goed is overlegd met de sector. Ik ben ook blij dat er ondertussen een goede communicatie wordt opgezet met het veld, zodat iedereen maximaal geïnformeerd is. Ik denk ook dat het uitbatersportaal, de fameuze PIM-database, inderdaad een zeer laagdrempelige tool zal zijn, die logiesuitbaters ook echt wel zal helpen bij het aanmelden. Van daaruit moet zowel de coaching als de handhaving ervoor zorgen dat we maximaal een witte zone van logiesuitbaters krijgen, in plaats van nog een stukje grijs en nog een stukje zwart.
Het vertrouwen in de logiesuitbaters moeten we hoog houden. Het zal wel zo zijn dat er hier of daar nog een cowboy is. We moeten daar maximaal op inspelen, maar het is niet omdat dat zo is dat we het moeilijker moeten maken voor al die mensen die het goed menen en die dagelijks bezig zijn in de toeristische sector. Ik ben ook zeer tevreden dat er met de collega bevoegd voor de ruimtelijke ordening is afgesproken om ook een brochure op te maken met de regels inzake ruimtelijke ordening. Bij het Logiesdecreet is ervoor gekozen te focussen op datgene waarvoor een Logiesdecreet moet dienen, namelijk ervoor zorgen dat de veiligheid, de kwaliteit en de hygiëne van onze logiezen in Vlaanderen goed zijn. Alle andere regelgeving blijft wel bestaan. Ik denk dat er eventjes een moment van verwarring was, ook bij de logiesuitbaters, die zich afvroegen of ze plots dan niet meer aan de regels inzake ruimtelijke ordening zouden moeten voldoen. Ja, die regels zijn er. Die brochure kan helpen. Dat wordt ook meegenomen door de mensen die begeleiden op het terrein. Ik denk dat het ook net een van de taken van die begeleiders is om logiesuitbaters te wijzen op die regelgeving inzake ruimtelijke ordening die er inderdaad is. Men moet hen daarvoor niet afstraffen met sluitingen. Men moet hen ook daarin begeleiden, mochten er problemen zijn op dat vlak.
Verder wil ik ook zeggen dat steden en gemeenten autonoom moeten kunnen handelen als er problemen zouden rijzen op het grondgebied. Dan moeten daar lokale oplossingen voor worden gevonden. De instrumenten zijn er, denk ik. Het is inderdaad aan de lokale besturen om ervoor te zorgen dat die steden en gemeenten leefbaar zijn en blijven. Ook daar hebben we alle vertrouwen in. Dat leek me het voornaamste om nog even op terug te komen.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord. De regelgeving die we beoogden met het nieuwe Logiesdecreet, mag inderdaad niet gericht zijn op wantrouwen ten opzichte van elke logiesuitbater. In plaats daarvan is er vertrouwen, zoals mevrouw Coudyser daarjuist heeft gezegd. Het decreet moet eigenlijk meer vertrouwen geven aan de talrijke toeristische ondernemers. Of dat nu ervaren hoteluitbaters zijn, een startende bed and breakfast of een occasioneel verhuurder via Airbnb, het mag niet uitmaken. Daarom wezen we ook in de communicatie over het nieuwe decreet steeds op het aanpakken van die cowboys, die uitbaters waarover u daarjuist ook sprak en die weigeren zich te conformeren. Die moeten er ook uit, voor alle duidelijkheid. We passen dan ook voor een klopjacht op het kleinste foutje en het consequent wantrouwig benaderen van elke uitbater, los van het feit, zoals ik daarjuist heb gezegd, dat alle misbruiken van het systeem absoluut moeten worden tegengegaan.
Het Logiesdecreet draait om vertrouwen. Dat kan men ook zien aan de coaches van Toerisme Vlaanderen. Het betreft hier geen lukraak gekozen benaming maar een visie die ook gedeeld wordt door de mede-indieners van het voorstel van decreet, mevrouw Coudyser en mevrouw Brouwers, die hier aanwezig zijn om zoveel als mogelijk vertrouwen te geven en te coachen om naar een betere dienstverlening te streven, ook bij een negatieve benadering vanuit de overheid. Daarbij is immers niemand gebaat.
Minister, het is natuurlijk volledig logisch dat Airbnb zich aan de regelgeving aanpast en eraan voldoet. Dat was trouwens een van de redenen van het decreetgevend kader. Ik wil nogmaals wijzen op die coaches en de ondersteunende en raadgevende rol wanneer die inspecteurs, die toch meer raadgevers en coaches zijn, naar inspectie zullen gaan. Het moge ook duidelijk zijn dat de huidige gemeentelijke verordeningen en regels blijven bestaan wat betreft ruimtelijke ordening. Het kan niet zijn dat door het goedgekeurde Logiesdecreet plots alle regels in verband met ruimtelijke ordening niet meer zouden tellen. Er moet een goed en gezond evenwicht gevonden worden. Het is uiteindelijk aan het lokaal bestuur, dat het dichtst bij de logiesuitbaters staat, om de nodige controles te doen ten aanzien van de handhaving en om daar het passende besluit uit te trekken, los van het feit dat diegenen die nog willen ondernemen en risico's willen nemen, in elk geval ten volle moeten worden ondersteund.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wil de collega's danken voor de interessante vragen, die een beetje verschilden van elkaar maar waardoor we van de minister toch een mooi globaal antwoord hebben gekregen over de stand van zaken van de uitvoering van het Logiesdecreet.
Ik ben zeer tevreden dat de minister is ingegaan op de suggestie, hij zelf al had gedaan bij het beantwoorden van mijn eerdere vraag, in verband met het kunnen aanleveren van dat brandveiligheidsattest, zeker voor vakantiewoningen, namelijk om dat niet in de komende maanden plots voor zoveel duizenden vakantiewoningen in orde te laten brengen. Maar dat is in orde gekomen: ze krijgen een jaar tijd als ze al aangemeld waren. De regels zijn wat ze zijn maar dat was de vraag.
Door een goed overleg met de sector in het algemeen sluiten de uitvoeringsbesluiten, volgens wat wij vandaag vernemen, aan bij wat wij in het decreet hadden gezet. Het zou er nog aan moeten mankeren. Het schijnt dus allemaal goed te landen.
Ik wil nog iets zeggen over Airbnb. De schepenen van Toerisme van de kunststeden hebben in december een brief gekregen – misschien is dat ook de aanleiding voor uw vraag – van Kleinschalige Stedelijke Logies Vlaanderen, die specifieke vzw die instaat voor de bed and breakfasts in de kunststeden. Zij waren bezorgd omdat er in Brussel vanuit Airbnb een petitie wordt gehouden tegen het Brusselse Logiesdecreet. Airbnb is aan het ageren in Brussel, terwijl wij in Vlaanderen altijd de indruk hebben gehad dat ze goed met ons wilden samenwerken, gegevens zouden doorgeven enzovoort. We moeten dus toch op onze hoede zijn. De vraag van de heer Landuyt vond ik interessant in dit opzicht. Hij heeft gezegd dat we daar vanuit Vlaanderen met onze coaches zeker op moeten toezien en dat de gemeenten zelf een aantal dingen kunnen doen. Ik zou ervoor willen pleiten om eens samen te komen.
Misschien is het toch wel nuttig dat uw ambtenaren die het toezicht gaan doen – misschien wordt dat regionaal verdeeld, ik weet niet hoe het zal worden aangepakt – samen gaan zitten met de ambtenaren van de toeristische of andere diensten van de kunststeden om te kijken hoe we de werkelijk illegale, zwarte en grijze logiezen die in het geheim een aantal dingen doen, gezamenlijk kunnen aanpakken en we elkaar verwittigen. De steden zitten er met hun neus dichter op. Misschien weten de ambtenaren niet altijd goed bij wie ze dat moeten aankaarten. Ik denk dat het goed zou zijn om, zodra de regelgeving definitief van kracht is, het nodige overleg te hebben om ook aan Airbnb te laten voelen dat het ons menens is en dat zij ook zullen moeten voldoen aan de basisnormen.
Ik heb nog een totaal andere vraag. Ik kreeg een e-mail van iemand die logies verstrekt aan mensen die de pelgrimsroute naar Compostella volgen. Als er pelgrims naar Compostella passeren, dan biedt deze dame een plaats aan. Soms doet men een ‘donatio’ zoals men dat noemt. Sommige van die plaatsen zijn betalend, andere niet. Het is blijkbaar een heel apart circuit, maar ze staan ook op websites en zijn dus publiek gekend. De mensen die een dergelijke tocht ondernemen, weten waar ze terecht kunnen. Bij sommigen is dat maar een paar keer per jaar, bij anderen zal dat meer zijn. Ik vind niet dat zij onmiddellijk onder dit decreet vallen, maar misschien vallen ze ook niet helemaal onder de uitzondering, want die pelgrims mogen wat mij betreft ook veilig de nacht kunnen doorbrengen. Het is iets om eens nader te bekijken. Ik verwacht daar vandaag geen antwoord op. Het is misschien meer iets voor een schriftelijke vraag. Wij kregen in elk geval de vraag binnen of het onder het decreet valt of niet. Ik ga niet ja of neen aan die dame zeggen. Het is misschien wel interessant om eens te zien in welke gevallen wel en in welke gevallen niet. Misschien kan daar op een later moment duidelijkheid over worden verschaft.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u voor de zinvolle toevoegingen. De looptijd van de studie kan ik nog niet onmiddellijk geven. Het antwoord kan ik u wel schriftelijk bezorgen.
Hier is een unieke kans voor de sector om schoon schip te maken. Airbnb heeft er alle baat bij om dit verhaal tot een goed einde te brengen omdat dit ook voor hen een opportuniteit biedt om een soort concept te introduceren en te exporteren naar andere landen. Ik denk dat ze er maximaal alle baat bij hebben om hierin nauwgezet te gaan samenwerken en desgevallend schoon schip te maken en degenen die weigeren zich te confirmeren, er uit te halen. Ik zie dat voor hen als een unieke opportuniteit.
Wat de laatste vraag betreft, is de regeling eenvoudig. Als je geld verdient met het aanbieden van toeristisch logies, dan moet je beantwoorden aan bepaalde minimale vereisten. Dat is ongeveer waar de lat gemakkelijkheidshalve komt te liggen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.