Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, in uw beleidsbrief Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie 2016-2017 stelt u duidelijk dat Vlaanderen een beleid wil ontwikkelen voor open data en open access. In 2015-2016 was de bouw van de benodigde onderliggende IT-architectuur voor de onderzoeksinformatieruimte in Vlaanderen, het nieuw FRIS-platform (Flanders Research Information Space) reeds afgerond.
De metadata van publicaties, inclusief de link naar de open-accesspublicaties in de digitale zogenaamde repositories van de aanleverende instellingen, zijn voor het eerst opgenomen in dit platform. Ook werd een inspanning geleverd om de gebruikte terminologie in dit platform af te stemmen met de dataleveranciers. Tevens is het werkpakket van het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) rond onderzoeksrapportering en standaardisatie van classificaties in 2016 technisch geïntegreerd in het platform.
Momenteel doorlopen de universiteiten verder het impulsfinancieringstraject waarbij de integratie met het FRIS-platform aan hun kant zal worden afgerond tegen eind 2016, begin 2017. Verdere stappen voor aanlevering aan FRIS door de strategische onderzoekscentra zullen worden gezet, en met de wetenschappelijke instellingen Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA) en Plantentuin Meise zal een evaluatie van de aan FRIS aangeleverde data plaatsvinden.
In De Standaard van 8 december 2016 wordt nogmaals aangekaart dat de grote uitgeversbedrijven hun monopoliepositie misbruiken voor hoge abonnementskosten en aanzienlijke prijsstijgingen. Dit is een slechte zaak voor de universiteiten en voor zij die het betalen, dus ook de belastingbetaler.
We moeten dringend de omslag maken naar open access. Daarbij zouden de artikels dan gratis online beschikbaar zijn en de academische gemeenschap zou toezien op de kwaliteit ervan. Andere landen, ook de ons omringende, staan al veel verder in deze ontwikkeling. Wij mogen deze boot niet missen.
Minister, is de integratie van het FRIS-platform bij de universiteiten reeds afgerond? Wanneer zal de evaluatie van het platform plaatsvinden? Wanneer zal het platform effectief kunnen worden gebruikt? Hoe wilt u dit FRIS-platform promoten zodat onderzoekers ook effectief gebruik zullen maken van dit platform?
Minister Muyters heeft het woord.
De integratie van het FRIS-platform bij universiteiten is vandaag in zijn eindfase, zoals was gepland in de afgesproken mijlpalen van de impulsfinancieringsovereenkomst met de universiteiten. We zien een evaluatie in twee fasen. Een eerste fase moet tijdens het eerste kwartaal van 2017 plaatsvinden bij de dataleveranciers zelf, dus bij de universiteiten simpel gezegd, die op dat moment een uitgebreide test- en feedbackronde moeten doorlopen. De bedoeling is dat zij tegen maart alle publicaties er op kunnen zetten en we dan goed kunnen testen of de searchmachine goed is en dergelijke meer, om dan in een tweede fase een evaluatie te kunnen doen bij de stakeholders zelf, dus het ruime publiek, de bedrijven, de kennisinstellingen enzovoort. Deze stakeholdersbevraging wordt voorbereid in de loop van 2017 en zal dan in 2018 plaatsgrijpen.
Als er geen technische obstakels zijn, zou het portaal nog voor het zomerreces beschikbaar zijn. We mogen niet onderschatten hoe moeilijk dat is. Je moet een goede manier hebben om het erop te zetten. En als het erop staat, hoe vind je dan iets? Hoe is de research? Dat is niet eenvoudig.
Als we de resultaten van de eerste fase van evaluatie hebben, met name de feedback van de dataleveranciers, dan kunnen we een communicatiestrategie vastleggen en kijken hoe we de stakeholders het best kunnen bereiken. Dat zijn in de eerste plaats de onderzoekers zelf. Zij kunnen gaan nazien of een onderzoek dat ze zouden willen gaan doen, al bestaat bijvoorbeeld. In tweede instantie is dat de bedrijfswereld die daardoor de mogelijke opportuniteiten die bestaande onderzoeken leveren, meer kunnen gaan valoriseren. Dat moet ook een bedoeling zijn.
Als we het er tegen maart kunnen opzetten en de eerste evaluatie kunnen doen tussen maart en de zomer, dan schatten we dat we het vanaf de zomer kunnen openstellen en ook kunnen starten met de communicatie naar de derden om ervoor te zorgen dat zij steeds meer van de publicaties kennis kunnen nemen.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We zien heel duidelijk een progressie. Ik ben daar heel blij mee. Ik ben een leek wat betreft de technische kant van de zaak. Ik geloof inderdaad dat we dat moeten testen zodat het zo vlot mogelijk wordt gebruikt.
Minister Muyters heeft het woord.
Tussen nu en maart moeten we klaar zijn om alle data erop te zetten. Tussen maart en de zomer testen we. Vanaf de zomer wordt het opengesteld en er is een evaluatie in de loop van 2018.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Dat is duidelijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.