Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, ook mijn vraag om uitleg heeft betrekking op wantoestanden die door een dierenrechtenorganisatie zichtbaar zijn gemaakt. Begin december 2016 heeft Animal Rights een filmpje op de eigen website geplaatst waarin te zien is hoe een nertsenkweker met zijn dieren omgaat.
We zien hoe hij de dieren hardhandig uit de kooi haalt en letterlijk in de vergassingsbak gooit. Verder wacht die kweker blijkbaar niet tot de voorgaande nerts bewusteloos of dood is alvorens een nieuw dier in de kooi te brengen. De Europese verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden schrijft voor dat dit een verplichting is bij de vergassing met een CO-mengsel. In het geval een CO2-mengsel wordt gebruikt, is dit niet verplicht, hoewel dit gas een heviger doodstrijd veroorzaakt. Als het effectief om CO zou gaan, zou dit eigenlijk betekenen dat deze kweker de Europese regelgeving niet correct heeft nageleefd bij het doden van zijn dieren.
Men heeft vandaag geen instrumenten in handen om de situatie te verbeteren, aangezien er geen specifieke wetgeving bestaat voor het welzijn van pelsdieren. We zijn dus een beetje aangewezen op de algemene regelgeving met betrekking tot het welzijn van landbouwhuisdieren en de Europese verordening, die in vage bewoordingen de huisvesting van nertsen beschrijft. Daardoor is het natuurlijk niet gemakkelijk om bij controles eventuele gebreken vast te stellen. We weten allemaal dat de pelsdierkwekers vandaag onder grote maatschappelijke druk staan. We hebben hier in het parlement al een aantal keren gedebatteerd over de stopzetting van de pelsdierhouderijen en hoe we dat juridisch sluitend zullen gaan bewerkstelligen.
Minister, u hebt ondertussen laten weten dat u de waarde van de bestaande fokkerijen aan het bepalen bent. Naar aanleiding van de beelden waarover het hier gaat, hebt u trouwens nog eens bevestigd dat u dit jaar een wetgevend initiatief zult nemen. In Nederland, toch de derde grootste producent ter wereld, worden pelsdierhouderijen verboden vanaf 2024. Dat is een lange overgangsperiode en daar wordt dus niet in compensaties voorzien.
Naar aanleiding van deze beelden wil ik u een aantal vragen stellen. Kunt u duidelijkheid verschaffen over het soort gas dat in dat bedrijf wordt gebruikt? Indien de wetgeving is overtreden, wat kunt u dan ondernemen tegen de kweker in kwestie? Dan heb ik een meer algemene vraag. Hoeveel controles in pelsdierhouderijen hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden? Zijn dat aangekondigde controles? Wat waren de vaststellingen? Werd er afdoende gecontroleerd op de grootte van de bakken waarin de pelsdieren worden vergast? Wordt die bak dan gecontroleerd in functie van het gebruikte gasmengsel, en de daaruit volgende specifieke eisen conform de verordening? Kunt u de ambiguïteit van de Europese verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden met gasmengsels, met het verschil waarover ik het daarnet had tussen CO en CO2, op Europees niveau aankaarten?
Minister Weyts heeft het woord.
De controles in pelsdierkwekerijen gebeuren vanzelfsprekend altijd onaangekondigd. De Inspectiedienst Dierenwelzijn gaat dan altijd na of de dierenwelzijnsvoorwaarden correct worden gerespecteerd, ook wat de installatie voor het doden van de dieren en de specifieke vereisten afhankelijk van het gebruikte gas betreft. Als er overtredingen worden vastgesteld, wordt er natuurlijk ook onmiddellijk opgetreden. De inspectiedienst kan ook maatregelen opleggen om de toestand te regulariseren of, in ernstige gevallen, om dieren in beslag nemen.
Vorig jaar zijn er twee controles uitgevoerd. Daarbij werden geen overtredingen vastgesteld. Alle pelsdierkwekerijen in Vlaanderen gebruiken zuivere CO voor het doden van de dieren. De inspectiedienst voert momenteel een heel grondig onderzoek uit naar het bedrijf waar de beelden werden gemaakt. Ik kan natuurlijk niet vooruitlopen op de resultaten daarvan.
De Europese regelgeving bepaalt dat bij het gebruik van CO de dieren afzonderlijk, en pas nadat het vorige dier bewusteloos of dood is, in de bedwelmingsbak moeten worden geplaatst, terwijl dat, zoals u ook aangeeft, bij het gebruik van CO2 niet vereist is. CO2 wordt ook in slachthuizen gebruikt, onder andere om grote groepen varkens of pluimvee te bedwelmen. In die gevallen is het natuurlijk praktisch niet haalbaar om dieren een voor een te gaan bedwelmen. De Europese Commissie heeft bij het opstellen van de voorschriften dan ook enerzijds rekening gehouden met de praktische toepasbaarheid en er anderzijds voor gekozen om alle diersoorten op gelijke voet te behandelen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als er een onderzoek loopt, dan begrijp ik natuurlijk dat u daar niet op wilt vooruitlopen. Als er echter inderdaad sprake was van CO in dat bedrijf, dan lijkt het me sowieso wel dat dat bedrijf een overtreding heeft begaan. Ik ben dan toch ook wel benieuwd naar wat dat onderzoek straks zal uitwijzen.
Ik denk dat Vlaanderen zestien kwekerijen telt. Ik vind twee controles dan eerlijk gezegd wel een beetje weinig. De kans dat men wordt gecontroleerd, is zeer klein. Misschien kan men er dit jaar en in de toekomst, in afwachting van een totaalverbod, toch voor zorgen dat er iets frequenter wordt gecontroleerd in die kwekerijen dan dat vandaag gebeurt.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Wanneer wordt het rapport verwacht van de waardebepaling van die bedrijven met het oog op de oplossing van een totaalverbod, zodat we verder kunnen met dat dossier?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij die laatste vraag van collega Engelbosch. Het is natuurlijk een ‘interessante’ tijd als het gaat over een eventueel pelsdierhouderijverbod. Er is het Nederlandse juridische obstakel, dat intussen van de baan is. Ik heb gelezen dat er vanaf 1 januari van dit jaar ook in Kroatië een verbod op pelsdierhouderijen geldt. Een eigenaardige evolutie is dat het bewuste bedrijf in Langemark opnieuw actief is. Dat is ook een vreemde vaststelling. Misschien heeft het iets te maken met de waardebepaling dat men zijn activiteit wil bewijzen. Ik weet het niet goed. In elk geval is de crux natuurlijk dat onderzoek naar die waardebepaling. Minister, wat is de stand van zaken wat dat betreft? U hebt aangekondigd dat er in 2017 een verbod zou moeten komen, wat een heel goede zaak is. Het onderzoek naar die waardebepaling is echter cruciaal ter zake. Wanneer mogen we dat dus verwachten?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Controles zijn inderdaad heel belangrijk in dezen, om te vermijden wat de beelden ons hebben laten zien. Nu, ik heb wel begrepen dat de kwekerij in kwestie waar de beelden werden gemaakt, recent was overgedragen aan een nieuwe uitbater. Uiteraard benieuwt het me ook wat het onderzoek nog verder aan het licht zal brengen. Dat moet uiteraard grondig worden onderzocht. Ik ben er in dezen dus ook een voorstander van om telkens goede controles uit te voeren.
Minister, ik wil graag weten of u nog overleg hebt met de sector, bijvoorbeeld in verband met het Welfare-programma dat strengere normeringen oplegt.
De heer Caron heeft het woord
Ik sluit me uiteraard aan bij de bekommernissen van de heer Engelbosch. Minister, ik wil graag weten hoe het zit met de financiële kant van de afbouw van de sector. Wat is de timing? Is het nog altijd uw intentie om op relatief korte termijn, dus sneller dan in Nederland, tot een afbouw van de nertsfokkerijen te komen?
Minister Weyts heeft het woord.
Inzake de regeling voor het uitdoven van de pelsdierkwekerijen heb ik recent de resultaten gekregen van de studie van Idea Consult op mijn vraag naar een vorm van waardebepaling en naar welke pistes we kunnen volgen. Het is niet zo eenduidig, maar belangrijk is wel dat ondertussen, in tegenstelling tot het advies van de auditeur-generaal, de Nederlandse waardebepaling het heeft gehaald. We werken verder op basis van de combinatie van die twee pistes aan een concreet voorstel dat we in de besluitvormingspijplijn kunnen steken en waarover we een overleg zullen organiseren met de sector zelf.
Het opvoeren van de inspecties dan. 13 procent vind ik niet bepaald weinig. De Inspectiedienst Dierenwelzijn wordt momenteel stevig uitgebreid. De vacatures zijn in de markt geplaatst en de sollicitatiegesprekken zijn bezig zodat nieuwe inspecteurs kunnen aantreden. Desgevallend kunnen we dat opvoeren, maar het is niet zo dat er heel weinig inspecties zijn. Mocht de ratio van 13 procent overal worden gehanteerd, bijvoorbeeld voor de inspectie van bedrijven in Vlaanderen, dan is dat een zeer hoog percentage. Wat niet belet, zodra de Inspectiedienst Dierenwelzijn is uitgebreid, dat we die controles nog kunnen opvoeren. Belangrijker is dat het uitdoofbeleid en de finale stopzetting van die bedrijven onze prioriteit krijgt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.