Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, sinds 1 januari 2015 bepaalt het Pesticidedecreet dat openbare besturen geen pesticiden meer mogen gebruiken voor het onderhoud van het openbaar domein. In specifieke omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden kon echter een afwijking op het verbod worden verkregen. Afwijkingen kunnen als er nog geen afdoende, niet-chemische bestrijdingswijze voorhanden is, of als er onevenredig hoge kosten voor het alternatief beheer zijn.
87 van de 308 gemeenten maakten in 2015 geen gebruik van een afwijking en gaven aan geen pesticiden te hebben gebruikt, antwoordden uw diensten recentelijk. 157 gemeenten rapporteerden een gebruik van minder dan 10 kilogram werkzame stof. In vijf jaar tijd was het gemiddelde pesticidegebruik gedaald van gemiddeld 31 kilogram naar 17 kilogram. Dat is dus de helft.
Het Pesticidedecreet heeft dus een gevoelige reductie teweeggebracht. Dat is positief. Gemiddeld daalde het gebruik van gifstoffen met de helft. 87 gemeenten hebben zelfs een nulgebruik, wat een puike prestatie is. Het wil zeggen dat iedereen, van de groenarbeider tot het bestuur, mee is in het verhaal om die pesticiden af te bouwen en tot nul te herleiden. Maar 87 roept ook op dat 221 gemeenten nog niet pesticidevrij zijn. Daar zijn bepaalde redenen voor. Invasieve soorten moeten worden bestreden, en dat kan soms niet anders dan met pesticiden.
Minister, ziet u nog een marge om de volgende jaren dat cijfer van 87 gemeenten op te trekken? We veronderstellen dat de gemeenten in die mindset om het goed te doen en minder pesticiden te gebruiken, er vandaag al mee bezig zijn. Kunnen die andere gemeenten nog worden aangepakt richting pesticidevrij beheer? Zijn er gemeenten die nog steeds pesticiden gebruiken zonder een afwijking te hebben gekregen? We vermoeden dat sommige gemeenten andere prioriteiten stellen, dat wel rapporteren en zeggen dat ze geen pesticiden gebruiken om de minister tevreden te stellen.
Minister, kunt u ons een lijst bezorgen? Hoe volgen uw diensten dat op? Hoe wordt dit verder door de VMM opgevolgd of wat er wordt gerapporteerd ook klopt met de werkelijkheid? Hoelang zijn de toegestane afwijkingen voor pesticidebeheer geldig? Is zo’n afwijking oneindig of maar voor enkele jaren, tot de beste beschikbare technieken aanwezig zijn of tot men een herinrichting heeft gedaan van een sportterrein, zodat het pesticidevrij kan worden beheerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er zijn 87 gemeenten die geen pesticidegebruik hebben gerapporteerd. Daarnaast zijn er 90 gemeenten die een beperkt gebruik hebben gerapporteerd van minder dan 1 kilogram werkbare stof. Dat zijn gemeenten die pesticiden alleen inzetten waar het echt nodig is, bijvoorbeeld voor de bestrijding van de bruine rat, of bij het gebruik van herbiciden op een enkele begraafplaats omdat daar werkzaamheden of een heraanleg zijn gepland, of voor specifieke onkruiden op een plaatselijk voetbalterrein dat men niet in orde krijgt. Alle gebruikscijfers en afwijkingen zijn samengebracht in het rapport ‘Duurzaam gebruik van pesticiden’, en dat werd gepubliceerd op 15 december. Het staat ook op de website van de VMM.
Uit de cijfers blijkt dat het gemiddelde gebruik per gemeente sterk is gedaald, van 17 kilogram werkbare stof in 2014 naar 4 kilogram in 2015. Dat is een enorme stap vooruit. Een verdere daling is gekoppeld aan de heraanleg van terreinen. Een deel van het pesticidegebruik past in een omvormingsprogramma.
Ook voor de bestrijding van exoten worden er nog pesticiden gebruikt. Daarover wordt steeds meer kennis verzameld, wat maakt dat in steeds minder gevallen pesticiden als de goede, duurzame oplossing naar voren komen. Dat zal het pesticidegebruik ook verder reduceren.
Er zijn verschillende tools beschikbaar en die worden verder ontwikkeld om gemeenten naar een pesticidevrij beheer te leiden. De doelstelling is om het gebruik te voorkomen en alternatieve gebruiken te stimuleren. Cruciaal is om het terrein om te vormen, zodat er geen pesticiden meer moeten worden gebruikt.
In het najaar 2015 is er een geactualiseerde leidraad pesticidetoets opgemaakt, en die is heel ruim gecommuniceerd. In 2016 werd de website aangepast: www.zonderisgezonder.be, en daar zitten fiches in met goede voorbeelden en mogelijke oplossingen voor specifieke problemen.
In 2017 en 2018 wil de VMM samen met de Vlaamse Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG) en de VVSG een goedevoorbeeldenwebsite bekendmaken. De bedoeling is een kennisnetwerk uit te bouwen van gemeenten uit dezelfde regio, zodat ze goede praktijken kunnen delen.
In de communicatie en het verspreiden van goede voorbeelden kijkt de VMM naar de afwijkingsaanvragen en de opmaak van besluiten. Ze zien erop toe dat er wordt gewerkt naar de doelstellingen van het decreet en dat het wordt opgevolgd.
Gemeenten rapporteren hun pesticidegebruik jaarlijks. Bepaalde gemeenten vroegen geen afwijking aan, maar rapporteren wel gebruiksgegevens. Elke gemeente kreeg de vraag om haar gegevens te verifiëren en fouten recht te zetten. De volgende gemeenten gaven aan pesticiden te gebruiken zonder dat ze daarvoor een aanvraag hebben ingediend: Tienen, Roeselare en Zwevegem. De VMM bevraagt op dit moment die gemeenten en gaat na of er iets fout is gelopen, wat natuurlijk altijd kan.
De wetgeving van het verbod op het gebruik van pesticiden voor openbare besturen is steeds meer bekend. Burgers of organisaties contacteren de overheid als er toch wordt gespoten. Met die meldingen contacteert de VMM de gemeenten en wijst hen op hun verantwoordelijkheid. Er is wel geen systematische inventaris van die meldingen.
De generieke lijst met toegestane generieke afwijkingen wordt jaarlijks geëvalueerd. Elk jaar wordt in januari een aangepaste lijst gepubliceerd, en die is online te vinden bij de VMM. Voor het omvormingsprogramma gold een periode van drie jaar: 2015 tot 2017. Op die manier kan er sneller worden geëvalueerd en kan er worden nagegaan of de kennis op het terrein of van nieuwe technieken is verbeterd.
Afwijking volgens procedure 3 – probleemsoort of veiligheidsprobleem – of procedure 5 – probleemterrein – werd afgeleverd voor één jaar: 2015 of 2016. Zo kan men sneller inspelen op nieuwe technieken en betere kennis. In het aanvraagformulier van 2016 werd expliciet gevraagd naar welke alternatieven er werden gebruikt en wat het resultaat was. In bepaalde gevallen kan op vraag van de aanvrager een afwijking voor langere duur worden verleend. Exotenbestrijding kan ook in de winter plaatsvinden. Een aanvraag die in het najaar toekomt, kan dan voor het huidige en het volgende jaar worden toegekend. De VMM bekijkt die aanvragen individueel en evalueert ze op basis van de bekende technieken. Ingewikkelde of specifieke dossiers worden teruggekoppeld met de externe experts, zodat ze goed geïnformeerd zijn, mocht de VMM die expertise niet hebben. We maken dus goede vooruitgang en doen verder. We proberen vooral zo veel mogelijk goede praktijken te delen.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, het Pesticidedecreet mist op het terrein zijn effect niet. Ik dank u voor de goede zorgen, en ook de VMM, die heel hard bezig is met dit thema. Ik ben blij dat de VVSG in dat kennisnetwerk instapt zodat men onderling praktijken kan uitwisselen, liefst de goede praktijken dan.
Soms heeft de publieke opinie nog vragen over het pesticidevrij onderhouden van het openbaar domein. De overheid moet nadenken hoe ze via campagnes de burger aan het verstand kan brengen dat het moeilijk is voor een bestuur dat het overal, en vooral waar de burger het ziet, spic en span is, dat er geen onkruid tussen voegen groeit. Dat is dikwijls de reactie van besturen: als we het niet doen, krijgen we klachten van burgers die liever pesticiden gebruiken dan wat onkruid en een onverzorgd terrein te zien. Het zou goed zijn om dat als opdracht aan de VMM en het VVSG te geven, om de publieke opinie ervan te overtuigen dat zonder gezonder is, ook voor hen. Gemeentebesturen leveren inspanningen om geen of zo weinig mogelijk pesticiden te gebruiken, tenzij het niet anders kan. Het is dan ook goed dat er uitzonderingsmaatregelen zijn opgenomen. Ook die bekommernis moet worden meegenomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.