Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, in geval van een afwijkend waterverbruik kan een klant binnen de zes maanden na factuurdatum een verzoek tot minnelijke schikking indienen bij de exploitant. De regels van het desbetreffende reglement worden bekeken en het verzoek wordt behandeld.
De interpretatie voor de toekenning van een minnelijke schikking zou voor elke drinkwatermaatschappij dezelfde moeten zijn, en dat is niet zo. De ombudsman heeft al verscheidene keren gezegd dat niet elke watermaatschappij op eenzelfde manier omgaat met de verzoeken om een minnelijke schikking. Pidpa handelt het meest menselijk. Dat is natuurlijk vervelend voor mensen die geen klant zijn bij Pidpa en met dezelfde problemen kampen.
Dit ligt heel gevoelig. Exuberant waterverbruik is niet zwart-wit. Er zijn regels nodig voor een eensgezinde aanpak. Een menselijke aanpak is zeer belangrijk.
De laatste tijd horen we alsmaar verhalen van mensen die op een andere manier behandeld worden. Het lijkt me de hoogste tijd om deze problematiek terug onder de aandacht te brengen en misschien in overleg te gaan met de watermaatschappijen om te kijken wat de beste aanpak is, en vooral om er zeker van te zijn dat elke Vlaming op dezelfde manier wordt behandeld bij een dergelijk verzoek.
Minister, bent u op de hoogte dat er verschillende manieren van aanpak zijn in de behandeling van minnelijke schikkingen?
Op welke manier gaat u ervoor zorgen dat elke aanvraag, ongeacht bij welke watermaatschappij de klant geabonneerd is, op een gelijkwaardige manier behandeld wordt als hij een minnelijke schikking aanvraagt?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Beenders, ik heb al een paar maal gezegd dat het normaal is dat er verschillen zijn tussen de verschillende drinkwatermaatschappijen.
We hebben een algemeen waterverkoopreglement aangenomen. Daarin staat een minimumbescherming. Deze moet door elke maatschappij worden geïntegreerd in haar intern reglement. Daar kan van worden afgeweken, maar die afwijking moet in het voordeel zijn van de klant. Men kan de minimale bescherming niet afkalven, men kan verder gaan, maar in het voordeel van de klant.
Dat heeft tevens betrekking op de minnelijke schikking. In een aantal concrete gevallen kunnen de voorwaarden worden versoepeld waaraan volgens het algemeen waterverkoopreglement moet worden voldaan. Dit laat de drinkwatermaatschappijen toe in bepaalde individuele gevallen toch een schikking toe te kennen. De drinkwatermaatschappijen kunnen de voorwaarden uiteraard nooit verstrengen. De uniforme minimumbescherming biedt de mogelijkheid hiervan af te wijken.
Het is niet aangewezen de drinkwatermaatschappijen deze mogelijkheid te ontnemen. Het is wel aangewezen dat de drinkwatermaatschappijen informatie uitwisselen over die situaties waarin ze verder gaan dan de minimumverplichting. Op dat vlak kunnen ze van elkaar leren. Die informatie kan beter worden uitgewisseld.
De VMM evalueert momenteel de wijze waarop de minnelijke schikking wordt toegepast en dan met name de wijze waarop de zware financiële impact wordt opgevangen van een onbedoeld abnormaal hoog verbruik. Een aanpassing van de wettelijke minimumvoorwaarden met het oog op een bijkomende bescherming is in dit verband een mogelijkheid. Een afsprakenkader over de wijze waarop de drinkwatermaatschappijen omgaan met de mogelijkheid de regeling ruimer in te vullen, behoort eveneens tot de mogelijkheden om tot een verdere harmonisatie op het terrein te komen. Op dit ogenblik zie ik niet onmiddellijk een reden hiervan af te wijken.
In de loop van dit jaar zullen we tevens de tarieven evalueren. Tot nu toe heb ik het gevoel dat de minimumbescherming volstaat. Een aantal drinkwatermaatschappijen gaan iets verder. We zullen voor een betere uitwisseling zorgen. Indien uit die evaluatie zou blijken dat een bijsturing nodig is, ben ik uiteraard bereid die elementen in overweging te nemen. Er zijn overigens nog elementen die zijn aangevinkt en die deel van de evaluatie uitmaken. Op dit ogenblik wil ik die evaluatie echter laten lopen. Ik wil zien wat de evaluatie oplevert.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, volgens mij heb ik u horen verklaren dat u voor een meer menselijke aanpak openstaat. Indien uit de evaluatie zou blijken dat er grote verschillen zijn, bent u bereid in het reglement de nodige wettelijke aanpassingen door te voeren.
Deze problematiek is zeer specifiek omdat er vaak zeer menselijke gevolgen zijn. Ik heb de afgelopen maanden verhalen gelezen over mensen die bijna 5000 euro moesten bijbetalen. De drinkwatermaatschappijen geven geen duidelijke oorzaken van de problematiek. We kunnen niet ontkennen dat de communicatie niet altijd even duidelijk is. Het enige wat de klant krijgt, is een factuur met daarin heel duidelijk de termijn waarbinnen moet worden betaald. Vaak is dat zeer pijnlijk voor die gezinnen. Ze zien immers dat in andere provincies voor dezelfde problemen wel een minnelijke schikking wordt toegekend. Dat valt moeilijk uit te leggen, zeker indien de mensen niet kunnen kiezen bij welke drinkwatermaatschappij ze zich aansluiten.
De ombudsman heeft zelf aangegeven dat het menselijker zou moeten gebeuren. Er zijn voorbeelden op het terrein van de manier waarop de menselijke toepassing ingang heeft gevonden. Volgens mij moeten we meer die weg opgaan. We moeten vooral een algemene regel zoeken. Er moet een afsprakenkader tussen alle drinkwatermaatschappijen komen waarin het menselijke primeert en de regels enigszins ondergeschikt worden. Ik hoop dat dit onderwerp tijdens het overleg tussen de drinkwatermaatschappijen op tafel kan komen.
Indien dit niet gebeurt, zullen we nog heel wat mensen in problemen brengen. We weten immers dat heel wat waterleidingen versleten zijn. Er duiken almaar meer lekken op. Het kan niet de bedoeling zijn de klant hiervoor te laten opdraaien. Ik hoop dat de evaluatie van de minnelijke schikkingen er snel komt. We moeten evalueren naar menselijker aanpak in plaats van meer regeltjes.
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, soms duiken inderdaad abnormale waterfacturen op. We moeten echter nagaan wie verantwoordelijk is. De drinkwatermaatschappijen maken een duidelijk onderscheid tussen wat voor en na de teller gebeurt.
De binnenhuisinstallatie valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Indien er in de binnenhuisinstallatie lekken zijn, is de eigenaar verplicht op regelmatige basis zijn tellerstand op anomalieën te controleren. Het is niet verstandig te wachten tot de facturen toekomen. Er zou een zekere sensibilisering van de drinkwatermaatschappijen kunnen komen om de klanten of de eindverbruikers de tellerstand op regelmatige basis te laten controleren om abnormaal waterverbruik te vermijden.
Wat fouten aan de teller betreft, moet de drinkwatermaatschappij haar verantwoordelijkheid nemen. Indien de teller een fout in het nadeel van de klant constateert, is het logisch dat de klant de waterfactuur voor water dat hij niet heeft geconsumeerd, niet moet betalen.
Mijnheer Beenders, ik herinner me dat mevrouw Hostekint in maart 2016 net dezelfde vraag om uitleg heeft gesteld. De minister heeft toen net hetzelfde antwoord gegeven en vermeld dat de VMM een evaluatie zou uitvoeren.
Minister, hebt u er enig zicht op wanneer die evaluatie ten einde zal zijn? Indien het signaal zou komen dat er sprake is van onregelmatigheden en van interpretatieverschillen door de drinkwatermaatschappijen zou het eventueel nodig kunnen blijken tot een verfijning van de reglementering over te gaan. Hebt u er concreet zicht op wanneer die evaluatie ten einde zal lopen?
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, er is een feitelijk een monopolie. Het is belangrijk dat er een sterk regelgevend kader is. Dat kader moet natuurlijk ook eerlijk en menselijk zijn.
Ik ben blij om te horen dat de Vlaamse Milieumaatschappij een evaluatie maakt van de minnelijke schikkingen. U hebt gezegd dat u daar rekening mee wilt houden. Zal die evaluatie tot een aantal aanbevelingen leiden? Ik zou denken van wel. Zullen die dan veeleer van vrijblijvende aard zijn, of bent u echt van plan om het regelgevende werk op dit vlak te verstrakken, zodat de regelgeving voor iedereen in Vlaanderen meer eenduidig is?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik vind het wat moeilijk om een degelijke evaluatie op te maken en dan aan de andere kant te zeggen: laat de VMM het werk doen, samen met de middenveldactoren. De VMM zal het werk doen, maar ik zal hun ook heel uitdrukkelijk de opdracht geven om dat samen te doen met een aantal organisaties. Ik denk dan aan armoedeorganisaties en de Gezinsbond, die ook meegewerkt hebben aan de totstandkoming van die nieuwe tarieven. Die waren trouwens vol lof over de manier waarop dit traject doorlopen is en over het resultaat. Ik vind het belangrijk dat ook zij nu betrokken worden bij die evaluatie.
Ik zal niet vooruitlopen op die evaluatie. De timing die wij voor ogen hebben, is dat wij in het najaar van 2017 de resultaten van die evaluatie hebben. Dat kan niet vroeger, omdat de tarieven van 2016 volop mee moeten wegen in die evaluatie. Anders heeft het weinig zin. We kunnen daar dus nu pas mee starten, omdat we nu pas zicht hebben op het volledige jaar 2016.
Ik sluit ook niets uit. Wij hebben iets uitgewerkt in nauw overleg. We zijn niet over één nacht ijs gegaan. We hebben heel veel actoren en organisaties gezien. We gaan die evaluatie nu op dezelfde manier doen. Ik sta open voor suggesties die in die evaluatie zullen staan. Dan zullen we de tijd nemen om te kijken waar we op ingaan en op welke manier we een aantal zaken misschien al of niet moeten bijsturen.
Wat ik niet voor ogen heb, is dat we eind 2017 naar een systeem gaan waarbij we eenzelfde reglement hebben voor alle drinkwatermaatschappijen in Vlaanderen. Ik ben ervan overtuigd dat wij op termijn naar een ander waterlandschap zullen gaan. Nu hebben we veel drinkwatermaatschappijen, die inderdaad een heel andere kostenstructuur hebben en soms ook andere waterverkoopreglementen. We hebben een basis gemaakt. Die moet geïmplementeerd worden in de drinkwatermaatschappijen, maar er is ook nog zoiets als een marge die zij hebben om een aantal zaken al of niet zelf in die waterverkoopreglementen te zetten.
Ik denk dus dat op termijn dat waterlandschap helemaal zal veranderen. En dan zul je inderdaad naar een meer uniform en strak kader gaan. Maar zolang je het systeem hebt zoals het nu is, met die verschillende drinkwatermaatschappijen, is zo’n algemeen waterverkoopreglement, met nog een aantal marges, tot nu toe de beste optie.
Het is geen beleidsoptie – en dat staat ook nergens in het regeerakkoord of in de beleidsbrief – om naar één vast reglement voor alle drinkwatermaatschappijen te gaan. Dat is ook niet wenselijk. We hebben al een hele stap gezet met dat minimum waterverkoopreglement. Dat is ook een goede stap. Laat ons geen te grote passen in één keer nemen, want anders gaan we struikelen. De stappen die we tot nu toe gezet hebben, zijn oké. Laat ons daar een grondige evaluatie van maken, en dan kunnen we pas in het najaar definitief bekijken wat we wijzigen en in welke zin we dat doen.
De heer Beenders heeft het woord.
We hebben wat uitgeweid op basis van het onderwerp. Ik wil terugkeren naar de essentie, namelijk dat er niet op dezelfde manier wordt omgegaan met de verzoeken tot minnelijke schikking. Het is goed dat er een evaluatie komt, dat er adviezen komen en dat er mensen bij worden betrokken, maar het werk van de Vlaamse Ombudsdienst mag ook niet zomaar opzijgelegd worden. Zij hebben heel wat ervaringen van mensen die getroffen zijn. Zij hebben al een hele analyse gedaan, waaruit blijkt dat er op een andere manier met die verzoeken wordt omgegaan door verschillende drinkwatermaatschappijen.
Ik stel voor om op korte termijn ook eens met de Vlaamse Ombudsdienst aan tafel te gaan zitten, om die analyse ten gronde te bespreken en om rond deze specifieke problematiek echt de menselijke aanpak te kiezen, en u niet te verschuilen achter regeltjes en reglementen. Het is erg genoeg als honderden Vlamingen een factuur in hun brievenbus krijgen waar ze zich een bult van schrikken en ze niet weten hoe het komt dat ze zo veel moeten betalen. Die mensen verwachten een individuele, menselijke aanpak. Laat ons daar vooral niet te lang mee wachten. Laat ons de oproep doen aan de drinkwatermaatschappijen om daar zo menselijk mogelijk mee om te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.