Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Vraag om uitleg over het rapport van Decenniumdoelen 2017
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, Decenniumdoelen 2017 berekent sinds 2015 de gevolgen van de besparingen op mensen met een laag inkomen. Een paar weken geleden hebben zij de derde berekening bekendgemaakt.
Besparingen treffen iedereen, maar het ene gezin harder dan het andere. Zo voelen gezinnen met een laag inkomen de besparingen veel meer volgens de berekeningen van Decenniumdoelen. Gezinnen met een laag inkomen hebben immers weinig buffers om beknottingen op hun gezinsbudget op te vangen.
De meest recente berekening van Decenniumdoelen, vorige week bekendgemaakt, toont aan dat gezinnen met een laag inkomen in 2017 maandelijks ongeveer 50 euro gemiddeld inleveren, ten gevolge van zowel de federale als de Vlaamse besparingen.
Wat Decenniumdoelen ook aankaart en mathematisch aantoont, is dat de sociale correcties van de Vlaamse Regering onvoldoende zijn. De Vlaamse Regering heeft langs de ene kant sociale correcties bij de energieheffing en de waterfactuur. Maar op het zelfde moment werden langs de andere kant de laagste inkomensgroepen dan weer extra belast met nieuwe besparingen in de kinderopvang, de energie en het openbaar vervoer. Op deze manier, aldus Decenniumdoelen, worden de Vlaamse sociale correcties uitgehold en heffen ze elkaar op. Op die manier komt de Vlaamse Regering niet tegemoet aan de noden die er zijn bij de meest kwetsbare gezinnen.
Minister, u bent minister van Armoedebestrijding. U hebt in het verleden gecommuniceerd, beloofd dat u de kinderarmoede wilt halveren en dat de kiezer u daarop mag afrekenen. Om deze doelstelling te halen, zal het alle hens aan dek zijn. De berekeningen van Decenniumdoelen zijn eigenlijk de zoveelste alarmbel of het zoveelste onderzoek dat wijst op een toename van de armoede, van de kinderarmoede, in plaats van op een vermindering.
Minister, ik heb vier concrete vragen. Ten eerste, Decenniumdoelen berekende dat de ingevoerde sociale correcties van de Vlaamse Regering niet afdoende zijn om aan die noden van de meest kwetsbare gezinnen tegemoet te komen. Bent u bereid om te onderzoeken of de Vlaamse sociale correcties op de besparingen van de voorbije jaren kunnen worden uitgebreid in het licht van deze nieuwe informatie?
Ten tweede, bent u bereid om de streefcijfers van Pact 2020 bindend te maken, zoals Decenniumdoelen vorige week voorstelde bij de presentatie van het meest recente rapport?
Ten derde, Decenniumdoelen vraagt om een concreet stappenplan te schrijven om de armoede op tien jaar tijd te halveren. Zo kunnen we echt iets daadkrachtig in handen hebben om die armoede aan te pakken, zodat het niet bij loze woorden blijft. U hebt zelf ook gezegd dat u de kinderarmoede wilt halveren. Bent u bereid om zo’n concreet stappenplan vorm te geven?
Tot slot heb ik een vraag over de kinderbijslag en de hervorming ervan. De Vlaamse Regering wil de kinderbijslag hervormen. Verschillende studies hebben aangetoond dat een effectieve hervorming van de kinderbijslag de kinderarmoede ontzettend sterk kan verminderen, zelfs halveren. Mijn vraag is vorige week opgesteld, toen de armoedetoets nog niet bekend was. Vrijdag is de armoedetoets op de hervorming van de kinderbijslag dan wel bekend geraakt.
Met uw permissie zal ik mijn vraag dan ook wat updaten. Uit de armoedetoets op de kinderbijslag blijkt dat het armoederisico bij de gezinnen in het huidige stelsel daalt met 0,3 procent en bij de gezinnen in het nieuwe stelsel met 0,9 procent. Gelet op de studies dat de kinderbijslag eigenlijk de belangrijkste hefboom is om de kinderarmoede te doen dalen en aangezien u een andere horizon voor ogen had dan 0,9 procent – u hebt beloofd om de kinderarmoede te halveren – heb ik volgende vragen over de armoedetoets.
Ten eerste, bent u betrokken geweest bij de hervorming van de kinderbijslag? Indien ja, op welke manier?
Ten tweede, hebt u al kennis kunnen nemen van de resultaten van de armoedetoets? Ik neem aan van wel. Wat is uw reactie daarop? Bent u zelf tevreden met de armoedetoets? Wilt u dat die nog invloed heeft op de hervorming? Wilt u dat de hervorming wordt bijgeschaafd of bent u tevreden?
Ten derde, indien uit de armoedetoets blijkt dat de hervorming niet tegemoetkomt aan de doelstelling die u zelf had bepaald met betrekking tot kinderarmoede, bent u dan bereid om ervoor te pleiten de hervorming alsnog aan te passen zodat de hervorming van de kinderbijslag de kinderarmoede echt drastisch kan verminderen en niet met 0,9 procent?
De heer Van Malderen heeft het woord. U bent wat later toegekomen. We verwachten een poëtische insteek van elk commissielid voor zijn betoog. Aangezien u dat niet wist, kunt u een herkansing krijgen op het einde van uw vraag.
Maar ik had al een gedicht klaarliggen, voorzitter.
In deze commissie vond ik het passen om een stukje voor te dragen uit het gedicht 'Huurcontract' van Herman de Coninck. Het kan eventueel ook worden toegepast voor politiek gebruik, over coalitiegesprekken enzovoort.
Misschien rust op dit huwelijk geen levenslange zegen,
maar wel het soort zekerheid
van een te hernieuwen huurcontract
drie-zes-negen.
We zijn binnen voor de regen
van melancholie.
Voorzitter, minister, zoals de collega daarnet al aanhaalde, trok Decenniumdoelen 2017 op 18 januari nog eens aan de alarmbel in het jaarlijkse rapport dat zij sinds 2015 opstellen om de impact te onderzoeken van de verschillende regeringsmaatregelen op de laagste inkomens. In het rapport wordt er rekening gehouden met maatregelen die de gezinnen geld kosten, maar evenzeer met maatregelen die een extra cent opleveren, bijvoorbeeld de resultaten van het recente sociaal overleg en het interprofessionele akkoord.
Dat is een interessante oefening. De uitkomst daarvan wordt toegepast op vijf types van huishoudens, opgesplitst naargelang de gezinssamenstelling: een koppel gepensioneerden met minimumpensioen, een koppel met leefloon en twee kinderen ten laste, een koppel met drie kinderen waarvan een ouder voltijds werkloos is en de ander halftijds werkt aan het minimumloon, een eenoudergezin dat halftijds werkt, en een koppel waarvan een ouder voltijds werkt en de ander halftijds werkt, telkens aan het minimumloon. Het voordeel van die methode is dat je op basis van voorkomende profielen een genuanceerd oordeel kunt vellen over het regeringsbeleid ten aanzien van precaire groepen.
Een positieve vaststelling die het rapport doet, is dat van de vijf typegezinnen de gezinnen die voltijds werken relatief gespaard blijven van de besparingsmaatregelen. En in 2019 zouden de voltijdswerkende gezinnen zelfs 160 euro meer per maand overhouden dan in 2015. Uiteraard zijn we u, de regering en anderen ook erkentelijk voor deze resultaten.
Maar het jammere is dat het goede nieuws daar wel ophoudt. Want de risicogroepen genieten heel wat minder van het gevoerde beleid. Wanneer er gekeken wordt naar gezinnen met een leefloon en werklozen, stellen we vast dat die de volle rekening gepresenteerd krijgen. Een job biedt niet zomaar een uitweg uit armoede, zoals wordt beweerd. We horen dat wel vaker. Alleenstaande ouders en laaggeschoolden genieten daar onvoldoende van en delen ook in de klappen.
Oorzaken zijn eigenlijk niet ver te zoeken: de opgetrokken maximumfactuur voor scholen, verhoogde tarieven voor openbaar vervoer, duurdere zorgverzekering en duurdere kinderopvang.
Telkens wordt er vanuit de Vlaamse Regering gesteld dat er wel sociale correcties worden ingevoerd, naar eigen zeggen om de kwetsbare groepen te sparen. Maar in de praktijk stel je dan vast – en dat is het voordeel van het werken met die profielgezinnen zoals daarnet beschreven – dat die correcties worden uitgehold en amper impact blijken te hebben.
De Vlaamse Regering, die beweert het effect van haar beleid op sociaal zwakkeren te willen nagaan, voert daarentegen nog steeds niet systematisch een armoedetoets uit op de verschillende beleidsmaatregelen. Op die manier is de impact van verschillende maatregelen op de mensen in armoede niet duidelijk. Laat het duidelijk zijn dat dat een gemiste kans is.
De uitdaging wordt voor de Vlaamse Regering nog groter omdat het federale beleid, waar het Vlaamse sterk op leunt en steunt, schromelijk in gebreke blijft, met name met betrekking tot de welvaartsenveloppe en het optrekken van uitkeringen tot de armoedegrens. De vraag kan worden gesteld in hoeverre de fundamentele uitgangspunten van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) op dat vlak nog overeind blijven.
Minister, ik vroeg u herhaaldelijk of u de doelstelling om tegen 2020 de kinderarmoede te halveren, zult halen. Ik stel u die vraag bij dezen opnieuw in het licht van de recente cijfers. Hoe motiveert u dit standpunt?
Wat is uw antwoord op de kritiek van de koepelorganisaties die Decenniumdoelen vormen?
Zult u op korte termijn het VAPA bijsturen? Welke concrete en structurele maatregelen in het rapport zullen de armoede in Vlaanderen doen dalen? Hoe zult u het armoedebeleid en het armoedeplan écht en structureel in functie stellen van de kwetsbare doelgroep voor wie het bedoeld is?
Hoe zult u uw collega's in de Vlaamse Regering stimuleren om de nodige stappen te zetten?
Zult u er bij de federale overheid op aandringen om ook daar de nodige stappen te zetten, met name het aangekondigde, maar niet-gerealiseerde optrekken van uitkeringen boven de armoedegrens?
Minister Homans heeft het woord.
Collega's, sta me toe om in hoofdzaak te focussen op de vragen die tot onze bevoegdheden, namelijk die van de Vlaamse Regering, behoren. Ik zal af en toe moeten verwijzen naar het federale niveau, maar concrete vragen over het federale niveau moeten op de juiste plaats worden gesteld, en niet hier.
Er is inderdaad een studie geweest van Decenniumdoelen. Naast elke studie die er is, kun je natuurlijk ook een andere leggen.
Mijnheer van Malderen, u vraagt wat mijn reactie is op de kritiek. Het is belangrijk om eerst een algemene reactie te geven en vervolgens een aantal kritieken te geven op punten die zij maken.
Ik vind het jammer dat de koepelorganisaties – als ik ze zo mag noemen – een aantal zaken, al dan niet bewust, over het hoofd zien. Ze stellen onder andere dat de huidige regeringen, zowel de Vlaamse Regering als de Federale Regering, voor diepere armoede zorgen. Dat kan men uit de laatste Vlaamse armoedecijfers echter absoluut niet afleiden. Ik kijk dan ook uit naar de eerstvolgende armoedecijfers. Collega's, u weet dat we in april 2017, dus binnen ruim twee maanden, de voortgangsrapportage van het VAPA zullen hebben. We kennen nog niet de volledige resultaten. Voorzitter, ik vermoed en hoop dat we die dan uitgebreid zullen bespreken in de commissie. Ik kan u zeggen dat de eerste cijfers er zeer goed uitzien.
Er zijn wel al federale cijfers beschikbaar die gaan over de huidige legislatuur, de legislatuur gestart in 2014. Die cijfers gaan in de positieve richting.
Ik vind dat het rapport dus zeer selectief is. Ik zal straks nog een aantal andere concrete voorbeelden geven. Volgens de federale cijfers daalt het armoederisico van 15,5 procent in 2014 naar 14,9 procent in 2015. De armoedekloof daalt van 18,8 procent in 2014 naar 17,4 procent in 2015. Het aantal Belgen in ernstige materiële deprivatie daalt van 5,9 procent in 2014 naar 5,5 procent in 2015. De verwachting van het Federaal Planbureau is dat het aantal Belgen in armoede of sociale uitsluiting tegen 2018 zal dalen met meer dan 100.000 personen.
U kunt zeggen dat het maar om een paar procenten gaat. Maar, collega's, in het verleden is dat niet gebeurd, is het alleen maar toegenomen. Ik ben dus blij met elke 0,1 procent dat het daalt. U zult dat waarschijnlijk niet genoeg vinden, maar ik vind het in ieder geval al een zeer goede inspanning. En dan heb ik het alleen nog maar gehad over de meest recent beschikbare cijfers, zijnde die van 2015.
Decenniumdoelen vraagt verder ook naar meer investeringen in sociale voorzieningen. Maar, ze brengen een rapport uit en houden geen rekening met de bijkomende 200 miljoen euro die bij de begrotingscontrole 2016 is uitgetrokken voor de bouw en renovatie van extra sociale woningen. Ze zijn blind zijn voor het feit dat bij de begrotingsopmaak 2017 ook nog eens bijkomend 200 miljoen euro is uitgetrokken voor extra sociale woningen en voor renovatie. Ze zijn blind voor het feit dat er 100 miljoen euro extra wordt geïnvesteerd in schoolgebouwen. Ze willen blind zijn voor het feit dat er 132 miljoen euro extra wordt uitgetrokken voor Welzijn. Sta me dan toe, collega's, om te zeggen dat de objectiviteit, de neutraliteit en de deskundigheid van dit rapport in vraag kan worden gesteld.
Er is iets dat u niet aanhaalt in uw vraagstelling, wat ik ook begrijp vanuit uw standpunt. In de studie van Decenniumdoelen wordt namelijk ook gewezen op het feit dat het vooral de mensen zijn die werken die erop vooruitgaan. Dat is natuurlijk ook altijd de kernboodschap geweest, zowel van de Vlaamse Regering als van de Federale Regering: het beste middel om niet in armoede te belanden of om uit armoede te geraken, is het hebben van een inkomen uit arbeid. Dat wordt ook benadrukt door deze studie. Dat vind ik belangrijk. Zowel de Federale Regering als de Vlaamse Regering probeert meer mensen aan het werk te krijgen.
Collega's, dit debat wordt met twee snelheden gevoerd. Er staan heel duidelijk twee kampen tegenover elkaar, het ene al iets neutraler dan het andere. Ik heb een uitspraak gevonden van iemand van wie je alles kunt zeggen, behalve dan dat hij sympathie zou hebben voor mijn partij, Ive Marx. Hij heeft nog niet zo heel lang geleden gezegd : “We weten al jaren dat er hier veel te weinig mensen werken, zeker in verhouding tot het aantal mensen dat van een uitkering moet rondkomen, een uitkering die bovendien vaak te laag is om uit de armoede te blijven. Maar aangezien zo veel mensen van een uitkering leven, zijn er inherente limieten aan verhogingen naar een adequater peil. De conclusie is simpel: we moeten aan volumebeheersing doen door de instroom waar mogelijk in te perken en de uitstroom waar mogelijk te stimuleren.” Ik zou het niet beter kunnen verwoorden dan de heer Marx.
Mevrouw Moerenhout, u stelde een vraag over de sociale correcties. Collega's, daarover hebben we in deze commissie en in de plenaire vergadering al verschillende debatten gevoerd. Ik heb toen ook steeds gezegd – en wellicht zal het ook in andere commissies aan bod komen – dat er al verschillende sociale correcties zijn. Zo werd de afschaffing van de gratis hoeveelheid water, de eerste 15 kubieke meter, net een positief verhaal door de sociale correctie van 80 procent – 80 procent! – die veel hoger lag dan de sociale correctie die voorheen bestond.
Voorzitter, ik zal niet alle sociale correcties herhalen. Mevrouw Moerenhout, ik kan u nog meegeven dat een armoedebestrijdingsbeleid niet uitsluitend bestaat uit sociale correcties. Dat zou verkeerd zijn. Ik denk niet dat dat een goede invalshoek is. Er zijn natuurlijk ook zeer belangrijke hefbomen. Ik heb daarnet verwezen naar wat Decenniumdoelen zelf heeft gezegd – wat wij ook al jaren zeggen en waarin wij nu ook gesteund worden door iemand die toch wel neutraal is of alleszins niet aan onze kant kan worden gezet, Ive Marx –, namelijk dat er wel hefbomen zijn: werk, het stimuleren van de ontwikkeling van jonge kinderen enzovoort. Wanneer ik straks iets zeg over kinderbijslag, kom ik daarop terug.
Uiteraard vindt Decenniumdoelen dit onvoldoende – ik had niet anders verwacht – en verwacht men bijna sociale correcties die kwetsbare personen geld toestoppen op een moment dat werkende mensen meer moeten bijdragen. Dat is natuurlijk ook wel geen goede verhouding en zeker geen solidair verhaal. Dat betreur ik toch wel als ik die studie lees. Iedereen moet naar zijn vermogen bijdragen. De werkloosheidsval dient te worden vermeden om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.
Bovendien blijkt uit de studie van Decenniumdoelen dat de doorgevoerde sociale correcties wel degelijk een effect hebben. Dat wordt natuurlijk verzwegen in de vraagstelling van de twee collega's. Zo zal een meerderheid van de gezinstypes minder voelen van de besparingen dan vorig jaar. Dat staat heel letterlijk in de studie.
Ben ik bereid om de streefcijfers van Pact 2020 bindend te maken? Sta ik er nog achter? Zowel mevrouw Moerenhout als de heer Van Malderen hebben die vraag gesteld. Collega's, natuurlijk zal ik mij blijven inspannen om de engagementen die genomen zijn in Pact 2020 – beslist in 2009 – te kunnen bereiken. U weet natuurlijk dat er een uitdaging is. Na de vorige regeerperiode is de armoede alleen maar toegenomen. Ik heb daarnet een aantal, weliswaar federale, cijfers, genoemd. Ik heb u gezegd dat we het VAPA in april zullen bespreken in de commissie. De eerste cijfers zien er goed uit. Er is dus verbetering op komst. Dat is iets dat we voor de eerste keer in tien jaar kunnen zeggen.
Ik heb verwezen naar het VAPA. Ik vind het belangrijk om nogmaals te beklemtonen dat het een engagement en inspanning is van de voltallige Vlaamse Regering en natuurlijk niet alleen van mij. Ik heb een voorbeeld aangehaald vanuit mijn eigen bevoegdheid Wonen, maar natuurlijk draagt iedere collega zijn of haar steentje bij.
Mevrouw Moerenhout, u vraagt wat ik concreet doe met de vraag van Decenniumdoelen om een concreet stappenplan te schrijven om de armoede op tien jaar tijd te halveren. Ik verwijs hiervoor opnieuw naar het VAPA. Maar ik kan ook verwijzen naar het FAPA, het Federaal Actieplan Armoedebestrijding, en naar het nationale kinderarmoedeplan. Alle acties die moeten worden ondernomen om armoede aan te pakken, worden reeds in deze plannen vermeld. U weet dat, aangezien u aanwezig was bij de voorstelling van het VAPA. Het is niet opportuun om bovenop dit plan nog eens een bijkomend plan te maken. We zouden onze administratie en het middenveld daarmee alleen maar belasten met extra administratieve overlast. Het lijkt mij nuttiger dat ze zich bezighouden met andere dingen, zoals het echt bestrijden van de armoede, dan enkel maar plannen op te stellen. Dat lijkt mij geen goede zaak.
U hebt vragen gesteld over de kinderbijslag. Voorzitter, als ik me niet vergis, zijn er daarover gisteren actuele vragen gesteld. (Opmerkingen van de voorzitter )
Ik zal niet herhalen wat er gisteren is geantwoord door minister Vandeurzen. U hebt het nieuws inderdaad gehoord. Sommigen zullen blij zijn met dat nieuws, anderen zullen wellicht hebben gezegd: ‘Moet dit nu echt uitkomen?’ Ja, dit moest uitkomen. We hebben vanaf het begin gezegd dat het nieuwe systeem van kinderbijslag, dat ingang zal vinden vanaf 1 januari 2019, een veel beter systeem zal zijn tegen armoede dan het huidige systeem.
Uiteraard werd ik betrokken bij de hervormingen van de kinderbijslag en natuurlijk ook bij de resultaten en de eerste bespreking van de resultaten van de armoedetoets die is opgeleverd door de KU Leuven. Dus ja, ik was erbij betrokken.
Mevrouw Moerenhout, ik ben het fundamenteel oneens met u dat dit de belangrijkste hefboom is in de bestrijding van kinderarmoede. Ik ben het daarmee fundamenteel oneens. Kinderbijslag is een van de hefbomen, maar is niet de enige hefboom. Als ik me niet vergis, heeft minister Vandeurzen dat ook beklemtoond, zowel in de media de afgelopen week als in de plenaire vergadering gisteren. Kan dat helpen? Ja. Vandaag hoor ik de oppositie niet, maar ik heb dat wel in de media gelezen en ook gezien in debatprogramma's tijdens het weekend. Men doet een beetje lacherig over het feit dat het armoederisico in het nieuwe systeem van kinderbijslag voor minderjarigen daalt met 0,9 procent, eigenlijk bijna met 1 procent. Het zal niet voldoende zijn. De afgelopen tien jaar is de kinderarmoede verdubbeld. Nu doet men lacherig over het feit dat het met 0,9 procent – bijna 1 procent – daalt. Men vindt dat niet voldoende.
In het verleden mocht het stijgen en nu is een daling van 1 procent niet voldoende.
Ook belangrijk is dat niet alleen het armoederisico met het nieuwe systeem van de kinderbijslag daalt, maar dat ook de kloof kleiner wordt. Dat is ook belangrijk. Dat is zeer goed voor de gezinnen die gemiddeld 62,6 euro per maand extra zullen krijgen.
Ik zal op korte termijn het VAPA bijsturen. Het lijkt me een beetje vreemd, collega’s, om vooruit te lopen op de voortgangsrapportage van het VAPA die in april, zoals gezegd, in deze commissie zal worden voorgesteld. Ik ga daar niet op vooruitlopen, maar ik denk dat, gelet op de eerste resultaten en cijfers die we hebben gekregen, het absoluut niet nodig is om het VAPA bij te sturen. We zullen wachten tot april.
Mijnheer Van Malderen, het is een collectieve verantwoordelijkheid, iedere minister neemt haar of zijn verantwoordelijkheid in dezen op. Dat blijkt uit de beleidsbrieven en –nota’s. In april, als we het VAPA bekijken, zult u de verschillende initiatieven per minister, per bevoegdheid en dergelijke kunnen zien. Uiteraard zijn mijn collega’s bereid om hieraan mee te werken en doen ze dat ook.
Ik heb beloofd om toe te zien op de uitvoering van de armoedetoets waar die wenselijk en mogelijk is. In het VAPA is opgenomen waar een armoedetoets moet gebeuren en waar niet.
Dat is gebeurd met succes. Ik had nooit gedacht dat ik het Netwerk tegen Armoede als getuige aan mijn kant zou moeten opvoeren, maar er is voor alles een eerste keer. Het Netwerk tegen Armoede kan bevestigen dat er nu meer armoedetoetsen worden opgestart en dat die, zoals het hoort, veel vroeger, in plaats van veel te laat, in het besluitvormingsproces worden gestart, met een potentieel grotere impact tot gevolg. Dat zijn niet mijn conclusies, maar die van het Netwerk tegen Armoede. Wie ben ik om het netwerk tegen te spreken? Deze uitspraak toont wel degelijk aan dat onze aanpak werkt.
Mijnheer van Malderen, u zegt dat de federale overheid de uitkeringen moet optrekken tot boven de armoedegrens. Ik heb bij het begin van mijn antwoord gezegd dat ik me ga beperken tot de Vlaamse bevoegdheden. Ik kan u meegeven dat er op het federale niveau intussen al wel wat zaken zijn gebeurd. De laagste uitkeringen zijn gestegen. De welvaartsenveloppe is voor de eerste keer voor 80 procent aangewend, tegenover 60 procent in de vorige legislatuur. Een leefloner die gezinshoofd is, gaat er momenteel per jaar 1200 euro op vooruit. Dat zijn toch belangrijke zaken.
Als er nog meer concrete vragen zijn aan de Federale Regering, dan stel ik voor dat u die vragen daar stelt.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister.
In het begin haalde u cijfers aan in verband met armoede. De meest recente studies zouden een positieve tendens aantonen, maar ik de ondervraag u nu over de kinderarmoede. U moet toch toegeven dat daarover geen enkele positieve studie is verschenen. De kinderarmoede neemt toe. De meest recente cijfers dateren van september 2016: de kinderarmoede is gestegen tot 11,2 procent.
U sprak net over meer mensen aan het werk krijgen om hen zo uit de armoede te krijgen. Dat is zeker een deel van de oplossing, maar geen volledige oplossing. Dat vinden we ook terug in de meest recente cijfers. Daaraan zien we dat het grootste armoederisico niet meer ligt bij gezinnen met een migratie-achtergrond, maar sinds 2016 bij eenoudergezinnen. Het zijn ook heel vaak gezinnen die werken. Waarom hebben die eenoudergezinnen dan zoveel problemen met armoede of waarom tuimelen zij zo snel in de armoede? Dat is omdat hun omstandigheden van dien aard zijn dat het leven in onze maatschappij te duur is geworden. Ze hebben wel werk, maar tuimelen toch in de armoede door de hoge facturen van de kinderopvang, water, elektriciteit, huur enzovoort. Dat is zwart op wit bewezen: alleen met werk gaan we er niet komen.
U verdedigt net zoals minister Vandeurzen gisteren in de plenaire vergadering de hervorming van de kinderbijslag, maar als er geen bijsturing komt, zullen er slechts 10.000 van de 120.000 kinderen in armoede gered worden. Groen gelooft wel dat die hervorming de belangrijkste hefboom is om kinderarmoede te bestrijden, want het grootste budget deze legislatuur gaat daarnaartoe: 3,5 miljard euro. Dat is niet niks.
Studies tonen aan dat men met een goede en efficiënte hervorming van de kinderbijslag de kinderarmoede in één klap kan halveren, wat u zelf hebt beloofd. De vermindering van 0,9 procent is goed, maar dat is niet de horizon die u zelf een paar maanden geleden hebt aangegeven, het komt zelfs niet in de buurt. Als u de hervorming niet gaat bijsturen, hoe gaat u dan de kinderarmoede de komende twee jaar halveren?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ik heb moeite met de toon van uw antwoord. Het is de taak van het parlement – meerderheid of oppositie – om de regering te controleren inzake de mate waarin zij haar doelstellingen haalt of niet, kansen benut of laat liggen. Het is evenzeer een taak van het middenveld om te signaleren wat de noden zijn in de samenleving, waar het beleid aan die noden tegemoet komt en waar niet.
Van bij het begin van uw antwoord probeert u het signaal dat nu al een aantal jaren na elkaar gegeven wordt, dat er wel iets loos is met dit beleid, te duiden als blind en ondeskundig. Daardoor mist u een aantal natuurlijke bondgenoten. Als coördinerend minister van Armoedebestrijding zou u elk signaal om de zaken te verbeteren, moeten aangrijpen met zoveel mogelijk bondgenoten, maar u kiest blijkbaar voor een polemisch model waarbij u mensen wegzet als ondeskundig en blind als hun verhaal niet strookt met het uwe. Ik vind dat jammer.
U haalt daarnaast dingen aan die niet kloppen. Decenniumdoelen – dit is een deel van het geheel aan rapporten – bekijken het lopende beleid, niet het geplande, in functie van een aantal typegezinnen. U zegt dat de extra middelen waarin u voorziet voor sociale huisvesting niet worden meegenomen. Ja, waar staan die sociale woningen die ervoor zorgen dat de huurgelden gaan dalen voor die betrokken gezinnen? Uiteraard, en ik verwijt u dat niet, is in die middelen nu voorzien en we zijn u daar erkentelijk voor, maar deze kunnen vandaag op het terrein geen resultaat geven. Dat u dat als argument erbij haalt, vind ik nogal schadelijk voor het debat. Idem dito inzake schoolgebouwen.
Het is een feit dat men in die scenario’s plus en min meeneemt en dat men vaststelt dat de bestaande sociale correcties onvoldoende soelaas brengen, onvoldoende bereik hebben en onvoldoende hefbomen krijgen. Uiteraard is werken beter dan niet werken, maar het blijkt ook bij die typegezinnen dat alleen voltijds werkenden erop vooruitgaan en dat deeltijds werkenden het veel moeilijker hebben. Nu blijkt dat de jobs die de Vlaamse en de Federale Regering de laatste jaren gecreëerd hebben vooral tijdelijk en deeltijds zijn. Ook dat is statistiek. Het is evident dat we dat terugvinden in de resultaten. Deze regering gaat eigenlijk altijd maar verder in dat straatje, want wat blijkt uit de scenario’s van de armoedetoets in het kader van de kinderbijslag? Dat het alweer deeltijds werkenden en alleenstaande ouders zijn die het het moeilijkst hebben. Als er al vooruitgang geboekt wordt in de armoedebestrijding door die hervormde kinderbijslag, zit het merendeel bij die voltijds werkenden. Elke bijkomende job is welkom, maar het overgrote deel is deeltijds en tijdelijk.
Ik vind het jammer dat u niet wenst in te gaan op de vragen rond het federale niveau. Het Vlaams beleid leunt natuurlijk heel hard op dat federale. Het spreekt voor zich dat die sociale zekerheid een heel belangrijke factor is. U vergist zich trouwens als u zegt dat de welvaartsenveloppe voor 80 procent zou zijn toegekend. Daar is op bespaard. Dat is een kritiek van de sociale partners die vandaag invulling geven via het interprofessioneel akkoord (IPA) aan die welvaartsenveloppe.
Ik neem akte van het feit dat u nieuwe cijfers hebt. Ik ben die zelf ook gaan opzoeken en uiteraard vinden we dan op de website van Economie dat er zeer voorlopige cijfers zijn voor de enquête 2016 die slaat op gegevens van 2015. U spreekt over de goede cijfers van deze legislatuur. Goed gewerkt allemaal, dat u op zes maanden tijd zo’n impact hebt. Ik gun dat iedereen, maar zijn die cijfers het resultaat van beleid, uw beleid, of hebben er andere wijzigingen plaatsgevonden? Als we dat in de diepte bekijken, zien we dat arbeidsparticipatie toeneemt, dat armoede bij ouderen daalt als gevolg van maatregelen zoals de inkomensgarantie voor ouderen. We zien ook dat kinderarmoede zwaar problematisch blijft.
Ik sluit me aan bij de vraag van mevrouw Moerenhout. Minister Vandeurzen zei gisteren dat 3,5 miljard euro voor de kinderbijslag een middel is, maar niet hét middel om kinderarmoede te reduceren. De heer Pieters van uw partij vindt dat de sociale zekerheid niet dient om armoede te bestrijden. Wat dan wel? Als het niet de kinderbijslag is, als het niet de sociale zekerheid is, als de arbeidsmarkt niet het soelaas biedt dat we met z’n allen zouden willen, wat dan wel? U vindt dat u uw VAPA op basis van de cijfers van 2015 niet moet bijsturen, dat is niet nodig.
Ik kom er straks nog eens op terug, maar de trein is natuurlijk wel vertrokken. Elke armoedetoets die u nu doet, komt achteraf op maatregelen die wel in de portefeuille van mensen zitten en waar u geen armoedetoets op hebt verricht: schoolgeld, inschrijvingsgeld, openbaar vervoer, zorgpremie. De trein van de besparingen en facturen is vertrokken, en nu doet u armoedetoetsen: op de sportfederaties die worden hervormd, op het toerismebeleid – belangrijk voor mensen, zeker – maar de impact daarvan op de cijfers is beperkt.
Dat u nu al tot de conclusie komt dat het VAPA niet moet worden bijgestuurd, vind ik zorgelijk. Ik zou u willen oproepen om alstublieft de hervorming van de kinderbijslag samen te leggen met de evaluatie van het VAPA. Dan zou u misschien toch wel de hefboom die daar ligt, gebruiken.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik lees een gedicht voor van Toon Hermans, het heet ‘Luisteren’.
Het geldt voor alle mensen,
Wie of wat je ook bent,
Luisteren naar de ander
Is een groot talent.
Aldoor luisteren naar je zelf,
Dat misleidt ontiegelijk,
Want de eigen akoestiek
Is ongehoord bedrieglijk.
Ik zal herhalen wat ik gisteren ook zei in het debat over de kinderbijslag. Ik hoor hier aldoor zingen dat de kinderbijslag het instrument bij uitstek is om armoede te gaan bestrijden. Ik heb het gisteren al gezegd, voor ons als liberalen is werk zoals de minister al had gezegd, het middel bij uitstek. Kinderbijslag is maar een van de middelen. In de voorbije maanden zijn bij de VDAB meer dan 200.000 vacatures bijgekomen, dat zegt toch wel iets. We moeten vooral investeren om mensen zelf de kans te geven om uit die armoede te geraken, hun kansen bieden.
In de kinderbijslag is het aantal sociale toeslagen verdubbeld is. Belangrijk is dat ook eindelijk mensen die werken met een laag inkomen voor de eerste keer een toeslag zullen krijgen. Werken is geen uitsluitingscriterium meer. Dat is zeer, zeer belangrijk.
In het nieuwe kinderbijslagstelsel gaan we de kansen voor jonge kinderen vergroten door meer in te zetten en meer te ondersteunen in de kinderopvang, het kleuteronderwijs en het secundair onderwijs. Zo geven we extra kansen aan jonge kinderen om hun talenten te ontwikkelen. Zo bieden we hun meer perspectief.
De heer Anseeuw heeft het woord
Ik heb een gedicht bij me van een jonge Deense dichter, Yahya Hassan. Vorig jaar bracht ik een ander gedicht van hem. Hassan is geboren uit Palestijnse ouders. Vanaf zijn 13e trok hij van de ene jeugdinstelling naar de andere. Hij schreef zichzelf dan uit de miserie met sprekende gedichten, maar dat bleef niet duren. Enkele maanden geleden werd hij veroordeeld voor de betrokkenheid bij een schietpartij, om maar te zeggen, het is een man met flink wat krassen op zijn ziel. Het zal uit het gedicht blijken, er was ooit een recensent die het had over poëzie als een Deense kopstoot, wel hier komt-ie dan.
DE TELEURSTELLING
AAN DE VOET VAN DE BERG VOND IK HET LICHAAM VAN MIJN JEUGD
VERMINKT IN DE MODDER
IK SLEEPTE HET ALS EEN BROER ACHTER ME AAN
IK SPEURDE DE VERDORVEN HUID AF OP LIEFKOZINGEN
IK VOND MOEDERS ZOENEN EN IK VOND DIE VAN VADER
MAAR DE WANG VOOR EEN KUS WAS DE WANG VOOR EEN KLAP
IK WILDE JULLIE DIENEN
MAAR IK TROK MIJN HANDEN VAN MEZELF AF
IK VULDE MIJN MAAG MET VARKEN
EN KWAM UITSLUITEND THUIS OM TE SCHIJTEN
DE NACHT HAD ME NIETS TE BIEDEN
EN VAN MIJN ETMAAL WAS DE DAG GEPLUNDERD
MET MIJN LEVENDE HAND
BEROOFDE IK DE CONTINUÏTEIT DER JAREN
IK TAPTE WAARDIGHEID UIT MIJN JONGEHEER
IK BETASTTE OPNIEUW EEN VROUWENLIJF
ZO VURIG ALS MIJN VERLEGENHEID
ZICH VERGREEP AAN MIJN VERWRONGEN TOEKOMST
EN TOEN IK MIJN VINGERNAGELS NIET VERDER
AF KON BIJTEN
MOEST IK MIJN VOET IN MIJN MOND STEKEN
IK GING ER MET HUN EER VANDOOR
WANT ALS EEN BROER AFVALLIG IS
IS DE MAAGDELIJKHEID VAN DE ZUS TWIJFELACHTIG
ALS MOEDER IS TOEBEDEKT
ZIJN VADERS GEBREKEN ONZICHTBAAR
HIJ VERPLAATSTE DE STEEN MAAR BRAK ZIJN BEEN
HIJ NAM ZIJN MOEDERS DOOD MET DIE VAN ZIJN BROER
HIJ MAAKTE VIJF KINDEREN MET BITTERE HARTEN
HAALDE EEN NIEUWE HOOFDDOEK EN MAAKTE ER DRIE BIJ
IK GING MET HUN EER AAN DE HAAL
EN TOEN DE METAMORFOSE PLAATSVOND
BETEN ZE ELKAAR VINGERS AF
ZE HAALDEN TEVOORSCHIJN WAT ZE ACHTER ZICH HIELDEN
EN CONFRONTEERDEN DEGENEN VOOR HEN
ZE STONDEN BIJNA TE HUILEN
DE PUT WAS DIEP EN DE DROOM WAS VERDAMPT
DUS NIEMAND WILDE ZIJN TRANEN TEGENHOUDEN
ER ONTBRAK EEN MOND
EN DE COMPENSATIE WAS EEN AARS
DUS HOE WIL JIJ JE HONGER STILLEN
Ik vind het een beetje jammer dat het gros van de vragen en replieken op het antwoord van de minister rond kinderarmoede verengd wordt tot een debat over kinderbijslag. Het is belangrijk dat over een onderwerp als dit een goed debat kan worden gevoerd waarbij alle kaarten en cijfers op tafel liggen. Als ik me niet vergis, zullen binnen enkele maanden de Vlaamse cijfers volledig zijn. Ik kijk daar heel erg naar uit. Dit onderwerp verdient een goed debat.
Ik onthoud vooral dat Decenniumdoelen heeft gezegd dat het vooral de mensen zijn die werken die erop vooruitgaan. Daar nemen het armoederisico en de armoedekloof flink af. Het rapport van Decenniumdoelen geeft een antwoord op de vraag naar de aanpak. Dit is waar de Vlaamse en ook de Federale Regering sterk op inzetten, namelijk op het creëren van jobs.
Ik vind het pijnlijk, mijnheer Van Malderen, dat u altijd zo laatdunkend doet over tijdelijke jobs – alsof tijdelijke jobs geen volwaardige jobs zijn. Niets is definitief, alles is tijdelijk, ook het leven. Ik zou u willen oproepen om ook tijdelijke jobs naar waarde te schatten. Het is blijkbaar nooit genoeg, zelfs niet als er stappen vooruit worden gezet. Dat is jammer, ik herhaal het, dit onderwerp verdient een goed en eerlijk debat.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik heb een gedicht van een tiener over hoe zij naar het leven kijkt.
Leef!
Veel liefde en veel pijn
veel geluk en verdrietig zijn
veel vertrouwen en veel hoop
al die dingen zijn niet te koop.
Veel vriendschap en veel haat
veel pech en goede raad
een puinhoop en veel moed
het komt niet vanzelf goed.
Veel leven en veel dood
veel armoede geen brood
geen hulp en geen vriend
dat is niet wat een mens verdient.
Ik ben blij met wat ik heb
ik ben blij met wat ik voel
ik ben blij dat ik leef
als je begrijpt wat ik bedoel.
Ik zou graag even herhalen wat enorm belangrijk is. De minister heeft het ook aangehaald: het creëren van meer jobs – zoals mijn collega aanhaalde – maar ook die hogere sociale minima voor wie het echt nodig heeft. De uitkering voor personen met een handicap en het leefloon stijgen met 9 procent in de volgende 3 jaar. Dat is echt wel het vernoemen waard, en dat is ook heel belangrijk. Dan zijn er ook de sociale correcties. Het is hier al een paar keer vermeld. In het vorige rapport sprak Decenniumdoelen nog over 3 gekende sociale correcties. Nu hebben we een overzicht van de minister, en dat gaat al over 87 sociale correcties. Sommige daarvan worden automatisch toegekend. Ze hebben effect, en zijn dus heel belangrijk.
Ik ga het hele debat over de kinderbijslag niet overdoen, maar het is duidelijk dat de kinderarmoede een en-en-enverhaal is. Het is niet enkel de kinderbijslag. Als u het rapport goed leest, leest u dat de armoedekloof daalt bij de nieuwe gezinnen met een, twee en drie kinderen, maar ook bij de eenoudergezinnen. U herhaalt vaak dat het niet bij de eenoudergezinnen is, maar toch staat dat in het rapport. De daling is doorgaans sterker dan bij de bestaande gezinnen.
In de conclusie staat heel duidelijk dat arme gezinnen met een tot drie kinderen het sterkst vooruitgaan, en zeker ook de eenoudergezinnen. Dat wil ik nog eens benadrukken omdat de oppositie dat altijd negatief bericht. In het rapport staat dat ook zij erop vooruitgaan.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, ik moet mevrouw Franssen verontschuldigen, die de problematiek opvolgt. Ze heeft me gevraagd om daar even iets over te zeggen.
Minister, u geeft aan dat er in april een voortgangsreportage komt, een stand van zaken. We kijken daar samen met u naar uit, al was het maar omdat er dan duidelijkheid komt over de cijfers terwijl er nu vaak van verschillende partijen verschillende gegevens komen. Het VAPA is een dynamisch plan, zoals u aangeeft. We kunnen kijken of er bijsturing nodig is. Uiteraard willen we ons allemaal aansluiten bij ieder voorstel dat bijdraagt aan de verlaging van de armoede. Een stappenplan om de armoede te halveren, kan zijn merites hebben, maar we wachten op de voortgangsrapportage.
Minister Homans heeft het woord.
Veel sprekers hebben mijn antwoord ondersteund. Mevrouw Saeys, de heer Anseeuw en mevrouw van der Vloet hebben gezegd dat de kinderbijslag slechts één van de hefbomen is, en niet dé hefboom voor de bestrijding van de kinderarmoede.
Mijnheer van Malderen, u speelt natuurlijk uw rol als oppositielid, maar ik vind het wel vreemd dat als er iets goed is, dat het niet onze verdienste is, maar als er iets slecht is gebeurd in het verleden, is het ook onze schuld, en mogen we er zeker niet naar verwijzen. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is in 2015 met 6 procent gedaald. Dat zal dan wellicht de verdienste zijn van de vorige regering.
Ik blijf erbij, en ik ben heel blij dat verschillende collega’s dat hebben onderschreven, dat een inkomen uit arbeid de beste hefboom is om uit de armoede te kunnen geraken. We moeten natuurlijk wel beseffen dat dit niet voor iedereen mogelijk is.
Mevrouw Moerenhout, ik ben zeer benieuwd naar het antwoord van Groen. Eigenlijk zou de kinderbijslag heel wat kunnen doen aan de bestrijding van de kinderarmoede. U zou dat op een andere manier hebben hervormd, dat hebt u letterlijk gezegd. Want wilt u dan eigenlijk doen? Hoe zou Groen dat doen? Gaat u dan aan de helft van de Vlaamse gezinnen zeggen: ‘Jammer, maar u krijgt nu geen euro meer, we gaan alles geven aan de mensen in armoede.’? Ik keer nu de rollen om en stel u een concrete vraag. Het zou gepast zijn om dat nog even te horen.
Het debat is hier een beetje verengd tot een debat over de kinderbijslag. Geen probleem. Mevrouw Saeys heeft het aangestipt: het totale budget van de sociale toeslagen in het nieuwe systeem is verdrievoudigd. Vroeger was dat 3,4 procent van het totale budget. U hebt zelf, mijnheer Van Malderen, een bedrag van 3,5 miljard euro genoemd. Nu is dat 10 procent. Dat is wellicht ook niet onze verdienste, maar goed, het is toch van 3 naar 10 procent gegaan.
Nog een zeer belangrijke aanpassing is dat men nu in het nieuwe systeem ook een toeslag zou kunnen krijgen, ook al heeft men een inkomen uit werk en niet alleen een uitkering. Nu krijgt men enkel en alleen een sociale toeslag als men een uitkering heeft, maar wie een even laag inkomen heeft uit arbeid, heeft er geen recht op.
Dit is een zeer goede hervorming, collega’s. We kijken uit naar de voortgangsrapportage van het VAPA. We zullen dan de conclusies trekken. Ik hoop dat we het debat dan in alle neutraliteit en objectiviteit kunnen voeren.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Ik heb een gedicht van een jonge beloftevolle dichter die zich in een vorig leven hier in de Wetstraat begaf, maar nu een andere carrière ingeslagen is. Het gaat over het jaar 1935 en de toestand van ons land toen.
België. Land in onderpand.
Volk dat ontstemd te breken staat.
En eens ontboden, treurt dat het vaneen vergaat.
Maar zij (zelf meegetroond)
nam ons bij de hand.
Liet niet los. Zong zachtjes (blijf bij mij).
Wij woelden. In haar luwte
gewekt. Te week gelegd.
Minister, ik zal uw vraag beantwoorden. Groen heeft een model, en dat is al meerdere keren besproken, zowel in de commissie Welzijn als in de plenaire vergadering. Ons model zou ervoor zorgen dat de kinderarmoede met 6 procent daalt. Het is getest door de KU Leuven, door dezelfde dienst die uw model heeft nagekeken. Ons model stelt het inkomen centraal. Binnen dat model zal de middenklasse – naast de laagste inkomens – er ook op vooruitgaan. Op dat vlak hebben wij van u geen lessen te leren. U kunt misschien eens kijken naar ons huiswerk.
Hier werd veelvuldig onderstreept dat werk dé oplossing is voor armoede, onder meer door mevrouw Saeys. Ja, werk biedt soelaas tegen armoede, tegen kinderarmoede, maar niet het soelaas dat de minister zelf voor ogen heeft gesteld. Dat bewijst wat ik net heb gezegd over de eenoudergezinnen. Jawel, het armoederisico is daar het grootst. Er is ook wel degelijk armoede bij werkende ouders. Dat bewijs is ook opnieuw te vinden in uw eigen hervorming van de kinderbijslag. In het systeem dat u hebt uitgedokterd met de Vlaamse Regering, staat een categorie specifiek voor werkende ouders in armoede. Als u zelf zo’n categorie inschrijft, bewijst toch dat er zo’n categorie is, dat er een significant aandeel werkende ouders in armoede is, en dat dat niet alleen aan het werk ligt. Dat is uiteraard wel een deel van de oplossing, maar niet de volledige oplossing. Daarom, beste collega’s, gelieve u niet blind te staren op een deel van de oplossing, maar wel naar het totale plaatje te kijken.
Tot slot, minister, mijn pleidooi van vandaag is: belofte maakt schuld. U hebt beloofd de kinderarmoede te halveren. U hebt gezegd dat de kiezer u daarop mag afrekenen. Groen zal u nog een tijdje – zeker nog deze legislatuur – met deze belofte confronteren.
Groen betreurt dat u niet wilt ingaan op de vragen van Decenniumdoelen die we vandaag hebben besproken in verband met het bindend maken van het Pact 2020, over het concrete stappenplan en over de sociale correcties. We betreuren ook dat u zelf niet vindt dat de hervorming van de kinderbijslag het belangrijkste instrument is dat u in handen hebt, want volgens ons is dat wel zo. We vragen u ten langen leste om dat niet zomaar te laten gebeuren, om dat niet zomaar uit handen te geven. Gebruik het instrument, maak uw belofte waar, weeg als minister van Armoedebestrijding op het verdere traject van de kinderbijslag, en zorg alstublieft voor bijsturingen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Verschillende collega’s hebben opgeroepen om een eerlijk debat te voeren. Laten we dat dan ook doen. Ik vind het vervelend dat wie vragen stelt bij de riedel dat ‘die armen dan maar moeten gaan werken en dat alles dan opgelost is’, wordt weggezet – ik zeg niet dat u dat gezegd hebt, minister – als iemand die werk echt niet belangrijk vindt of niet genoeg de nadruk legt op werk enzovoort. We hebben zelf al herhaaldelijk aangetoond dat we de nadruk op werken wel leggen, dat werken beter is dan niet werken. We hebben onlangs nog een voorstel gedaan om een fast lane te creëren naar werk, waarbij de barrières die vandaag bestaan op de arbeidsmarkt voor mensen in armoede, systematisch worden weggewerkt. Ik heb daar weinig steun voor gevonden, ook niet bij u, minister.
De werkzaamheidsgraad is de afgelopen jaren gestegen en de kinderarmoede ook. Dus zeggen dat louter en alleen werk hebben, voldoende is, is de waarheid geweld aandoen, mijnheer Anseeuw. Het blijkt uit het rapport van Decenniumdoelen. Het zijn de voltijdsen die het minst last hebben van uw besparingspolitiek. Uit de armoedetoets van de kinderbijslag blijkt dat het voltijds werkenden zijn die het meest van het nieuwe systeem zullen gebruikmaken, als ik dat zo mag zeggen. U bent en u blijft nu blijkbaar met z’n allen blind voor het feit dat heel wat nieuwe jobs die gecreëerd worden, deeltijds en tijdelijk zijn, die de mensen helpen in hun inkomenssituatie, maar blijkbaar niet voldoende. Hoe kunnen we dat werk voor hen ook lonender maken? Dat is door te investeren in betaalbare kinderopvang, in betaalbare huisvesting. Ik hoor hier al te vaak zeggen het is een en-en-enverhaal. Wel, dat is het, maar u moet dan wel die puntjes eens gaan invullen die tussen die ‘ennen’ staan. Daar hoor ik te weinig over.
Ik roep u nogmaals op, minister, om bij de evaluatie van het VAPA ook de kinderbijslag mee te nemen. En andersom, maak er alstublieft één dossier van. We hebben in Vlaanderen eigenlijk een paar hefbomen. 3,5 miljard euro kunt u op een meer efficiënte manier inzetten dan vandaag om de doelstelling van de halvering van de kinderarmoede, waar we allemaal achter staan, denk ik, te realiseren tegen 2020. Ik vrees dat als we de puntjes in het en-enverhaal niet gaan invullen, dat we die mooie doelstelling nooit zullen halen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.