Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Het is vandaag Gedichtendag. Al wie het woord wil, moet beginnen met een gedicht. Ik zal zelf het goede voorbeeld geven met het gedicht ‘Woninglooze’ van J. Slauerhoff.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de’ eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ’k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Ik start met een gedicht van mijn lievelingsdichter, Herman de Coninck.
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
Minister, het is niet de eerste keer dat ik hier een vraag stel over de huurbelofte. Ik heb hier in 2015 reeds een vraag over gesteld vanuit de context dat de private huurmarkt een kwetsbaar segment van de woningmarkt is. U erkent dat zelf ook. U hebt uw conceptnota Private Huur nog niet zo lang geleden voorgesteld, ook vanuit de wetenschap dat we daar dringend maatregelen nodig hebben. We weten dat heel veel mensen vandaag zowel naar woningkwaliteit als naar betaalbaarheid toch wat problemen ondervinden.
De vraag is heel wat groter dan het aanbod. Uit recent onderzoek van de Confederatie van Immoberoepen (CIB) blijkt dat vooral gezinnen met kinderen en met een beperkt budget het steeds moeilijker hebben om nog een geschikte huurwoning te vinden. Heel wat huurwoningen verdwijnen van de markt. Dat weten we allemaal, dat erkennen we allemaal. Ik denk dat we het allemaal heel belangrijk vinden dat er een evenwicht komt. Niemand hier zal zeggen dat de weegschaal naar de ene of de andere kant moet doorwegen. Ik wil hier geen eenzijdig pleidooi houden voor de rechten van de huurders, verre van, maar een goed evenwicht op die huurmarkt is noodzakelijk. We moeten ervoor zorgen dat naar rechten en plichten de balans in evenwicht komt.
Dat is of kan het probleem zijn met de huurbelofte. We hebben de discussie al eerder gevoerd. De huurbelofte – voor de mensen die niet weten wat het is, twee jaar geleden was het voor mij ook nieuw – is een systeem waarbij onder voorbehoud van aanvaarding door de verhuurder de huurder zich er eenzijdig en mits betaling van een vergoeding of een waarborg aan het vastgoedkantoor toe verbindt om een bepaalde huurwoning tegen bepaalde voorwaarden in huur te nemen.
Het systeem komt in de ene regio al vaker voor dan in de andere. In West-Vlaanderen komt het blijkbaar frequent voor. De rechtstreekse aanleiding voor mijn vraag is een huurder die mij hierover heeft gecontacteerd. In deze situatie wordt een waarborg gegeven; de verhuurder engageert meerdere huurders om de huurbelofte te tekenen. Door de krapte op de huurmarkt zien kandidaat-huurders zich vaak genoodzaakt meerdere huurbeloftes te ondertekenen en krijgen ze die waarborg nadien niet terug.
We hebben hier vorige keer de discussie gevoerd. Ik denk dat iedereen het ermee eens was dat misbruiken niet kunnen. De heer Engelbosch zei dat er een termijn moet komen waarmee huurders op een bepaald moment bevrijd zijn. Dat bestaat vandaag niet. In elk geval komen kandidaat-huurders frequent in de situatie dat ze de huurwaarborg – 50 tot 100 euro – niet meer terugzien.
U hebt toen laten verstaan, minister, dat u op zich niet gekant was tegen het systeem, maar elke vorm van misbruik wou aanpakken. Tegelijk bevestigde u dat de federale minister van Consumentenzaken Peeters zou onderzoeken welke consumentenbescherming in deze materie kon worden geboden door de algemene regelgeving, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht, aangezien de Economische Inspectie eerder oordeelde dat het KB van 12 januari 2007 betreffende de bemiddelingsovereenkomsten van vastgoedmakelaars hier niet van toepassing is. We zitten hier met een lacune. U zei dat u zult bekijken of het een goede zaak zou zijn om het principe van de huurbelofte op te nemen in de huurwetgeving, zodat de reglementering strikter zal worden. Er zou geen misbruik meer mogelijk zijn. Er zouden beperkingen zijn.
Minister, hebt u reeds nieuws van minister Peeters betreffende het beloofde onderzoek? Ik heb het nagekeken: mijn vorige vraag dateert van mei 2015, we zijn minstens anderhalf jaar verder. In dat onderzoek zou worden bekeken hoe de misbruiken kunnen worden aangepakt.
Hebt u nog steeds de intentie om bij de uitwerking van de huurwetgeving het principe van de huurbelofte op te nemen? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Minister Homans heeft het woord.
Inderdaad, mevrouw Hostekint, u hebt op 28 mei 2015 daar reeds een vraag over gesteld. De FOD Economie heeft een juridische analyse gemaakt omtrent het principe van de huurbelofte. Uit contacten tussen het agentschap Wonen en de FOD Economie is gebleken dat deze analyse inmiddels is overgemaakt aan minister Peeters, maar nog niet aan ons.
Er is alvast afgesproken dat er overleg zal plaatsvinden tussen de federale Economische Inspectie enerzijds en het agentschap Wonen-Vlaanderen anderzijds. De bedoeling is om kennis te nemen van de analyse van de FOD Economie. Vervolgens is het de bedoeling om af te stemmen op welk niveau er initiatief wordt genomen in functie van het optimaliseren van de huurbelofte.
Aangezien het om een contract gaat tussen een kandidaat-huurder en een tussenpersoon of -instantie, en als dusdanig geen onderdeel is van de contractuele relatie huurder-verhuurder, zou ik het huurrecht hier liever niet mee belasten. Ik ga dat niet opnemen in de wetgeving over de private huur. Ik verwacht wel dat het overleg tussen de diensten meer duidelijkheid kan brengen over de principes ter zake.
Tot slot wil ik in elk geval nog meegeven dat het de Economische Inspectie is die bevoegd is om op te treden tegen huurbeloftes – ik heb hier dus totaal geen bevoegdheid – die ingaan tegen de bepalingen uit boek VI van het Wetboek van Economisch Recht. De huurdersbonden kunnen kandidaat-huurders die het slachtoffer worden van onrechtmatige huurbeloftes, ondersteunen bij het indienen van klachten bij de Economische Inspectie of het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV).
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, ik begrijp natuurlijk dat u afhankelijk bent van het federale niveau en de analyse die overgemaakt werd aan minister Peeters. Aan de andere kant is op het terrein niemand gediend met het feit dat wij zitten te wachten. Intussen gebeurt er niets. Kunt u er bij minister Peeters vriendelijk op aandringen om daar wat spoed achter te zetten?
Vorige keer zei u dat u zou bekijken hoe u dat kon opnemen in de huurwetgeving. Vandaag zegt u dat u dat niet zo nuttig vindt. Het zou wel een oplossing kunnen bieden voor het feit dat er vandaag geen bevoegdheid bestaat op Vlaams niveau. We zijn er allemaal van overtuigd dat de huurmarkt een belangrijke markt is. 20 procent van de mensen is aangewezen op de private huurmarkt. Het is belangrijk dat we zorgen voor een goed evenwicht, dat we ervoor zorgen dat de betaalbaarheid en de kwaliteit gegarandeerd worden, ook al kunnen we niet alles met sociale huisvesting oplossen.
We zijn er allemaal van overtuigd dat het belangrijk is dat we de nodige maatregelen treffen. In die zin vind ik het jammer dat u die piste niet meer wilt onderzoeken of niet de intentie hebt om wat betreft de privatehuurwetgeving enige maatregel te nemen, omdat dit een extra bescherming zou kunnen betekenen. U zou een aantal voorwaarden aan de huur belooft te kunnen koppelen, waardoor het misbruik of de kans erop sowieso kleiner zou worden.
Kunt u op enige spoed aandringen bij uw collega? Ik zou er willen op aandringen om het idee rond de huurwetgeving niet meteen in de vuilnisbak te gooien maar dit nog eens te heroverwegen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mevrouw Hostekint, ik vind uw vraagstelling totaal naast de kwestie van wat u bepleit. U haalt de problemen op de huurmarkt aan. We weten allemaal dat de sector vandaag niet draait zoals hij zou moeten draaien. U verwijst er in uw vraag naar – en dat stoort me altijd enorm – dat ons totale aanbod van huurwoningen gedaald is met 70.000 eenheden. U moet dat nuanceren. U spreekt over de woningen, appartementen zijn erbij gekomen. Het totale woningaanbod op de private huurmarkt is met 90.000 gestegen. Goed, dit even terzijde.
Het komt erop neer dat uw vraag eigenlijk weinig te maken heeft met de huurmarkt. Het gaat over een precontractuele fase, op het moment dat de kandidaat-huurder iets wil huren op de private huurmarkt. Laat me zeer duidelijk zijn: elk misbruik moet worden bestraft, daar is iedereen het over eens, maar daar gaat het hier nu echt niet over.
Ik heb het opgevraagd. In 2016 is er welgeteld één klacht binnengekomen. Die klacht is dan nog door Samenlevingsopbouw Lokeren ingediend. Unia heeft dan een bevraging gedaan – en ik vraag me in alle eerlijkheid af wat Unia hiermee te maken heeft, dit heeft niets te maken met gelijke kansen of discriminatie –, want een makelaar die het systeem van de huur bij toepast, doet het wellicht voor al zijn kandidaat-huurders, dus ik snap niet wat Unia daar plots te zoeken heeft. En ik blijf erbij: er is vandaag geen probleem, er was slechts één klacht waar geen bewijzen voor konden worden voorgelegd. De zaak is geseponeerd.
In 2015 was er ook een klacht en u hebt daar toen een vraag over gesteld. Ik heb de indruk dat u problemen creëert waar er geen zijn. Twee klachten in twee jaar tijd! Ik snap het niet. Ik vind het een beetje overdreven.
In de praktijk, wat ik hoor van de meeste vastgoedmakelaars, is het iets wat trouwens niet zo vaak gebruikt wordt. Bovendien moet een huurder toch eens nadenken als hij iets ondertekent. Als ik mij engageer als kandidaat-huurder geef ik de eigenaar de gelegenheid om een en ander op te zoeken. Als ik nadien zeg: ‘Het was maar om te lachen, ik wil het niet meer’, tja! Excuseer zeg!
Ik ben het wel volledig met u eens dat overeenkomsten contractueel beperkt zouden moeten worden in de tijd. Het kan niet zijn dat de makelaar een kandidaat-huurder voor eeuwig of voor maanden of weken verbindt. Hij mag die persoon niet aan het lijntje houden. Minister Peeters kan misschien eens bekijken of dat automatisch kan worden beperkt in de tijd. Wat mij betreft, mag dat zeer kort zijn. Dat hoeft zelfs geen week te zijn. Een eigenaar moet op twee dagen kunnen beslissen om iemand al dan niet als huurder te nemen.
De heer de Kort heeft het woord.
Ik wil ook graag starten met een het gedicht 'Poëzie', van Herman de Coninck.
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
Minister, ik kan begrijpen dat u zegt: ‘Het is een bevoegdheid op een ander niveau’. Ik denk echter dat het probleem, het misbruik, zich minder zou stellen als er meer evenwicht is tussen enerzijds de vraag en anderzijds het aanbod. Met uw conceptnota Private Huur hebt u zelf een aantal denksporen naar voren gebracht en een aantal maatregelen aangekondigd, zoals de geconventioneerde huur, het hanteren van fiscale maatregelen, de ondersteuning van het aanbod door institutionele investeerders. Wat is de stand van zaken van de concrete uitwerking daarvan?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, ik zal ook kort een gedicht voordragen. Het lijkt wel alsof u meer gezag hebt buiten uw fractie dan erbinnen.
Ik bedacht zelf net dat ik mijn eigen fractie nog tot de orde moet roepen. Dat komt nog wel. (Gelach. Opmerkingen)
De heer Engelbosch heeft mij een gedicht ge-sms't, maar ik weet niet of dat bestemd is voor publicatie.
Ikzelf zal jullie straks heel aangenaam verrassen met een sprekend gedicht.
Goed, mijn gedicht gaat over vrijheid.
Vrij zijn, het is niet zo vanzelfsprekend.
Vrij zijn, arme kinderen ernaar smekend.
Vrijheid, als je daaraan denkt,
is het dan niet fijn te weten
hoe heerlijk het is vrij te zijn?
Ik wil kort ingaan op de huurbeloften. Ik was benieuwd naar de teneur. Ik was er verleden keer, toen de vraag werd gesteld, niet bij. Maar uiteraard heb ik wel het verslag gelezen. Wat de heer Engelbosh zegt, klopt: in de praktijk komt het niet zo vaak voor. Maar, mevrouw Hostekint, uiteraard moeten misbruiken worden vermeden.
Persoonlijk denk ik dat het beter is – en de minister heeft erop gealludeerd – om dat niet op te nemen in de huurwetgeving. Het is belangrijk dat de huurwetgeving duidelijk is.
Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat, als een huurbelofte wordt getekend, men inderdaad, zoals in elk contract, goed weet wat men tekent. En uiteraard is het niet meer dan logisch dat, als je iets tekent, je de beperking in de duur mee opneemt. Er wordt daarover ook gesensibiliseerd. Als je op internet een huurbelofte opzoekt, kun je heel vaak informatie vinden over wat je er als huurder moet inzetten om je in te dekken. Dus: bezin je vooraleer je iets tekent.
Gelukkig wordt het niet zo vaak toegepast en komt het weinig tot problemen. Ik hoop de maatregelen die de minister toekomstgericht zal nemen duidelijkheid zullen vooropstellen.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik heb zeer veel goede uiteenzettingen gehoord. Ik ben het ook eens met wat de collega's zeggen.
De heer de Kort heeft een concrete bijkomende vraag gesteld, namelijk wat de timing is van de uitwerking van de conceptnota Private Huur. Ik kan u meedelen dat het Agentschap Wonen-Vlaanderen startnota's heeft opgeleverd over de verschillende onderwerpen of thema's. Het is de bedoeling om vóór het zomerreces, nog dit jaar dus, voor een eerste principiële goedkeuring te gaan. In tussentijd, tussen nu en de eerste principiële goedkeuring, zullen we uiteraard ook een consultatieronde houden met de relevante actoren in dezen.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Ik wil graag nog even reageren. Het heeft namelijk wel alles te maken met de private huurmarkt. Het feit dat het gaat over een eenzijdige belofte, maakt dat het evenwicht hier wel wat is verstoord. Ik heb verleden keer al gezegd dat men het op een zeer rationele manier benadert en stelt dat men de keuze heeft om al dan niet zo'n belofte te tekenen. We weten natuurlijk dat die huurder vaak al heel lang op zoek is en vaak om allerlei soorten redenen die keuzevrijheid eigenlijk niet heeft.
Hij is misschien beperkt qua financiële mogelijkheden of om andere redenen al lang op zoek en vindt geen woning. Ervan uitgaan dat mensen al dan niet de keuze hebben om zo’n belofte te tekenen, is, denk, ik een veel te rationele benadering van de situatie en stemt ook niet overeen met de realiteit. Mensen voelen zich gedwongen om dat te tekenen omdat ze denken dat ze anders helemaal geen kans maken om een woning te vinden of om een woning in huur te nemen.
We zijn het er allemaal over eens dat dat misbruik niet kan. Maar het heeft uiteraard alles te maken met de situatie op die private huurmarkt, waarvan we vaststellen dat heel veel mensen moeite ondervinden om een woning te vinden, om allerlei soorten redenen, en dat mensen moeite hebben om een betaalbare woning te vinden. En dat veroorzaakt natuurlijk dat soort praktijken, die duidelijk niet altijd even koosjer zijn. We moeten dat soort praktijken gewoon indijken als we willen dat er evenwicht is op die private huurmarkt.
Is het wijdverspreid of niet? Ik weet het niet. Ik heb er geen cijfers over. Het lijkt mij echter dat de klachten niet altijd evenredig zijn met het aantal gevallen. U zegt: ‘Er is maar één klacht.’ Ik zou er echter niet van uitgaan dat slechts één iemand dat is tegengekomen en dat dan toevallig diegene is die mij hierover heeft gecontacteerd.
Minister, ik zou er toch voor willen pleiten om te zoeken naar een mogelijkheid om een einde te stellen aan dit soort praktijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.