Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de vraag handelt over het fiscaal voordeel van hybride plug-inauto’s. Een hybride plug-inauto combineert een elektrische motor met een klassieke verbrandingsmotor. De combinatie van beide motoren zorgt er normaal gezien voor dat de uitstoot van de wagen lager is dan die van een soortgelijke wagen die alleen wordt aangedreven door een klassieke verbrandingsmotor. In hybride wagens wordt de batterij opgeladen tijdens het remmen en tijdens het rijden. De plug-in betekent dat de wagen de bijkomende mogelijkheid heeft om de batterij op te laden via een stopcontact.
Dergelijke hybride plug-inauto’s krijgen een fiscaal voordeel. Via de regeling van de bedrijfswagens kunnen de belastingen op de wagen tot bijna 100 procent worden afgetrokken. Particulieren die overgaan tot de aankoop van een hybride plug-inauto worden dan weer vrijgesteld van de inverkeersstellingsbelasting. Particulieren kunnen wel geen aanspraak maken op de zero-emissiepremie.
Blijkbaar zijn er heel wat chauffeurs die een hybride wagen niet correct gebruiken. In een hybride wagen kan de chauffeur zelf kiezen door welke motor de wagen wordt aangedreven. Daarbij wordt vaak een verkeerde keuze gemaakt. Met als gevolg dat de wagen vooral wordt aangedreven door de klassieke motor, met bijhorende uitstoot tot gevolg. Daarom wordt vaak gesteld dat een chauffeur die een hybride auto koopt, het best een aangepaste rijcursus zou volgen om de wagen correct te gebruiken, om op die manier de uitstoot ervan te verminderen en het klimaatvoordeel te maximaliseren.
Naast het foutief gebruik van de motor zijn er ook de steeds weerkerende verhalen van mensen die beslissen om een hybride plug-inauto te kopen, maar bij vertrek uit de garage de oplaadkabel zogezegd vergeten. Zij gebruiken hun hybride wagen als gewone diesel- of benzinewagen. Een studie van TNO geeft aan dat in Nederland 25 procent van de mensen die beschikken over een hybrideauto alleen gebruikmaken van de klassieke verbrandingsmotor. Dit aantal zou zelfs in stijgende lijn gaan. Als dezelfde cijfers van toepassing zouden zijn op Vlaanderen, zijn er veel chauffeurs die onterecht gebruikmaken van de fiscale voordelen voor hybride plug-inauto’s.
Minister, kent u de studie van TNO? Zouden de cijfers van Nederland ook van toepassing kunnen zijn op Vlaanderen? Of hebt u aanwijzingen dat dit niet het geval is? Hebt u plannen om het correct gebruik van hybride plug-inauto’s te stimuleren en te ondersteunen, zodat het klimaatvoordeel van deze auto’s wordt gemaximaliseerd? Is het niet aangewezen om het fiscaal voordeel voor de hybride plug-inauto’s via een afbouwscenario te verschuiven naar de zero-emissie-voertuigen? Ondanks de tegemoetkoming via de zero-emissiepremie blijft de aankoop van een elektrische wagen en zeker ook die van een wagen aangedreven op waterstof, een erg dure investering. Dit is ook te merken aan de erg lage verkoopcijfers van elektrische auto’s en de heel beperkte aanvraag van de zero-emissiepremie. Ziet u eventueel fiscale instrumenten of financieringsinstrumenten die de verkoop van de zero-emissievoertuigen zouden kunnen ondersteunen en stimuleren?
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de studie van TNO is me bekend. Ik ben wel niet geneigd om dat zomaar te geloven – voor men het beseft, is iedereen met een plug-inhybride iemand die de elektrische batterij nooit gebruikt. Dat is toch wat daarover rondgaat.
Het valt te betwijfelen of de resultaten zomaar kunnen worden overgezet naar Vlaanderen. Cijfers daarover hebben we niet, ook al omdat de markt bij ons nog maar recent aan het aantrekken is. De situatie in beide landen is ook wel wat anders. Zo is de financiële steun voor plug-in hybride elektrische voertuigen (PHEV’s) in Vlaanderen veel lager dan in Nederland. Dat maakt dat de total cost of ownership van deze wagens minder gunstig is en vooral gunstig kan worden gemaakt indien men op brandstof/energie bespaart door regelmatig te laden. Voorts zijn de negatieve ervaringen uit Nederland voldoende gekend en worden er inspanningen geleverd om dit probleem in Vlaanderen te voorkomen.
Het is inderdaad de bedoeling om het milieupotentieel van deze wagens ten volle te benutten. Dat kan eerst en vooral door te informeren, maar ook door te sensibiliseren. Er wordt ingespeeld op de ecologische voordelen, maar ook op de financiële, economische voordelen die regelmatig bijladen met zich meebrengt. Bedrijven, want momenteel gaat het in Vlaanderen voornamelijk over bedrijfswagens, hebben er ook baat bij dat die wagens op elektriciteit rijden, omdat de kosten dan duidelijk lager liggen. De interne controle daarop is toch wel redelijk eenvoudig, aangezien overzichten van tankbeurten voor het management nauwkeurig beschikbaar zijn. Zo zal de uitbouw van laadinfrastructuur bij bedrijven en op het openbare domein de mogelijkheid om te laden doen toenemen, wat toch wel een positief effect zal hebben op de betrokken ratio.
Het fiscale voordeel voor deze wagens is al beperkt in de tijd, tot eind 2020. Dat voordeel werd bewust ingevoerd en behouden om de transitie naar elektrisch rijden een duwtje in de rug te geven. Ik ben me ervan bewust dat dat niet het ideaal is. Ons streefdoel is het volledig elektrisch rijden, de zero emissie. Die plug-inhybriden geven de consumenten echter de mogelijkheid om vertrouwd te geraken met elektrisch rijden. Ik zie welke types mensen vandaag naar die plug-in overstappen. Ik ben toevallig naar de match AA Gent-KV Oostende geweest. Verscheidene mensen zijn me daar komen vragen wat ze moesten doen aangezien ze een nieuwe auto moesten kopen. Ik antwoordde dat ze zeker geen dieselwagen meer mochten kopen als ze op dit moment een dieselwagen hadden. Het is dus duidelijk dat dergelijke mensen aan het bekijken zijn wat ze moeten doen. Als zij al de stap zetten naar plug-inhybriden, dan hebben we al een heel grote stap vooruit gezet. Vanavond ga ik dat nog eens doen, want ik ga proberen naar de match Oostende-Gent te gaan. Ik zal proberen nog eens een paar mensen uit het bedrijfsleven te overtuigen om de stap te zetten naar plug-inhybriden.
Op deze wijze geraken consumenten vertrouwd met elektrisch rijden én het bijhorende opladen zonder de door velen gepercipieerde ‘range anxiety’. Dat is toch wel belangrijk. Dat blijft voor mij echt een goede stap richting zero-emissierijden. De markt van deze plug-invoertuigen helpt ook om de technologie – de elektromotoren en de batterij – verder te ontwikkelen en ook meer betaalbaar te maken door de eraan verbonden schaalvoordelen.
Voor zuiver elektrische voertuigen is het voordeel voor de particulieren ook veel groter door de invoering van de premie voor zero-emissievoertuigen.
De ‘total cost of ownership’ van een batterijelektrische wagen is door de premie en de belastingvrijstellingen niet meer zo ver verwijderd van de total cost of ownership van gewone wagens. De lage – maar wel stijgende – verkoopcijfers hebben vermoedelijk meer te maken met het beperkte modelaanbod, zoals ik al heb gezegd, en met de gangbare perceptie, maar ook met de angst voor verandering. Acties zoals de uitbouw van een basislaadinfrastructuur beschreven in het actieplan van de Vlaamse Regering moeten toelaten om de particulieren toch steeds meer over de streep te trekken.
Zoals ook in het actieplan is aangegeven, blijft er een verschil tussen batterijelektrische wagens en wagens op brandstofcellen, bijvoorbeeld met waterstof. De uitrol van de waterstoftechnologie zit in een vroeg stadium, met hogere prijzen en minder tankmogelijkheden tot gevolg. Het is jammer dat de fractieleider van de N-VA al is verdwenen, want daarmee eindig ik in feite nog eens in zijn richting.
De toekomst zal moeten uitwijzen of het, gelet op de batterijevolutie, niet interessanter is om de beide technologieën elk verder hun eigen rol te laten vervullen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk inderdaad dat de situatie in Nederland en Vlaanderen in dezen wel wat verschillend is, zij het dat we er toch naar moeten streven om zo snel mogelijk helemaal de juiste richting uit te gaan. Zeker voor personenwagens is dat niet hybride, maar volledig elektrisch of volledig op waterstof. Ik hoop dus dat we die switch zo snel mogelijk kunnen maken en in de toekomst nog verder kunnen versnellen. Misschien moeten we ook eens over nadenken over het inbouwen van wat stimulansen of het wegnemen van wat drempels met betrekking tot de financiering van de aankoop van zo’n auto. We zullen u daar alleszins verder in steunen.
Vanavond zal ik u echter niet steunen. Dan kies ik voluit de zijde van uw woordvoerder. Maar goed, ik wens u toch veel plezier. (Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.