Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijn korte vraag gaat over de communicatie van de Vlaamse Ombudsdienst over een dossiertje over de Vlaamse energieheffing. Volgens de Ombudsdienst zouden er honderden voorbeelden zijn van gezinnen die een te hoge bijdrage moeten betalen voor de energieheffing. Dit probleem doet zich blijkbaar voor bij gezinnen die van elektriciteitsleverancier zijn veranderd. Dat zijn er heel wat. Enkele maanden na hun overgang van die elektriciteitsleverancier hebben ze al een jaarafrekening ontvangen. De leverancier extrapoleert het verbruik van die paar maanden naar een jaarverbruik op basis waarvan de energieheffing dan wordt berekend. Als in die paar maanden het elektriciteitsverbruik hoger is dan gemiddeld, bijvoorbeeld als gevolg van de koude, zal de energieheffing die het gezin wordt aangerekend, mogelijk in een hogere schijf liggen dan de schijf op basis van zijn werkelijk jaarverbruik.
Als hier geen oplossing voor gevonden kan worden en gezinnen die overstappen van elektriciteitsleverancier mogelijk altijd een te hoge of een te lage energieheffing krijgen aangerekend, zal dit mogelijk een bezwaar zijn voor gezinnen om nog over te stappen van energieleverancier. Dat kan zeker niet de bedoeling zijn. Ondertussen weten we dat het niet zo’n vaart zal lopen. De minister heeft er al op geantwoord in de pers. Ik heb toch nog een aantal vragen.
Zullen gezinnen die op basis van hun jaarverbruik een te hoge energieheffing hebben betaald, het te veel betaalde bedrag automatisch terugkrijgen of dienen zij hiervoor bepaalde stappen te zetten in de richting van de elektriciteitsleverancier?
Zullen de gezinnen het te veel betaalde bedrag teruggestort krijgen of zal dit pas verrekend worden via een volgende factuur?
Ziet de minister een oplossing voor dit probleem zodat mensen toch direct de juiste energieheffing krijgen aangerekend? Of zal dit blijven voorvallen bij gezinnen die kort na een overstap van elektriciteitsleverancier hun energieheffing moeten betalen?
Kan een soortgelijk probleem zich ook voordoen bij gezinnen die het sociaal tarief van de energieheffing moeten betalen, waardoor zij geen 25 euro maar 100 euro krijgen aangerekend?
Wanneer zal de aanpassing aan de energieheffing, waarbij de grens tussen een heffing van 290 euro en 770 euro verschuift van 20 megawattuur naar 25 megawattuur, definitief worden goedgekeurd?
Minister Tommelein heeft het woord.
Het Energiedecreet bevat de regels aangaande de berekening van het jaarverbruik voor de inning van de energieheffing. Ik zal me in mijn antwoord verder beperken tot de situatie van natuurlijke personen. Bij hen gebeurt de facturatie van de elektriciteitsafnamen jaarlijks. De heffing wordt berekend op basis van de verbruiksgegevens over de twaalf maanden die voorafgaan aan de einddatum van de periode waarop de factuur betrekking heeft.
Indien de verbruiksgegevens waarop de factuur betrekking heeft, niet overeenstemmen met een periode van twaalf maanden die voorafgaan aan de einddatum van de periode waarop de factuur betrekking heeft, dan worden de verbruiksgegevens geëxtrapoleerd aan de hand van in de elektriciteitsmarkt vastgelegde verbruiksprofielen. Deze regels bevatten dus een logische sequentie: eerst het daadwerkelijke verbruik, en pas bij ontbreken van dergelijke gegevens, bijvoorbeeld in geval van een nieuwbouw of een nieuwe aansluiting, een extrapolatie.
Het is bij de toepassing van deze regels dat bij een switch een aantal leveranciers voor hun nieuw te beleveren afnamepunten geen rekening hebben gehouden met het in dat kalenderjaar reeds gerealiseerde verbruik bij een andere leverancier, maar louter extrapoleren op basis van de eigen gegevens met betrekking tot dat verbruik op dat afnamepunt. Wanneer die maanden zich dan bijvoorbeeld bevinden in een periode waar het verbruik regulier hoger is, bijvoorbeeld de winterperiode, en men sowieso flirtte met de grens tussen heffingscategorieën, dan kan het dat bij de proratering van de heffing een te hoge tariefcategorie wordt gebruikt. Let wel, het omgekeerde is ook mogelijk: indien in lagere verbruiksmaanden een opname gebeurt, kan er ook een onderschatting gebeuren, waardoor een te laag heffingsbedrag wordt aangerekend.
De energieheffing wordt voor rekening van het Vlaamse Gewest geïnd door de elektriciteitsleveranciers. Aangezien de Vlaamse overheid de heffing niet zelf int, hebben we geen rechtstreekse middelen om op de inning ervan in te grijpen. De ombudsman beveelt in dit kader aan dat de elektriciteitsleverancier bij de eerstvolgende eindafrekeningen nagaat of de klant in aanmerking komt voor een herberekening van zijn eindafrekening voor het heffingsjaar 2016. Dit bedrag, in bonus of in malus, kan dan worden verrekend via de volgende afrekenings- of slotfactuur. Ik sluit me bij deze zienswijze aan. Uiteraard kan men zich steeds ook zelf bij het ontvangen van een slotfactuur rechtstreeks tot de leverancier wenden en om een rechtzetting verzoeken.
Ik heb intussen ook reeds een aantal initiatieven genomen ten einde de transparantie van de aanrekening van de energieheffing te verhogen. Vooreerst heb ik al aan de Vlaamse Belastingdienst de opdracht gegeven om in de uitgebreide rubriek ‘Veelgestelde vragen’ op hun website duidelijker uit te leggen hoe het jaarverbruik moet worden bepaald indien er een opname plaatsvindt tussen de jaarlijkse meteropnames. Deze aanpassing werd gisteren, 13 december, op de website gezet. Vorige vrijdag heb ik via een aanpassing van het energiebesluit de duidelijkheid verhoogd betreffende de inning van de energieheffing. Elke leverancier zal nu op de afrekening en de slotfactuur duidelijk de precieze vergoeding die de afnemer van de elektriciteit verschuldigd is, de heffingsgrondslag en de berekeningswijze van de energieheffing moeten vermelden. Tot slot zal ik ook aan de netbeheerders decretaal de opdracht geven om de leveranciers per afnamepunt dat ze beleveren de verbruikshistoriek van de voorbije twaalf maanden ter beschikking te stellen. Hierdoor zal elke leverancier steeds over de correcte gegevens beschikken waardoor in de toekomst dergelijke verkeerde extrapolaties niet meer zouden mogen voorkomen.
U stelt ook de vraag naar de situatie van de afnamepunten van categorie A. De personen uit categorie A kunnen genieten van een uniform tarief van 25 euro. Zij zitten in die categorie, niet vanwege een bepaalde verbruiksschijf, maar vanwege hun persoonlijke situatie. Enkel bij personen die geen beschermde afnemer zijn, maar die wel een budgetmeter of stroombegrenzer hebben, kan zich in theorie ook een verkeerde aanrekening voordoen, maar dat kan enkel wanneer zij terugkeren naar de reguliere markt en het verbruik in het kader van de berekening van het heffingstarief opnieuw relevant wordt.
Het ontwerp van decreet waar u naar verwijst, ligt momenteel voor advies bij de Raad van State, wat inhoudt dat de definitieve goedkeuring waarschijnlijk pas begin januari 2017 zal kunnen plaatsvinden, waarna de parlementaire behandeling in dit parlement nog zal moeten worden doorlopen. Ik streef naar een inwerkingtreding op 1 maart 2017.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor uw initiatief tot aanpassing van de regelgeving om de energieheffing op een transparante manier te laten verlopen. De verbruikshistoriek van twaalf maanden zal zorgen voor een definitieve aanpak van dit probleem. Voor de problemen die zijn ontstaan, draagt de oplossing van de ombudsdienst ook uw voorkeur weg, begrijp ik. Hebt u dat zelf gecommuniceerd aan de leveranciers, zodat we zeker zijn dat ze inderdaad allemaal die oplossing zullen hanteren en die verrekening gaan doen?
Ik hoop dat die inwerkingtreding op 1 maart 2017 hier zo snel mogelijk besproken en goedgekeurd kan worden, zodat de mensen voor de energieheffing in de correcte schijf kunnen worden ingedeeld.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Het aangepaste tarief zal in werking treden op 1 maart. In het verleden is gebleken dat de mensen die in die schijf van 770 euro, die nu wordt verlaagd naar 290 euro, vooral particulieren zijn die hoofdzakelijk elektrisch verwarmen. Minister, hoe kunnen we ervoor zorgen dat daarin een omslag wordt gemaakt? Hoe kunnen we die groep van mensen die elektrisch verwarmen benaderen om naar een ander type van hoogrendementsverwarming over te stappen? Voor kwetsbare afnemers is de energieheffing sowieso 25 euro, voor hen is dit niet van toepassing. Maar voor serieuze aanpassingen op het vlak van verwarming komt men ook in aanmerking voor de Renovatiepremie. Het zou goed zijn na te denken over hoe we die gezinnen kunnen stimuleren om over te stappen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat nu naar aanleiding van de energieheffing naar boven komt, is een probleem dat al jaren bestaat, namelijk de verbruiksprofielen. Dat is een federale materie en die profielen worden door het federale niveau opgesteld. Als particulier kun je met betrekking tot je afrekening of de voorstellen tot voorafbetalingen altijd bij je leverancier terecht om te melden dat je het er niet mee eens bent of om daar wijzigingen in aan te brengen. Nu zitten we wel met het fenomeen dat leveranciers zich baseren op een verbruiksprofiel dat op een theoretische manier is opgemaakt. Hebben we die federale verbruiksprofielen nog wel nodig? Vanaf het moment dat we een digitale meter hebben denk ik dat we ze niet meer nodig hebben. Dan hebben we immers de exacte gegevens.
Het gaat hem natuurlijk ook over de transparantie van de factuur in het algemeen. We moeten bijvoorbeeld ook vaststellen dat leveranciers de groenestroomcertificaten te duur aanrekenen. In plaats van een winstmarge te nemen op hun commodity, op hun leveringsgedeelte, nemen ze die op hun groenestroomcertificaten.
Ik heb te vaak mensen en ondernemingen erop gewezen dat ze niet alleen de prijzen van het leveranciersgedeelte moeten vergelijken, maar bijvoorbeeld ook het gedeelte van de groenestroomcertificaten. Een groenestroomcertificaat is een bepaalde kost die gekend zou moeten zijn, zodat daar niet bepaalde marges op worden gerekend. Ik ben zelf voorzitter geweest van het Vlaams Energiebedrijf. Ik heb gezien dat de Vlaamse overheid veel te veel betaalde aan groenestroomcertificaten. Zodra je dat in de markt zette, daalde dat met 30 tot 40 procent. Er was dus wel degelijk iets aan de hand. En veel leveranciers doen het. Mijn bijkomende vraag is dus: hoe kunnen we de transparantie in het algemeen vergroten?
De heer Danen heeft het woord.
Ik wil kort inpikken op wat mevrouw Taeldeman net zei over de elektrische verwarmingstoestellen. Er zijn in Vlaanderen 300.000 mensen of gezinnen die elektrisch verwarmen. Ik wacht op een actieplan om mensen weg te laten gaan van elektrische verwarming, omdat ze nu helemaal niet energie-efficiënt verwarmen en bovendien veel te veel betalen. Er is op dat vlak dus nog een gigantische uitdaging.
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega’s, mensen begrijpen het inderdaad niet altijd goed. Wij promoten elektrisch rijden en we raden elektrisch verwarmen af. Dat is voor hen iets nieuws geweest, ook in de communicatie. Er zijn ook altijd nog positieve zaken aan minder positieve zaken. Een aantal zaken komen inderdaad naar boven naar aanleiding van de energieheffing. Een van de zaken die heel duidelijk geworden zijn, is dat elektrisch verwarmen absoluut moet worden afgebouwd en dat we daar alternatieven voor moeten zoeken.
En dat gebeurt ook. We breiden de premies uit. We breiden ook de premies uit voor de sociaal zwakkeren in onze samenleving. Ik denk dat we die premies nog bekender moeten maken bij het grote publiek. Dat blijft bij mij een grote bekommernis. Ondanks het feit dat er af en toe heel veel lawaai rond wordt gemaakt, kennen heel veel mensen hun elektriciteitsverbruik en -factuur nog altijd onvoldoende.
Ik denk inderdaad, mijnheer Gryffroy, dat de verbruiksprofielen zullen uitdoven, omdat je in de toekomst met een ander type meter te maken zult hebben, waar de opvolging op verschillende fronten de zaken een stuk gemakkelijker zal maken. Wij gaan een interfederale werkgroep opstarten om die facturen transparanter te maken, want er zijn zowel gewestelijke als federale eisen die daarop geformuleerd moeten worden. De factuur eenvoudiger en transparanter maken, is niet alleen een zaak van ons, maar voor een stuk ook van de federale overheid. We kunnen dat het best eens uitwerken in een interfederale werkgroep.
Naast het transparanter maken van de factuur, is het ook mijn bekommernis om de energiefactuur, als het enigszins kan, kleiner te maken voor de mensen. Maar dat betekent heel veel communicatie en actieplannen. Ik ben gisteren in mijn eigen stad nog gaan spreken voor een congres over energiearmoede. Het is duidelijk dat wij op het terrein nog heel veel werk hebben. De energieconsulenten en energiehuizen moeten daar een belangrijke rol in blijven spelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.