Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het stimuleren van transport op aardgas
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Tijdens het tv-programma De zevende dag van zondag 20 november werd er gedebatteerd over het voorstel van Groen om vanaf 2030 alle nieuwe wagens die rijden op fossiele brandstoffen te bannen. Minister, u liet nog dezelfde dag via Twitter en een artikel in De Morgen weten dat u geen voorstander bent van die verplichting. ‘Opleggen, eisen en verplichten’ zijn volgens u niet de juiste manieren om mensen te overtuigen.
Hoewel u in de media graag meedeelt dat het aantal verkochte particuliere elektrische wagens met bijna 500 procent is gestegen, moet er ook worden vastgesteld dat het aantal elektrische bedrijfsvoertuigen met ongeveer eenzelfde aantal is gedaald in dezelfde periode van dit jaar. Ook CD&V heeft een voorstel gelanceerd in die periode om nieuwe fossiele wagens te bannen vanaf 2030.
Minister, u bent geen voorstander van de verplichting om wagens die rijden op fossiele brandstoffen te bannen vanaf 2030. Tegelijk moeten wij vaststellen dat in de eerste negen maanden van dit jaar het aantal verkochte elektrische wagens in België nog geen 0,4 procent uitmaakt van alle nieuw ingeschreven voertuigen. Hoe wilt u de omslag van rijden op fossiele brandstoffen naar rijden op elektriciteit faciliteren? Wat is hierbij uw streefdoel tijdens deze legislatuur, uitgedrukt in percentage ingeschreven elektrische voertuigen ten opzichte van het totaal ingeschreven nieuwe wagens?
De woordvoerder van VAB geeft aan dat op dit moment de cng-wagens (Compressed Natural Gas) een kostenefficiënter alternatief zijn voor de elektrische wagens. Cng is eveneens een fossiele brandstof, en bovendien bestaat het gevaar dat bij een sterke uitbouw van de cng-infrastructuur deze brandstof alsnog zal worden gepromoot net omdat de investeringen in deze infrastructuur zijn gebeurd. Dan krijgen we het omgekeerde van wat we eigenlijk willen. Hoe staat u tegenover het gebruik van cng als brandstof voor wagens? Hoe zult u voorkomen dat deze brandstof de omslag naar rijden op elektriciteit zal vertragen?
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, met het actieplan ‘Clean power for transport’ engageert de Vlaamse Regering zich, conform de Europese richtlijn van 22 oktober 2014, om een beleidskader uit te tekenen voor de marktontwikkeling van milieuvriendelijke energie/brandstoffen voor voertuigen en de bijhorende infrastructuur. In grote lijnen wordt rond drie milieuvriendelijke aandrijftechnologieën gewerkt om de brede transportsector te vergroenen: elektriciteit, waterstof en aardgas. Elke technologie heeft daarbij zijn specifieke voor- en nadelen. Zoals we in het verleden al gezegd hebben, is het daarbij van belang dat de overheid zich technologieneutraal opstelt.
In tegenstelling tot vervoer op elektriciteit en waterstof, is er in het geval van aandrijving op aardgas nog steeds uitlaatemissie aanwezig. Daar zijn we ons heel goed van bewust, maar rijden op aardgas is beduidend milieuvriendelijker dan diesel en benzine en deze technologie laat toe om op korte termijn milieuwinst te boeken. Zeker op het vlak van zwaar vervoer zijn hier grote mogelijkheden. In de hernieuwbare vorm, namelijk biogas/biomethaan/groengas – collega Danen had het enkel over cng als fossiele brandstof, maar dat kan natuurlijk ook in de vorm van biogas en groengas –, worden de grootste milieuwinsten geboekt.
We zien dat vele Europese landen volop de kaart van cng trekken, Duitsland en Italië doen dat. Bij ons staat het nog in de kinderschoenen, met slechts enkele duizenden voertuigen op de baan. Er zouden momenteel een kleine honderd publieke aardgastankstations in België zijn, waarvan het leeuwendeel in Vlaanderen. Het is voornamelijk Colruyt, met DATS 24, dat zich daarachter zet. Voor het gebruik van aardgas in transport heeft Vlaanderen een aantal troeven, vooral dat ons aardgasnet erg uitgebreid en ‘dense’ is.
Het ‘Clean power for transport’-plan legt de nadruk op de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Het plan spreekt wel van de realisatie van driehonderd cng-stations in Vlaanderen tegen eind 2020. Het plan gaat hierbij uit van een spontane marktontwikkeling. Via de vrijstelling in de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling (BIV) voor cng-voertuigen ondersteunt de Vlaamse overheid alvast wel de uitrol van cng tot 2020. Daarnaast is er de recente klimaatresolutie: daar is de doelstelling voor personenwagens om onmiddellijk naar zero-emissie voertuigen over te schakelen. Voor vrachtwagens spreekt de resolutie zich minder uit.
Is het reeds mogelijk om een apart contract af te sluiten voor het vullen van een cng-voertuig, zoals de Europese richtlijn vereist? Hoe kan het thuisladen van cng-voertuigen verder gestimuleerd worden?
Er wordt gemikt op een voortschrijdende uitbouw tot 300 cng-stations in Vlaanderen tegen eind 2020. Hoeveel publieke tankstations zijn er momenteel in Vlaanderen? Op welke manier wordt de uitrol gestimuleerd en worden een aantal uitgangspunten bewaakt, zoals een logische geografische spreiding en de afstemming op de ligging van het aardgasnet?
Binnen de conceptnota ‘Clean power for transport’ wordt gewerkt aan een globale visie op biomethaan/bio- of groengas en concrete ondersteuning voor toepassingen in transport. Welke plaats krijgt biomethaan/bio- of groengas binnen het vergroeningsbeleid van de transportsector? Aan welke concrete vorm van ondersteuning denkt u? Worden eventueel decreetgevende initiatieven ter zake overwogen?
Het signaal dat ik vooral wil geven, is dat cng enerzijds al een grote milieuwinst betekent ten aanzien van benzine en diesel. Dat is een eerste stap. Anderzijds moeten er daarna nog vele stappen volgen. Dat betekent dat cng perfect kan dienen als tussenoplossing, voornamelijk in zijn biovorm en niet noodzakelijk alleen maar fossiel.
Minister Tommelein heeft het woord.
In het kader van de Week van de Milieuvriendelijke Voertuigen ben ik met een waterstofauto naar hier gekomen. Dat is een aanrader, dat rijdt goed. In het kader van de Week van de Milieuvriendelijke Voertuigen kunnen er trouwens ook testritten worden gedaan.
Mijnheer Danen, ik ben uiteraard verheugd dat ik tijdens de Week van de Milieuvriendelijke Voertuigen vragen krijg over deze voertuigen en vooral over mijn visie daarop.
Om te beginnen ben ik een groot voorstander van de omschakeling naar cleanpowervoertuigen en meer in het bijzonder naar zero-emissievoertuigen. Als minister van Energie heb ik daarvoor de voorbije periode al heel wat initiatieven genomen en ik zal dat blijven doen. Zo heeft de Vlaamse Regering een actieplan ‘Clean power for transport’ goedgekeurd, waarin diverse stimulerende initiatieven zijn opgenomen. Die worden op het ogenblik ook uitgerold. Ik communiceer daar zo veel mogelijk over om mensen bewust te maken. Gisteren nog was er in de pers het bericht dat de netbeheerders volgend jaar 750 laadpalen zullen plaatsen. Ik ben me ervan bewust dat een dergelijke drastische omslag voor vele mensen een grondige aanpassing vergt en dus tijd vraagt. Het is dan ook niet te verwonderen dat de elektrische wagens met batterij bij ons nog maar 0,5 procent van de markt uitmaken, ook al staat buurland Nederland al een stap verder.
Vanaf nu kan het echter snel gaan richting 2030. Ik ben er geen voorstander van nu al bepaalde voertuigen te verbieden en te verbannen. We moeten in de eerste plaats zorgen voor alternatieven en zo veel mogelijk de hinderpalen wegwerken die het nu moeilijk maken mensen te overtuigen om die voertuigen aan te kopen. Mensen vinden het niet prettig wanneer we aankondigen iets te zullen verbieden als er nog geen volwaardige alternatieven aanwezig zijn.
De belangrijkste autoconstructeurs hebben de voorbije weken en maanden aangekondigd dat ze volop inzetten op de productie van zero-emissiewagens. De modellen zullen performanter worden. Ik ben dit weekend nog in Kortrijk op een autobeurs geweest en daar stonden heel veel elektrische en cng-modellen. Het aanbod is al iets beter, met constructeurs zoals Hyundai, die nieuwe modellen op de markt brengen, maar het blijft nog altijd redelijk beperkt. Een breder aanbod is belangrijk, want mensen kiezen ook graag een auto die hun aanstaat. Het model moet aantrekkelijk zijn, maar ook de actieradius van de batterijen moet nog verbeteren en de laadsystemen moeten hogere vermogens aankunnen. Ik verwacht ook dat de prijzen van de batterijen zullen zakken en dat dat niet tot 2030 zal duren. Ik verwacht het omslagpunt eerder, al in 2020. Dan zullen heel veel elektrische wagens evenwaardig zijn aan de huidige wagens qua prijs, aanbod en actieradius.
Niet iedereen is het ermee eens, maar in de Europese richtlijn wordt cng wel degelijk beschouwd als ‘clean power’. Aan de lidstaten wordt dan ook gevraagd om hierrond beleid uit te werken. We hebben hierover in het Vlaamse actieplan dan ook een duidelijke positie ingenomen. Cng is milieuvriendelijker dan diesel en benzine, zeker voor de luchtkwaliteit. Bovendien is aardgas, lng of cng, ook bruikbaar voor het zwaardere wegvervoer en het waterwegvervoer, terwijl de capaciteit van de batterijen daarvoor nog moet toenemen of de waterstoftoepassingen nog verder moeten worden ontwikkeld.
Dat is een belangrijk element in de vergroening van de verkeersfiscaliteit. Voor privéwagens gaat de omschakeling goed vooruit, maar vergeet niet dat we voor die categorie een vergroening van de verkeersfiscaliteit hebben gehad. Voor bestelwagens komt die er nu ook, en daarbij zal de omschakeling van diesel naar cng een heel belangrijke rol spelen. Volgens sommigen is er voor bestelwagens geen aanbod buiten diesel, maar dat klopt niet. Er is wel degelijk een cng-aanbod.
Op korte termijn zijn er dan ook mogelijkheden om met aardgas winst te boeken, maar op langere termijn blijft het belangrijk te streven naar zero-emissievervoer. De Vlaamse incentives zijn dan ook op elektrische voertuigen gericht. De verkoop van cng is goed voor ongeveer 0,5 procent van de markt. Er blijft dus ruimte genoeg voor elektrische en waterstofvoertuigen om de komende jaren delen van de overblijvende 99 procent van de markt in te nemen.
Mijnheer Diependaele, het is belangrijk dat er signalen zijn dat de huidige cng-installaties later tot waterstoftankstations kunnen worden omgebouwd. Dat zal u waarschijnlijk plezier doen. Indien dat klopt, zijn de investeringen in cng-stations een eerste opstap naar zero-emissiewaterstofvoertuigen.
Het tanken van cng verloopt zoals het tanken van benzine of diesel, met de keuzevrijheden die daarbij van toepassing zijn. Het lijkt me momenteel niet aangewezen om het thuis tanken van cng te stimuleren, aangezien er mogelijkheden genoeg zijn via tankstations – er komen voortdurend cng-stations bij – en het hier toch om aardgas onder druk gaat. Er zijn al 65 cng-stations in Vlaanderen en 12 zijn er in wording.
Daarmee halen we de vooropgestelde doelstelling voor 2016 die in het Vlaams actieplan is opgenomen. De logica van de markt houdt in dat er een redelijke spreiding van het netwerk moet zijn. Het geheel moet op het aardgasnet worden afgestemd. De verantwoordelijken voor de coördinatie van het actieplan en het CPT-team volgen dit op. De Natural Gas Vehicle Association is hier een actief lid van.
Een derde punt is dat biomethaan nu reeds wordt ondersteund. Elk jaar organiseert het Vlaams Energieagentschap (VEA) een call met betrekking tot de productie van biomethaan. In deze call komen zowel projecten voor de injectie in het aardgasnet als projecten voor de toepassing van biomethaan in voertuigen aan bod. De goedgekeurde projecten krijgen een investeringssteun van maximaal 1 miljoen euro. De voorbije calls hebben al tot de goedkeuring van twee projecten geleid.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt ons natuurlijk stof gegeven voor een heel debat over het elektrisch rijden. Gezien onze volle agenda stel ik voor dat we dit toch beperken. Ik wil toch een paar punten naar voren brengen.
Ik ondersteun natuurlijk het idee dat cng als een transitiebrandstof kan dienen. Zo kan dit, bijvoorbeeld, voor bestelwagens, die meer voor stedelijke toepassingen worden gebruikt, de komende jaren zeker een waardig alternatief voor diesel of benzine zijn.
U hebt verklaard dat u niets wilt verplichten of verbannen. U wilt een beleid voeren dat de mensen ertoe aanzet de keuzes te maken die wij wensen. Dat is op zich natuurlijk een zeer goede keuze. Ik hoop dat u of uw opvolgers, wat misschien wel mensen in deze zaal zullen zijn, door middel van flankerend en regulier beleid ervoor zullen zorgen dat de mensen in 2030 sowieso voor een elektrisch voertuig zullen kiezen als ze een wagen willen kopen. Dit moet dan het interessantst en het goedkoopst zijn, maar ook de minste uitstoot met zich meebrengen. Op die manier zouden we natuurlijk drie vliegen in één klap slaan.
Minister, ik weet dat u zeer hard werkt. U komt vaak in de pers en u kondigt veel aan. Op het vlak van de elektrische voertuigen zou ik u echter willen vragen nog een tand bij te steken.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik kan me hier volledig in vinden.
Mijnheer Danen, ik ben blij te horen dat cng volgens u ook als een overstap kan worden gebruikt. Ik had dat, in alle eerlijkheid, niet afgeleid uit uw schriftelijke vraag. Ik heb de conceptnota van de heer Rzoska uit 2013 gelezen. Daarin staat dat cng als tussenstap een goede zaak kan zijn.
Zelf ben ik een absolute fan van waterstof. Dat is al zeven of acht jaar aan de gang, maar we moeten erkennen dat het traag verloopt. Het gaat, in alle eerlijkheid, trager dan ik zou willen.
Minister, u hebt zelf verklaard dat dit met meer dan enkel de technologie te maken heeft. Het heeft ook te maken met de prijs, de oplaadpunten, de modellen van de wagens en dergelijke. Ik vind dan ook dat we dergelijke nieuwe technologieën ondersteuning moeten blijven bieden. We moeten immers aanvaarden dat we op korte termijn een paar winsten moeten boeken.
Dit kan perfect met behulp van cng, wat zeker een paar voordelen biedt. Het is mogelijk thuis op te laden, en de prijs ligt een stuk lager dan bij waterstofwagens, die nog zeer duur zijn. Bovendien hoeft de chauffeur zijn gedrag niet veel bij te schaven. Volgens de experts is dit immers een van de belangrijkste redenen waarom mensen nog steeds twijfelen om de overstap naar elektriciteit of zo te maken. Ze zouden hun gedrag te veel moeten aanpassen. Volgens mij zou dit geen bedreiging voor het elektrisch rijden vormen. Het lijkt me een tussenstap in de overstap. Dat is het signaal dat ik wil geven. Het is een goede tussenstap.
Daarenboven moeten we opletten met de focus die nu zeer sterk op het personenvervoer ligt. Dit heeft natuurlijk de grootste impact, maar er is ook het vrachtvervoer. Elektriciteit op batterijen zal op dat vlak waarschijnlijk geen oplossing bieden. Op lange termijn zou waterstof daar zeer veel kunnen betekenen. Dit zou een oplossing kunnen bieden.
Cng is een mogelijkheid om de transitie te maken die we absoluut moeten onderzoeken. Als overheid moeten we zeer voorzichtig zijn met de stimulansen voor de transitie. Als iets stilaan begint te werken, mogen we niet het signaal geven dat we eigenlijk iets anders willen. Nu investeren bepaalde mensen, zoals DATS 24 en anderen, in oplaadpunten voor cng. We mogen die mensen niet afschrikken met de boodschap dat dit niet voldoende is en dat we iets meer willen. Dat zou geen goede zaak zijn. We moeten het signaal geven dat we dit wel degelijk steunen.
Ik ben overigens zeer blij te vernemen dat de cng-laadstations later blijkbaar gemakkelijk tot waterstoflaadstations kunnen worden omgebouwd. Ik wist dat, in alle eerlijkheid, niet. In het licht van de langetermijnvisie wil ik dit in de toekomst zeker in het oog blijven houden.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ook ik probeer het doen en laten van onze zeer daadkrachtige minister te volgen. Blijkbaar heeft de heer Danen naar De zevende dag gekeken. Ik heb tijdens de zomer naar VTM gekeken.
Minister, u hebt op televisie verklaard er persoonlijk voorstander van te zijn tegen 2030 in Vlaanderen enkel nog auto’s op schone energie te verkopen. Ik heb dat goed onthouden. Dit punt is dan ook mee opgenomen in de resolutie betreffende een sterk Vlaams klimaatbeleid die hier een tweetal weken geleden is goedgekeurd. In deze resolutie hebben we het u iets minder moeilijk gemaakt dan de lat die u voor uzelf had gelegd. We hebben de Vlaamse Regering gevraagd om een uitdoofscenario uit te werken voor personenwagens met een verbrandingsmotor. Het gaat om een traject tot in 2050, met minstens een halvering van de verkoop en de inverkeersstelling tegen 2030. Dit is conform het scenario dat het Europees Milieuagentschap heeft berekend.
Minister, we kunnen ons de vraag stellen of dit al dan niet voldoende ambitieus is. De marsrichting is in elk geval duidelijk. We hebben de Vlaamse Regering gevraagd aan een dergelijk uitdoofscenario te werken. Dit is dan ook een vraag en een warme oproep om hier effectief werk van te maken.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, ik heb nog een tip voor u. Bedrijven die over een cng-wagenpark beschikken, kunnen vulstations plaatsen bij de personeelsleden die thuis over aardgas beschikken. Die vulstations zijn dan wel traagvullend, maar sommige bedrijven sturen hun technici de baan op. Als de werknemers hun voertuig ’s avonds in de thuisinstallatie pluggen, heeft het vulstation heel de nacht om dat voertuig traag te vullen. ’s Ochtends zijn al die wagens dan opnieuw gevuld. Aangezien er geen verplaatsing naar de pomp is, betekent dit ook tijdswinst voor het bedrijf.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik denk dat de doelstellingen duidelijk zijn en dat iedereen erachter staat. Iedereen begrijpt dat we zo snel mogelijk moeten kunnen omschakelen van fossiele brandstoffen naar zero-emissievoertuigen. Iedereen is het daarover eens. We kunnen discussiëren over de snelheid en de manier waarop en over het al dan niet verplichten. Ik probeer het nog altijd te doen met stimuleren en motiveren.
Mijnheer Nevens, we kunnen dat ook thuis doen. Maar dat geldt ook voor elektrische voertuigen. Die kun je thuis gewoon via het stopcontact opladen. Het gaat iets trager dan aan een laadpaal.
En ja, mijnheer Diependaele, je kunt ook zelf elektriciteit maken op je loopband.
De heer Danen heeft het woord.
Wij vinden dat cng inderdaad een belangrijke transitiebrandstof kan zijn. Maar we willen vermijden dat er een soort ‘lock in’-effect optreedt. En als het inderdaad zo is dat cng-stations kunnen worden omgebouwd tot waterstoftanks, dan is dat wel een belangrijke aanvulling. Dat wist ik nog niet, net zo min als de heer Diependaele.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.