Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
Op zaterdag 22 oktober vond het colloquium ‘Stand van de Rand’ plaats. Dit colloquium werd door u, minister, aangekondigd tijdens de gedachtewisseling van 15 maart in onze commissie. Op het colloquium zouden de activiteiten, de projecten en de vooruitgang van het coördinatieplatform Strategisch Actieplan voor Reconversie en Tewerkstelling in de luchthavenregio (START)-Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) uit de doeken worden gedaan. Dat coördinatieplatform moet, volgens u, “terreinkennis en expertise bundelen, en de problemen specifiek voor de Vlaamse Rand op jaarlijkse basis in het voetlicht plaatsen. Uitgangspunten zijn strategisch beleidsoverleg, opvolging van de belangrijkste projecten in de Vlaamse Rand, beperking of focus op de beleidsthema’s die vandaag als de grootste knelpunten ervaren worden, namelijk Onderwijs, Omgeving, Wonen, Welzijn, Mobiliteit en Economie.”
Het colloquium zou volgens u, minister, het moment worden om jaarlijks problemen in het voetlicht te plaatsen en “terug te koppelen met de lokale mandatarissen van de Vlaamse Rand”. Dit noopt mij tot enkele vragen.
Minister, kunt u mij zeggen hoe u dat colloquium van 22 oktober evalueert, zowel wat betreft inhoud, publieke opkomst als vorm?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik schets eerst het kader. Het colloquium ‘Stand van de Rand’ kwam tot stand op basis van een bundeling van twee lopende projecten: START en het flankerend beleid gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) VSGB. Beide entiteiten verrichten goed werk, maar waren wat in de schaduw aan het opereren met een heel brede waaier van thematieken en bevoegdheden. Daarom vonden wij het belangrijk om dit samen te voegen onder het voorzitterschap van de gouverneur. Ook wilden wij zorgen voor een status quaestionis op jaarlijkse basis, en ook voor het genereren van aandacht voor de problematiek van de Rand.
Dit coördinatieplatform vond plaats onder het voorzitterschap van gouverneur Lodewijk De Witte en in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de betrokken beleidsvelden en entiteiten. We werkten op voorhand een lijst van 22 thematische fiches uit en hebben die ook geactualiseerd. Dat diende voor de voeding voor elk coördinatieoverleg. Dat kon thematisch of generiek.
Voor het zomerreces deel ik jaarlijks de stand van zaken ook mee aan de Vlaamse Regering. Ik tracht ook mijn collega’s in de Vlaamse Regering op jaarlijkse basis te sensibiliseren met betrekking tot de stand van zaken in de Vlaamse Rand.
Daarnaast is er het jaarlijkse colloquium. Dat vond plaats op 22 oktober. Het was de ambitie om verschillende mandatarissen en belanghebbenden – de uitnodiging is vrij breed gegaan – samen te brengen rond actuele thema’s. Het colloquium vond plaats op een zaterdagvoormiddag van 10 tot 12 uur, en werd gevolgd door een netwerklunch. Het was een broodjeslunch, niets fancy of zo.
Er werd doelbewust voor een zaterdagvoormiddag gekozen vanwege de beschikbaarheid van de lokale ambtenaren. Zij waren dan ook goed aanwezig.
In het inhoudelijke luik hebben wij getracht om vier prangende thema’s naar voren te brengen. Daarbij zijn wij altijd in interactie gegaan met de zaal. Dat is goed gelukt.
Het eerste thema was mobiliteit, met een focus op alles wat we van plan zijn in verband met de aanpak van de ring en het sluipverkeer. Daarnaast waren er de thema’s omgeving, met aandacht voor de realisatie van 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen in het kader van het VSGB, en onderwijs, met aandacht voor de capaciteitsmonitor, de aangroei van het aantal leerlingen in de Vlaamse Rand en de antwoorden die we beleidsmatig formuleren ten aanzien van de capaciteitsproblematiek.
Ik denk dat deze thema’s werden gesmaakt. De reacties vanuit de zaal waren positief. RINGtv en andere media hebben er verslag over uitgebracht. Er waren een zeventigtal aanwezigen. Dat is op zich, denk ik, ook wel goed.
Ik wil nog grondiger evalueren. We zullen een kleine rondvraag sturen naar zowel de aanwezigen als de afwezigen om te polsen naar de indrukken en om te achterhalen waarom ze er niet waren.
Hoe dan ook denk ik dat dit voor herhaling vatbaar is, gelet op de reacties die ik achteraf heb mogen noteren.
Minister, dank u. Het woord ‘colloquium’ betekent ‘samenspraak’, ‘gesprek’. De oorspronkelijke betekenis is: ‘discussiecollege’. U weet dat wij normaal gezien op 22 oktober met een delegatie van deze commissie zouden zijn vertrokken naar Québec. Wij hebben die reis met een dag uitgesteld omdat wij dat allemaal een heel belangrijk evenement vonden. Wij wilden absoluut aanwezig zijn op uw colloquium. Maar ik moet zeggen dat ik rond 12 uur, of nog daarvoor, want het was al voor 12 uur afgelopen, bijzonder teleurgesteld was. Voor mij was dit een zeer, zeer, zeer mager beestje. Met een colloquium, een ‘samenspraak’, verwachtte ik dat er met werkgroepen zou worden samengewerkt, dat er een discussieplatform zou zijn. Maar er waren enkel drie speeches, die volgens mij elk een louter goednieuwsshow waren, met een paar vragen uit de zaal. Dat is niet wat ik versta onder een colloquium en het betrekken en laten participeren van de lokale stakeholders.
De ‘Stand van de Rand’ is een goed initiatief, maar het moet veel meer zijn dan het louter brengen van uw goed nieuws, minister. Ik zie overleg met de stakeholders, de lokale besturen, veel fundamenteler als een echt tweerichtingsverkeer en dat was het nu niet. Als het initiatief volgend jaar wordt herhaald, dan ga ik ervan uit dat het veel grondiger wordt voorbereid, ook op het vlak van communicatie. Ik heb er amper iets over gezien. Op internet is er nog altijd weinig over te vinden. Het moet veel ruimer worden rondgestuurd en vooraf moet er veel beter over worden gecommuniceerd. Het moet grondiger worden voorbereid, in werkgroepen, zodat een echte discussie en uitwisseling mogelijk wordt. Ik vond het nu gewoon een heel mager beestje.
De heer Nevens heeft het woord.
U hebt het recht kritiek te geven, mevrouw Segers, maar ik vind het bizar dat we deze vraag om uitleg vandaag behandelen. Misschien is dat omdat ze van de voorzitter komt, maar straks behandelen we de beleidsbrief van de minister waarin het onderwerp zeker ook aan bod komt.
Ik was samen met collega Lieve Maes ook persoonlijk aanwezig, en ik vond het een lovenswaardig initiatief dat voor de eerste maal in de geschiedenis door een minister van de Vlaamse Rand werd genomen. Ik heb daar alleen maar positieve reacties gehoord van collega’s, burgemeesters en schepenen. Het is voor herhaling vatbaar en de minister geeft ook aan dat hij jaarlijks zo’n colloquium wil organiseren.
Minister, proficiat met uw initiatief. Proficiat om de nodige aandacht te geven aan problematieken die in de Vlaamse Rand leven. U hebt daar enorm veel tijd en energie in gestoken. En het zal niet blijven bij de plannen en thema’s die u aanhaalde. Er komen er nog, het houdt niet op bij deze eerste ‘Stand van de Rand’. De gouverneur heeft het ook aangehaald. Wonen is een belangrijk thema en volgende maal zullen er nieuwe thema’s aan bod komen. Proficiat, minister, met uw initiatief en proficiat ook aan de deelnemers die de moeite hebben genomen om op een zaterdagochtend om tien uur, vóór ze hun koffers pakten om naar Canada te vertrekken, daar aanwezig te zijn.
De heer Doomst heeft het woord.
Collega Nevens, ik vind dat we wel de evaluatie mogen maken. Het is niet slecht te kijken hoe zo’n samenkomst in de toekomst kan worden verbeterd. De waarheid ligt meestal in het midden tussen jubel en rouw. Door te evalueren gaan we vooruit en lossen we zaken op in de plaats van moeilijkheden bij te creëren.
Minister, het was in elk geval de eerste keer dat wij, zoals afgesproken, de ‘Stand van de Rand’ opmaakten. Het zou een jaarlijkse traditie worden. De omgeving, de zaal nodigde niet meteen uit tot communicatie, maar de thema’s waren zeer goed voorbereid en to the point. Misschien is het niet slecht, minister, voor een volgende editie ook te luisteren wat gemeenten en belanghebbenden als prioritair naar voren schuiven. In die zin heeft ook het Toekomstforum laten weten dat het graag wat nauwer bij het gebeuren wordt betrokken. Misschien is dat een hint om bij de voorbereiding, op het ogenblik dat de thema’s moeten worden aangekondigd, contacten te leggen ‘naar onder toe’ om te voelen welke thema’s men daar wil vooruitschuiven.
We hebben de afgesproken opdracht uitgevoerd en de komende jaren moeten we van dit initiatief optimaal gebruik maken om een ‘Stand van de Rand’ op te maken aan de hand van een reeks feitelijke gegevens. We kunnen op zo’n colloquium niet over alles beginnen te discussiëren, maar we kunnen er wel een concrete rapportering met feitelijke gegevens van maken.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik neem concrete en constructieve suggesties altijd in dank aan. Na afloop van elke inleidende bespreking was er altijd interactie met de zaal. Het was perfect mogelijk om het woord te nemen, suggesties te doen enzovoort. U bent misschien van het meer bedeesde type, mevrouw Segers, maar de mogelijkheid was er. Het was, zo u wil, één grote werkgroep.
Met onze uitnodigingen willen we nog verder, nog ruimer gaan. Het Toekomstforum hebben we wel uitgenodigd, maar misschien moeten we de uitnodiging naar alle leden apart sturen. Ik weet niet hoe dat gebeurt. Naar het voorzitterschap, het secretariaat, is alleszins een uitnodiging gegaan. De thematiek van de onderwijscapaciteit bijvoorbeeld kwam van onderuit en we staan open voor suggesties. In de bevraging die is verstuurd naar alle aan- en afwezigen zitten die aspecten sowieso in.
Minister, ik wil nog even herhalen dat ik het initiatief toejuich dat u in dialoog wilt gaan met de lokale belanghebbenden. Alleen de uitwerking viel voor mij heel mager uit. Ik hoop dat er bij de volgende editie echt participatief wordt gewerkt, dat er dan in werkgroepen en voorbereidende vergaderingen intensief aan de slag wordt gegaan met alle lokale stakeholders, waaronder het Toekomstforum, zodat het colloquium meer wordt dan eenrichtingsverkeer en u met de resultaten van de bevraging concreet aan de slag kunt gaan om uw beleid desgevallend bij te sturen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.