Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Iets dat is overgekomen met de zesde staatshervorming, is dat de gewesten kunnen bepalen welke snelheidsregimes ze invoeren op de wegen, behalve op de autosnelwegen. De boetes die op de gewestwegen werden uitgeschreven, worden dan federaal doorgestort naar de gewesten, naar het Vlaams Verkeersveiligheidsfonds.
Er blijven nog wel enkele onduidelijkheden in deze regeling. Een daarvan is de uitzondering in verband met de autosnelwegen. Die geldt enkel voor de algemene snelheidsbeperkingen en niet voor een situatie met specifieke snelheidsbeperkingen bij aanvullend reglement of ten gevolge van wegenwerken.
De aanvullende reglementen hebben een bijzonder toepassingsgebied en strekken ertoe de verkeersreglementering aan te passen aan de plaatselijke of bijzondere omstandigheden. Uit hun aard kunnen aanvullende verkeersreglementen geen regels van algemene politie bevatten. Alle opbrengsten uit de inbreuken op de reglementering inzake verkeersveiligheid die tot de gewestelijke bevoegdheden horen, moeten toekomen aan de gewesten.
Wat betreft de snelheidsbeperkingen bij wegenwerken is het niet meer dan logisch dat de opbrengsten van die overtredingen rechtstreeks aan de gewesten toekomen. Hiervan is duidelijk gesteld dat het niet gaat om algemene snelheidsbeperkingen.
Ik heb daarover één bondige vraag: hoever staat het met de afspraken tussen de Vlaamse en de Federale Regering over de doorstorting van de opbrengsten van de inbreuken op de reglementering inzake verkeersveiligheid die tot de gewestelijke bevoegdheden horen?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat is een moeilijke vraag. Los van het feit dat er ongetwijfeld in het parlement nog grotere voorstanders van de zesde staatshervorming zijn dan ikzelf, is de regelgeving nogal complex.
Enerzijds zijn de deelstaten grotendeels bevoegd voor mobiliteit, maar niet voor de boete-inkomsten. Die gaan nog altijd naar het federale niveau, tenzij dan de snelheidsboetes: die komen het Vlaamse Gewest toe, zij het opnieuw via de federale omweg, tenzij dan de boetes uit snelheidsovertredingen, begaan op autosnelwegen. Die komen dan weer het federale niveau toe, tenzij dan de boetes uit snelheidsovertredingen, begaan op autosnelwegen op basis van aanvullende reglementen. Die komen dan opnieuw naar het Vlaamse niveau. Dat is bijvoorbeeld het geval bij dynamische snelheidsborden of bij wegwerkzaamheden. Het is dus redelijk complex.
In het kader van de zesde staatshervorming heeft men een soort foto gemaakt van alle verkeersboetes die op het territorium Vlaanderen worden geïnd. Men is gekomen tot een bedrag van 143 miljoen euro. Men wilde dan 143 miljoen euro doorstorten naar Vlaanderen. Vervolgens heeft men wel via de Bijzondere Financieringswet 143 miljoen euro afgehouden van de financiering van de Vlaamse deelstaat. Langs de ene kant wordt dus gegeven en langs de andere kant teruggenomen.
Daarnaast is alles wat boven het bedrag van 143 miljoen euro komt, een surplus voor Vlaanderen. Ik heb een akkoord bereikt in de schoot van de regering, zodat al hetgeen boven de 143 miljoen euro binnenkomt via die weg op basis van de extra Vlaamse inspanningen, ten bate van de verkeersveiligheid en ten bate van meer boete-inkomsten, kan worden toegewezen. Dat heeft ertoe geleid dat al hetgeen binnenkomt boven de 143 miljoen euro, naar het Vlaams Verkeersveiligheidsfonds gaat, dat daarvoor speciaal werd opgericht. Meer nog, we hebben daar zelfs een rollend fonds van kunnen maken. Dat wil zeggen dat we al hetgeen we niet uitgeven in jaar x het jaar daarop of enkele jaren nadien kunnen uitgeven.
De grote moeilijkheid is het verkrijgen van de middelen uit de federale kas, omdat men nu al sinds 6 januari 2014 bezig is in een technische werkgroep van juristen, in hoofdzaak van het federale niveau, maar ook met een regionale vertegenwoordiging, om een lijst op te maken met regionale en federale overtredingen, teneinde te komen tot een uitsplitsing van de geïnde en ingevorderde sommen van de verkeersboetes.
Op het federale niveau zijn er vijf betrokken ministers, namelijk Mobiliteit, Justitie, Financiën, Begroting en Binnenlandse Zaken. Men raakt er echter niet uit om een definitief bedrag te bepalen dat aan alle deelstaten toekomt. In het jaar 2015 werd geschat, op basis van een soort indexering van de 143 miljoen euro, dat Vlaanderen 163 miljoen euro zou krijgen, maar een concrete afrekening is nog niet gebeurd. Ook voor 2016 is men uitgegaan van 160 miljoen euro, maar ook daarvoor is nog geen concrete afrekening gebeurd omdat men er ook op het vlak van software nog niet uit is. Dat is dus een probleem. Ik denk dat ik daarmee naar het Overlegcomité zal moeten in de hoop dat er een definitieve oplossing wordt bereikt, want nog enkele jaren zo verder doen zal ons niet veel bijbrengen. We zijn ondertussen al bezig sinds 6 januari 2014, zonder dat we een concrete afrekening hebben. Dat kan niet blijven doorgaan.
Ik heb nu opnieuw een bedrag van 160 miljoen euro laten inschrijven in de begroting van 2017. We komen daar bij de bespreking van de begroting opnieuw op terug. Ik heb 160 miljoen euro laten inschrijven, maar ik weet niet wat het uiteindelijk zal zijn. Ik hoor nu dat het misschien wel meer zal zijn, maar dat zien we dan wel.
Er zijn bijvoorbeeld ook nog discussies met de FOD Mobiliteit over de aanvullende reglementen. Op autosnelwegen zijn de boete-inkomsten federaal gebleven, wat mijns inziens een totaal verkeerde interpretatie is, waarover ik rechtspraak kan aanhalen om onze thesis te schragen. We blijven daarin rondjes draaien. Ik denk dat ik daarmee naar het Overlegcomité zal moeten.
De heer Van Miert heeft het woord.
Wie van ons beiden de koelste minnaar is van de zesde staatshervorming, daar zullen we niet over moeten discussiëren, denk ik. Het is nog maar eens duidelijk gebleken dat we er echt wel werk van moeten maken, al is het alleen maar voor de onderwerpen die we in deze commissie behandelen. Er zitten nog heel wat kwakkels in de overgang. We moeten daar echt wel werk van maken, en eigenlijk toch wel best nog tijdens deze legislatuur, om daar duidelijkheid in te krijgen. Het gaat toch over geld. We hebben u heel de namiddag vragen gesteld, vooral met betrekking tot verkeersveiligheid. Daarvoor zullen die middelen uiteindelijk worden aangewend. Het lijkt me dan ook maar logisch dat we daar werk van maken, dat we weten hoeveel we in kas krijgen en dat we dat op de plaatsen waar het meer dan nodig is, kunnen inzetten.
Tot slot ben ik blij dat u, ondanks de calvarie die u moet bewandelen, toch weer terug in overleg gaat en verder werkt om er een oplossing te bepleiten en een en ander in zijn definitieve vorm wilt laten gieten.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Het is een zeer complex verhaal. Om het nog iets complexer te maken, heb ik hier een persbericht van Johan Van Overtveldt. Hij meldt dat de federale ministerraad op 20 oktober jongstleden akkoord is gegaan met de beslissing om over te gaan tot een vooruitbetaling van de ontvangsten uit verkeersboetes waarop de gewesten sedert de inwerkingtreding van de zesde staatshervorming recht hebben. Minister Van Overtveldt zegt dat die beslissing in een intermediaire oplossing voorziet, waarmee reeds negen twaalfden van de totale opbrengsten uit de inning van verkeersboetes aan de gewesten ter beschikking worden gesteld. Hij heeft het over een voorlopig systeem van vooruitbetaling. Ik vraag me af: is dit effectief een stap vooruit en zorgt het ervoor dat er een meer voorspelbare cadans van inkomsten is in het Verkeersveiligheidsfonds?
De heer de Kort heeft het woord.
Vorig jaar heb ik in verband met het Verkeersveiligheidsfonds gevraagd of er meer duidelijkheid kon worden geschetst tussen de verdeling van wat Vlaanderen zelf wenst te behouden op het vlak van verkeersveiligheid en ook wat er effectief naar de politiezones gaat. Is er op dit moment al meer duidelijkheid op dat vlak?
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: de financiering van de politiezones is nog altijd federaal, dus dat blijft ook via de federale financiering gaan. Bij ons is het dus een soort virtuele overdracht geweest van de boete-inkomsten, want men heeft ons enerzijds 143 miljoen euro gegeven en vervolgens 143 miljoen euro afgenomen. Al hetgeen surplus binnenkomt, boven dat bedrag, gaat wel naar verkeersveiligheid. Maar dat is een zuiver Vlaamse beslissing.
Ik ben dankbaar dat minister Van Overtveldt na ons onderling overleg daaromtrent voor een doorbraak heeft gezorgd, zodat we ten minste toch al iets krijgen. Ervoor waren de middelen immers gewoon geblokkeerd. Omdat die discussie nog niet was afgerond, ook zelfs niet binnen de federale overheid, wou men gewoon geen middelen uitkeren zolang er geen oplossing was en zolang men niet wist wie wat kreeg. Hij heeft daarom dan toch nog de beslissing genomen om op zijn minst al een deel van de geraamde inkomsten toe te kennen. Dat was ten minste al een stap vooruit, in die zin dat we toch al een deel van de cash hadden.
De heer Landuyt heeft het woord.
Enigszins aansluitend op wat collega de Kort zei, als ik het goed begrijp is het zo dat, hoe meer het Vlaams Verkeersveiligheidsfonds kan verkrijgen, hoe minder de politiezones, dus de gemeentes krijgen.
Het is uw staatshervorming, hé.
Het is uw fonds.
Ja, maar het is uw staatshervorming.
Ja, maar het is uw fonds. Ik wil weten hoeveel u afpakt van de gemeenten.
Helemaal niets. Ik zal het nog eens uitleggen. Dat is het hem net: die financiering van de politiezones is federaal gebleven.
Niets houdt u tegen om dat Verkeersveiligheidsfonds proactief Vlaams gemeentevriendelijk en politiezonevriendelijk te gebruiken, maar u bent het weer in uw eigen zak aan het steken.
Ik vind het wel kras dat u mij nu iets gaat verwijten. Ik zal u didactisch uitleggen wat u zelf hebt goedgekeurd in het federaal parlement. Wat heeft men federaal gedaan? Men heeft gesteld dat men de inkomsten die in Vlaanderen worden geïnd via de boetes, aan Vlaanderen zou teruggeven. Men heeft toen een foto gemaakt en kwam men op 143 miljoen euro. De slimmigheid is natuurlijk dat men via de Bijzondere Financieringswet ook 143 miljoen euro heeft afgehouden van de financiering van Vlaanderen. Dat was dus een nuloperatie. De financiering van de politiezones heeft men federaal behouden. Het is uiteindelijk maar een deel van die boete-inkomsten die men aan Vlaanderen heeft gegeven. De rest heeft men gehouden voor de financiering van de politiezones, en trouwens ook, zoals men vroeger deed, voor de financiering van Justitie en van Binnenlandse Zaken. Daar werden veel zaken mee betaald.
Uiteindelijk was dat dus een nuloperatie. In de schoot van de Vlaamse Regering heb ik een overeenkomst bereikt. We hebben nu, dankzij de zesde staatshervorming, ook extra bevoegdheden op het vlak van mobiliteit en verkeersveiligheid, wat positief is. Zo kunnen we bijvoorbeeld ook meer camera’s zetten. Dat bedrag kan hoger zijn dan 143 miljoen euro. Wel, ik vind dat alles boven die 143 miljoen euro moet terugvloeien naar verkeersveiligheid. Dat is immers de resultante van inspanningen die wij in Vlaanderen op het vlak van verkeersveiligheid hebben gedaan, dus moeten we ter zake een zekere ‘juste retour’ hebben en moeten die inkomsten ook worden besteed voor meer verkeersveiligheid. Daarover was er een akkoord binnen de Vlaamse Regering: alles wat vanuit de federale overheid binnenkomt boven op die 143 miljoen euro, gaat naar het Verkeersveiligheidsfonds. Dat is ook een rollend fonds. We moeten dat dus niet op jaarbasis uitgeven. We kunnen dat accumuleren. Daarmee kunnen we allerhande uitgaven doen. Die zijn vrij ruim verwoord. Ik zal daar straks trouwens op terugkomen, bij de bespreking van de begroting. Daarbij zal ik ook zeggen waarvoor we dat onder meer gebruiken. Ik heb dat heel doelbewust ruim laten interpreteren. Het kan ook worden gebruikt voor infrastructuur en dergelijke meer. Dat lijkt me dus een goede stap. Alleen is het probleem natuurlijk nu nog altijd dat we niet weten wat er boven op die 143 miljoen euro komt. We baseren ons daarvoor op ramingen. De meest recente raming is dan 160 miljoen euro, wat in concreto wil zeggen dat er 17 miljoen euro naar het Vlaams Verkeersveiligheidsfonds gaat. Zolang er geen finale afrekening is, is dat echter natuurlijk maar een raming.
De vraag om uitleg is afgehandeld.