Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, op 14 oktober 2016 stuurde de Vlaamse Ouderenraad u een brief om aandacht te vragen voor onderbescherming en het niet-gebruik van rechten door mensen in een kwetsbare situatie. De Vlaamse Ouderenraad stelt immers vast dat ook heel wat ouderen onderbeschermd zijn: doordat ze ofwel de rechten en diensten waarvoor ze in aanmerking komen niet kennen, ofwel die niet aanvragen of niet toegekend krijgen, lopen ze de ondersteuning mis die erop gericht is hun welzijn te verbeteren, hun draagkracht te versterken en het risico op kwetsbaarheid te verkleinen.
Vanuit de signalen en ervaringen van ouderen heeft de Vlaamse Ouderenraad daarom op eigen initiatief een advies uitgewerkt inzake onderbescherming en het niet-gebruik van rechten bij ouderen. Uiteraard zijn daar verschillende beleidsniveaus bij betrokken. Zowel op federaal, Vlaams als lokaal niveau worden een aantal knelpunten opgesomd en worden er ook concrete prioriteiten geformuleerd.
Minister, het advies telt negentien bladzijden. Het zou ons te ver leiden om alles hier in detail te bespreken. Maar ik merk toch dat er drie concrete aanbevelingen zijn die uw bevoegdheid betreffen: het automatisch toeleiden van zorgbehoevenden met een laag inkomen naar de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB), het automatisch toeleiden naar de zorgverzekering, en het retroactief toekennen vanaf de eerste maand na aanvraag van de zorgverzekering.
Minister, hebt u hierover al overleg kunnen plegen met de Vlaamse Ouderenraad? Hoe staat u tegenover de drie concrete aanbevelingen in het kader van de zorg? Er staan uiteraard ook een aantal aanbevelingen in het advies die uw collega’s in de Vlaamse Regering, maar ook federale ministers aanbelangen. Plant u overleg met uw collega’s over deze aanbevelingen? Zo ja, op welke termijn plant de Vlaamse Regering concrete maatregelen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mijnheer Depoortere, vorige week ontvingen we het advies 2016/4 van de Vlaamse Ouderenraad over de problematiek van onderbescherming. Het is goed dat de Vlaamse Ouderenraad op eigen initiatief constructieve voorstellen aanreikt om deze problematiek aan te pakken. We delen ook de bekommernis dat mensen hun rechten effectief moeten kunnen opnemen. Onder meer met de projecten ‘breed onthaal’ maken we daar werk van. Maar ook de verdere uitbouw van de Vlaamse sociale bescherming biedt opportuniteiten om personen met een zorgnood beter toe te leiden naar de vereiste zorg en/of een tegemoetkoming voor zorg. De zorgkassen vervullen hierin als uniek loket een cruciale rol.
In zijn advies wijst de Vlaamse Ouderenraad op de noodzaak van een automatische toekenning van rechten waar dat kan. In de Vlaamse sociale bescherming is dat belangrijke principe ondertussen decretaal verankerd. Om nog verdere stappen te zetten in de automatische toekenning van rechten moeten echter eerst een aantal randvoorwaarden vervuld te zijn. Het uitrollen van een uniek inschalingsinstrument, BelRAI, voor de verschillende takken van de Vlaamse sociale bescherming zou de automatische rechtentoekenning bijvoorbeeld in sterke mate faciliteren. Deze voorwaarde is op dit ogenblik nog niet vervuld. Er worden op dit moment stappen in die richting gezet.
Het is alleszins de bedoeling dat we de komende weken verder in overleg gaan met de Vlaamse Ouderenraad over dit recente advies. De Vlaamse Ouderenraad wordt overigens systematisch betrokken bij de uitbouw van de Vlaamse sociale bescherming. Onder meer door hun aanwezigheid in de taskforce ‘ouderenzorg’, in de reflectiegroep ‘mobiliteitshulpmiddelen’ en in de stuurgroepen van de wetenschappelijke onderzoeken die in het kader van de Vlaamse sociale bescherming zijn opgezet.
De Vlaamse Ouderenraad suggereert om iedereen die recht heeft op de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) of op de verhoogde tegemoetkoming uit te nodigen voor een onderzoek naar de THAB, zodra er een vermoeden van zorgbehoefte vastgesteld wordt. Tot eind 2016 worden de THAB-dossiers nog door FOD Sociale Zekerheid behandeld. Vanaf januari 2017 behoort de THAB echter tot de opdrachten van de zorgkassen. Vanuit hun zicht op de persoon met een zorgbehoefte beschikken zij over de mogelijkheid om wie recht heeft op de zorgverzekering én ressorteert onder het statuut van verhoogde tegemoetkoming toe te leiden naar de THAB.
Het agentschap Vlaamse Sociale Bescherming heeft van mij de opdracht gekregen om hierover in overleg te gaan met de zorgkassen. De zorgkassen beschikken echter niet over een gegevensstroom met alle rechthebbenden op de IGO. Vanuit overwegingen van bescherming van de privacy is dit ook niet vanzelfsprekend. Op dit aspect van de aanbeveling zal bijgevolg voorlopig niet kunnen worden ingegaan.
De Vlaamse Ouderenraad stelt voor dat de ziekenfondsen op basis van bepaalde prestaties in het kader van de verplichte ziekteverzekering, bijvoorbeeld thuisverpleging of het forfait chronisch zieken, patiënten proactief zouden contacteren en uitnodigen voor een inschaling die kan resulteren in een tegemoetkoming zorgverzekering. Dat is niet zo vanzelfsprekend. De zorgverzekering wordt immers enkel toegekend aan personen die zwaar zorgbehoevend zijn en op de BEL-profielschaal 35 punten of meer scoren. Het gaat dus om een afgebakende doelgroep met specifieke noden. Wie een beroep doet op thuisverpleging of wie recht heeft op het forfait voor chronisch zieken, beantwoordt niet noodzakelijk aan de criteria die gehanteerd worden voor het toekennen van een tegemoetkoming zorgverzekering. Zo kan thuisverpleging ook tijdelijke zorg betreffen of welbepaalde prestaties omvatten die niet gepaard gaan met zware zorgbehoevendheid. Het forfait voor chronische zieken wordt in het kader van de federale ziekteverzekering toegekend aan wie een bepaald bedrag heeft betaald aan persoonlijk aandeel in de ziekteverzekering. Dat hoeft niet gepaard te gaan met een zware zorgbehoevendheid, zoals die gedefinieerd is in de zorgverzekering.
We moeten erover waken dat we niet nodeloos indicatiestellingen gaan uitvoeren bij een omvangrijke doelgroep, waar uiteindelijk slechts een beperkt deel in aanmerking komt voor deze tegemoetkoming. De zorgkassen kunnen hun leden wel al op andere manieren proactief toeleiden naar de zorgverzekering. Een aantal attesten die afgeleverd worden in het kader van andere regelgeving, worden immers gelijkgesteld met een score van 35 op de BEL-schaal.
– Dirk de Kort treedt als voorzitter op.
Dat is onder meer het geval voor personen die beschikken over een B- of C-forfait op de Katz-schaal thuisverpleging. De ziekenfondsen beschikken over die gegevens. Deze leden worden proactief benaderd door hun ziekenfonds met de melding dat zij in aanmerking komen voor de zorgverzekering. In de praktijk betekent dit dat het ziekenfonds periodiek, wekelijks of maandelijks, een lijst van personen, die mogelijk in aanmerking komen, hanteert voor de automatische rechtentoekenning. Uiteraard wordt die procedure toegepast conform de privacyreglementering en met toestemming van de betrokkene.
– Katrien Schryvers treedt als voorzitter op.
Ook wie in het kader van de integratietegemoetkoming of de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden minstens 15 punten scoort op de medisch-sociale schaal, kan rechten openen in de zorgverzekering. Hetzelfde geldt voor kinderen met verhoogde kinderbijslag die minstens 18 punten scoren op de medisch-sociale schaal. De Kruispuntbank Sociale Zekerheid haalt deze gegevens op bij de FOD Sociale Zekerheid en bezorgt ze via het Digitaal Platform Zorgverzekering aan de zorgkas waar betrokkene lid van is. Zodra de zorgkas deze gegevensstroom ontvangt, start ze de procedure voor het toekennen van een tegemoetkoming in de zorgverzekering. Voor deze doelgroep is de automatische toekenning van rechten dus ook al gerealiseerd.
In de mate dat in de toekomst meer en meer de BelRAI wordt gehanteerd, ook op het federale niveau, zal een verdere vereenvoudiging en automatische rechtentoekenning kunnen worden doorgevoerd, zowel voor de zorgverzekering als voor de THAB.
Toch zal ook in de toekomst nog een proactieve benadering vereist zijn, want niet iedere persoon met een zorgnood doet een beroep op professionele zorg. Hier is een taak weggelegd voor de diensten maatschappelijk werk. Het behoort immers tot hun opdracht om proactief leden met een zorgnood te benaderen en naar mogelijke tegemoetkomingen toe te leiden.
Deze opdracht is uitdrukkelijk opgenomen in de resultaatgerichte indicatoren voor de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen. De dienst moet ten minste vijf verschillende doelgroepen door een aantoonbare proactieve actie benaderen. Bij ten minste 20 procent van het totale aantal proactief benaderde personen leidt de proactieve actie tot een vervolgactie die door de maatschappelijk werker wordt verricht in het dossier van de benaderde persoon.
Recent zijn ook elf projecten geïntegreerd breed onthaal gestart. Het doel van deze projecten is onderbescherming tegengaan. Rechtentoekenning is daarin een belangrijk uitgangspunt en dit zowel door een proactieve als outreachende aanpak. Het samenbrengen van expertise en gegevens van centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), OCMW’s en diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen kan ervoor zorgen dat specifieke doelgroepen zeer gericht kunnen worden benaderd.
De Ouderenraad stelt voor om de tegemoetkoming uit de zorgverzekering al toe te kennen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag. Nu wordt de tegemoetkoming toegekend vanaf de eerste dag van de vierde maand na de aanvraag. Hier is het nuttig om even stil te staan bij de finaliteit van de zorgverzekering. De Vlaamse Zorgverzekering betaalt een tegemoetkoming uit voor de kosten van niet-medische hulp- en dienstverlening aan personen die getroffen zijn door een langdurig ernstig verminderde zelfredzaamheid. De carenzperiode is destijds ingevoerd om onder meer de garantie te hebben dat de middelen naar deze doelgroep gaan. Daarvan afwijken zou de aard van de zorgverzekering ten gronde wijzigen. Het zou tevens een aanzienlijke meeruitgave met zich meebrengen.
In het kader van wetenschappelijk onderzoek van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zal er wel worden nagegaan hoe de zorgverzekering, de THAB en het basisondersteuningsbudget kunnen worden geïntegreerd in één gemoduleerd zorgbudget. De carenzperiode zal in dat kader mee worden geëvalueerd.
We hebben eveneens de administratie gevraagd dit advies verder te onderzoeken en betrokken beleidsdomeinen op de hoogte te brengen van adviezen die hen aanbelangen.
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord, vooral op de drie specifieke vragen die de Vlaamse Ouderenraad aan u heeft gericht.
De Vlaamse Ouderenraad had ook een meer algemene opmerking, namelijk dat de kwestie vaak is dat ouderen slecht of niet geïnformeerd zijn over bepaalde rechten waar ze toegang toe hebben. Zij verwijten de overheid een beetje dat er daarop te weinig wordt ingezet en dat er te weinig gerichte informatiecampagnes zouden zijn opgezet door de overheid. Kunt u daarop nog enige aanvullingen geven?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Ik ben een beetje verwonderd door deze vraag. In het decreet Sociale Bescherming hebben we deze taak net toegewezen aan de zorgkassen. Dat was ook het antwoord van de minister. Als men via Google gewoon ‘tegemoetkoming ouderen’ intikt, komt men eigenlijk al bij de informatie terecht. Ik verneem dan ook dat de diensten maatschappelijk werk binnen de zorgkassen daarvoor hun uiterste best doen.
Bij ouderen die hulp krijgen van thuisverpleegkundigen, zorgt het RIZIV voor een terugbetaling. Ouderen weten niet altijd hoe ze daaraan moeten geraken. Dat gebeurt via een attest van de huisarts. Ik heb vernomen dat men dan zo goed als mogelijk wordt begeleid. Wellicht zal er altijd wel iemand uit de boot vallen. Met het decreet Vlaamse Sociale Bescherming is dat echter goed ingekanteld. U kunt in een filmpje zien hoe men aan de zorgverzekering geraakt. Ik denk trouwens dat minister Vandeurzen dat vorige week had getweet.
Ik denk dus dat we een grote stap vooruit hebben gezet om ervoor te zorgen dat ouderen zoveel mogelijk automatisch alle rechten kunnen putten waar mogelijk.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik denk dat iedereen voor een automatische toekenning van rechten pleit. Dat is de meest efficiënte weg om ervoor te zorgen dat mensen krijgen waarop ze recht hebben. Op het vlak van die sociale bescherming hebben we inderdaad al belangrijke stappen gezet.
We weten dat automatische toekenning niet altijd evident is en ook soms niet mogelijk op praktisch vlak. De rechtenverkenner is een instrument dat kan helpen om mensen te informeren over de zaken waar ze recht op hebben, of in elk geval de hulpverleners die de mensen moeten helpen. Wat is de stand van zaken inzake die rechtenverkenner?
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) vroeg begin deze legislatuur om het instrument zowel op het vlak van toegankelijkheid als bruikbaarheid te optimaliseren. In 2014 heeft mijn collega daarover een vraag ingediend. U hebt toen gezegd dat u bezig was met de evaluatie daarvan. De vraag was ook of die inderdaad bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling om onderbescherming tegen te gaan, en welke andere instrumenten hiertoe nog kunnen worden ingezet. De evaluatie zou in de loop van 2015 worden afgerond. Op basis daarvan zou u uw verder beleid in het kader van de onderbescherming volledig uitstippelen. U verwees ook naar projecten van samenlevingsopbouw die een methodisch kader realiseerden voor lokaal proactief handelen en naar de ontwikkeling van het brede onthaal.
Welke conclusies trok u uit de evaluatie? Welke aanpassingen zult u doorvoeren aan de rechtenverkenner? Zal in het breed onthaal gebruik worden gemaakt van het methodologisch kader voor lokaal proactief handelen? Zullen er andere instrumenten worden ontwikkeld?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dat laatste kan ik uitdrukkelijk bevestigen. We hebben de projecten breed onthaal opgezet juist nadat met samenlevingsopbouw de methodiek om de onderbescherming aan te pakken was uitgetest in enkele regio’s. Die ervaring, die aanpak wordt meegenomen om in de projecten breed onthaal met alles wat in het eerstelijnswerk actief is, daarmee aan de slag te laten gaan. Wat daar ontwikkeld is, wordt nu veralgemeende methodologie. Het gebruik van de rechtenverkenner is daarin opgenomen. Het is de bedoeling dat daar systematisch mee gewerkt wordt. Eigenlijk is het onze strategie om de onderbescherming om te zetten in de projecten breed onthaal en de proactieve aanpak.
De heer Depoortere heeft het woord.
Mevrouw Coppé, uiteraard, ik ontken dat niet, is het decreet Vlaamse Sociale Bescherming een zeer grote stap voorwaarts in het toekennen van rechten aan ouderen. Dat zal niemand ontkennen. Het blijft toch een feit dat de Vlaamse Ouderenraad zelf heeft gemeend om een bijkomend advies en enkele aanbevelingen op schrift te stellen en te bezorgen aan de minister als coördinerend minister voor het ouderenbeleid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.