Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Landuyt heeft het woord. (In het kader van de Zuiddag treedt Lieselotte Marroyen als voorzitter op.)
Voorzitters, minister, mijn medevraagsteller heeft het na uw optreden op de regionale tv blijkbaar opgegeven. Dat heeft hij toch gemeld via Twitter, zo las ik.
Mijn houding is een beetje anders. Ik vind dat u het altijd goed doet op de regionale televisie, vooral als u beloftes doet. Vandaar dat ik vragen stel, om te zien of een en ander wel klopt.
Aan de kust worden wij al maanden en zelfs jaren geconfronteerd met transmigranten. We trachten al jaren die situatie te beheersen. Ik wil benadrukken dat Brugge en de zeehaven voortdurend controles doen met beperkte middelen, samen met de zeevaartpolitie. We maken onderscheid tussen de handelaars en de mensen die hulp nodig hebben. Mensen die moeten worden geholpen, wijzen we de juiste weg; handelaars laten we oppakken.
Gisteren werden twee personen veroordeeld die de mensenhandel organiseerden, in die mate zelfs dat de beroemde kerk in Zeebrugge enkel toegankelijk was voor mensen die betaalden aan de handelaars. Ik wil maar zeggen dat het onderscheid moeilijk te maken is tussen mensen die hulp nodig hebben en de anderen. Dit toont duidelijk aan dat er organisaties zijn die zoeken om mensen in vrachtwagens en schepen te laten klimmen. De speurtocht naar die handelaars is ontzettend belangrijk.
We appreciëren dan ook ten zeerste dat u als vorm van noodmaatregel met privébewaking een en ander komt versterken. Dat is tussen haakjes beter dan wat federaal minister van Binnenlandse Zaken Jambon doet. Eerlijk is eerlijk. De minister kondigt extra politiemensen aan, maar het zijn onze politiemensen die op een andere plaats gaan werken. Dat is een ingewikkeld systeem om elkaar te helpen. Het maakt het soms moeilijk. Het is soms bijna wiskunde. Het lijkt alsof er bijkomende politiemensen zijn, maar dat is niet helemaal juist. Het siert u dat u dit erkent en opneemt om extra bijstand te leveren.
U sprak over bijkomend overleg voor structurele oplossingen. Mijn vragen gaan vooral in die richting. Wanneer vindt dat overleg plaats? Wat is uw plan van aanpak? Wanneer en hoelang zult u ons helpen met de privébewaking? Wat is uw plan van aanpak op langere en steviger termijn?
Ik wil geen misbruik maken van uw operatie voor de parkings, maar ik wil toch signaleren dat het handig zou zijn mocht u in die zin ook kunnen helpen aan de Vlaamse zeehaven in Brugge om die ook een betere bewaking te geven.
Minister Weyts heeft het woord.
Uw vraag gaat over de problematiek van de inklimming door illegalen die de snelwegparkings dus gebruiken om in vrachtwagens te kruipen. Inzake de heel acute problematiek in Drongen werd in overleg met de gouverneur – hij nam de formele beslissing maar dat gebeurde dus in overleg – besloten om de parking daar te sluiten. De problematiek was daar specifiek: de nabijheid van bewoning en de mogelijkheid om snel te ontsnappen richting die bewoning.
Om te vermijden dat de situatie zich gewoon zou verplaatsen naar andere parkings – voornamelijk de West-Vlaamse parkings komen daarvoor in aanmerking, namelijk Jabbeke en Mannekensvere –, hebben we onmiddellijk twee hoofdmaatregelen genomen. We hebben, en daar is minder aandacht voor, in Wetteren een bewaakte en betalende parking. Dat is geen groot succes. Gelet op de problemen in Drongen hebben we beslist om het tarief daar drastisch te verlagen. Er komt vier uur gratis parkeren in die afgesloten parking in Wetteren. Dat is één. Twee, op korte termijn en dat is intussen al bezig, voorzien we in private bewaking door twee private bewakingsagenten met een hond op de parkings van Mannekensvere en Jabbeke. Dit gebeurt 24 uur op 24 en 7 dagen op 7.
Dat zijn kortetermijnmaatregelen. De opdracht loopt telkens voor een maand. Dan evalueren we. We spelen kort op de bal. We weten dat we op de lange termijn meer structurele maatregelen nodig hebben. Het budget voor deze bewaking bedraagt een kleine 200.000 euro of 186.954 euro om exact te zijn. De parking van Drongen is nog tot eind deze maand dicht, maar als ze opnieuw wordt geopend zal dat ook met die private bewaking zijn en minstens voor twee weken. Intussen hebben we ook zicht op een en ander door de praktijk van Jabbeke en Mannekensvere.
Ondertussen heb ik overleg gepland met minister Jambon, staatsecretaris van Asiel en Migratie Francken en de vijf gouverneurs. Ik heb de uitnodiging net verstuurd. We gaan op 8 november samenzitten. Hopelijk heb ik tegen dan een concreter zicht op een samenwerkingsvorm met minister Jambon en staatssecretaris Francken om een structurele oplossing te vinden in functie van de beveiliging van die parkings en niet alleen in West-Vlaanderen. Het cascade-effect zorgt er natuurlijk voor dat het probleem zich verplaatst, niet alleen richting West-Vlaanderen maar ook ervoor. Zelfs vanuit Vlaams-Brabant krijgen we nu al klachten, daarom betrek ik de vijf gouverneurs er ook bij, anders verplaatsen de problemen zich toch maar.
Het is natuurlijk goed dat er 120 extra agenten in West-Vlaanderen worden ingezet gelet op de situatie in Calais. Wat de havens betreft, nemen de havenkapiteins hun rol op om toe te zien op de veiligheid van het havengebied. De havenkapitein van Zeebrugge werkt nauw samen met de scheepvaartpolitie. Ik krijg daar een goede terugkoppeling over. Ze werken met camera-identificatie. Zodra er iets onregelmatigs wordt opgemerkt, wordt er vrij snel opgetreden. Ik heb daar vooralsnog geen tegenindicaties van, dat dit problematisch zou werken, maar misschien zegt u mij iets anders.
Gelet op de zeer frequente goederentrafiek vanuit de haven van Zeebrugge naar het Verenigd Koninkrijk – wat voor al die illegalen de eindbestemming is – worden vaak controles uitgevoerd op vraag van de betrokken bedrijven. Het systeem dat we daar op poten hebben gezet, functioneert goed, maar als er daarover klachten zijn, dan hoor ik het graag.
De heer Landuyt heeft het woord.
Ik sluit me bij u aan, minister. We proberen de situatie te beheersen, maar er zijn toch nog altijd een paar risico’s.
Er is één misverstand. Men mag eigenlijk niet spreken van 120 extra agenten. Dat is niet echt waar. Het is een systeem van uitwisseling. Men neemt er daar enkele weg en plaatst ze ginder enzovoort. Het is de lokale politiek die daarvoor allemaal instaat, omdat – al mijn begrip – ook alle krachten gevraagd worden voor de Kanaalzone in Brussel. Het komt niet altijd zo goed over bij de troepen zelf, omdat het niet echt waar is. U zou aan minister Jambon kunnen vragen dat hij dat niet meer zoveel doet. Ik begrijp wel dat hij dat graag een keer doet, maar hij mag niet overdrijven.
Dit brengt me bij het punt dat u vanuit uw bevoegdheid privébewaking inschakelt – zij het kort op de bal, maar ook kort in de tijd, maar misschien zit daar een deel van de oplossing in. Ik durf erbij zeggen: ook voor het havengebied, zodat de politie zich daar kan concentreren op het echte werk, het controleren van die mensen. We gaan het fenomeen pas kunnen stopzetten als we de mensenhandel oprollen. Dit is de grote humane opdracht die we in dit dossier gezamenlijk moeten uitvoeren.
Ik kijk uit naar het overleg met de ministers en gouverneurs. Zeg aan minister Jambon dat hij niet voor verwarring mag zorgen en beter uw weg zou volgen van geleidelijk aan helpen van de lokale overheden.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik kan de vraag om uitleg van de heer Landuyt alleen maar volop ondersteunen en onderschrijven, gezien de grote problematiek.
U hebt er zelf ook al naar verwezen, mijn grote vrees is dat het probleem zich zal verleggen. Als men de ene deur dichtdoet, zal een andere deur opengaan. U weet wellicht al waar ik naartoe wil: in Zuid-West-Vlaanderen zijn er ook heel grote grensoversteken, grensparkings. Ik zie nu al een spectaculaire toename van het aantal illegalen dat bij ons gevonden wordt. Vanmorgen kreeg ik een telefoon van de korpschef, waarin hij meldde dat er opnieuw zes illegalen werden aangetroffen op onze parking. De laatste twee maanden waren het er om en bij de vijftig. Uiteraard kunnen we die cijfers niet vergelijken met de cijfers van Jabbeke en dergelijke. Toch is dat voor onze streek een spectaculaire toename.
Het is een enorme belasting, niet alleen voor ons lokaal bestuur, maar vooral voor onze politie. De heer Landuyt heeft er al naar verwezen. Uw federale collega heeft het over extra manschappen. Ik denk dat u hem inderdaad beter eens zou bellen. Ook bij ons hebben ze al gezegd: ‘Waar zal men die manschappen halen? Wellicht zal dat bij de lokale korpsen zijn.’ Ons korps is al overbelast, met alle verschillende problematieken. Wat ik zeg, sluit dus aan bij wat mijn collega zegt.
Het houdt ook heel wat administratieve rompslomp in voor een politiezone wanneer de politie illegalen oppakt. Meestal betekent dat ongeveer een dag werk, waarbij de persoon in kwestie op het einde van de rit te horen krijgt dat hij het land moet verlaten. Dan staat hij terug op straat en probeert opnieuw die grens over te steken.
Minister, indien het bij ons in Zuid-West-Vlaanderen ook zo problematisch wordt, mogen wij dan ook bij u aankloppen voor hulp en eventueel voor privé-bewaking?
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik ben blij dat ook mevrouw Fournier tot het besluit is gekomen dat als je de ene deur opent en de andere sluit, het een spelletje van lange adem wordt. Open, dicht, open, dicht: het probleem zal zich altijd verplaatsen. Onze partij, en met name Theo Francken, de verantwoordelijke staatssecretaris, heeft al heel vroeg gepleit voor het grotere plaatje, het sluiten van de buitengrenzen van Europa. Het is praktisch onmogelijk om hier in Vlaanderen de nodige mensen te rekruteren om daar voortdurend waakzaam voor te zijn.
Minister, ik ben blij en ik ben ervan overtuigd dat u hierin, in samenspraak met uw federale collega’s, de juiste beslissingen neemt. Zo zou een wegbeheerder daarvoor niet uitgerust zijn, evenmin als de concessiehouders of de nevenbedrijven. Voor hen is het geen hoofdtaak om zich te verweren en te beschermen tegen illegalen die zelf in voertuigen of vrachtwagens stappen of verplicht daarin worden gestopt.
Het is juist: hier passen enkel maatregelen van algemene veiligheid. U hebt gelijk dat private bewakingsfirma’s de juiste kennis en manschappen hebben om vrij snel en doeltreffend het normale functioneren van die parkings te verzekeren.
Wij wonen zelf in de grensstreek: mijn assistente-voor-één-dag in Arendonk, ikzelf in Oud-Turnhout. We kennen de problematiek ook iets minder. Bij ons beperkt het zich vooral nog tot occasionele incidenten. Als er bij ons overlast is op de snelwegparkings, dan zijn die meestal van een andere aard. Maar we kennen het systeem wel.
Ik wil terzijde nog een kleine opmerking maken. We lezen vaak dat chauffeurs verstoken blijven van rust, rust die zij nochtans heel hard nodig hebben als zij de dag nadien opnieuw de weg opgaan. Als zij nachten wakker liggen van allerlei overlast op die parkings, kunnen we alleen maar vaststellen dat dat ook ’s anderendaags voor de nodige onveiligheid op onze snelwegen zorgt, met de files. Kopstaartaanrijdingen zijn vaak het gevolg van vermoeide chauffeurs.
Minister, ik rond af. De 186.000 euro die er wordt vrijgemaakt, is, in het teken van de veiligheid en het gebeuren op de parkings zelf, goed besteed.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik dank uiteraard de collega’s in de Vlaamse Regering die akkoord zijn gegaan met het uittrekken van die tijdelijke extra middelen.
Verder veronderstel ik dat, vermits ik alle gouverneurs samenroep, ook de problematiek van Zuid-West-Vlaanderen, net als heel wat andere problematieken, op tafel zal komen.
Voor alle duidelijkheid: de private bewakers hebben natuurlijk geen politionele bevoegdheid. Zij komen dus niet in de plaats van de politie, maar dienen vooral ter afschrikking. Wanneer zij een vaststelling doen van de aanwezigheid van illegalen of illegaal transport van mensenhandel, dan signaleren zij dat onmiddellijk. Ik heb alvast afgesproken dat er korte lijnen zijn tussen die bewakingsfirma’s en de politie-eenheden. Zij kunnen niet anders doen dan de feitelijke vaststellingen. Nadien is het aan de politie, die onmiddellijk wordt gecontacteerd, om op te treden.
Ook dan moeten de administratieve procedures, met de paperassen en dergelijke, worden doorlopen. Op dat vlak kan ik dus geen soelaas bieden. Maar we kunnen alleszins wel voorbereid zijn op mogelijke consequenties die zullen ontstaan wanneer Calais en de kampplaatsen daar finaal worden gesloten.
We bekijken het op een totale wijze voor heel Vlaanderen en dus niet enkel voor waar de problematiek zich nu tijdelijk voordoet. We beseffen namelijk ten volle dat die problematiek zich dan wel zal verplaatsen naar andere locaties.
De heer Landuyt heeft het woord.
Ik vind het een goed initiatief, omdat men zo de keten van veiligheid beter kan opstellen. Men maakt hier eventueel – het hangt af van de gemaakte afspraken – tijd vrij voor het echte politiewerk. Daarom wil ik ook benadrukken dat dat ook tot resultaten leidt. Een van de structurele maatregelen is uiteraard de internationale contacten en onderhandelingen. Een ander punt is dat het duidelijk moet zijn dat mensenhandel in onze zones niet wordt getolereerd.
Nogmaals, wij verrichten veel werk. Dat is echter ons punt echt niet. Ik vraag iedereen om het vol te houden. Het is niet zomaar dweilen met de kraan open. Uiteindelijk halen we er elementen uit en we stellen vast dat het parket, de procureur en ook de rechtbanken volgen. In die zin is uw initiatief om verder structureel de werkverdeling – wie moet wat doen? – te bespreken, niet slecht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.