Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voor 2009 was er een regeling in Vlaanderen waarbij leveranciers van groene stroom die stroom gratis konden injecteren in het net zolang die stroom in Vlaanderen was geproduceerd. Het was dus een gunstregeling voor groene stroom die in Vlaanderen was geproduceerd. Een leverancier/producent was het daar niet mee eens en leverde groene stroom die voor een groot deel in Nederland was geproduceerd. Hij vond die gunstregeling discriminerend en had daarom een klacht ingediend bij een Brusselse rechtbank. Die vroeg een schadevergoeding van 16 miljoen euro van het Vlaamse Gewest.
Die Brusselse rechtbank heeft advies gevraagd aan het Europees Hof, dat intussen is overgemaakt. Het hof lijkt de betrokken producent te volgen. De argumenten die het Europees Hof hiervoor aanlevert, zijn dat dit eerder een gunstregeling is voor de leveranciers dan voor de producenten en dat de regeling niet geldt voor de vele lokale producenten van groene stroom die geen leverancier zijn. Het besluit is daarom dat de regeling zoals ze toen was, geen zekerheid biedt dat het voordeel voor de leveranciers uiteindelijk de productie van groene stroom bevordert. In die zin zou het kunnen dat de Brusselse rechtbank in kwestie Vlaanderen veroordeelt.
Het lijkt dus aangewezen op zoek te gaan naar een alternatieve manier om de lokale productie van groene stroom te ondersteunen. Zo zou voor producenten van windenergie die hun elektriciteit op het distributienet zetten, kunnen worden gedacht aan een korting op het injectietarief dat ze moeten betalen aan de distributienetbeheerder. Dat injectietarief gaat enerzijds naar de distributienetbeheerder maar anderzijds ook voor een stuk naar de transmissienetbeheerder. Voor gezinnen die groene elektriciteit geproduceerd met een windturbine kopen en in de directe omgeving van die windmolen wonen, kan verondersteld worden dat het transmissienet niet nodig is geweest om de elektriciteit te leveren. Via een korting op het injectietarief, wegens het niet-gebruik van dat net, zouden die gezinnen een korting kunnen krijgen op hun elektriciteitsfactuur. Zo zou het gebruik van lokaal geproduceerde elektriciteit en het lokaal produceren van elektriciteit wel bevorderd kunnen worden.
Minister, mijn vraag is hoe we de tariefzetting inzake injectie van stroom kunnen hanteren zodat zoveel mogelijk groene stroom wordt geproduceerd op plaatsen waar we die effectief kunnen gebruiken.
Moet de Vlaamse overheid nu die schadevergoeding van 16 miljoen euro betalen? Wat is de timing daarvoor? Waar zal het geld voor deze schadevergoeding vandaan moeten komen?
Is het uw bedoeling om de systemen van distributie en injectie van groene stroom aan te passen zodat we bijvoorbeeld lokaal geproduceerde groene stroom een duwtje in de rug kunnen geven? Wat denkt u bijvoorbeeld van de idee om de lokale productie van windenergie te stimuleren via een korting op het injectietarief?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik wil beginnen met een misverstand over de regeling uit de wereld te helpen. Die regeling werd opgestart via het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2001 en werd vervolgens in 2003 en 2004 een aantal keer gewijzigd. De maatregel werd uiteindelijk via het programmadecreet van 24 december 2004 volledig opgeheven en bestaat dus al lang niet meer. Ik heb geen plannen om een regeling die niet langer bestaat, aan te passen of terug in te voeren.
De betwiste regeling was enkel van toepassing in bepaalde periodes voor 2005. Omdat Essent, toen nog Wattplus, niet kon bewijzen dat zij in België geïnjecteerde groene stroom leverde aan Vlaamse eindafnemers, kwam ze niet in aanmerking om te genieten van deze maatregel. Vervolgens had Wattplus een procedure opgestart bij de Raad van State tegen de regelgeving, en een schadeclaim ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg. Het is in het kader van die schadeclaim dat het Hof van Justitie op 29 september 2016 een uitspraak heeft gedaan over een aantal prejudiciële vragen die het hof werden voorgelegd. Hoewel zowel het standpunt van de Europese Commissie als het verslag van de advocaat-generaal gunstig was voor het Vlaamse Gewest, deed het Hof van Justitie een andersluidende uitspraak. De procedure zal nu terugkeren naar de rechtbank van eerste aanleg en daar worden voortgezet. Het is dus nog lang niet zeker dat het gewest überhaupt een schadevergoeding verschuldigd zal zijn of hoe hoog die in het slechtste geval zal zijn. Een uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg is nog niet voor morgen.
Als goede huisvader heeft het beleidsveld Energie voor deze rechtszaak rekening gehouden met een worstcasescenario, en de schadeclaim van Essent wordt dan ook jaarlijks bij het Vlaams Fonds voor de Lastendelging aangemeld. Zoals alle andere verplichtingen vallen ‘lasten van het verleden’ in principe volledig ten laste van de beleidsdomeinen waaronder de betwiste regelgevingen ressorteren die aanleiding hebben gegeven tot de last. Door de erkenning als last van het verleden wordt een belangrijk gedeelte van de verplichting gefinancierd door het Vlaams Fonds voor de Lastendelging. Dit is louter een bewarende maatregel, aangezien er nog geen uitspraak is van de rechtbank van eerste aanleg.
Over injectietarieven zal ik geen grote uitspraken doen, aangezien die de bevoegdheid zijn van de energieregulatoren. Het lijkt me wel logisch dat een korting op het injectietarief in het voordeel speelt van decentrale producenten zoals wind, warmtekrachtkoppeling (WKK) en biogasinstallaties. Zij betalen nu een relatief hoger injectietarief dan centrale producenten. De subsidies voor kleinschaligere producenten zouden daardoor ook licht kunnen dalen, wat een goede zaak zou zijn. Anderzijds zullen de netbeheerders de weggevallen injectietarieven dan verrekenen in andere nettarieven. Het is echter aan de Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) voor de distributienetten en aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) voor de transmissienetten om hierover een initiatief op te starten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor antwoord. U doet geen uitspraken, maar u geeft wel een mooie aanzet voor de mensen van de VREG, die misschien met belangstelling deze vergadering hadden gevolgd om een andere reden. Ik kan alleen maar hopen dat men op deze manier dit dossier zal aanpakken zodat de productie en injectie van lokaal geproduceerde groene stroom effectief kan worden gestimuleerd. Indien het decreet door de VREG ooit zou worden goedgekeurd, kan het parlement ook zelf iets initiëren ten aanzien van de werking van de VREG. We kunnen daar de volgende maanden heel wat rond doen.
Wat de zaak van Essent betreft, het is een goede zaak dat dit als een last van het verleden wordt beschouwd, dus dat dit niet het energiebeleid of het Energiefonds gaat bezwaren, dat het op die manier financieel wordt geregeld. Wanneer zou het hof daar een uitspraak over doen? Staat het al op de rol of kalender?
Minister Tommelein heeft het woord.
Dat weten we niet, maar het staat ingeschreven op de rol.
De vraag om uitleg is afgehandeld.