Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Dat onze bossen en ons bosareaal cruciaal zijn voor onze leefbaarheid en ons klimaat, hoeft geen enkele vorm van betoog. De discussie van daarnet is daar ook getuige van. Wetenschappers van de Universiteit Antwerpen benadrukten vorige week in de pers nogmaals het positieve effect van bomen en in het algemeen van de natuur op ons klimaat. Dit hebben wij in deze commissie reeds vaak aangekaart, maar zij bevestigen hierbij dat meer dan de helft van de CO2 opgenomen wordt door de natuur. Dat is belangrijk om in deze commissie nog eens te benadrukken. Dit maakt duidelijk hoe belangrijk natuur en het behoud van ons bosareaal is voor het klimaat en de strijd tegen de klimaatopwarming.
Ons bosareaal is helaas bijzonder kwetsbaar en wordt door een veelheid aan factoren beïnvloed. Het gaat onder meer om atmosferische deposities, zoals hagel en stormen, klimaatwijzigingen, de kwaliteit van het bosbeheer, de waterhuishouding op de standplaatsen en natuurlijke factoren als insecten en schimmels. Zieke bomen produceren minder zuurstof omdat ze minder bladeren hebben. Hierdoor vangen ze ook minder fijn stof op, wat onze luchtkwaliteit niet ten goede komt. Dit verschijnsel dreigt ook een negatief effect te hebben op het halen van de klimaatdoelstellingen op langere termijn. Daarom is het belangrijk om ons bosareaal goed te beheren en in te grijpen bij ziektes of beschadigingen.
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) inventariseert jaarlijks de gezondheidstoestand van de Vlaamse bossen en van de afzonderlijke boomsoorten. De vitaliteit wordt omschreven en de veranderingen in de bosvitaliteit worden nauwkeurig opgevolgd. Het percentage beschadigde bomen is een van de natuurindicatoren rond boskwaliteit.
Ik geef enkele cijfers. In 2011 was 20,1 procent van de steekproefbomen beschadigd, in 2012 ging dat over 25 procent en in 2013 kon een lichte positieve trend worden vastgelegd, waarbij ongeveer een op de vijf, of 20,8 procent om exact te zijn, van de bomen als beschadigd werden gecategoriseerd. Een jaar later nam dit aantal toe tot 21,1 procent en helaas kan vandaag worden geconcludeerd dat de gezondheidstoestand van de steekproefbomen in 2015 verminderde ten opzichte van 2014, waarbij er vorig jaar 24,1 procent van de steekproefbomen als beschadigd werden gecategoriseerd door het INBO.
Minister, hoe staat u tegenover deze cijfers van het INBO inzake de gezondheid van onze bossen in Vlaanderen? Op welke wijze wordt de problematiek van de zieke bomen aangepakt? Op welke manier maakt u werk van een duurzaam bosbeheer in Vlaanderen? Op welke manier hebt u overleg met de private en de openbare boseigenaars, met inbegrip van de lokale besturen, om duurzaam bosbeheer te garanderen? Op welke manier sensibiliseert u de bevolking over het belang van bossen en bomen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega De Vroe, de jaarlijkse cijfers die het INBO aanlevert in het rapport, zijn relevant en wijzen op de continue noodzaak tot alertheid met betrekking tot bosgezondheid. We stellen vast dat de cijfers van aangetaste bomen door de jaren heen schommelt maar tegelijk redelijk stabiel blijft, rond de 20 tot 25 procent.
De oorzaken van wijzigingen in de bosvitaliteit zijn zeer divers en moeilijk te onderscheiden.
Een veelheid van factoren beïnvloedt dat natuurlijk: atmosferische deposities, klimaatfactoren, kwaliteit van het bosbeheer, waterhuishouding op de standplaats en natuurlijke factoren zoals schimmels, insecten enzovoort.
Via het algemene natuur- en bosbeleid wordt sterk gestuurd op die hefbomen die ook de bosvitaliteit beïnvloeden. Het gaat over het streven naar robuuste ecosystemen in een gunstige staat van instandhouding via het Natura 2000-programma, de adaptatie van onze natuur tegen effecten van de klimaatverandering door het stimuleren van effectgerichte en ecosysteemgerichte maatregelen die onze bossen ook weerbaarder maken, meer aangepaste en diverse soorten maar ook het bevorderen van de variatie inzake opbouw en structuur in bossen, het streven naar grotere en samenhangende boscomplexen, het bufferen van de bossen, het verminderen van externe milieudrukken op onze natuur en het duurzaam bosbeheer.
Het internationaal vastgestelde principe en de criteria voor duurzaam bosbeheer zijn verankerd in het Vlaamse beleid en de Vlaamse wetgeving. Dat staat in het Bosdecreet en in het besluit van de Vlaamse Regering over de criteria voor duurzaam bosbeheer. De realisatie ervan verloopt grotendeels via de opmaak van bosbeheersplannen en via het vergunningen- en subsidiebeleid. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) heeft structureel overleg met de heel brede bossector: boseigenaars, beheerders, bosgroepen, exploitanten, houtsector. De private boseigenaars worden specifiek aangesproken via de bosgroepen die het duurzaam bosbeheer actief promoten.
Het ANB voert het technisch beheer van de bossen van openbare besturen, dus ook van lokale besturen. In dit kader betrekken zij de besturen maximaal bij het opmaken van bijvoorbeeld bosbeheersplannen en het realiseren van die natuurdoelen. Daarin is er een breed open vormingsaanbod rond bosbeheer.
De belangrijkste campagne van het ANB die het belang van bossen in de schijnwerpers zet, is de jaarlijkse Week van het bos die gisteren is geëindigd. Daarnaast wordt ook regelmatig gecommuniceerd via de website van het ANB over de verschillende natuurvoordelen die bossen de maatschappij aanleveren: beleving, gezondheid, klimaatregeling, houtproductie, leefbaarheid enzovoort.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We hebben het in deze commissie regelmatig over bosuitbreiding, maar de bosvitaliteit is het allerbelangrijkste. De kwaliteit van onze bomen is van groot belang, het is uiteraard heel goed dat die jaarlijks wordt gemeten en geïnventariseerd. Ik volg uw stelling helemaal dat alertheid nodig is. U zegt dat de kwaliteit schommelt maar stabiel is. Toen ik de cijfers zag, dacht ik dat er een achteruitgang was. We moeten dan ook heel alert blijven.
Er gebeurt intussen heel wat, u hebt opgesomd wat er zoal georganiseerd wordt. Ik verwijs opnieuw naar het debat dat we net hebben gevoerd over de bossen. U hebt erop gewezen dat u de private eigenaars probeert te betrekken via de bosgroepen, dat er een vormingsaanbod is enzovoort.
Minister, bosvitaliteit hangt nauw samen met gezondheid en heeft dan ook onze allergrootste zorg nodig. We zullen dit dan ook van heel nabij opvolgen.
Ik wil nog even reageren op de rol van de lokale besturen hierin. Jaar na jaar gebeurt er een projectoproep om het Boscompensatiefonds te activeren. We willen allemaal dat die middelen worden gebruikt. Destijds waren er niet zoveel projecten ingediend en ik zou dan ook graag van u horen wat de stand van zaken is. Op die manier kunnen we ook de belangrijke rol die de lokale besturen in dezen spelen opvolgen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, de oproep is voorbij en alle aanvragen zijn binnen. Momenteel is het ANB bezig met de verwerking van de aanvragen op basis van de vooropgestelde criteria. Ik weet niet over hoeveel projecten het gaat, maar ik zal het aantal opvragen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is belangrijk dat er inzake bosbehoud, bosvitaliteit en bosuitbreiding een gecoördineerde beleidsaanpak is. Die aanpak moet door verschillende bevoegdheden ondersteund worden en is heel belangrijk voor het behoud van de natuur en voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.