Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
We hebben opnieuw – en gelukkig – een heel mooie nazomer gehad. September, de maand waarin er terug naar school en kantoor wordt gegaan, lijkt een soort derde zomermaand te worden. Het is niet de eerste keer dat dat gebeurt, het is al enkele jaren zo, en daar kan de kust alleen maar wel bij varen en heel gelukkig mee zijn.
In het strategisch plan kusttoerisme worden op pagina 28 enkele zeer vrijblijvende doelstellingen geformuleerd om het toerisme verder te spreiden over het hele jaar. Concreet betekent dit dat we inzake marketing en ondersteuning van events minder zullen moeten werken op het hoogseizoen. De enige concrete acties die in het plan worden voorgesteld, zijn een andere oriëntatie van het kustweerbericht en de focus van de bestemmingsontwikkeling op weersonafhankelijke infrastructuur en activiteiten. Dit zijn zeer vrijblijvende doelstellingen waarbij de concrete acties ofwel te weinig impact zullen hebben, ofwel zeer cryptisch zijn omschreven – ‘bestemmingsontwikkeling’.
Een echt concrete maatregel die meer toeristen naar de kust kan lokken in juni en september is bewaking op het strand tijdens deze twee maanden. Vandaag is er op dit vlak geen uniforme regeling aan de kust waardoor er een vals veiligheidsgevoel wordt gecreëerd. Mijn vraag is een klein beetje achterhaald in die zin dat we tijdens het laatste kustburgemeesteroverleg eindelijk – ik heb daar heel lang op aangedrongen – een eerste korte doorbraak hebben voor het inzetten van redders buiten de zomermaanden.
Idealiter zou er een uniforme regeling moeten zijn voor alle kustgemeenten waarbij er ook in bepaalde periodes in juni en september bewaking is door strandredders op alle posten. Het probleem is dat er voor die periodes onvoldoende gebrevetteerde kustredders kunnen worden gevonden en dat de inzet van redders tijdens de zomermaanden de kustgemeenten nu al 3 miljoen euro kost. Dat blijft wel het struikelblok om tot die uniforme regeling te komen.
Minister, welke concrete initiatieven plant u om de evolutie naar vierseizoensbestemming, van juni tot en met september, te ondersteunen? Welk soort initiatieven plant u hiervoor financieel te ondersteunen? De kustgemeenten en kustburgemeesters zijn het best geplaatst om te weten welke initiatieven er nodig zijn aan de kust en in hun gemeente om te kunnen evolueren naar een volwaardige vierseizoensbestemming. Worden de kustgemeenten en kustburgemeesters betrokken bij het ontwikkelen van deze concrete initiatieven? Wat is uw mening over de noodzaak van redders op het strand in juni en september in functie van het mee realiseren van de doelstelling vierseizoensbestemming en de nood aan een uniforme regeling in alle kustgemeenten? Bent u bereid om concrete initiatieven te nemen om deze bewaking in juni en september mogelijk te maken en maatregelen te nemen waardoor voor deze maanden voldoende redders of toezichthoudend personeel kunnen worden aangeworven en om de kustgemeenten hierbij dan ook financieel te ondersteunen?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben een sterk strategisch plan kusttoerisme uitgewerkt met verschillende doelstellingen en ambities. Daarin promoten we de kust als vierseizoensbestemming. We plaatsen wat we noemen de schoudermaanden en het weersonafhankelijke aanbod veel meer voor het voetlicht. Vandaar dat er een aantal attracties, musea en andere recreatieve faciliteiten in dat strategisch actieplan bij naam worden genoemd, omdat ze een volwaardig alternatief bieden voor het zon- en zwempleziergerelateerde aanbod in de zomermaanden.
Het was ook de bedoeling dat de betrokken organisaties die werden vermeld, zich zouden aanmelden met een concreet hefboomproject of investeringsproject in het kader van de oproep die we hebben gelanceerd voor de toeristische hefboomprojecten. Je hebt enerzijds de impulsprogramma’s ‘Kernattracties’ en anderzijds de impulsprogramma’s ‘Vlaamse Meesters’. Dat was een zeer geschikt kanaal om de voormelde projecten te ondersteunen en realiseren. Ik stel vast dat er van deze lijst maar één projectvoorstel werd ingediend, namelijk ‘Beleef Ensor’ van de stad Oostende. We hebben dat ook effectief meegenomen. Dit projectvoorstel werd geselecteerd en aan de shortlist toegevoegd. Intussen hebben die mensen ook een businessplan ingediend dat binnenkort door een onafhankelijke jury zal worden beoordeeld. Dat zit goed en op koers.
Ik moet de volledige procedure niet meer toelichten, dat hebben we al herhaaldelijk gedaan in deze commissie. De procedure, de criteria en de beoordeling zijn voor alle projectindieners dezelfde. Voor de kust hebben we nog een inspiratiesessie georganiseerd om mogelijke projectindieners maximaal te overtuigen om toch een aanbod te doen en mee in te treden in de procedure om te worden erkend en gesubsidieerd als hefboomproject. Dat hebben we gedaan in juni 2015.
We hebben altijd klaargestaan om advies te geven en te begeleiden waar dit werd gevraagd. Het is mijn taak een kader te creëren om goede projectideeën te verzamelen en de beste projectideeën mee te financieren, maar ik ben niet verantwoordelijk voor de indiening van projecten, noch voor de kwaliteit van het ingediende project. We hebben het maximale gedaan, maar ik betreur de beperkte respons, niettegenstaande we samen met de sector een lijst hadden opgesteld van concrete en heel realistische projecten.
De vragen over de reddingsdiensten werden ingehaald door uw initiatieven met de kustburgemeesters. Ik ben heel tevreden dat jullie principieel al een akkoord hebben bereikt om een tijdsvenster vast te leggen dat ruimer is dan vandaag het geval is, dus niet alleen voor juli en augustus, maar met de garantie van aanwezigheid van redders op het strand in de periode van x tot y, en dat daarnaast de kustgemeenten die verder willen gaan, dat kunnen blijven doen. Misschien zal dat voor discussie blijven zorgen. Maar ik ben al heel tevreden dat jullie er zijn uitgeraakt en dat we samen vooruit kunnen geraken.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, u haalt de hefboomprojecten aan. Ik heb daar een aparte vraag om uitleg over ingediend. Ik ben het hierover niet helemaal met u eens. Ik ben ook ongerust dat er heel weinig kustprojecten geselecteerd zijn. Misschien is dat omdat er onvoldoende zijn ingediend.
Maar de criteria die vooraf werden opgemaakt – daar zitten we niet op dezelfde lijn – beletten deels dat de kust in aanmerking kan komen voor die hefboomprojecten. Het gaat over Vlaamse Meesters, Kernattracties, Meetinginfrastructuur in erfgoedlocaties. Daarin hebben de grote steden een streep voor op de kustgemeenten, niet alleen inzake inhoud, maar ook inzake omvang. Het is een project van minstens 1 miljoen euro.
U doet ook de vaststelling dat er heel weinig projecten vanuit de kust zijn. Maar de kust blijft toch een heel belangrijke toeristische sector, en dus denk ik, minister, dat u daar toch eens zult moeten sturen, om te bekijken of er meer projecten vanuit de kust kunnen worden geselecteerd. Het is toch wel een vaststelling dat voor de tweede opeenvolgende keer bij de selectie van de projecten er zo goed als geen projecten van de kust bij zijn.
Als we naar toerisme buiten het seizoen willen gaan, kijk ik vooral naar de all-weatherinfrastructuur, die heel belangrijk is aan de kust. Het is wel nog mooi weer in juni en september, en misschien nog een beetje in oktober, maar dan zijn er nog een achttal maanden over. Dan zijn die all-weatherinitiatieven cruciaal om het wintertoerisme verder aan te zwengelen.
In het kader van die hefboomprojecten is het een bezorgdheid van mij dat de kust daar wat uitvalt, wat de reden daarvoor ook is. Het kan zijn dat de steden en gemeenten aan de kust te weinig projecten indienen, maar misschien kunt u dat als minister eens begeleiden en kunt u bekijken hoe dat in de toekomst op een andere manier kan.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Mijnheer Vandenberghe, ik ben het ermee eens dat we als kust moeten evolueren naar een vierseizoenenbestemming. Het is absoluut noodzakelijk dat we in de twaalf maanden van het jaar, en niet alleen in de zogenaamde ‘schoudermaanden’, heel aantrekkelijk zijn, zelfs in de winterperiode. Anders hebben we problemen met onze lokale economie en onze horeca, die in de wintermaanden afzien en dat niet meer kunnen ophalen met enkel de drukke zomermaanden en de schoudermaanden.
Om naar een vierseizoenenbestemming te evolueren, moeten we inderdaad zeer veel inzetten op die all-weatherfaciliteiten. Ik denk dat daar nog onontgonnen terrein ligt, ook op het vlak van kindvriendelijkheid. We moeten de kust veel meer inzetten als een regio die aantrekkelijk is voor jonge gezinnen, voor oma’s en opa’s met kleinkinderen, voor families. Nu kampen we een beetje met het imagoprobleem dat de kust voor de senioren is en niet aantrekkelijk is voor jongeren. Als we daar het gat in de markt vinden, om kindvriendelijk en familievriendelijk en aantrekkelijk te zijn in de vier seizoenen, ook door bestaande zaken meer op te waarderen, denk ik dat we een stap vooruit zetten.
Ik wil ook nog even terugkomen op de hefboomprojecten. We hebben er vanuit de Vlaamse overheid alles aan gedaan om de kust te sensibiliseren tot een hefboomproject, waarmee men de kust ook internationaal op de kaart kan zetten. Ik wil gerust de analyse maken waarom dat niet gelukt is, maar we moeten er ook in geloven dat we eigenlijk al heel veel hebben. Ik denk aan Raversijde, aan het Zwin en de uitbreiding ervan, aan NAVIGO (Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke), aan Ensor. Er zijn heel wat mogelijkheden om die verder op te waarderen en toeristisch extra te ontsluiten. Ook met betrekking tot de Vlaamse meesters zijn er nog mogelijkheden, ook voor de kust. En ook op het vlak van gastronomie heeft de kust extra troeven. Ik denk aan de streekproducten en de sterrenchefs die aan heel de kust aanwezig zijn en die als trekker de rest van de horeca kunnen meetrekken.
Maar dan keer ik terug naar de autonomie en de verantwoordelijkheid van de lokale besturen om eens goed na te denken over het evenementenbeleid in hun gemeente. Zijn die evenementen niet alleen geconcentreerd in de zomermaanden? Organiseren we ook evenementen in weekends, in oktober en november, in de kerstperiode, in de carnavalperiode? Zijn die geïnspireerd op jongeren en jonge gezinnen? Hoe kunnen we de bezettingsgraad van onze jeugdherbergen aan de kust nog meer naar omhoog krijgen?
Ik blijf ook zeggen dat wandelen en fietsen in de winter zeer aangenaam kunnen zijn. Misschien loop je dan niet zo lang buiten, maar dan geniet je des te meer van een wafel, van chocolademelk, van de streekproducten.
Ik denk dus dat lokale besturen op dat vlak nog een tandje bij kunnen steken, soms met kleine zaken. Waar men ook eens over kan nadenken, is de signalisatie van al die zaken die we hebben. Moeten we vanuit Toerisme Vlaanderen geen eenvormige communicatie en signalisatie hebben op de invalswegen richting kust naar de grote troeven die we aan de kust hebben? Kan Westtoer dan niet in dezelfde ‘look and feel’ aanvullen met de zaken die op die gewestwagen naar die gemeenten leiden? De lokale besturen kunnen daar dan ook weer op inspelen. Ik denk dat er ook nog heel wat mogelijkheden zijn inzake digitale promotie, de sociale media, de bloggers. We moeten daar, samen met Westtoer, Toerisme Vlaanderen en de lokale besturen nog eens goed over nadenken. Volgens mij zijn alle kansen aanwezig aan de kust.
De heer Verstreken heeft het woord.
Ik ben heel blij dat de collega’s houden van onze Vlaamse kust. Ik ben het ermee eens dat er een nood is aan een opwaardering, zeker wat betreft winteractiviteiten. Er zijn ook meer indoorattracties nodig, voor het hele jaar. De provincie heeft al heel veel goede investeringen gedaan en heeft al allerlei zaken aangepakt. Dat is altijd een heel aangename samenwerking.
Ik wil nog even ingaan op Ensor, minister. Het doet mij deugd dat u houdt van de werken van James Ensor en dat u de tentoonstellingen ervan ondersteunt. Onlangs is er in Londen een vrij grote Ensortentoonstelling geopend. Maken Toerisme Vlaanderen en de afdeling in Londen daar gebruik van om tijdens die tentoonstelling reclame te maken? Het is een cultuurevenement, in samenwerking met minister Gatz. Het is een ideale gelegenheid om dat als kapstok te gebruiken vanuit de Engelse markt, om toeristen naar ‘destination Flanders’ te lokken, naar onze kust en onze kunststeden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan weinig toevoegen aan de pleidooien van collega Coudyser en anderen. Ik betreur dat er niet meer projecten zijn ingediend, collega Vandenberghe. De basisvoorwaarde voor het selecteren van projecten is de indiening ervan. Als er maar één project wordt ingediend en er wordt dan ook één project geselecteerd, is dat een succesratio van 100 procent. Dat is op zich zeer veel, maar ik had natuurlijk graag gehad dat er veel meer zouden worden ingediend. In het kustactieplan worden wel tien mogelijke investeringsprojecten nominatim vermeld, maar uiteindelijk is er maar één ingediend.
Wat de promotie rond James Ensor betreft, ga ik er inderdaad van uit dat wij geen enkele kans onverlet laten. Wij hebben in Londen trouwens een goed functionerende promotiedienst van Toerisme Vlaanderen. Ik ga ervan uit dat wij alle gelegenheden te baat nemen om ons aanbod, inclusief dat aan de Vlaamse kust, voor het voetlicht te plaatsen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik probeer altijd constructief te zijn. Ik zal een voorstel doen aan de kustburgemeesters om dat punt toch nog eens op de agenda van het overleg te plaatsen. Misschien kan dan nog eens besproken worden waarom er zo weinig projecten zijn ingediend, en wat de zwaktes en de opportuniteiten zijn. We moeten daar heel waakzaam over zijn.
Mevrouw Coudyser, ik ben heel tevreden dat u het belang aanhaalt van die all-weatherinfrastructuur. Ik verwijs even naar mijn gemeente: zo’n tien jaar geleden hebben wij met overheidssteun een all-weatherinfrastructuur opgericht, het Staf Versluyscentrum. Sindsdien heeft dat onze kustgemeente op een totaal andere manier op de kaart gezet. Het heeft een enorme evolutie teweeggebracht. Het is dus heel belangrijk.
Ten slotte ben ik het niet volledig eens met wat u zegt over de lokale besturen. In de meeste kustgemeenten is er al een evolutie gebeurd. Vroeger richtte men zich specifiek op die twee zomermaanden inzake attracties en activiteiten. De meeste kustgemeenten zijn daarin al geëvolueerd en leveren een grote inspanning om ook buiten die warmere maanden al heel wat initiatieven te nemen. Vooral de ondersteuning van die kleinere steden en gemeenten is belangrijk.
Ik zal er ook een belangrijk punt van maken op het eerstvolgende kustburgemeestersoverleg. Minister, we moeten daarover zeker verder kunnen debatteren, om in de toekomst daarin meer succes te boeken. Ik zal u dan misschien uitnodigen om daarop aanwezig te zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.