Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
In het kader van de Zuiddag heeft mevrouw Ponsaerts het woord namens de heer Gryffroy.
Wanneer we de klimaatdoelstellingen willen halen, moet iedereen zijn steentje bijdragen en een tandje bijsteken. Het gaat dan niet alleen over de overheid maar ook over de burgers, de organisaties en de bedrijven. Het behalen van de internationale klimaatdoelstellingen is met andere woorden een collectieve verantwoordelijkheid
De inzet op duurzame energie en energie-efficiëntie is een belangrijke ambitie van de Vlaamse Regering. Zij neemt tal van initiatieven om dit engagement waar te maken. We kijken dan ook uit naar de Vlaamse klimaattop op 1 december 2016. Daar hangt veel van af, de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen.
De minister van Energie, Bart Tommelein, werkt intussen aan een onderbouwde, gedragen langetermijnenergievisie die moet uitmonden in een energiepact voor Vlaanderen. Deze energievisie biedt een antwoord op de toekomstige energie-uitdagingen. Energie-efficiëntie vormt daarbij een cruciale uitdaging.
Innovatie blijft een belangrijke motor voor onze samenleving en onze economie. We rekenen op innovatie om de toekomstige problemen aan te pakken. Energie-innovatie is dan ook belangrijk. Wij geloven dat er nog heel veel opportuniteiten zijn om de klimaatdoelstellingen te behalen.
Tijdens de klimaattop in Parijs in november 2015 kondigden twintig vooraanstaande industrielanden Mission Innovation aan. Dat is een engagement om binnen de vijf jaar de publieke investeringen in energie-innovatie te verdubbelen. Deelname aan dit initiatief helpt tevens bedrijven, overheid en organisaties om de ambities inzake duurzame energie en energiebesparing te realiseren.
De deelnemende landen werken eveneens samen met een privaat initiatief, Breakthrough Energy Coalition. Dit initiatief focust zich op de leden van Mission Innovation en investeert in bedrijven die werken aan klimaatinnovatie. Dat geeft extra kansen aan bedrijven en onderzoeksinstellingen.
Minister, wat is uw standpunt over een Vlaamse deelname aan Mission Innovation?
Op welke manier kan participatie aan Mission Innovation een meerwaarde betekenen voor Vlaanderen en een stimulans betekenen voor bedrijven en onderzoeksinstellingen om meer in te zetten op energie-innovatie?
Momenteel werkt de Vlaamse minister van Energie aan een energievisie en -pact voor Vlaanderen. Op welke manier wordt energie-innovatie daarbij betrokken? Hoe zal er worden samengewerkt tussen de beleidsdomeinen Innovatie, Onderzoek en Ontwikkeling en Energie?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik onderschrijf de uitgangspunten van Mission Innovation volledig. Het spreekt voor zich dat er nog heel wat onderzoek nodig is om nieuwe energiebronnen aan te boren, maar ook om tot een meer efficiënt energieverbruik te komen. Vlaanderen ondersteunt heel wat onderzoek dat gericht is op het ontwikkelen van energietechnologie. Het is ook goed dat op dit Mission Innovation-initiatief ingespeeld wordt door een internationale groep van investeerders. Hierdoor kan de valorisatie van al dat onderzoek via investeringen in nieuwe en bestaande bedrijven nog worden versneld.
We weten allemaal dat zo’n versnelling noodzakelijk zal zijn voor het realiseren van onze energietransitie en dat dit ook zal bijdragen tot het behalen van onze klimaatdoelstellingen. Mission Innovation stelt een verdubbeling voorop van de energie-investeringen in onderzoek en ontwikkeling binnen vijf jaar. Bij deelname aan het initiatief moet dus een duidelijk vertrekpunt van investeringen bepaald worden en moet worden nagegaan of die verdubbeling kan worden gehaald. Dat levert wel een moeilijkheid op omdat de meeste van onze financieringsprogramma’s open oproepen zijn voor een groot aantal thema’s. De publieke R&D-financiering die in een bepaald jaar naar energietechnologieprojecten is gegaan, kan vaak pas achteraf worden bepaald. We doen dus een open oproep en we zien welke projecten binnenkomen. Er is de mogelijkheid om steun te krijgen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen maar ook van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen.
Ik zal in een eerste stap aan mijn departement vragen om te bepalen waar die baseline voor Vlaanderen zou liggen. Het groeipad voor onderzoek en ontwikkeling dat deze Vlaamse Regering heeft vastgelegd, 195 miljoen euro extra, biedt alvast een opportuniteit om stappen vooruit te zetten. Ik kan me vandaag echter nog niet op cijfers vastpinnen en zeggen hoeveel van die 195 miljoen euro naar energie zal gaan.
We leggen nu al accenten op basis van energie met bijvoorbeeld de projecten van EnergyVille. Er zijn specifieke programma’s inzake batterijen en zonnecellen bij het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (imec). Dat is al geld dat naar bepaalde projecten gaat. Het EFRO-Interreg-programma focust op de prioriteitsassen Onderzoek, Technologische Ontwikkeling en Innovatie en op het bevorderen van de overgang naar een koolstofarme economie, maar heeft verder ook geen specifieke enveloppe voor energietechnologie. Verder is er de steun aan het Interreg project WaterstofNet 2.0, waarmee ook waterstof als energiedrager verder gepromoot wordt. Ik vernam recent dat er zich een cluster van bedrijven heeft gebundeld om zich kandidaat te stellen als speerpuntcluster. Als deze aanvraag slaagt, zal daar ook heel wat geld naartoe gaan. Het is duidelijk dat we werken in een filosofie van open oproepen. Dat is belangrijk. U weet dat ik inzake innovatie bottom-up wil werken. Er moeten vanuit het veld initiatieven kunnen komen.
Energie-innovatie ligt aan de basis van de energietransitie. Ik heb vandaag geen zicht op de concrete inhoud van het plan van minister Tommelein. Ik ga er wel van uit dat we hier sowieso op samenwerken, aangezien de energietransitie ook enorme economische opportuniteiten met zich meebrengt.
Mevrouw Bakrim heeft het woord namens minister Muyters.
We kunnen Mission Innovation mee ondersteunen. Ten eerste kijken we naar de inhoud. Ten tweede kijken we of we kunnen starten met een nulmeting. Nadien gaan we na of het haalbaar is om aan te sluiten zonder onze filosofie over innovatie aan te passen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ben blij dat u het initiatief verder wilt onderzoeken. Het zal niet enkel gaan over hoeveel middelen we erin kunnen stoppen, over het bepalen van de nullijn en over hoe het kan worden verdubbeld op vijf jaar. Het is ook interessant voor het uitbouwen van een netwerk, als je kijkt naar de twintig landen die meedoen. Zo kunnen er ervaringen worden uitgewisseld waarbij elk land zijn eigen thema’s en kennis heeft. Dit kan zeker een stimulans betekenen voor Vlaanderen als regio. Ik doe een harde oproep om met een strikte timing eventueel na te gaan of we die nulmeting via het agentschap kunnen bepalen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dit is een erg interessante vraag. Het gaat hier over een engagement waar niet onmiddellijk een budget tegenover staat. Het is niet zo dat we plots ons budget enorm moeten oppompen.
We staan aan de vooravond van heel wat innovaties in het innovatielandschap. U hebt bij de vorige vraag aangekondigd hoe de overheid zelf belangrijke stappen zal zetten. U hebt gewag gemaakt van EnergyVille, wat een zeer interessant punt is.
Een ander punt zijn de speerpuntclusters. Ik heb u horen zeggen dat er aanmeldingen zijn in energie. Ik heb al een aantal keer gevraagd of het niet interessant zou zijn om energie als speerpuntcluster te hebben. U hebt terecht elke keer geantwoord dat u dat niet bepaalt, maar dat het een open oproep is. Ik ben heel blij te vernemen dat er vanuit de energiesector aanvragen zijn ingediend. Kunt u al vertellen wat het potentieel zou kunnen zijn? Wat is de timing om daar meer zicht op te krijgen?
EnergyVille vervult momenteel een zeer belangrijke rol, niet alleen in de binnenlandse en Vlaamse innovatie. Ook de internationale uitstraling begint stilaan proporties aan te nemen. EnergyVille positioneert zich al, zij het nog voorzichtig, in een Europees innovatienetwerk, waarbij verschillende landen specifieke accenten leggen. Het inschrijven in de Mission Innovation is vooral een opportuniteit om vrij gemakkelijk al een enorme sprong te nemen in de komende jaren inzake het potentieel waar we nu voor staan en dat deze legislatuur zou moeten worden ontgrendeld. Als we dat als voorbeeldfunctie in het Europees netwerk inschakelen, dan kunnen we de transitie naar hernieuwbare en schone energie een enorme boost geven. Als we het voortouw nemen, kunnen we bijzonder veel economische return verwachten. Mijn oproep is om dit engagement zo sterk mogelijk aan te grijpen en om alvast snel die nulmeting te doen. Hoe sneller we dat doen, hoe sneller we resultaten kunnen laten zien. Samen met minister Tommelein kunt u het innovatienetwerk versterken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is inderdaad een heel belangrijke vraag. Ik sluit me graag aan bij de heren Gryffroy en Schiltz over economie, maar ook ruimer over klimaat en circulaire economie. Er is heel wat potentieel voor onze economie maar ook voor onze samenleving. Innovatie is daarvoor cruciaal. Ik ben blij dat u de nulmeting zult doen. Of we nu instappen in de Mission Innovation of niet, het lijkt me interessant om die meting te blijven opvolgen om een permanente monitoring te hebben over onze activiteiten inzake energie-innovatie en dergelijke meer. Dat dit een speerpunt wordt in het Vlaamse beleid is wel heel duidelijk. Of het een speerpuntcluster wordt, horen en zien we binnenkort. Ik zou het alleen maar kunnen toejuichen. Het is belangrijk om die monitoring aan te houden. Als dat engagement kan worden gegeven, hebben we alvast een eerste instrument om het beleid op te volgen en te evalueren.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Dit is een belangrijke vraag. In het antwoord botsen we echter weer op dingen die we allang meeslepen als het gaat over innovatiebeleid. Dat zijn ten eerste onduidelijke cijfers.
Ten tweede is er de bewuste keuze om niet te veel te sturen in het innovatiebeleid. Daardoor is er de aarzeling: kunnen we wel meestappen in een doelstelling met betrekking tot energie-innovatie als we het innovatiebeleid vraaggestuurd houden?
Ik heb begrepen dat u die nulmeting gaat doen. Hebt u een timing van wanneer het zou duidelijk zijn wat die nulmeting is? U zegt dat u oproepen gaat doen en dat u gaat zien wat daaruit komt, en dat u dat niet op voorhand weet. Is het toch de bedoeling om op de een of andere manier mee te stappen naar die Mission Innovation?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw de minister heeft het goed samengevat: natuurlijk willen wij meegaan in deze Mission Innovation. Ze heeft duidelijk gezegd dat we helemaal achter de inhoud staan. We moeten wel eerst de nulmeting hebben.
Mijnheer Gryffroy, wij willen ook dat netwerk bereiken. Wat kunnen we van tevoren bij de nulmeting meenemen en wat kunnen we pas achteraf bepalen? De minister zei heel goed dat wij niet willen afstappen van de basisfilosofie, dat de dingen bottom-up komen. Ik blijf dat zeer belangrijk vinden. U zegt dat we daar al eens op iets botsen, maar we zullen een gedragenheid hebben, waarbij het veld zelf vragende partij is om dingen te onderzoeken en om ontwikkeling te stimuleren, waar ze zelf engagementen in zullen nemen. Voor mij blijft dat iets fundamenteels.
Ik ben ook blij dat er zich vanuit het veld zelf een speerpuntcluster aan het vormen is, zoals de heer Schiltz zei. Door de aanvragen die de administratie bereiken, weten wij dat er op het veld dingen aan het gebeuren zijn. Dat is vandaag bezig. Dat vind ik zeer goed. Dat is ook de manier waarop ik het wou. Die bedrijven groeperen zich en gaan onderzoek doen. Zo is EnergyVille een zekere reputatie aan het opbouwen. Wij voorzien ook in bijkomende middelen voor onze strategische onderzoekscentra in de uitbreiding. U mag ook niet vergeten dat binnen imec een aantal gerichte programma’s rond energie bezig zijn. Los van de oproepen, die altijd gebeuren en die alle thema’s bottom-up kunnen bevatten, moeten we toch al op basis van drie elementen – de speerpuntcluster die er komt, imec dat blijft inzetten op een aantal aspecten, EnergyVille waarin we blijven investeren – bekijken hoe we ons op die Mission Innovation kunnen inschrijven.
Mijnheer Bothuyne, ik ben het er absoluut mee eens dat als we een nulmeting doen, we die ook moeten opvolgen om te bekijken wat en hoe. Misschien – maar dat is nu iets wat ik bij mezelf bedenk – moet je een idee krijgen van wat je in een bepaald jaar gaat investeren en achteraf wat er is geweest. Want als je bij die open oproepen bottom-up werkt, weet je dat niet echt. Bij die andere aspecten – met name de speerpuntcluster en EnergyVille – heb je toch al een eerste beeld. De speerpuntcluster op zich is het netwerk dat projecten gaat indienen. Maar de filosofie is daar dat we in de extra budgetten die we hebben, in specifieke budgetten voorzien voor sterke langdurige projecten in speerpuntclusters. Ook daar zou het volgens mij fundamenteel zijn mocht er zo’n speerpuntcluster bottom-up komen.
De samenvatting van de minister was heel correct. Zij zei dat we onderschrijven dat we een nulmeting willen doen en dat we daarbij willen aansluiten, en dat allemaal zonder de bottom-upfilosofie van ons innovatiebeleid te veranderen.
Mevrouw Ponsaerts heeft het woord namens de heer Gryffroy.
Minister, ik bedank u voor uw antwoord. Energie-innovatie vinden wij ontzettend belangrijk. Het biedt een antwoord op de vele energie- en klimaatuitdagingen van morgen. We vinden het zeer belangrijk dat Vlaanderen daarop inzet en zijn netwerken kan uitbreiden. Dat betekent dat we alle kansen daartoe moeten grijpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.