Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
In het kader van de Zuiddag heb ik een stagiair, die mijn vraag zal voorlezen. Hij heet Amadeo, maar is niet van koninklijken bloede. Dat is gecheckt. (Gelach)
De Vlaamse overheid startte in 2008 met het programma Innovatief Aanbesteden, met de bedoeling dat de overheid innovatieve oplossingen zou aankopen voor socio-economische uitdagingen waarvoor geen adequate oplossing voorhanden is. In 2008 werd het programma opgestart, met een totaalbudget van 10 miljoen euro. Het was de expliciete bedoeling van het programma om de innovatiekracht van bedrijven een extra impuls te geven. Het wil een kader creëren waarbinnen de overheid en de bedrijfswereld samen innovatieve oplossingen kunnen ontwikkelen voor specifieke uitdagingen van de overheid. Alle beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid komen daarbij aan bod. De coördinatie van de projecten en initiatieven verloopt via de kenniscel Innovatief Aanbesteden van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO).
Het is echter duidelijk dat het programma de jongste jaren zeer moeizaam is vooruitgekomen, onder andere vanwege juridische belemmeringen, zoals staatssteun en voorkennis, te zware procedures en enkele laattijdige programmaverlengingen. Het Rekenhof onderzocht begin dit jaar de doelmatigheid van het programma en identificeerde een aantal knelpunten die de resultaten ervan hebben beïnvloed. De conclusie was dat het programma Innovatief Aanbesteden zijn nut had bewezen. Het programma kan echter doelmatiger worden, indien de tekortkomingen worden weggewerkt en binnen het programma passende projecten worden ingediend.
Minister, in uw beleidsbrief voor 2015-2016 stelde u al dat de aanpak met betrekking tot innovatief aanbesteden zal worden herbekeken, met focus op het verkorten van de doorlooptijden en het vereenvoudigen van de processtappen, het verder verduidelijken en aanpassen van de juridische context en het versterken van het engagement van de stakeholders. Ook in reactie op het verslag van het Rekenhof kondigde u een aantal maatregelen aan, in de vorm van een actieplan. Op N-niveau werd aldus een project gestart om een nieuw elan te geven aan Innovatief Aanbesteden.
Minister, u maakte 100.000 euro aan werkingsmiddelen vrij voor het voortraject, zodat de projectleider de nodige juridische en andere ondersteuning kon inzetten. Welke stappen werden binnen dit kader gezet? Volstond het vooropgestelde budget hiervoor? Na de zomer werd een nieuw plan van aanpak beloofd. Werd de deadline gehaald? Kunt u de krachtlijnen van dit programma toelichten, gelet op de knelpunten die werden aangeduid door het Rekenhof? Tegen midden 2016 moest ook het juridisch kader duidelijker zijn. Wat is de stand van zaken? Welke maatregelen zijn er ten aanzien van Innovatief Aanbesteden? Op welke termijn hoopt u tot een doorstart te komen voor dit programma? Hoe zal de relatie tot innovatief aankopen daarbij verder verlopen?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil beginnen met erop te wijzen dat er in de begroting 2016 niet in 100.000 euro, maar in 50.000 euro is voorzien voor het voortraject. Dat heeft te maken met het feit dat we het N-project niet op 1 januari hebben opgestart, maar op 1 juli. Het voorziene budget is nog grotendeels beschikbaar. Tot nu toe is het vooral ingezet om de persoon voor het N-project te laten deelnemen aan seminaries in binnen- en buitenland over alles wat gaande is met betrekking tot innovatieve overheidsopdrachten. Na de analyse van de beschikbare documentatie concludeerde de projectleider dat er geen bijkomend juridisch advies nodig was om het huidige juridisch kader in kaart te brengen.
We hebben eind augustus een eerste ontwerp van plan van aanpak gekregen. Dat is ondertussen met een aantal stakeholders besproken. Ik zal dat plan van aanpak tegen het einde van oktober als conceptnota aan de Vlaamse Regering voorleggen. We spreken voortaan van het programma Innovatieve Overheidsopdrachten. Dat is ook de terminologie die wordt gebruikt in het Vlaams plan overheidsopdrachten dat de Vlaamse Regering in januari 2016 heeft gelanceerd. De strategische doelstellingen zijn ongewijzigd gebleven. Het doel blijft de koopkracht van de Vlaamse publieke sector meer strategisch in te zetten voor innovatie, om op die manier te kunnen bijdragen tot een performantere overheid, maar ook tot de competitiviteit van onze ondernemingen en tot oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. De drie zijn belangrijk.
Het plan van aanpak beschrijft wat innovatieve overheidsopdrachten zijn, wat het belang ervan is en hoe we dit instrument in Vlaanderen meer strategisch en structureel willen gaan inzetten. In eerste instantie zullen we de prioritaire transitiedomeinen van de Visienota 2050 actief betrekken. Dan denk ik onder meer aan Energie, Zorg, Industrie 4.0, Circulaire Economie en Wonen. Het is zeker niet mogelijk om meteen op alle vlakken aan innovatief aanbesteden te doen. Laten we dus die speerpunten uit de Visienota 2050 als begin nemen. In het bijzonder denk ik aan de domeinen en organisaties die al beschikken over een concrete innovatieagenda, waarbij innovatieve overheidsopdrachten een rol zouden kunnen spelen. Ik blijf dit een moeilijke zaak vinden. Die innovatieve opdrachten, dat is niet iets dat je gemakkelijk kunt doen. Je moet dat goed kunnen omschrijven en dergelijke meer. Daarom nemen we die speerpuntclusters en doen we dit vooral bij die organisaties waar die innovatieagenda belangrijk is en waar dat het verschil kan maken.
Op basis van de opgedane ervaring wordt de aanpak in een volgende fase verder uitgerold over het geheel van de Vlaamse overheid. Dat is de aanpak die we willen. Dat kan dan ook naar een ruimer deel van de publieke sector, namelijk steden en gemeenten, ziekenhuizen en dergelijke meer.
Het plan van aanpak zoals het mij is gegeven en dat we nu in bespreking hebben, geeft 21 acties aan, gegroepeerd rond vier doelen, met name: het uitbouwen van een kennisplatform voor die innovatieve overheidsopdrachten; het verhogen van het aandeel van het aankoopbudget dat de Vlaamse overheid besteedt aan innovatieve producten en diensten; een aantal acties rond het samenstellen van een projectportfolio van precommerciële innovatieprojecten; het stimuleren van de deelname aan Europese netwerken, waarbij we zorgen dat we kunnen aansluiten waar er Europees al acties zijn.
Voor de aankoop van O&O-diensten en voor de validatiefase van nieuwe producten voorzie ik in de mogelijkheid van cofinanciering vanuit het Hermesfonds. Ik maak daar in 2017 een budget van 5 miljoen euro voor vrij.
Er zijn in 2014 belangrijke evoluties geweest in het juridische kader voor innovatieve overheidsopdrachten. Er is toen een nieuwe Europese richtlijn voor overheidsopdrachten gemaakt en er is ook een nieuwe kaderregeling inzake staatsteun. Die wijzigingen hebben een aantal drempels weggenomen en bieden dus ook meer rechtszekerheid om overheidsopdrachten strategisch te kunnen inzetten. Zoals ik al zei, blijft het een moeilijke zaak. Je moet zorgen dat het innovatief is en dat je daardoor niet de concurrentiewetgeving gaat passeren.
De omzetting van de EU-richtlijn in een nieuwe Belgische wet is afgerond in 2016. Ik vrees dat we nog even moeten wachten op de uitvoeringsbesluiten. Volgens mijn informatie kunnen we die pas in de tweede helft van 2017 verwachten. Toen ik aan mijn medewerkers vroeg of dat geen vergissing was en of dat niet de tweede helft van 2016 moest zijn, zeiden ze mij: ‘Uitvoeringsbesluiten maken gaat niet overal zo rap als bij ons.’
Voor het aankopen van innovatieve producten en diensten die beschikbaar zijn op de markt, is het juridisch kader duidelijk. De aankoop van deze producten en diensten gebeurt volgens de wet op de overheidsopdrachten. Dat is veel gemakkelijker dan dat innovatief aanbesteden.
Om een snelle doorstart te kunnen maken, onderzoeken we momenteel of we de projecten die eind 2013 bij een eerste oproep in voorbereiding waren, kunnen voortzetten. Als dat zou kunnen, hebben we daar al snelheid gewonnen. Verder ligt de prioriteit op aspecten zoals het uitwerken van efficiënte en doelmatige processen, het uitwerken van een communicatiestrategie en het verankeren van de besluitvorming van precommerciële innovatieprojecten in de regelgeving. Ik wil daar werken met een open oproep om blijken van interesse te kunnen ontdekken. Ik overleg ook met de stakeholders zodat we de modaliteiten hiervan kunnen bepalen.
Mevrouw Bakrim heeft het woord namens minister Muyters.
We werken eraan om het innovatief aanbesteden mogelijk te maken omdat er een nieuwe Europese richtlijn is voor deze overheidsopdrachten.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is eigenlijk alles wat ik gehoopt had dat het zou zijn. We zijn in het parlement al heel lang aan het duwen op dit dossier, ook al bij de vorige minister. Toen was inderdaad het juridische kluwen het grote probleem. Ik ben zeer blij om te horen dat dat nu blijkbaar opgelost geraakt.
Dat we tot eind 2017 moeten wachten voor we een doorstart kunnen maken, is natuurlijk zeer jammer. Het is vreemd dat dat zo lang duurt. Misschien is er wel een manier om wat druk te zetten om dat sneller te laten gaan. Ik kan me niet voorstellen dat dat het grote probleem kan zijn. Als dat in juli 2016 al is omgezet in Belgische wetgeving, kan men dat KB toch zo lang niet laten wachten. Maar goed, dat is uw werk niet, dat moet federaal worden geregeld.
Over de doelstellingen en de meerwaarde van dat innovatief aanbesteden, zijn we het natuurlijk allemaal eens. Ik ga daar niet te veel over uitweiden. Ik hoop dat we dat zo snel mogelijk kunnen omzetten en de doorstart kunnen maken. Ik kijk uit naar uw conceptnota eind oktober.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, het is inderdaad een traject dat al enige tijd geleden is ingezet en waar wij reikhalzend naar uitkijken. De introductie van een sterke innovatiecultuur binnen de Vlaamse overheid is niet evident. We hebben daar al eens van gedachten over gewisseld: het evenwicht tussen enerzijds risicoaversie, wat het goedehuisvaderprincipe van een overheid moet zijn, en anderzijds de leadingconsumerrol die de overheid moet innemen. Het is goed dat er nu een charter ondertekend wordt, maar dat vertalen naar effectieve veranderingen in de administraties, is nog een hele kluif. Ik ben benieuwd hoe u dat zult aanpakken en op welke manier dat zal worden opgevolgd om er zeker van te zijn dat het gerealiseerd wordt.
Ik ben zeer tevreden dat u bijzonder veel aandacht besteedt aan de oprichting van het kenniscentrum. Dat kan de omslag naar innovatief aanbesteden in een stroomversnelling brengen.
Minister, hebt u een zicht op de omvang van de budgettaire enveloppe in functie van het innovatief aankopen en aanbesteden, bijvoorbeeld binnen de extra middelen van 2017? Is daar al iets in afgebakend?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb al gezegd dat ik in 2017 in een budget van 5 miljoen euro had voorzien. Wat ik voor het opvolgen en vertalen vooral wil doen, in tegenstelling tot wat in de vorige periode is gebeurd, namelijk alles en iedereen betrekken, is proberen te focussen. Ik heb twee focussen weergegeven: de projecten die er in het verleden waren, proberen voort te zetten en focussen op de accenten van de visienota 2050. Ik heb ze daarstraks opgesomd: energie, zorg, industrie 4.0, circulaire economie en dergelijke meer. Als binnen die departementen innovatieve elementen zitten en er reeds een innovatie-agenda is, moeten we die in eerste instantie daar gaan zoeken en pas daarna de verdere uitrol doen, ook naar andere overheden toe.
Dat is eigenlijk de strategie die we willen hanteren. We zullen niet alles tegelijkertijd kunnen doen. Ik ben hier een grote fan van en ik vind dit heel noodzakelijk, maar dit is niet gemakkelijk. Dat is in het verleden ook gebleken, niet alleen door de aversie tegen risico’s maar ook door het evenwicht dat moet worden gevonden tussen concurrentie en innovatie. Het is niet altijd gemakkelijk om keuzes te maken, maar ik hoop echt dat we resultaten kunnen boeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.