Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over richtlijnen inzake het toedienen van medicatie aan leerlingen op school
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Het personeel van het basis- en secundair onderwijs wordt op verschillende manieren geconfronteerd met de vraag van ouders of leerlingen om tijdens de lesuren verzorgende of verpleegkundige handelingen uit te voeren bij leerlingen. Enerzijds is een school wettelijk verplicht iemand die door een ongeval of ziekte wordt getroffen, zo spoedig mogelijk de eerste hulp te verstrekken. Anderzijds mag onderwijspersoneel wettelijk gezien geen medische handelingen uitvoeren. Als er iets fout loopt, kan de leerkracht aansprakelijk worden gesteld en kan het tot een rechtszaak komen. Dat laatste heeft ertoe geleid dat enkele scholen hebben beslist dat leerkrachten mogen weigeren om kinderen medicatie toe te dienen, zelfs als die door een arts is voorgeschreven en tijdens de schooluren moet worden genomen.
Vandaag bestaat er geen beschermend juridisch kader voor het uitvoeren van specifieke verzorgende en verpleegkundige handelingen door onderwijspersoneel. Meer nog, het onderwijspersoneel kan daarvoor strafbaar worden gesteld. De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) pleit voor het creëren van een duidelijk en beschermend juridisch kader.
De nood aan een juridisch kader dringt zich ook meer op en dit door de implementatie van het M-decreet. Steeds meer kinderen die medische hulp nodig hebben, zitten in het gewone onderwijs. De vraag naar het uitvoeren van verzorgende en verpleegkundige handelingen door onderwijspersoneel neemt hierdoor toe.
Minister, krijgt u meer signalen van scholen basis- en secundair onderwijs waar problemen opdoken omtrent het al dan niet uitvoeren van verzorgende en verpleegkundige handelingen bij leerlingen op school?
Wat is uw mening over een juridisch kader dat leerkrachten beschermt inzake het uitvoeren van verzorgende en verpleegkundige handelingen bij leerlingen? Welke bijkomende maatregelen wenst u te nemen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, voor kinderen die langdurig ziek zijn en de lessen op school niet kunnen bijwonen, voorziet de regelgeving in een aantal mogelijkheden. Die komen in deze commissie regelmatig aan bod. Denk aan tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) en de initiatieven van Bednet. Vaak is het echter niet nodig dat kinderen thuisblijven, maar zijn ze wel in staat les te volgen in de klas. Soms zijn daarbij ook behandelingen nodig. In andere gevallen is na een korte ziekte of bij een ziekte waarbij het niet noodzakelijk is thuis te blijven, nog medicatiegebruik nodig. De meeste scholen hebben hiervoor bepalingen opgenomen in hun schoolreglement.
Recent konden we, naar aanleiding van een lokale situatie – en ik neem aan dat deze de aanleiding vormde om mijn vraag samen met die van mevrouw De Meulemeester te behandelen –, vernemen in de pers dat het schoolreglement van een stedelijke school werd aangepast in die zin dat leerkrachten vanaf dit schooljaar mogen weigeren om leerlingen medicatie toe te dienen. De argumentatie achter deze wijziging is dat er steeds meer kinderen medicatie moeten nemen tijdens de schooluren en dat dat veel tijd vergt van de leerkrachten. Men wil vermijden dat de leerkrachten alleen maar daarmee bezig zijn.
Wat mij betreft, is tijd minder belangrijk dan het juridische kader waarin dat gebeurt. Dan komt het beruchte koninklijk besluit 78 met betrekking tot medische handelingen natuurlijk in het vizier.
De wijziging van het schoolreglement waarvan sprake stootte op heel wat kritiek van de ouders. Er zijn nu eenmaal leerlingen die om gezondheidsredenen bijvoorbeeld ’s middags medicatie moeten innemen. Ook een pijnstiller als het nodig is, zou volgens de ouders moeten kunnen. Naast medicatie kan ook behandeling nodig zijn. Zo kan bijvoorbeeld een kinderverpleegkundige binnen de school chemo aan- of afschakelen, terwijl het kind toch naar school kan. Wanneer kinderen daadwerkelijk medicijnen moeten innemen, vragen de scholen heel wat informatie, zoals de naam van het medicijn, de dosering, de wijze van bewaren en toedienen, de frequentie, de duur van de behandeling, het voorschrift van de arts en verdere uitleg.
De discussie is natuurlijk veel ruimer dan het louter innemen van medicatie. Zo willen de directies dat de verantwoordelijkheid van de leerkrachten niet in het gedrang kan komen.
Minister, in hoeverre kunnen leerkrachten verantwoordelijk gesteld worden voor leerlingen die tijdens de schooluren zelf medicatie nemen? Er zijn verschillende gevallen. Er zijn de leerlingen die zelf de medicatie nemen. Wat is dan de verantwoordelijkheid van de leerkracht? Wat is de verantwoordelijkheid van de leerkracht als hij de medicatie toedient, zowel bij het toedienen als wanneer het wordt geweigerd – want dat is nog een ander geval?
Bestaan er richtlijnen voor scholen over hoe om te gaan met leerlingen die tijdens de schooluren medicatie moeten nemen? Is de school verplicht om verpleegkundig personeel, ik denk aan thuisverpleegkundigen, toe te laten op de school?
Minister Crevits heeft het woord.
Uit navraag bij mijn administratie blijkt dat er niet méér signalen zijn van scholen met betrekking tot dit thema sinds het M-decreet van kracht is.
In België is iedereen verplicht hulp te verlenen aan een persoon in nood. Als je zelf geen gevaar loopt, ben je verplicht de hulp te bieden die je kent en kunt geven. Het toedienen van medicijnen valt niet onder eerste hulp. Dat is voorbehouden aan personen die medische handelingen mogen stellen: artsen, apothekers, verpleegkundigen en andere medische beroepen.
Binnen de ruimte en beperkingen die de wet oplegt, neemt een school zelf het initiatief tot een medicijnbeleid. Ik pleit hier voor gezond verstand. De meeste scholen handelen in eer en geweten, maken afspraken met de leerkrachten en de ouders, nemen voorzorgsmaatregelen, bieden attesten aan, volgen actieplannen en zetten de verantwoordelijkheden op papier.
Het probleem waar u naar verwijst, gaat over het verstrekken van verzorgende en verpleegkundige handelingen aan een leerling op regelmatige basis. Dat valt niet onder het bieden van hulp aan een persoon in nood.
Mijn administratie legt, in overleg met de onderwijsadministraties van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap, de laatste hand aan een protocol met de federale overheid Volksgezondheid om bepaalde handelingen ook door personeel tewerkgesteld in het onderwijs mogelijk te maken, in toepassing van de wetgeving. Ik heb het voorontwerp van dit protocol ter informatie bij. Mocht het u interesseren, dan kunt u het vinden en ziet u ook op welke manier we daaraan werken.
Mevrouw Schryvers, de schoolbesturen zelf moeten bepalen hoe ze hiermee omgaan. Koepelorganisaties hebben voor hun scholen een generieke richtlijn uitgeschreven voor het medicijnenbeleid op school. Zij ontwikkelden attesten waarop ouders toestemming kunnen geven over medicatiegebruik als hun kind ziek wordt. Er zijn ook attesten waarin afspraken over medicatiegebruik op voorschrift omschreven zijn. Belangrijk is dat alle partijen, waaronder ouders en personeelsleden, op de hoogte zijn van de afspraken die hierover op school worden gemaakt.
Mevrouw Schryvers, uw vraag over de aansprakelijkheid is heel erg belangrijk. Alles begint bij het maken van goede afspraken. Het is belangrijk dat alle partijen goed geïnformeerd zijn over de afspraken die op school zijn gemaakt. Alle personeelsleden moeten de richtlijnen volgen als die er zijn. Als ze de richtlijnen van de school volgen, kunnen zij ook niet verantwoordelijk worden gesteld voor het feit dat ze die naleven. Een personeelslid van de school kan nooit verplicht worden om toe te zien op het nemen van medicatie door leerlingen. Het weigeren kon al en is niets nieuws.
De belangrijkste nieuwigheid is het protocol waaraan wordt gewerkt samen met de federale overheid.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, weet u wat er gebeurt? De mensen worden bang. Ik heb zelf een zoon met diabetes. De leerkracht van het tweede leerjaar werd geconfronteerd met een kleine van 7 jaar die insuline moest spuiten, en die dat soms wel en dan weer niet wou. Die leerkracht heeft nooit moeten spuiten, maar ze heeft wel moeten prikken, de bloedsuikerwaarde meten. Goede afspraken zijn daarbij heel belangrijk. Wij als ouders hebben er uiteraard voor gezorgd dat er vanuit het ziekenhuis verpleegkundigen kwamen om dat uit te leggen aan het hele team. Maar heel veel leerkrachten waren daar bang van: ‘Oei, en wat als er iets misgaat?’ Ook al omdat heel veel ouders op voorhand zeggen dat de leerkrachten ervoor moeten zorgen dat het goed gebeurt en dat het hun verantwoordelijkheid is als het kind een hypo krijgt of iets dergelijks. Er is een hele mentaliteit van ‘oei, help!’
Ik begrijp de zorg en ik weet ook dat dat niet gemakkelijk is. Leerkrachten krijgen inderdaad die vraag, maar je kunt toch moeilijk een kind met diabetes om die reden niet naar school laten gaan? De leerkrachten moeten dus inderdaad weleens een medische handeling verrichten.
Minister, u liet onlangs via de pers weten dat er een app kwam voor EHBO. Hoe zult u ervoor zorgen dat leerkrachten die EHBO-app zullen gebruiken? EHBO maakt deel uit van de opleiding. Die apps zijn er nu. Hoe gaan we dat verder implementeren, zodat ze gebruikt worden?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw zeer duidelijke antwoord. De juridisering van onze maatschappij zien we op zoveel plaatsen. Hier hebben we er ook een voorbeeld van. Wat mogen we en wat mogen we niet? Wat zijn de risico’s als we iets in de ene zin doen of iets in de andere zin doen? Ik ben blij dat u pleit voor gezond verstand en goede afspraken op school. Inderdaad, de meeste scholen hebben van die typebriefjes, die je als ouder moet invullen en meegeven wanneer een kind medicatie nodig heeft. Alle nodige gegevens kunnen daarop vermeld worden.
Ook het protocol dat met de federale overheid momenteel wordt besproken, vind ik heel belangrijk. Daarin worden afspraken gemaakt met betrekking tot de verpleging en de verzorgende handelingen. Ik denk dat dan het beruchte koninklijk besluit 78 op de proppen komt. Het zou een stap vooruit en een steun in de rug zijn voor iedereen die ermee te maken heeft indien dat protocol voorhanden zou zijn. Ik zou graag vernemen wanneer het wordt gefinaliseerd.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Kan er in het verlengde van de medicatie en de richtlijnen daarover worden gesteld dat diezelfde richtlijnen gelden voor vervoer? Ik weet dat scholen daarmee worstelen. Er is eens een richtlijn geweest dat men altijd een ambulance moet bellen om het kind naar de huisarts of naar de spoeddienst in het ziekenhuis te brengen. Is dat zo? Is daar een juridisch kader voor? Soms hebben de leerkrachten de reflex – om niet te moeten wachten op de ambulance – om het kind in de auto naar de dichtstbijzijnde huisarts te voeren. Is daar een juridisch kader voor? Of maakt dat deel uit van dezelfde problematiek als de medicatie?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Krekels, ik zal eens moeten nakijken hoe dat precies zit.
Mevrouw Schryvers, zodra er witte rook is in verband met dat protocol, geef ik dat met jullie mee. Dan moet er een hele communicatiecampagne gebeuren. Het ontwerp, waaraan nu wordt gewerkt, is te raadplegen op het intranet.
Mevrouw De Meulemeester, er zijn twee apps. Ik heb net gezegd dat die verpleegkundige handelingen niet onder EHBO en reanimatie vallen. De ene app leert kinderen spelenderwijs hoe ze levensreddende handelingen kunnen stellen. De andere leert leerkrachten hoe ze EHBO moeten aanbrengen in de klas. Die apps zijn zeer interessant. Ze passen in het actieplan Bewegen. Maar dat heeft niets te maken met verpleegkundige of medische handelingen die gesteld moeten worden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.